14 november 2008

11 november 2018

Dat elke herdenkingsplechtigheid van ‘den grooten oorlog’ op 11 november een schreeuw naar vrede is verdient alle steun. De wreedheid van ‘den grooten oorlog’ werd vooral duidelijk omwille van de nutteloosheid van de talrijke ultieme offers die soldaten brachten, al of niet uit overtuiging, plichtsbesef of doodgewoon uit schrik om weg te lopen. Het was de laatste oorlog waar soldaten tegen soldaten streden. Waar de bevolking op nauwelijks enkele tientallen km een armoedig maar redelijk veilig leven leidde. De angst was vooral deze voor het verlies van een soldaat familielid. Er waren bij meer dan 9 miljoen doden.

Ik wil deze verschrikkelijke oorlog niet minimaliseren maar de wereld stond sindsdien evenmin stil en ook het fenomeen oorlog evolueerde zo ingrijpend dat velen, waaronder ook beleidsverantwoordelijken, niet goed blijken te beseffen dat de manier waarop men nu oorlog voert en de intensiteit ervan, nog erger is dan toen in Ieper en omstreken.

In WO II werden de eerste grenzen verlegd. Er was de uitroeiing van de Joden en andere “Untermenschen” door de Nazi’s. Maar ook in de zuiver militaire oorlogsvoering veranderde er heel wat. Dank zij de technologische mogelijkheden kon men doden van op afstand, zonder zelf groot gevaar te lopen. Men moest niet meer de moedigste zijn maar het kanon hebben dat het verste schoot, het vliegtuig dat het snelste vloog, de pantserwagen dat de beste bescherming bood. De oorlogsvoering werd ‘efficiënter’. Naar schatting liep het dodental op tot 50 à 70 miljoen.

Doden van op afstand is ook menselijk minder aangrijpend. En als er al eens een bom op onschuldige mensen valt is dat alleen maar “collateral damage”. Onvrijwillige doodslag uit onvoorzichtigheid of gebrek aan precisie. Maar het was niet altijd een ongeluk. Toen de geallieerden Dresden en andere Duitse steden platbombardeerden, deden ze dat met opzet. Om zoveel mogelijk burgers te treffen en zo het moreel van de Duitsers te breken. De atoombommen op Nagasaki en Hiroshima hadden een militair doel: de oorlog stoppen door Japan moreel te breken. Hoewel dat militair een alternatief was ‘om te voorkomen dat nog veel meer (eigen) soldatenlevens zouden geofferd worden bij een invasie van Japan’, heeft het ook enorm veel frustraties opgeleverd en de wapenwedloop definitief gelanceerd naar altijd groter, sterker en veiliger.

In de nieuwe conflicten staan de armen sterker want ze hebben (bijna) niets te verliezen

De frustratie van de onmachtige tegenover de oppermachtige geweldenaar inspireerde de armen om een andere manier van oorlog te voeren: de guerrilla oorlog, waarop ook grote legers geen vat kregen, ondanks hun technologische suprematie. Net op het moment dat militairen aangemaand werden om zoveel mogelijk burgerslachtoffers te vermijden door de inzet van ‘precisiewapens’, verdwijnen de tegenstanders in de massa, zijn ze de massa.

Daarnaast maar wellicht vanuit een gelijkaardige frustratie worden steeds meer burgeroorlogen gevoerd. Interne conflicten tussen gemeenschappen die onderdrukt worden door de eigen machthebbers, afgesneden worden van een menswaardig leven. De staatsmacht tegenover de opstandeling, geheime commando’s tegen terroristen. We zitten terug in de straatgevechten, man tegen man. In de vroege tijden had elk leger een colonne marketentsters in hun zog. Ze verkochten zoetigheden en voldeden aan primaire behoeften. Vandaag wordt geplunderd en worden vrouwen en kinderen verkracht op een weerzinwekkende schaal.

Nu is iedereen betrokken, moordenaar, verkrachter of slachtoffer, meestal in die volgorde. De oorlog speelt zich af in elke straat. Mensen doden niet meer alleen met kogels van op een veilige afstand. De messen worden weer boven gehaald. Een generaal en 5.000 man kunnen een heel land jarenlang terroriseren zonder dat men die krijgheren een strobreed in de weg legt. Men dood niet meer uit zelfbehoud of angst maar uit haat of erger nog, uit onverschilligheid. Het aantal slachtoffers wordt zelfs niet meer geteld!

Als deze evolutie zich doorzet, en dat lijkt bijna onvermijdelijk met het toenemend aantal conflicten, vraag ik mij af of we in 2018 geen “heimwee” zullen hebben naar een ‘grooten soldatenoorlog’ in plaats van het afschuwelijke van ‘den kleinen burgeroorlog’ die nie-mand spaart en waar niemand nog vat op heeft.

Pierre Therie
Kolonel SBH bd
Gewezen defensie attaché