12 juli 2008

11 juli 2008 Anders gedroomd

Toen vorige jaar op 10 juni de Vlaamse bevolking duidelijk gekozen had voor méér Vlaanderen dacht ik dat we een nieuwe weg zouden durven inslaan: weg van die onzalige compromissen waarvoor niet alleen Vlaanderen een te zware prijs betaalde maar waardoor België, zij het op langere termijn, zijn aantrekkingskracht en draagvlak grotendeels verloor. Het laatste jaar heeft, mede door de mediabelangstelling en de lange duur van de NON-onderhandelingen, aangetoond dat een samenwerking op basis van wederzijds respect niet meer mogelijk is. Dat een aanvaardbare oplossing voor de ene de andere gemeenschap verplicht tot een knieval waartoe ze niet meer bereid is. België is ten gronde verdeeld.

Vandaag één jaar later, op de Vlaamse feestdag die er geen is, lijkt mijn droom zo ver weg. Wat overblijft is ergernis.

Ook vooraanstaanden die vandaag nog pleiten om dit België te redden – zoals Etienne Davignon en Thomas Leysen - beseffen maar al te goed dat zelfs de actuele wereldwijde economische problemen geen voldoende cement zijn voor een staat in maatschappelijke ontbinding. Ik heb veel begrip voor hun oproep tot regeringscontinuïteit maar stel tegelijk vast dat ze het antwoord schuldig blijven wanneer men hen de vraag stelt hoe we het samenleven van twee gemeenschappen kunnen redden als de ene zelfs weigert om de taal van de andere gemeenschap te spreken. En dit ongeacht waar men zich bevindt in dit ‘eigen land’. Dat deze hoge heren nu komen roepen dat het nog niet te laat is en pleiten voor hervormingen die ze decennialang hebben tegengehouden getuigt niet van een strategisch denken maar eerder van een kortzichtig eigenbelang dat vooral de privileges van hun kaste moet vrijwaren.

De laatste weken is er een politieke paradox ontstaan waarvan men aan Vlaamse zijde weigert de diepgaande consequenties in te zien. Terwijl het Franstalig publieke discours pleit voor het voortbestaan van DIT België hebben ze de Rubicon overgestoken en zijn ze klaar om België te laten vallen op hun voorwaarden. De Vlamingen daarentegen, nochtans gebrandmerkt als separatisten, doen er tot de laatste minuut alles aan om (minder maar toch) België te behouden. Een paradox waar Vlaanderen wel eens het grootste slachtoffer kan van worden.

De Franstaligen hebben een alternatief voor België: Wallobrux. In Vlaanderen roepen de belgicisten dat er geen goed alternatief is terwijl de Flaminganten resoluut kiezen voor een onafhankelijk Vlaanderen, ook zonder Brussel. Dat 'goede Belgen', zoals Mia Doornaert - bijnaam Ras le bol / Spuugzat, eindelijk zelf ervaren dat de vanzelfsprekendheid van het Francofone culturele imperialisme niet strookt met de regels van elementair respect en inschikkelijkheid die een samenleving leefbaar moeten houden, is symptomatisch voor de radicalisering in gans Vlaanderen en niet alleen bij een vendelzwaaiende minderheid zoals sommige media ons willen laten geloven. Nochtans is het enige intellectueel correct antwoord op de vraag of Vlaanderen beter zelfstandig zou zijn eenvoudig: we weten het niet, want we hebben het nooit geprobeerd! Wat we wel weten is dat het zwakke broertje Slowakijë na de splitsing van de Tsjechoslowaakse republiek er na enkele jaren economisch veel beter aan toe is dan voordien.

Wat de Franstaligen zo sterk maakt is hun eensgezindheid zelfs tot in het intellectueel oneerlijke toe. Ter illustratie de persoonlijke reactie van Elio Di Rupo op mijn brief in verband met de tweetaligheid in Brussel die ik hem stuurde op 2 maart 2005. Ik citeer:
Volgens mij heeft Vlaanderen ook voordeel aan België :
- De eerste voordeel is economische. Wallonië is de eerste klant van Vlaanderen. Met een splitsing van het land zou Vlaanderen zijn eerste klant verliezen. Dat is onzin. Dat zou een verarming van Vlaanderen veroorzaken.
- Een tweede voordeel is Brussel zoals u ook zegt. Alhoewel Brussel tweetalig is zou een zelfstandig Vlaanderen het zonder Brussel zijn.”

Zo ziet u dat al in een periode zonder oplopende discussies, de belangrijkste politicus van Franstalig België argumenten gebruikt die geen steek houden. Meer zelfs, dat hij het culturele imperialisme in Brussel (waar amper 70 jaar geleden nog 95 % van de notariële akten in het Nederlands werden geacteerd) en omgeving onverkort blijft steunen met als gevolg dat hij en de ganse Franstalige gemeenschap het vanzelfsprekend vinden dat alleen zij vandaag nog rechten hebben op Brussel en de enige legitieme vertegenwoordigers zijn van de Franstaligen in het ganse land.

Wie de politieke geschiedenis van de laatste decennia wil schrijven zal niet rond de vaststelling kunnen dat de Franstaligen in de communautaire onderhandelingen steeds uitgingen van een dreiging. Eerst was het de uitdagende vraag ‘Willen jullie België splitsen?’ waarop de Vlaamse politici inpakten en voor elk compromis een zware prijs betaalden; tot op vandaag dat ‘Wij willen één staat Wallobrux’. Dreigen met een splitsing op hun voorwaarden, waarop de Wijze Vlaamse staatslieden geen antwoord hebben. Nochtans kunnen wij met evenveel aplomb eisen “dat wij een zelfstandig Vlaanderen inclusief Brussel willen”.

Is dat intellectueel fout? Neen toch als de Franstaligen op basis van een meerderheid in Brussel het vanzelfsprekend vinden dat zij mogen beslissen over Brussel in naam van de democratie maar tegelijk dezelfde rechten weigeren aan een Vlaamse meerderheid in het land. Deze intellectuele oneerlijkheid is het ultieme bewijs dat niet België maar alleen de Vlaamse solidariteit hen interesseerde. Nu Vlaanderens welvaart met rasse schreden afbrokkelt is ook dat geen beletsel meer.

Daarvoor dank ik feestelijk!
Pjotr