21 december 2009

In de luwte van het aflopend jaar

ANDERS GELEZEN

In dit laatste nummer van ‘Anders gelezen’ 2009, wil ik U allen

sfeervolle eindejaarsfeesten

toewensen.

Opnieuw genieten van het ‘samenzijn’ met familie en vrienden bij de twinkelende lichtjes van een kerstboom en misschien met een traditionele kribbe verwarmd door een flikkerend kaarsvlammetje.

Maar ook alleenstaanden ‘vieren’ deze dagen en vullen ze met weemoed over wat niet meer is: de geliefde, familie en vrienden. Dat zijn zware dagen waarin hopelijk toch hier en daar een lichtje oplicht dank zij een bezoekje of een deugddoend gesprek met andere ‘alleenstaanden’.

Het gaat u allen goed en hopelijk mogen we een welvarend 2010 verwelkomen: zonder grote materiële zorgen maar vooral een jaar waarin ook het maatschappelijk weefsel versterkt wordt.

Opdat we blijvend met verwondering kunnen kijken naar al het moois dat het leven te bieden heeft. Zeker in onze ‘rijke contreien’.


Het voorbije jaar was vol kleine en grote gebeurtenissen die ons allen op een of andere manier raakten. Vreugde of zorgen om heel eenvoudige dingen. Dingen die we niet in de kranten vinden. Blijheid of droefheid om wat er gebeurde rondom ons.

Bij elke ‘anders gelezen’ stelde ik mij de vraag of het niet té scherp was? Of de lat niet te hoog werd gelegd? Of kritiek geven op een bepaald moment niet een eigen leven gaat leiden? Kritiek omwille van de kritiek. Afstand houden is niet evident.

Maar dan krijg ik een berichtje met ‘volhouden’ : precies of die iemand mijn twijfels kent. Het heeft zin en als ik mag uitgaan van de interesse voor deze column, hebben ook heel wat andere mensen interesse voor deze ‘andere kijk’. Delen ze misschien mijn hoop en énige reden: dat het beter kan.

Hoe zal 2010 eruit zien? Zou het kunnen dat krantenredacties zich in de luwte van het aflopend jaar bezinnen over de publiciteitsjournalistiek? Waarom journalisten pagina’s mogen vullen met reclame voor zichzelf of een of ander sjiek hotel, hartje Brussel. Om het te zeggen met de woorden van Tom Naegels (dS 18/12): ‘Alle kranten, en zeker de bijlages in het weekend, bulken van dat soort publireportages, keurig op maat gesneden van de adverteerder en diens doelpubliek, toevallig ook dat van de krant’. Zou het kunnen dat we in 2010 mogen uitpakken met overheerlijk nieuws: dat de ecologische voetafdruk van dS en andere kranten in het WE wordt gehalveerd en de prijs afgerond naar beneden?

Misschien is dat gezever van enkelingen ‘die geen moer afweten van het reilen en zeilen van een hedendaags krantenbedrijf’. Waarom zou een krant ‘kwaliteit’ nastreven als de overgrote meerderheid van de krantenlezers zelfs de moeite niet doen om de bijdragen aandachtig te lezen. Iemand die als ‘woordvoerder’ vertrouwd is met de media zei het zo: ‘Foto’s zeggen méér dan wat de journalist errond drapeert’. Dan vraag ik mij af hoe die toffe jongens en meisjes van de redactie zich hierbij voelen: het besef dat het ambacht hen ontglipt en daarom meedansen op het ritme van de marketing: leuk zijn, of tegendraads, of helemaal niets.

Gebakken lucht verkoopt blijkbaar beter dan schone lucht.

Pjotr

Anders gelezen verschijnt wekelijks op maandag/dinsdag

12 december 2009

Over manipulatie, een fatwa en de blinde Vrouwe Justitia

ANDERS GELEZEN

Onverantwoord interessant? Nu nog de waarheid.

Op 9 dec publiceert de Standaard een opiniebijdrage geschreven door Sarkozy, president van Frankrijk en eerder verschenen in Le Monde. De oorspronkelijke titel luidde "Respecter ceux qui arrivent, respecter ceux qui accueillent". In dS wordt de titel ‘Veranderen om onszelf te blijven’ wat toch iets heel anders is en niet de strookt met de inhoud van het artikel. Men had daar bij voorbeeld een veel correcter en duidelijker titel ‘Wederzijds respect’ kunnen op plakken.
Onderaan het artikel staat te lezen: ‘Dit opiniestuk verscheen eerder in Le Monde’.
Dit geeft de indruk dat het artikel ‘in extenso’ is overgenomen, temeer daar er nergens melding is van citaten of uittreksels. Fout!

Men 'vergat' een belangrijke passage die wél in Le Monde stond. Namelijk aansluitend op de vraag : 'En wat zouden de Fransen antwoorden op dezelfde vraag?' schrapte men volgende passage, citaat « Au lieu de condamner sans appel le peuple suisse, essayons aussi de comprendre ce qu'il a voulu exprimer et ce que ressentent tant de peuples en Europe, y compris le peuple français. Rien ne serait pire que le déni. Rien ne serait pire que de ne pas regarder en face la réalité des sentiments, des préoccupations, des aspirations de tant d'Européens. Comprenons bien d'abord que ce qui s'est passé n'a rien à voir avec la liberté de culte ou la liberté de conscience. Nul, pas plus en Suisse qu'ailleurs, ne songe à remettre en cause ces libertés fondamentales ».
Vertaald naar het Nederlands : "In plaats van het Zwitserse volk onherroepelijk te veroordelen, kunnen we proberen te begrijpen wat het heeft willen zeggen en wat zoveel volkeren in Europa ervaren, inbegrepen het Franse volk. Niets zou erger zijn dan de ontkenning. Niets zou erger zijn dan niet te kijken naar de werkelijkheid van de gevoelens, de bezorgdheden, de verzuchtingen van zoveel Europeanen. Laten we eerste goed begrijpen dat wat gebeurde niets te maken heeft met de vrijheid van godsdienst of vrijheid van geloof. Niemand, niet meer in Zwitserland dan elders, denkt eraan deze vrijheden in vraag te stellen."

Werd deze passage weggelaten wegens plaatsgebrek? Neen, want een deel van de blz 45 bleef blanco, wat eerder doet vermoeden, dat 'iemand' op het laatste ogenblik deze passage geschrapt heeft. Volgens P. Vandermeersch, hoofdredacteur van De Standaard, is manipulatie een vorm van slechte journalistiek.

Na het veto een fatwa

Het zal je als partijvoorzitter maar overkomen dat de geschreven pers zich mengt in de keuze van de premier van België. Dat deed allercharmantste Béatrice Delvaux, hoofdredacteur van de krant Le Soir. We geloven haar als ze beweert dat haar veto de overtuiging vertolkt van de ganse Franstalige gemeenschap: Leterme kan het niet! Er moet een nieuwe Van Rompuy komen maar dan zonder Van Rompuy. En aan deze kwalificatie voldoet Leterme niet. Deze emotionele uitspraak was vooral contraproductief.

Het zal je als paus maar overkomen wanneer dezelfde allercharmantste Béatrice Delvaux, hoofdredacteur van Le Soir, zich ook gaat moeien met de aanduiding van de nieuwe aartsbisschop van Mechelen en Brussel, primaat van België (dS 08/12). Citaat: 'Laten we het toegeven: onze handen jeukten om te schrijven: 'Ja, Danneels kan met pensioen gaan, als...', net zoals - moet ik het op deze pagina's nog aanhalen - in het eerdere commentaar van Le Soir, gewijd aan het vertrek van Herman Van Rompuy naar Europa'.

Oh ja, ze wil wel dat het een Franstalige wordt, zolang het maar niet de orthodoxe André-Mutien Léonard is. Ze is wel zo verstandig zijn naam niet expliciet te vermelden maar wie een beetje het reilen en zeilen in Wallonië volgt weet dat ze deze ‘genomineerde’ viseert.
Ze schrijft: 'In dit geval is het absoluut belangrijk dat de aanstaande kardinaal zal zijn 'zoals Danneels, maar dan zonder Danneels'. En als we hiervoor de afwisseling van de taalrol moeten opgeven, dan lopen ze maar naar de hel met hun afwisseling'!
Ik weet niet of mevrouw Delvaux ook in dit geval de ‘porte parole’ is van de gemeenschap van Franstalige katholieken, maar of deze ‘fatwa’ tegen een Franstalige bisschop ook zal gehoord worden in Rome?
Overigens zullen vele Franstaligen het eens zijn met haar: zo’n caractériel, die het aandurfde om in een Nederlands tijdschrift te zeggen dat de Franstaligen die in Vlaanderen gaan wonen Nederlands moeten spreken. Franstalig België stond op zijn kop, Le Soir voorop. Toen schreef men: waar bemoeit die bisschop zich mee!
De ene bemoeizucht is blijkbaar de andere niet.

Blinde Vrouwe Justitia

Alle kranten hebben het over de mislukte fraudedossiers KB Lux en Beaulieu: de miljonairs gaan nog maar eens vrijuit. Dat 95 % van de KB Lux klanten reeds een boete betaalden en vadertje staat dus toch een deel van de belastingontduiking kon recupereren is een geluk, maar Vrouwe Justitia blijft de grote verliezer. Immers, opnieuw werd het bewijs geleverd dat rechtspraak en rechtvaardigheid mekaar niet altijd overlappen. Blinde vrouwe Justitia kan heel onrechtvaardig zijn.
In De Tijd (09/12) schrijft Stefaan Michielssen, senior writer, dat er een mentaliteitswijziging gekomen is. Citaat ‘Het besef is teruggekeerd dat fiscale fraude geen sport is maar een misdrijf’. Alleen is hij niet zo correct wanneer hij eveneens schrijft: ‘Maar in een rechtsstaat kan nu eenmaal niet worden aanvaard dat bewijzen worden gefabriceerd.’ Dat is een pertinente leugen vermits niemand de lijst met namen – hét bewijs – in twijfel trekt. Alleen de manier waarop het gerecht dit bewijs in handen kreeg was niet conform de wet. Blijkbaar is de nood aan een mentaliteits- én wetswijziging nog niet helemaal doorgedrongen tot deze ‘senior writer’. Ondertussen gaat België kapot door een gebrek aan ontzag voor de wet en aan het pervers evenwicht tussen fiscale en sociale fraude.

Pjotr

Anders gelezen verschijnt wekelijks op maandag/dinsdag.

05 december 2009

Voor wanneer een wettelijk verbod op angst?

ANDERS GELEZEN

Schandaal alom, minaretten zijn in Zwitserland voortaan bij grondwet verboden.
Laten we pogen onze kop boven het maaiveld te houden en de lawine aan informatie eens ‘Anders lezen’.

De kranten konden niet anders dan dit ophefmakend nieuws uit Zwitserland brengen en dat ze verrast waren bleek alvast door de weinig genuanceerde berichten over het opmerkelijke resultaat van deze rechtstreekse democratie.
Bijeengesprokkelde meningen van kenners en would-be kenners. Voor meer nuancering moeten we voorbij de taboes en over de grenzen kijken. Een kleine greep uit het aanbod:

In De Standaard schreef SELAHATTIN KOÇAK, SP-A schepen in Beringen: ‘Dat het een uitspraak tegen de moslims is. De rechtse populistische krachten in Zwitserland misbruikten de discussie over de minaretten om de maatschappelijke aanvaarding van de islam in vraag te stellen’. En verder over een moskee in België waar men een minaret zal aan toe voegen: ‘Logisch dat zij met de minaretten ook de bouwvoorschriften van hun religie wilden naleven’.
Vraag: betekent deze uitslag nu dat er 57 % rechts-populistische Zwitsers zijn?

Verder citeert dS ook de Turkse premier RECEP TAYYIP ERDOGAN van de conservatief-islamitische regeringspartij AKP. Die liet in een toespraak in Ankara weten dat ‘hij een referendum over zo'n gevoelige zaak een ‘vergissing' vindt. Volgens Erdogan bestaan er inherente rechten waar een referendum niet over kan beslissen. Eerder al had het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken laten weten dat het van Zwitserland verwacht dat de situatie ‘gecorrigeerd' wordt’.
Anders gedacht: Daarop zullen de Zwitsers ongetwijfeld met ‘Zum Befehl’ antwoorden.

Volgend citaat in dS ditmaal van NAVI PILLAY, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN: ‘Ik wil een democratische beslissing niet veroordelen, maar deins er niet voor terug om de antivreemdelingen-bangmakerij van de campagne te veroordelen'.
Een vraag: Werd de PRO minaretten campagne niet gesteund door de ‘meerderheid’: de regering, de meerderheidspartijen en het financiële en economische middenveld?

De Oostenrijkse krant Die Presse heeft het over ‘de toenemende boycotacties uit moslimlanden wegens de minarettenaffaire. Men vreest dat er geld van moslims uit de Zwitserse banken zal wegvloeien’. Verder wordt gemeld dat twee Zwitsers die gegijzeld werden in Lybië (omdat Khadafi’s zoon Hannibal recentelijk in Genève tijdelijk werd aangehouden) onmiddellijk na het referendum werden veroordeeld tot 16 maand gevangenis wegens schending van de visavoorschriften.
Hét argument? Minaretten toelaten uit schrik voor gijzelingen of om de petrodollars.

Trouw (NL) refereert naar de Franse krant La Libération die het zo schreef: ‘De stemming van de schaamte’, dat zijn commentaar de titel ’Absurd’ meegaf. Maar op de website van de krant wordt dit geluid nogal genuanceerd. Meer dan 1000 reacties volgden op het commentaar van Libé, die voor het merendeel het juist dwaas vonden om een democratische stemming als ’absurd’ te bestempelen. Zie hier een illustratie van de scheiding die tussen gewone burgers en hun opiniërende elites is opgetreden.
Anders gedacht: In een linkse krant stemmen dergelijke reacties inderdaad tot nadenken.

Dr KOENRAAD ELST, doctor in de Indo-Iranistiek (KUL) van wie ik het boek ‘Het boek bij het boek’ Recensies over Islam en Koran, aan het lezen ben en waarin een diepergravend beeld van de islam aan bod komt, schrijft het volgende over deze zaak:
‘Het Zwitserse referendum over een verbod op de bouw van nieuwe minaretten is een geval van machteloze symptoombestrijding in de marge. (…) De minaret heeft als functie dat de muezzin er luidkeels de azan doet, de oproep tot het gebed. (…) De minaret heeft een bij uitstek politieke functie en een signaalfunctie in de islamitische veroveringsstrategie. Dat is met zoveel woorden nog bevestigd door de huidige Turkse premier Recep Tayyip Erdogan: “De minaretten zijn onze bajonetten.” Dat is een radicaal verschil met kerktorens of pagoden.
Met hun referendum hebben de Zwitsers een neus gezet naar al hun voogden: de bankwereld, de Kerk, de politieke partijen, de media. (…) Wegens hun loyauteit aan andere belangen dan die van het volk, hebben de elite-instanties het kiezerskorps met banvloeken en dreigementen onder druk gezet om de moslimwereld vooral niet te ontstemmen’.

Vraag: Ergens op het net las ik dat de Zwitsers bang zijn dat in de volgende stap de muezzin zullen eisen om vanaf de minaretten op te roepen tot het gebed. Wat eigenlijk niet meer dan normaal is gezien de functie die een minaret heeft in de Islam beleving.
Misschien enkel minaretten toelaten als ornamenten, zonder luidsprekers en muezzins?

Volgens politicoloog MICHAEL HERMANN, gisteren in de Zwitserse krant La tribune de Genève, ‘is de uitslag vooral symbolisch en niet tegen Zwitserse moslims gericht. Hij vermoedt dat vrouwen die islam met hoofddoeken, sharia en vrouwenonderdrukking associëren, massaal voor het verbod hebben gestemd. Ook voor deze politicoloog is de scheiding tussen boven- en onderlaag het belangrijkste element in de uitslag: ’In andere landen kunnen elites bepaalde debatten vermijden. In Zwitserland kunnen ze dit niet. Ze moeten leren om burgers serieus te nemen. Dit proces is niet afgerond en moet doorgaan.’ Een pleidooi voor een open debat dat alle steun verdient’.

Welaan dan, laten we even stilstaan bij deze kloof tussen de elite en de bevolking.

Het gewone volk is bang, de elite niet

De elite spreekt van de ‘Bange blanke man’ die niet omkan met vreemde culturen en minder veilige toestanden. Wie zijn deze ‘Bange blanke mannen’? De mensen die aangesproken worden in een vreemde taal en zich daardoor niet op hun gemak voelen? De mensen die geconfronteerd worden met gebruiken die wij al eeuwen geleden achter ons hebben gelaten? De mensen die sommige straten overdag mijden wegens beledigingen en pesterijen en ’s avonds niet meer buiten komen omdat ze het risico lopen op aanranding, slagen en verwondingen? De mensen die in onveilige buurten blijven wonen bij gebrek aan geld? De villabewoners die hun woning ombouwen tot een fort omdat ze bang zijn voor een bezoekje van geïmporteerde gewelddadige dievenbendes? De politieman die weigert om zijn leven te riskeren in wijken en er dus weg blijft tenzij ‘en force’ als het niet anders kan?

En wie zijn dan de ‘Moedige blanke mannen’? Zijn het moedige journalisten en politici die via de media de bevolking proberen te overtuigen dat het allemaal zo erg niet is? Zijn het moedige gematigde moslims die de rondstruinende jeugd gedogen in buurten waar de politie nauwelijks nog durft te komen? Zijn het de moedige behoeders van de politiek correcte samenleving die de ellende van elke dag in deze achtergestelde buurten alleen maar vaststellen?

Beste lezers, de bange blanke mannen bestaan! Hoe erg, bekrompen en racistisch de moedige blanke elite dat ook vindt, het is een realiteit die niet zal verdwijnen, maar integendeel bij elk nieuw incident toeneemt. Is dat populisme of is er inderdaad een nieuwe kloof gegroeid: bange mensen versus een moedige elite?

Willen we in plaats van een opiniepeiling hierover eens een praktische proef instellen voor deze moedige elite? De politie van Brussel Zuid zal ongetwijfeld graag haar medewerking verlenen.

In afwachting van het resultaat zou een empathische elite er goed aan doen om deze realiteit onder ogen te zien of verkiest ze elke uiterlijke vorm van angst bij wet te verbieden? Het zou een geruststellende gedachte zijn te weten dat voortaan enkel outlaws, waaronder meer dan 4 miljoen Zwitsers, nog mogen bang zijn.

Pjotr
Anders gelezen verschijnt wekelijks op maandag/dinsdag

29 november 2009

Pleidooi voor meer inhoud en minder BV-schap

ANDERS GELEZEN

Nog niet zo lang geleden pleitte ‘Anders gelezen’ voor een zindelijk gebruik van titels en referenties bij de voorstelling van de opiniemakers en columnisten in De Standaard. Vermits niemand van de redactie de ‘Anders gelezen’ bijdragen leest, is het puur toeval dat kort nadien gekozen werd voor een andere presentatie van de opiniemakers; Wie? Wat? Waarom? In plaats van ronkende titels die er soms niet toe deden.
Wie weet dat ook deze oproep – al even ongelezen en louter toevallig – aanleiding zal geven om nog eens in de spiegel te kijken.

Nationale helden zijn hip
Vorige week was er een van grote euforie: na Herman Van Rompuy kreeg ook Karel De Gucht een belangrijke Europese functie. De eerste zal mee de agenda van de Europese raad bepalen en de tweede krijgt de exclusieve (macht) bevoegdheid om namens de EU te onderhandelen over het handelsbeleid van de 27 lidstaten. De eerste kreeg in twee opeenvolgende edities van dS zowat 30 bladzijden, terwijl de tweede het met een heel pak minder moest doen. Het zal de weldenkende lezers opgevallen zijn dat deze belangstelling omgekeerd evenredig is met hun werkelijke invloed op het Europese niveau. In Knack zegt JL Dehaene trouwens dat de post van H Van Rompuy niet goed is voor Europa. Wie ben ik om hem tegen te spreken.

Geen kwaad woord over onze twee moderne helden, verre van. Ze verdienen het, de eerste omdat hij het geschikte profiel heeft om in de schaduw te blijven en de tweede omdat hij een internationale reputatie opbouwde en met zijn ‘parler vrai’ het bewijs leverde dat hij niet met zich laat sollen, wat nogal onVlaams is maar wel zeer liberaal.

Bekende Vlamingen zijn hip
Blijkbaar is de redactie overtuigd dat ook de lezer van een kwaliteitskrant behoefte heeft aan dit nieuwe patriottisme en het ophemelen van BV’s want, zo blijkt uit de volgende WE krant (DS 28/11): nieuwe keizers, nieuwe kleren. Yves Leterme, zo’n tiental keren de grond ingeboord in de voorbije twee jaar, is terug hip en dus is het tijd om het geweer van schouder te veranderen. ‘Het zware parcours van verkettering tot loutering’ luidt de bijtitel. Had men gerust kunnen bijzetten ‘verkettering door De Standaard’. Iets meer dan drie bladzijden ‘human interest’. Een bijdrage met getuigenissen van mensen die hem van nabij kennen. Even alles wat voordien bijeen geluld werd relativeren. Heel terecht volgens zijn externe raadgever (in ‘Phara’) - die in volle onafhankelijkheid mag spreken en schrijven – want al die kritiek was onbegrijpelijk en zeer onterecht. Yves is zo’n lieve man. Daar zeg ik als fiere stadsgenoot van Yves ‘AMEN’ op. Een beetje hoekig, dat wel, zoals gebruikelijk in deze verre uithoek van het koninkrijk waar alleen de doden een media-attractie zijn.

Dat er weinig belangrijk nieuws te rapen viel in het binnenland kan de redactie niet ontkennen want zie, enkele bladzijden verder sluipt er een klein foutje in de lay-out: tot op zaterdag was het nogal gebruikelijk dat columnisten en opiniemakers thuis hoorden in de rubriek OPINIE & ANALYSE. Klopt niet meer: nu doen columnisten het met en voor mekaar in de rubriek BINNENLAND. Het binnenland, waar alleen maar banen sneuvelen, hoofdkwartieren verdwijnen en de politie schrik heeft om de criminaliteit in te dijken, vindt men in de katern economie, waarvoor dank. Wel een ontroerende pr bijdrage van Tom Naegels die ‘Mia Doornaert: een vrolijk melancholisch meisje’ interviewt. Drie volledige bladzijden om haar eerste boek aan te prijzen: ‘De frivole vertwijfeling’. Wat erin staat komen we niet te weten, wel wat ze zo allemaal heeft gepresteerd. Gelukkig kreeg Marc Reynebeau een tijdje geleden maar één bladzijde in de rubriek Opinies om het boek van politicoloog Bart Maddens te 'promoten', waarmee ik voor zij die DS niet lezen bedoel 'de grond in te boren'!

De foto van één miljoen
Hallo, met De Standaard? Kunt u mij zeggen hoeveel een paginabrede reclameboodschap kost in een WE editie van DS op de rechter bladzijde? 25.000 euro voor één pagina?
Oei dat is veel geld.
Maar meneer, volgens het CIM (Centrum voor Informatie over de Media = de media die zichzelf controleren) wordt De Standaard in het WE gelezen door bijna één miljoen lezers, dus één frank per lezer is toch niet veel.

Even meerekenen, de foto’s in DS van 28/29 november:
De grote frustratie van Kris Peeters (voorpagina, maatschappelijk zeer relevant onderwerp; inhoud weggestopt in de katern economie, blz E2 – E3): 20.000 euro
Offerfeest is Vlaamse kermis (blz 6, human interest): 15.000 euro
De nieuwe lichting VLD’ers (blz 9, gratis reclame): 15.000 euro
Yves Leterme (blz 10 & 11, compensatie voor geleden schade): 25.000 euro
Politieman in Brussel Zuid (blz 14 maatschappelijk onderwerp): 10.000 euro
James Bond de spion in elk van ons (blz 16, human interest): 5.000 euro
Mia Doornaert, de frivole vertwijfeling (Blz 18, gratis reclame): 23.000 euro
Kraambed Congo (Blz 26-29, maatschappelijk relevant onderwerp): 55.000 euro
Het verdrag van Lissabon (blz 30 en 31, maatschappelijk onderwerp): 20.000 euro

Zo’n slordige 200.000 euro aan foto’s op enkele bladzijden in één krant is toch niet niks voor een kwaliteitskrant die het niet zo breed heeft. Of is het gewoon een besparingsmaatregel omdat fotografen goedkoper zijn dan journalisten? En columnisten héél goedkoop?

Wat ik dan Anders denk? Zou het als het u belieft, mogelijk zijn om de gratis reclamefoto’s te vervangen door content en de andere foto’s te herleiden tot een formaat dat evenredig is met de relevantie ervan.
Maar mocht u de krant in het WE ontdoen van al zijn overbodige BV en tabloid allures dan zou u ongetwijfeld veel meerwaardezoekers een plezier doen en zou uw bijdrage aan de crisis - door deze versie een halve euro goedkoper aan te bieden - ten zeerste geapprecieerd worden. Mocht u niet weten hoe zoiets eruit ziet, stuur ik u graag een editie van de 'Neue Zurcher Zeitung'.

Ja, ik lees gráág de lotgevallen van interessante mensen, maar neen een foto ophangen in mijn kantoor lijkt mij van het goede te veel. Je weet maar nooit dat iemand mij zou verdenken van stalking!

Pjotr
Anders gelezen

21 november 2009

Keeping up appearances

ANDERS GELEZEN

Bijna iedereen blij
20 november 2009. In De Standaard uitgesmeerd over een veertiental bladzijden krijgen wij het heuglijke nieuws dat onze premier, Herman Van Rompuy, de eerste president van de Europese raad van staatshoofden en regeringsleiders is geworden. De volgende dag nog eens 18 bladzijden. Dat is meer dan in januari 2009 toen een gek in Dendermonde dood en paniek zaaide in een kinderopvanghuis. De Tijd (20/11) krijgt de krant vol met nieuws, hoewel slechts vier bladzijden gewijd werden aan deze gebeurtenis, waarvan nog een deel aan zijn opvolging als premier. De ene kwaliteitskrant is de andere niet.

Lofbetuigingen en felicitaties alom van vriend en (politieke) tegenstanders. Bij deze ook de gelukwensen van Anders Nieuws; soms akkoord, soms niet. Maar altijd in vriendschap en verdraagzaamheid.

Onder al die commentaren was er ‘Phara’ op 19 november. Zelfs Paul Goossens nu Europajournalist en niet de beste vriend van, was heel mild, ja zelfs positief. Zijn dada was dat hij niet democratisch verkozen was maar de job kreeg via gekonkelfoes op het hoogste niveau. Verder broer Eric die sprak van een hele eer om een broer en Vlaming als eerste president te hebben. Een Belg, merkte Goossens op. Ze hebben allebei gelijk, maar blijkbaar werkt het sommigen op de zenuwen als het woord Vlaming vermeld wordt ‘voor eigen gebruik’.
Ook zijn zus Tine zat erbij te glunderen maar gebruikte de geboden kans om haar eigen politiek statement te maken. Overigens heel interessant en te lezen in Knack online of in Anders Nieuws: http://anders-nieuws.blogspot.com/

In elk geval verdient hij felicitaties om als verkozen president tijdens zijn eerste persconferentie zich ook in ‘zijn moedertaal’ te richten tot de verzamelde internationale pers. Dus ook Vlaming en zo hoort het!

Bart Brinckman, chef wetstraat, schrijft onder de titel ‘Lang verwacht, stil gezwegen, nooit gedacht, toch gekregen!’ een bijdrage waarin hij de onwaarschijnlijke wendingen in de loopbaan van H Van Rompuy in beeld brengt. Hij laat ons ook een andere kant kennen: deze van iemand die zich bewust is van zijn tekortkomingen. Zo citeert hij uit een boekje dat H Van Rompuy schreef ('De binnenkant op een kier. Avonden zonder politiek' (Lannoo, 2000)) twee uitspraken over hemzelf:

'Vergeef je vijanden, maar vergeet niet hun namen, luidt een oud Brits gezegde. Het is niet zeer christelijk, maar ik heb het dikwijls toegepast.'

‘Ik vergeef veel omdat ik vergeet. Daar is geen enkele verdienste aan.’

Een beetje vreemd maar in die omstandigheden veelzeggend. Om in een ‘moment de gloire’ toch te wijzen op de kleine kantjes die de nieuwe president heeft ondanks zijn diepchristelijke overtuiging. Chagrijnig hoorde ik iemand anders zeggen. Sommigen zullen wellicht opperen dat dit typisch Vlaams is: er bestaat géén goede Vlaming zonder er een ‘maar’ aan toe te voegen.

Euro-millions
Er zijn zo van die momenten dat een mens geluk heeft. Neem nu de Lotto of nog beter de ‘euro-millions’ winnen. Daar heb je toch zelf geen verdienste aan? Maar is de verkiezing tot president een loterij of eerder een samenloop van toevallige omstandigheden, die men een beetje heeft geholpen?

Even teruggaan in de tijd, toen de Fortis affaire openbarstte in het gezicht van premier Leterme door zijn absolute drang om zichzelf publiek wit te wassen met een brief die openheid gaf maar ook vragen opriep. Op dat moment liep de ganse oppositie storm tégen Leterme maar was er nog geen sprake van een aftreden. Dan stuurt Londers, de hoogste magistraat van ons land, een ‘Persoonlijke en Vertrouwelijke’ brief naar de voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Persoonlijk en vertrouwelijk omdat het gaat over vermoedens, géén bewijzen. Herman Van Rompuy die de brief ontvangt kan nog altijd kiezen. Waarom hij koos voor het bekend maken ervan is en blijft een raadsel. Hield het verband met de persoon van Leterme? Zou hij die brief kenbaar gemaakt hebben mocht JL Dehaene premier geweest zijn? Sommigen zullen alvast verwijzen naar het diepe water tussen beiden als gevolg van het niet benoemen van zijn broer Eric tot minister. De tegenstelling binnen CD&V tussen Pro België versus Pro Vlaanderen kan eveneens meegespeeld hebben. Leterme was in elk geval al aangeschoten wild door zijn eigen blunders. Het is Van Rompuy die zelf beslist de brief uit handen te geven en zo het ontslag van Leterme bezegelt. Exit Leterme en een blijde intrede voor Van Rompuy als premier. Tegen zijn goesting. En zoals we weten, zou hij zonder premier geweest te zijn niet in aanmerking komen als kandidaat voor deze EU functie. Dan toch geen euro-millions?

Wie liegt: de kersverse president-elect of De Standaard?
Tijdens zijn eerste persconferentie benadrukt de president-elect dat hij niet graag ‘zijn land’ verlaat. Dat hij géén kandidaat was en dat hij géén stappen heeft gezet om zijn kandidatuur te promoten. Authenticiteit in plaats van marketeerpraatjes.

De dag erna volgt een dodelijke uitspraak in De Standaard (21/11), Blz 5, citaat: ‘Daags nadien (nvdr 29 oktober 2009) op de Europese top in Brussel polste het duo of de Belg die baan eventueel zou aanvaarden. De premier zag dat wel zitten, en begon aan een ronde van de hoofdsteden om zichzelf te presenteren. Hij viel in de smaak. En zo had Van Rompuy tijd genoeg om de speech in drie talen die hij gisteren aflas, op papier te zetten.’

Liegt De Standaard? Of begon de president-elec zijn mandaat met een leugen? Geen leugen uit noodzaak, want niemand stond te wachten op zijn uitspraak en blijkbaar stond niemand daar ook bij stil. A 'slip of the tongue' van een zeer verstandig president-elect?


Het kleine voorbij
Vergeten of vergeven
Een koning te rijk


Epiloog: kan iemand mij zeggen waarom er een tussenpersoon nodig is om de overdracht van de premierstoel tussen twee partijgenoten te organiseren?

Pjotr
Anders gelezen

16 november 2009

Voedselhulp kan dodelijk zijn

ANDERS GELEZEN

Deze bijdrage werd opgestuurd naar DS maar werd (nog) niet gepubliceerd.

Sinds enige tijd verschijnen in DE STANDAARD regelmatig bijdragen over de zin van ontwikkelingssamenwerking. Een containerbegrip voor verschillende vormen van steunverlening aan achtergestelde regio’s of conflictgebieden: humanitaire ‘nood’hulp, structureel opbouwwerk - zowel materieel als maatschappelijk – en politieke – financiële en organisatorische - beleidsondersteuning.

WALTER ZINZEN, deskundige inzake de situatie in centraal Afrika twijfelt of we wel goed bezig zijn (DS 25/09).

BOGDAN VANDEN BERGHE, algemeen secretaris van 11.11.11, repliceert (DS 26/09): ‘Enkel en alleen hulp is niet voldoende om de problemen van de Afrikanen op te lossen. Hulp is een katalysator, die ontwikkeling kan versterken. Dat kan alleen als daarvoor een juist klimaat bestaat, zowel intern als extern’.

KAREL DE GUCHT, commissaris voor de ontwikkelingssamenwerking, pleit dan weer voor meer efficiëntie door de versnippering tegen te gaan (DS 12/11).

Dit probleem is zo complex dat diverse invalshoeken, zoals de hiervoor vermelde, allemaal juist zijn maar slechts een deel van het probleem belichten. Vandaar een toelichting geschreven vanuit een andere invalshoek: mijn ervaring als gewezen verantwoordelijke voor de bouw van een UNHCR vluchtelingenkamp in Kroatië (1992) en de samenwerking met NGO’s in Somalië (1993).

Ik begrijp volkomen het standpunt van Walter Zinzen die refereert naar de uitspraak van de Zambiaanse econome Dambisa Moyo: 'Stop met ontwikkelingshulp, het helpt toch niet'. Maar tegelijk weten we allemaal dat duidelijke uitspraken – hoe essentieel ook - in een complex dossier als dit niet noodzakelijk betekenen dat er niets meer kan of moet gebeuren. Dat zou een verkeerde conclusie zijn maar geen excuus om de zwakke kanten van de organisaties en de manier van hulpverlening, te verdoezelen.

Wellicht één van grootste knelpunten in deze problematiek is het tijdsaspect van de hulp. Wanneer we spreken over noodhulp dan denken we aan bij voorbeeld vluchtelingen die dringend een onderkomen moeten hebben voor de winter, zoals dat het geval was met Bosnische vluchtelingen in Kroatië. Of medische interventies naar aanleiding van catastrofes. Alleen tussen beide aangehaalde voorbeelden schuilt er een zeer groot verschil: daar waar de medische noodhulp op korte termijn kan stopgezet worden, is dat niet het geval met een vluchtelingenkamp; het aantal ‘winters’ is immers afhankelijk van de duur van een conflict. In het door de Belgische Genie gebouwd kamp in Kroatië verbleven vluchtelingen meerdere jaren onder het statuut van vluchteling, met alle voordelen van dien maar zonder het recht om te werken.

Noodhulp die zeer lang duurt creëert ongewild een structurele afhankelijkheid. Men ‘installeert zich in de hulpbehoevendheid’. Het bestendigt de hulpeloosheid en dat kan en mag niet de bedoeling zijn. De cruciale vraag is daarom of we op een bepaald moment moeten stoppen? Ik denk dat wij in bepaalde gevallen moeten durven JA zeggen. Maar zo’n controversiële uitspraak kan enkel mits een verantwoording.

Toen ik in Somalië geconfronteerd werd met de mensonwaardige omstandigheden van de ontheemden (inheemse vluchtelingen) en tegelijk het fantastische werk van diverse NGO’s - onder meer Artsen zonder grenzen - naar waarde kon schatten, leerde ik iets waarmee ik het toen en nu nog altijd moeilijk heb. Het besef van de beperkte eigen invalshoek op crisissituaties . Het meest schokkende verschil ging over leven en dood. Over de waarde van een mensenleven. Zo ging het verhaal rond van een clan die in ruil voor het doden van een meisje door een ander clan het recht had om hetzelfde te doen, tenzij men een prijs betaalde, uitgedrukt in kamelen; verschillend als het een jongen dan wel een meisje was.
Naast dit verhaal waren er tal van indicaties dat een mensenleven van weinig tel is. Dat de onderdrukking van de Bantoestam in de ‘Webi Jubba’ vallei niets anders dan slavernij is. Hoewel deze vruchtbare vallei een dubbele jaarlijkse oogst kon produceren nadat wij de dijken hersteld hadden en waterpompen zorgden voor drinkwater, stuurde de WFO (World Food Program van de VN) en andere NGO’s voedsel vanuit de donorlanden naar de haven van Kismayo. Dezelfde haven van waaruit inheemse boeren hun vee verscheepten naar buitenlandse bestemmingen.

Kan u zich voorstellen dat voedselhulp een pervers effect kan hebben? Dat in Somalië mannen en vrouwen dank zij deze voedselhulp niet zelf voor hun voedsel moesten werken en zo meer tijd hadden om mekaar af te maken? Dat er voedsel gestolen werd en verkocht. Dat met dat geld wapens en munitie werden gekocht. Dat de internationale gemeenschap op die manier het conflict feitelijk sponsorde?

Kan u zich voorstellen dat dank zij die voedselhulp er meer mensen gestorven zijn dan er zouden verhongerd zijn?

Zou dat ook vandaag in Oost Congo het geval zijn?

Een ander probleem dat onvoldoende uitgeklaard is maar op dezelfde oorzaak steunt - de verschillende visie tussen het Westen en de Derde Wereld - is de maatschappelijke en politiek steunverlening. Telkens opnieuw lezen en horen wij ‘hoeveel’ goed wij doen. Geld is het criterium. Fout natuurlijk. Het geeft alleen aan dat wij aan ontwikkelingssamenwerking doen volgens onze normen en vooral ook ‘marktconform’. Hiermee negeren we dat deze achtergestelde gebieden in een andere maatschappelijke ‘evolutiefase’ zitten. Denken wij dat deze bevolking méér kan dan wij ooit konden: dat ze hun geschiedenis kunnen overslaan, de inquisitie kunnen vermijden, een dictator als Jozef Stalin voorkomen, de democratie en de weldaden van de verlichting zonder evolutie zomaar kunnen omarmen. Zeer kortzichtig en zelfs arrogant van onzentwege.

EU commissaris Karel De Gucht mag dan om pragmatische redenen focussen op meer efficiëntie, naar mijn aanvoelen is zijn voornaamste bedenking dat deze hulp – onder welke vorm dan ook - nooit de eigen inzet mag vervangen. Daar zou ik alleen willen aan toevoegen dat we moeten leren geduld hebben – ook als dat mensenlevens kost op korte termijn - hen de tijd geven om hun eigen maatschappij op te bouwen volgens eigen inzichten. Met bescheidenheid erkennen dat een mensenmaatschappij de kracht puurt uit haar tradities, net als een boom de levenskracht haalt uit de bodem waarin hij verankerd is.

Tenzij, tenzij wij deze volkeren opnieuw willen koloniseren, overigens de meest efficiënte vorm van ontwikkelingshulp tot nog toe.

Pierre Therie
Gewezen verantwoordelijke voor de bouw van een vluchtelingenkamp, Savudrija, Kroatië
Gewezen stafchef van het Belgisch detachement te Kismayo, Somalië

09 november 2009

Herinneringen aan de tijd van het IJzeren Gordijn

ANDERS GELEZEN

Negen november 2009.

Twintig jaar na de val van de muur in Berlijn staan de media vol herinneringen aan deze historische wende. Het einde ook van de Koude Oorlog. De kranten spreken vol lof over de politici die het toen voor het zeggen hadden. Sommigen maken van de gelegenheid gebruik om hun sympathie voor het communistisch systeem te betuigen. Een gewezen DDR-partijlid mocht op Canvas zelfs fel van leer trekken tegen die West-Duitsers die (inderdaad, maar begrijpelijk) weinig respect betoond hebben bij de hereniging. Al gaf interviewer Geert Van Istendael toe dat de VRT wel de meest negatieve getuigenis selecteerde en zo een vertekend beeld gaf van zijn bijdrage. Daar zijn ze sterk in, bij de VRT. Maar er viel nauwelijks iets te lezen over de gewone mensen; het verhaal over de echte problemen. Zij die wij in ons leven ontmoetten.

Waar stilte stilstand is

De eerste keer dat ik het IJzeren Gordijn ‘bezocht’ was in 1984, na mijn mutatie naar de 14de Compagnie Genie die gelegerd was in Arolsen; het meest oostelijk garnizoen, toen. Om de soldaten uit te leggen waarom wij in Duitsland waren werd voor elke lichting een uitstap georganiseerd naar enkele ‘observatieposten’ in de omgeving van Duderstadt aan de grens tussen Oost en West. Zo’n bezoek mistte zijn effect niet en verving de saaie theorielessen over de NAVO-opdracht waarvoor wij in Duitsland waren. Maar wat mij vooral bijgebleven is uit deze periode? Hoe dichterbij de grens, hoe liever de West Duitsers ons zagen en er de lasten van de vele legeroefeningen bijnamen. Vele huisgezinnen in de grensstreek hadden familie aan de overkant en dat deed veel. Ze wisten wat er ginder gebeurde. Wat vooral niet gebeurde. Want als er één ding indrukwekkend was aan het IJzeren gordijn – een combinatie van prikkeldraad, wachttorens, honden en gemijnde no-go zone – was de oorverdovende STILTE. Stilte wegens het ontbreken van geluid, maar vooral ook stilte omdat er geen beweging was. Op de landbouwakkers palend aan het ‘gordijn’ werkten hooguit enkele boeren met verouderd materieel en altijd waren er wachters om ze in de gaten te houden.

Wie toen het Oostblok bezocht klaagde over de slechte ‘service’. Landen waar de klant niet welkom was, enkel een onvermijdelijke noodzaak om de staat aan deviezen te helpen. Waar mensen met een nors gezicht rondliepen ook al hadden ze werk en een inkomen. Alleen hielden ze niet van hun werk, omdat niemand ook verwachtte dat ze er ‘iets’ zouden van maken. Beter willen doen dan de anderen werd al rap bestempeld als stielbederven. Wie niet politiek correct was (of als dusdanig werd verklikt) had geen werk meer, soms ook geen woning. Dat beginnen we hier ook te kennen.

Zimmer Frei

Oberammergau, periode 1972 – 1975. Het dorpje in Beieren bekend om zijn typische huizen versierd met prachtige fresco’s en eens om de tien jaar de beroemde ‘Passionsspiele’. Maar ook het dorpje met een NAVO school. Waar cursussen gegeven werden over het ‘gebruik van en de bescherming tegen nucleaire en chemische wapens’. Voorspellingen van het aantal ‘casualties’ op basis van tabellen, wiskundige formules en weersvoorspellingen.

Tijdens één van deze cursussen logeerden we in een nette ‘Zimmer Frei’. De rondborstige gastvrouw was de levend geworden vriendelijkheid zelve en samen met haar moeder en jongere zus genoten we ’s avonds in de tuin van een drankje, luisterden we naar hun levensverhaal. Dat van zovele duizenden Oostduitsers die zich vrijgekocht hadden en vanuit de DDR overgekomen waren naar de Bundesrepubliek. Jawel, mensenhandel maar dan niet door criminele mensenhandelaars maar door een staat die zijn burgers beschouwde als koopwaar. Voor een oudere vrouw zonder inkomsten konden ze niet veel vragen maar een jonge gezonde vrouw was al een stuk meer waard. Dat ze haar zoon die gestudeerd had moest achterlaten, zei ze, wegens geen geld genoeg, deed pijn. Alleen al de gedachte. Zouden diegenen die de laatste dagen lovend over dit regime schrijven dat niet geweten hebben? Een selectief geheugen?

Zij kwamen dus uit de DDR met elk één valies en twintig ‘WestMarken’ naar de dochter die al in Oberammergau woonde. Later zou de rest van hun inboedel opgestuurd worden. Tenminste datgene dat niet te groot of te zwaar was. Hoeveel volume weet ik niet meer maar een verhuis kon je het niet noemen, hooguit bagage. Waarom de oude moeder uit haar vertrouwde dorp wegwilde na zoveel jaren? Haar man, die een bakkerij had was gestorven. Trouwens stelt u niet teveel voor van die bakkerij. Het was vadertje staat die besliste hoeveel tarwe hij kreeg om brood van te bakken. Zijn luxe bestond uit een ruilhandeltje, een beetje foefelen met het gewicht en dan brood ruilen voor nylonkousen zoals in West Duitsland na de oorlog maar dan 25 jaar later.

Grenzenloze vrijheid

Een anekdote om nooit te vergeten.
Op een vrije namiddag nodigden we de pas aangekomen oudere vrouw en jongere dochter uit voor een toeristische uitstap. Eerst naar het Ettal klooster, schitterend. Vervolgens naar Garmisch-Partenkirchen, via de weg N23 Oostenrijk binnen, Lermoos en dan Reutte vooraleer terug Duitsland binnen te rijden en nog een bezoek te brengen aan de Wiesskirche en Schloss Linderhof. Wij genoten van deze prachtige streek en het culturele patrimonium. Wat zij het beste vonden? Dat ze tweemaal een staatsgrens overstaken zonder controle. Dat hadden ze nog nooit meegemaakt in gans hun leven. Zelfs naar Rusland reizen was bij elke grensovergang een ware beproeving. Dát overtrof al het moois dat ze gezien hadden. Ze waren zelfs een beetje bang geweest van dit ‘avontuur’, bekenden ze achteraf. ‘Grenzen’loze vrijheid: wij weten niet eens meer wat ‘grenzen'loos betekenen.

Geestesdodend

De muur is al lang gevallen maar in de geesten staat hij nog lang overeind.

Wenen 1997 - 2002. Prachtige stad op de grens met het Oostblok, waar de meeste vakmensen een Tsjechische, Poolse, Slowaakse of Hongaarse naam dragen. Hun heimat was niet ver en stond op het punt om lid te worden van de Europese Unie. Daar leerden we hogeropgeleiden uit het vroegere Oostblok kennen: Russen, Oekraïners, Roemenen, Bulgaren. Wij bezochten samen Oostenrijkse instellingen. Zaten dan ook samen aan tafel; proefden van de Oostenrijkse keuken. Maar bij mekaar op bezoek gaan, dat was éénrichtingsverkeer. Hooguit een receptie in de ambassade, drank à volonté en een buffet met nationale specialiteiten. Nooit uit het oog van vadertje staat. En dat wisten zij ook. Initiatief, wablief? Sociale contacten, wat zit daarachter? Is het niet normaal dat in zo’n omstandigheden zelfs de meest creatieve en briljante geesten het langzaam laten afweten en zich alleen nog bekommeren om het geld dat te verdienen valt met deze job. Voor hen was het ergste de terugkeer, het opgeven van de kortstondige voorzichtige intellectuele vrijheid in internationaal gezelschap; ondenkbaar in hun eigen land. Met tranen in de ogen namen ze afscheid.

Dat ook de Russische officieren het geweld in de Baranja, Kroatië (1992 - ) verkozen boven een terugkeer naar het goede vadertje Rusland, weten alle Belgische officieren die met hen daar samenwerkten. Dat ze geen moer gaven om de pacificatie maar wel handeltjes opzetten die de vredesmissie ondermijnden en ander vredestroepen in gevaar brachten. Wie maalt daar nu nog om?

Wanneer ik al die grote historische verhalen hoor over de DDR en het Oostblok dan denk ik terug aan die gewone mensen die zelfs hun TV antenne op zolder verborgen voor de eigen familie. Zou iemand eens willen berekenen hoeveel creativiteit en intellectuele capaciteiten gefnuikt werden in dit ‘sociaal’ systeem dat ook in de DDR alles overheerste?

Geschreven uit respect voor de onderdrukte mensen uit de DDR en ander Oostbloklanden.

Pjotr
Anders gelezen

05 november 2009

Over witte ridders, macht en werkloosheid


ANDERS GELEZEN

Het zijn moeilijke tijden voor de geschreven pers en de concurrentie is moordend. De gewezen marketeer van het jaar en hoofdredacteur van De Standaard opende zoals het een witte ridder past de vijandelijkheden vanop zijn strijdvaardig ros. Met een oude kruisboog (gevonden in de archiefkamer van AVV-VVK) schoot hij een giftige pijl af op het weekblad Knack wegens totaal ongepaste journalistiek. Een roddelblaadje, dat is Knack! De zowel letterlijk als figuurlijk in zijn wiek geschoten direkteur van Knack, trok de pijl uit zijn … jawel, spurtte naar de Gossetlaan waar hij een stinkbom pal in het kantoor van de marketeer dropte, met eraan vastgebonden een briefje: ‘dat hij van een marketeer zonder ruggengraat die een journalist ontslaat op verzoek van een politicus, geen lessen te krijgen had. Omhooggevallen ventje!'

Die van Het Laatste Nieuws, veroordeeld wegens ‘slechte journalistiek’ in een dopingonderzoek weten sinds Allerzielen 2009 dank zij de witte ridder dat ze stielbedervers zijn. Schrijfverbod voor een gans jaar is het minste wat ze moesten krijgen. Zo schrijft hij in een vernietigend commentaar (DS 2/11), even citeren: “Het vonnis leest als wat een ‘beknopte handleiding tot slechte journalistiek' zou kunnen zijn: ‘onvoldoende betrouwbare bronnen', ‘beschuldigingen niet onderbouwen', ‘getuigen verkeerd citeren', ‘wat neerkomt op valsheid', ‘citaten uit hun context trekken', ‘van verschillende anekdotes één nieuw verhaal maken', ‘teksten verdraaien', ‘recht op wederwoord onvoldoende respecteren'... Kortom, ‘de rechtbank meent dat een dergelijke werkwijze volstrekt onaanvaardbaar is en allerminst getuigt van een correcte journalistiek”.
Om te eindigen met: “Ik ben wél tevreden omdat er recht is geschied. (.) Het vertrouwen van de bevolking in ons, de media, sluimert op een absoluut dieptepunt. Dat hebben wij, journalisten, in de eerste plaats aan onszelf te wijten. Als wij, de journalisten die zo graag andere beroepsgroepen kapittelen, niet harder en kritischer worden voor ons eigen werk én voor dat van onze collega's, moeten de rechters dat doen.”

Wanneer Van Cauwelaert een doekje open doet over senator Patrick Van Krunkelsven (Open VLD) is het kot te klein. Het debat op Canvas loopt uit de hand van Phara. Het eindigt in de coulissen bijna op wat Van Cauwelaert zonet had beweerd. Gelukkig was hij een maatje te groot om als weerloze boksbal dienst te doen.

Op 4 november lezen we in Knack dat een leraar Nederlands zijn werk verliest wegens te kritisch over de gevangenistoestanden. Volgens de grote baas van het gevangeniswezen, direkteur-generaal Meurisse, gaat het om een staatsgevaarlijk man. Het derde geval van broodroof na dat van Nabil Sayadi en Patricia Vinck (vermeende terroristen zonder enig bewijs gebroodroofd gedurende jaren) en de vrouw van Nordine Taouil (kinderopvang gesloten door Kind en Gezin).
Als dat de manier is waarop de federale regering de werkloosheid wil aanpakken, hebben we zelfs geen economische crisis meer nodig. Al wie nog nadenkt op straat zetten, want, zo blijkt uit hiervoor én hierna: in het gevang is geen plaats meer.

Er zijn ook bekwame ministers die wél zorgen voor meer (nacht)werk. Neem nu mevrouw de vice-premier Laurette Onkelinckx, zopas verkozen door Trends als de ‘machtigste vrouw van Vlaanderen’. De kwaliteitskranten zijn er als de kippen bij om dit heuglijk nieuws kond te doen. Toch raar dat ze niets schrijven over wat reeds een week geweten is maar slechts door ‘ietwat minder correcte’ redacties wordt gepubliceerd: dat haar 17-jarige dochter op heterdaad betrapt zijnde voor het dealen van cocaïne samen met haar vriendje, na verhoor de rest van de nacht rustig thuis mag blijven om ‘uit te slapen’. Misschien moeten we de radeloze minister van justitie, Stefaan De Clercq eens vragen of er hier geen sprake is van machtsmisbruik door een achtbare collega van de federale regering en machtigste vrouw van Vlaanderen. Want, stelt u voor dat er getelefoneerd werd ... hallo Stéphane?

Een mail die op 5 november in mijn e bus valt beschrijft het incident zo, citaat: « Les faits se passent rue Gretry, jeudi 22 octobre dernier à 2h45 du matin. La fille de Laurette Onkelinx, Sara [qu'elle a eu avec son premier mari Abbès Guenned], âgée de 17 ans, a été arrêtée par la police en compagnie de son "fiancé" Jhimmy M., dealer bien connu des services de police. (.)Ce dealer, sans emploi, se déplace en Mercedes classe C 220 CDI de location depuis 23h30 avec la fille Onkelinx [qui est mineure] pour fournir ses différents contacts. Il a 2 GSM sur lui ainsi que 11 "pacsons" de cocaïne, des morceaux de résine de cannabis, des pacsons d'herbe. (.)
Cette malheureuse gamine, mineure d'âge, est abandonnée à son sort et ses parents, si prompts à donner des leçons, ne semblent rien faire pour l'aider à sortir du trou. On comprend mieux pourquoi sa mère, ministre de la Santé, veut permettre le drogue en libre distribution pour en contrôler, soi-disant, la qualité : cela sent le vécu ! (.)
La presse subsidiée nous a parlé de BHV et des rebelles du MR en veux-tu, en voilà. Mais d'un grave problème d'une mère ministre qui n'assume pas sa tâche de parent, cela sort du "politiquement correct": c'est relégué en page 14 dans les faits divers dans un petit articulet. (.) Signalons enfin, que par respect pour sa vie privée et puisqu'il s'agit d'une mineure, nous ne publions pas la copie du P.V. in extenso. »

Ik kan mij bij dit alles voorstellen dat de Witte Ridder rood ziet van koleire. Gaat dat hier nooit stoppen! Binnenkort heb ik meer kopij die niet mag gepubliceerd worden dan nieuws dat wel in de krant mag. Dat is oneerlijke concurrentie en die vrijgevochten rekel van de raketstraat mag weer eens scoren.

Ondertussen schrijf ik met rustige vastheid verder en voegde aan mijn epistel volgende paragraaf toe: “Dat hij beaamt dat ‘Het vonnis leest als wat een beknopte handleiding tot slechte journalistiek is', siert hem. Meer zelfs, het verdient respect én navolging. Daarom vonden we dat ook De Standaard aan deze normen mag getoetst worden."

Wat er verder nog geschreven staat … is een nieuwjaarsgeschenk voor de lezers van een kwaliteitskrant. Met dank aan de Witte Ridder en redder van de kwaliteitsjournalistiek voor de bereidwillige medewerking.


Pjotr
Anders gelezen

02 november 2009

Consensusdemocratie


ANDERS GELEZEN

Maandag. Met spanning pak ik mijn opiniekrant (DS 02/10) voor de altijd interessante column ‘Bruggen bouwen’ van columnist Dave Sinardet, politicoloog aan de UA, de VUB en Saint-Louis. Blijkbaar was die titel ‘Bruggen bouwen’ niet zo goed gekozen want zie, nergens meer vermeld. Oeps, vergeten?
Wat goed is om weten over de auteur? Dat hij ook aan de andere kant beschouwd wordt als ‘de kenner van de andere kant’. De perfecte Belg die géén lid is van B Plus.

Over de “Spreidstand (van CD&V) over BHV”

First things first: ‘CD&V is terug de Belgische CVP geworden’. Dát wisten we nog niet.
De Vlaamse ‘free-speech’ van Leterme en het kartel is dood en begraven. Uit het collectief geheugen gewist. Laat mij even citeren: “een compromis is de enige weg naar een oplossing. Want, zo doceerde CD&V-voorzitster Marianne Thyssen onlangs voor een Gents studentenpubliek: 'Bij een stemming starten de Franstaligen de alarmbelprocedure, komt het dossier op de tafel van de federale regering en is dat het einde van Van Rompuy I. Er zit dus maar één ding op: onderhandelen”. Voilà, zo simpel is dat. België is een consensusdemocratie, waar een simpele meerderheid in één taalgroep niet volstaat om een dossier als BHV op te lossen. Voor of tegen, zo werkt het nu eenmaal.”

Even verder nog wat harder trappen tegen de schenen van deze Vlaamse onverlaten: “Twee jaar ellende later kapittelde Marianne Thyssen dus deze strategie van likmevestje: 'Vijf minuten politieke moed? Wie heeft dat ook alweer gezegd? Ah, den Yves.' Het duurt even lang om uit te leggen dat politiek uit compromissen bestaat, voegde ze er nog aan toe”.

Tot slot doet Sinardet een belangrijke oproep vanuit zijn intellectuele – of is het toch een politieke - overtuiging: “Wie in de ene regering met de N-VA zit en in de andere met het FDF, kan wel wat politieke moed gebruiken.” Hallo Bartje Borrelnootje, is de boodschap overgekomen?

Even nadenken en anders lezen
Als de parlementaire democratie haar bevoegdheden gebruikt en de splitsing stemt dan valt de regering en is dat het einde van Van Rompuy I. Schitterende intellectuele analyse. Alleen vergeet hij uit te leggen waarom Van Rompuy één belangrijker is dan de scheiding der Machten en het aanvaarden van spelregels die nu eenmaal eigen zijn aan een parlementaire democratie. Om het met de woorden van De Gucht te zeggen ‘uiteindelijk is een meerderheid de meerderheid'.

Misschien moeten we toch enkele vraagtekens plaatsen bij de intellectuele benadering van de columnist. Tenzij hij vanuit een omgekeerde redenering juist de bedoeling had om te bewijzen dat een parlementaire democratie onverenigbaar is met het Belgisch paternalisme, waar (ook duidelijk) hij en de nieuwe CVP van Herman & Marianne voor opkomen en waarvoor free speecher bij uitstek Eric zijn mond houdt. Om Sinardet en Co te parafraseren: ‘België, waar een simpele meerderheid in het parlement niet meer volstaat om een dossier als BHV op te lossen’.

Zou het dan ook niet getuigen van politieke én intellectuele moed om het parlement op te doeken, wegens overbodig en te kostelijk voor een land dat binnenkort opnieuw meer schulden heeft dan eigen vermogen? Er zijn goedkopere placebo’s!

Dat een paternalistische bestuursvorm enkel kan overleven door zich geen bal aan te trekken van de verkozenen en hun achterban, het Vlaams kiesvee, is geen groot nieuws. De besluitvorming inzake de Lange Wapper en zoveel andere dossiers bewijzen dat bijna elke dag. Toch eigenaardig dat deze politieke mentaliteit niet bestaat bij de Franstaligen waar de politici wel degelijk bekommerd zijn om hun maatschappelijk draagvlak binnen hun gemeenschap én hierin gesteund worden door hun media. Oh ja, ik vergat bijna dat ‘de andere kant’ wél vaart bij deze paternalistische politieke visie.

Het Belgique à papa heeft voor ons democratisch systeem een schitterende woord, de consensusdemocratie. Wat ik als lezer graag eens zou willen lezen in mijn opiniekrant? Wat de eigenlijke betekenis is van deze schitterende vondst. Ik deed alvast een beetje moeite en ging eens kijken bij Van Dale. Die schrijft hierover het volgende: Consensusdemocratie is een ‘democratie waarin bij de besluitvorming rekening gehouden wordt met de diverse geestelijke en politieke stromingen’.

Ik daag bij deze De Standaard en de onverantwoord interessante columnist uit om met rationele argumenten uit te leggen op welke manier het paternalistisch België rekening houdt met alle politieke stromingen? Als de Franstaligen niet eens het verdict van de verkozenen des volks aanvaarden. Want beste lezers, wat Dave Sinardet als academicus en ‘kenner van de andere kant’ maar al te goed beseft maar weigert openlijk te schrijven? Dat het de Franstaligen zijn die Van Rompuy I zullen doen vallen. Niet de N-VA, noch de andere Vlaamse oppositiepartijen die in de MEERDERHEID zijn, maar WEL de Franstalige meerderheid en de oppositie die samen een MINDERHEID zijn.

Daarom mijn oproep: willen we bij gebrek aan consensus dan maar de parlementaire democratie redden?

Voilà, simple comme bonjour!

Pjotr
Anders gelezen

26 oktober 2009

Over boeken en containers

ANDERS GELEZEN


Toegegeven de volgorde is alfabetisch omdat er geen verband is tussen boeken en containers. Ten minste dat dacht ik tot vorige zaterdag.

Over boeken

‘Het is barsten of barsten’ schrijft Marc Reyenbeau zaterdag in DS (24/10). Hij heeft voor ons het boek van politoloog Bart Maddens (KUL, verzwarende omstandigheid) gelezen ‘Omfloerst separatisme?’ en wil ons daarvan ook kond doen. Een citaat: “Voor Maddens is zijn eigen theorie ‘natuurlijk’ niet meer dan een kwestie van gezond verstand' (mijn cursivering). Wie daar anders over denkt, is dus tegen het gezond verstand en met zo iemand valt niet te discussiëren. Maddens neemt zijn opponenten inderdaad nooit serieus. Gemakshalve propt hij hen, zonder uitzondering of nuance, in de zak van het ouderwetse belgicisme”.

Laten we het beleefd houden en ons beperken tot de vaststelling dat Reynebeau niet dezelfde politieke mening heeft als Maddens. Net als in een schotschrift maakt hij een karikatuur van de politoloog en zijn strategie, in de hoop dat zijn mening de lezer zal doen afzien om zélf het boek te lezen en te oordelen. Het bewijs: nergens wordt de referentie van het boek (uitgeverij, kostprijs, …) vermeld, wat bij een recensie toch vanzelfsprekend is. Want beste lezer, doe geen moeite, als IK het niet de moeite vind … Deze techniek is typisch voor Marc Reynebeau: een lezer van A.N. die bij een van zijn vorige bijdragen vragen had omtrent de gebruikte cijfergegevens, kreeg te horen ‘Ik ging ervan uit dat u mij zou geloven’.

Correctie, bijna een onvergeeflijke fout begaan: NIET de journalist-redactielid van DS, Marc Reynebeau, heeft dit geschreven, maar de journalist-columnist die op de opiniebladzijde van dezelfde krant ook zijn ‘eigen gedacht’ mag schrijven. Dom van ons natuurlijk dat we dit onderscheid tussen afstandelijke journalistiek en het eigen groot gelijk niet direct zagen. Waarvoor onze excuses. Maar wij hopen op een beetje clementie, want wie zou er nu vanzelf op komen dat slimme mensen bepaalde onderdelen van hun hersenen kunnen uitschakelen al naar gelang de bladzijde waarop hun bijdrage verschijnt. De Standaard, onverantwoord betoverend!

Even gaan grasduinen voor wie toch iets anders wil lezen:

Brusselnieuws: Bart Maddens, die in een gesprek met Brussel deze Week in maart van dit jaar stelde zeer veel achting te hebben voor de Brusselse Vlamingen, legt in zijn boek haarfijn uit waarom hij vindt dat de Vlamingen in Brussel de voorbije twintig jaar al te veel toegevingen hebben gedaan. Het hoe en waarom leest u in Omfloerst separatisme? Overigens: Maddens, love him or hate him , maar lees zijn boek. Want de Maddens-doctrine wordt vaak wel heel vrij vertaald (en dat is dan nog een eufemisme). Of wat dacht u van de zinsnede in een weekblad: “Maddens wil de Franstaligen uithongeren” ?
Bart Maddens, 'Omfloerst separatisme? – Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie', uitg. Pelckmans, 160 blz., 15,50 euro, op 22 oktober in de boekhandel.

Bij Reynebeau klinkt het zo: Zo gispt hij de Vlaamse Brusselaars die zich volgens hem te weinig Vlaming voelen en vindt hij de omschrijving ‘Vlaming' voor hen ‘misschien wat veel gezegd'.

Over containers

Hoorde ik niet op de VRT dat men de vele ‘vreemde’ mensen die naar België komen tijdelijk wil opvangen in containers? Zo’n duizendtal zouden dan uit de gehuurde huizen en hotelkamers kunnen verdwijnen. In een flits zag ik een beeld terug uit 1992: Savudrija aan de Istrische kust, oktober 1992. Toen wij in opdracht van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) een opvangcentrum bouwden voor vluchtelingen uit Bosnië Herzegovina die een voorlopig onderdak hadden in hotels aan de Kroatische kust maar daar weg moesten voor het komende zomerseizoen. Het lukte ons – genisten van het Belgisch leger - om daar in nauwelijks één maand tijd meer dan 300 prefab-modules met electriciteitsvoorziening, neer te poten voor meer dan 2.000 vluchtelingen. De énige operatie die binnen budget werd uitgevoerd: 50 miljoen BEF of 1,24 miljoen euro. Voor 2.000 vluchtelingen. Geld gekregen van staatssecretaris voor ontwikkelingssamenwerking Derycke. En het kamp is nog altijd in goede staat, ten minste dat was het nog toen ik er enkele jaren terug op bezoek ging. Misschien zouden de federale verantwoordelijken eens kunnen informeren of we dat niet voor een zacht prijsje kunnen afhuren? 320 woonmodules; een schooltje met leslokalen en bibliotheek, een module ingericht als moskee en met als toetje een restaurant aan de waterkant met onbelemmerd zicht op de baai van Portoroz, privéstrand inclusief gratis publiek sanitair.

Maar containers in godsnaam? Hoewel, ook daar hebben wij in België ervaring mee. Onder meer voor gevangen genomen bandieten in Kismayo, Somalië 1993. Maar dat lijkt mij niet zo best voor vluchtelingen in België, anno 2009. Het is wel verlokkelijk in een land dat houdt van containers. Met de grootste containerhaven in het westelijk halfrond. Maar vooral het land van de vele containerbegrippen zoals, oude en nieuwe Belgische nationalisten, separatisten en racisten. En sinds zaterdag weten we dank zij De Standaard, dat men best journalisten en columnisten in afzonderlijke containers steekt. Hoe anders het onderscheid te maken?

Pjotr
Met de pee van publicist
Anders gelezen

20 oktober 2009

Een brug te ver

ANDERS GELEZEN

18 oktober 2009 Een zondagavond in Antwerpen

Zelden meegemaakt dat zoveel gewone mensen en beleidsverantwoordelijken mekaar verdringen om commentaar te geven bij het referendum over De Lange Wapper. Zij die het niet haalden relativeerden de uitslag. Het gaat maar om 20 % van de Antwerpenaren die nee stemden en 14 % die ja hebben gestemd. De overgrote meerderheid, 66 %, stemde niet. De overwinnaars meesmuilden. Niemand, inclusief de winnaars en verliezers weet wat er nu zal gebeuren.

Anders, even teruggaan naar de essentie van het probleem?
De verklaringen uit ‘betrouwbare bron’ en onopvallende vermeldingen in de media leidden tot de conclusie dat het Lange Wapper probleem berust op één ‘oerfout’: de beslissing van één ‘decisionmaker’ dat Antwerpen een monumentale brug zou krijgen, zoals elke grote zeehaven er wel een heeft. Deze idee die vervolgens afgetoetst werd in de kleine kring van gelijkgestemde ‘ons kent ons’ die zich boven elke democratische besluitvorming waande en nog altijd waant, had in een volgende stap vooral succes bij een enthousiaste schare industriekapiteins die de kassa hoorden rinkelen. Van dan af kon het niet anders dan fout lopen. Er werden geen alternatieven grondig bestudeerd en iedereen zat vast aan één project waarvan de kostprijs groeide als een bloemkool en ondertussen al ettelijke tientallen miljoenen kostte. Toen bleek uit de studie dat een brug over de Schelde niet paste en deze brug over de stad moest gebouwd worden, had men nog de knop kunnen omdraaien, maar neen, de brug zou en moest er komen. Het volgend probleem dat men angstvallig voor zich uitschoof naderde razendsnel: de confrontatie van deze arbitraire keuze met de wensen van het volk. Vanuit eenzelfde paternalistische houding, werd het bekomen van een maatschappelijk draagvlak herleid tot een ‘communicatieprobleem’. Dat zou wel eventjes (via alweer dure miljoenen) opgelost worden. Quid non.

Maar het verhaal begint nu pas echt interessant te worden. Met de uiteindelijke politieke beslissing die de Vlaamse regering moet nemen.
Moet men rekening houden met de uitslag van het referendum?
Is het aan de politiek om te beslissen desnoods tegen het volk in, om toch een oplossing te hebben voor het verkeersinfarct dat men op basis van hypotheses voorspelt.
Tenslotte, zal men ooit de moed hebben om lessen te trekken uit deze ongelooflijke knoeiboel als gevolg van een megalomane visie?

Even Anders nadenken …
Onlangs maakte Peter Van Rompuy, zoon van Herman, zich in Knack (7/10) zorgen over de versnippering van het politieke landschap. Want “Een regering samengesteld uit de toevallige optelsom van one-issuepartijen is gedoemd tot stuurloosheid.” Waar het verschil zit met de huidige federale regering – zonder one-issue partijtjes - staat er niet bij. Hoe men de verloren schapen terug naar de schaapsstal kan lokken is al evenmin een vraag en dus rest er enkel nog het kiessysteem aanpassen aan de wensen van de traditionele partijen. Deze oproep om het kiesstelsel te veranderen is niet nieuw. Dezelfde oproep maar in zijn typische stijl deed JL Dehaene hem voor (DS 5 juni 2009): 'Ik doe hier een oproep dat de kiezer zelf een herziening van de kieswetgeving overbodig maakt door een duidelijke keuze te maken. Geef ons het mandaat om de leiding te nemen. Stem niet op bijvoorbeeld N-VA, want door de afsplitsing van het kartel is dat een kleine partij.’

Dus moet het proportionele systeem vervangen worden door een meerderheidssysteem. Met ABBA zingen we dan The Winner Takes It All. Of dit nu een goed voorstel is of niet, laten we even in het midden. Maar we zouden het systeem al kunnen implementeren voor dit referendum. Dan lezen we samen met Jean Luc en Peter dat 100 % van de Antwerpenaren tegen de Lange Wapper brug is.

Of was het de bedoeling om het meerderheidssysteem alleen maar selectief toe te passen; als het goed uitkomt?

Dat is een brug te ver!

Pjotr
Anders gelezen

10 oktober 2009

De tweede lezing van de stembusgang

ANDERS GELEZEN & GESCHREVEN

deel 1

Beste Lezers,

De media krijgen heel veel informatie aangereikt en beslissen zelf wat en hoe ze deze informatie brengen. Dat is niet eenvoudig. Met deze bijdrage van ANDERS GELEZEN, wil ik u een voorbeeld geven van hoe Anders men dezelfde feitelijke informatie kan lezen en schrijven.

In deze bijdrage worden dezelfde thema’s behandeld die in DS van 8 okt stonden onder dezelfde titel (blz 4 & 5) maar dan Anders gelezen en herschreven. Aan géén enkele van de feitelijke gegevens werd iets gewijzigd. Alleen, wat gecamoufleerd was werd uitvergroot en andersom werd sommige informatie gerelativeerd.

In de linkse kolom leest u hoe DS “De tweede lezing van de stembusgang” bracht en in de rechtse kolom de versie 'Anders geschreven'. De overeenkomstige passages in beide teksten kregen ook dezelfde achtergrondkleur.

Dit artikel is verstuurd naar de abonnenten van de nieuwsbrief; wie interesse heeft kan deze bijdrage aanvragen via mail aan andersnieuws@gmail.com

Om even bij stil te staan,

deel 2

De schaamte voorbij

Er gebeuren zoveel dingen in de achterkamertjes van de macht die het daglicht niet mogen zien. Het is zelden dat explosieve zaken aan het licht komen, zoals recent de mails van partijvoorzitter Caroline Gennez (sp.a). Het is verbijsterend dat sommigen het ongehoord vinden dat iemand deze informatie (e mails – zie DS 8/10) publiek heeft gemaakt – de boodschapper is fout! Dat klinkt zo (DS 10/10): 'Dit is geen akkefietje, ik til er heel zwaar aan. Het is wansmakelijk dat mensen die hier komen vergaderen, god weet wat van een bureau meegraaien en aan de pers doorspelen. Dit is een open huis en iedereen voelt zich nu bekeken’. Wanneer ik dergelijke reactie lees, dan denk ik dat ‘ze’ het niet begrepen hebben en de enige conclusie zal zijn dat men zich nog meer en nog beter gaat verbergen achter gesloten deuren. Een open huis? Komaan zeg, hoe hypocriet kan men wel zijn!

Maar het is de schaamte voorbij als we verder lezen, ik citeer: 'Ik heb die mails niet geschreven, ik heb Barteld Schutyser niet om advies gevraagd. Barteld blijft een vriend, maar ik denk niet dat hij nog mails zal sturen.' Hoe klein kan men zijn om de schuld te leggen bij “een vriend” die haar bijstaat sinds ze partijvoorzitter is. De raadgever in moeilijke tijden. Overigens, in de krant werd slechts de eerste van 4 blz getoond en kan men zich dus afvragen wat voor fraais er nog stond op de volgende blz (die zo gefotografeerd werden dat men duidelijk kan zien dat er nog pagina’s zijn).

Erger wordt moeilijk, maar is het ongewoon, uitzonderlijk? Dat denk ik niet. Na al de schandalen die ondanks alle voorzorgen toch aan het licht komen kan men slechts vermoeden dat dit de gangbare methode geworden is in alle politieke partijen (maar hopelijk niet altijd op dezelfde cynische manier).

Zal de roep naar meer transparantie gehoord worden? Herman Van Rompuy schrijft hierover in zijn boekje ‘Op zoek naar wijsheid’ (mei 2007): ‘Transparantie is een modewoord. Telkens als er een nieuw woord opduikt, wil dat zeggen dat er een tekort wordt vastgesteld, waaraan men wil verhelpen. Transparantie wil meestal hetzelfde zeggen als waarheid: de dingen voorstellen zoals ze zijn. Er is gelukkig een tegenbeweging tegenover misleidende reklame of tegen belangenvermenging en corruptie’.

Beste Herman, ik vrees dat jouw zoektocht naar wijsheid het zal moeten afleggen tegen het cynisme van de macht waar ook menig christelijk (machts)politicus niet om maalt. Noemt u hen niet de realo’s?

Pjotr
Anders gelezen

05 oktober 2009

In de spiegel kijken kan helpen

ANDERS GELEZEN

Wellicht had menig lezer moeite bij het lezen van de verschillende bijdragen over de gevangenzetting van ex-VBO voorzitter Luc Van Steenkiste in het kader van een onderzoek naar handel met voorkennis.
Advocaat HANS RIEDER die als eerste een emotionele aanklacht lanceert tegen de voorhechtenis (DS 24/09); de onderzoeksrechter KAREL VAN CAUWENBERGHE die uitlegt waarom voorhechtenis wél een goed instrument kan zijn (DS 24/09); LUC DE BRUYCKERE voorzitter van Voka en persoonlijke vriend van Luc Vansteenkiste, die zich vragen stelt bij de verlenging van de aanhouding van zijn vriend (DS 25/09); De schrijnende getuigenissen van enkele getuigen die het zelf meemaakten, DE SCHANDE VAN DE VOORLOPIGE HECHTENIS (DS 26/09);

In De Tijd, (03/10) FRANK DEMETS, onder de titel DE VINGERAFDRUKKEN VAN DE WITTEBOORDCRIMINEEL, komen de onderzoekers aan het woord en daaruit blijkt dat het niet gaat om amateurs en hun werk niet berust op willekeur en ‘vertelseltjes’.

De bijdrage van DORIAN VAN DER BREMT, Voorkennis, kennis en nakennis (Knack 30/09) bracht mij helemaal in de war. Dat er verschillende vormen en gradaties van voorkennis zijn wisten we. Dat het eigenlijk hierop neerkomt dat het inherent is aan een kapitalistisch ( beurs) systeem is al een hele stap verder. Dat hij het ziet als een ingrediënt van elk strategisch denken als sluitstuk van zijn betoog, kan tellen.

Daarnaast waren er de vele terugkerende vragen van lezers: Is niet iedereen gelijk voor de wet? Heeft Justitie wel de middelen om dergelijke overtredingen te kunnen opsporen en sanctioneren? Waar blijven de rechten van het slachtoffer dat opgevoerd wordt in de media vooraleer de schuld bewezen is?

Dat de voorhechtenis een vreselijke ervaring is zal niemand betwijfelen. Het zou zo veel beter zijn mocht het niet nodig zijn. Maar in alle kranten stond ook geschreven dat die inbreuken zo moeilijk te bewijzen zijn en dat slechts een domoor riskeert om gesnapt en veroordeeld te worden. Is het dan verkeerd wanneer het gerecht de weinige wettelijke middelen, waaronder de voorhechtenis, gebruikt?

Waar het hier om gaat is niet enkel die ene ex-VBO voorzitter; in feite ligt het ganse wereldje van ‘ons kent ons’ onder vuur. Immers, er is géén goede verklaring voor de verkoop van een ongelooflijk groot aantal aandelen op die bewuste vrijdag 3 oktober. Het kan wel zijn dat er geen juridische bewijzen gevonden worden, maar dat het volksgevoel hier niet in meestapt, getuigt enkel van een gezond wantrouwen. Laten we hopen dat de resultaten van het onderzoek naar de identiteit van al wie op die zwarte vrijdag heeft verkocht bekend worden. Niet de namen zijn belangrijk maar het zou getuigen van respect voor de maatschappij mocht men ons kunnen duiden tot welke beroepscategorie ze behoren. Het zou veel van het wantrouwen kunnen wegnemen.

Ook de media mag men niet met de vinger wijzen als ze via onderzoeksjournalistiek misbruiken en overtredingen aan de kaak stellen, die Justitie niet vond, of toedekte uit corporatistische overwegingen. Het zou wel getuigen van meer klasse mocht men de informatie zakelijker brengen in plaats van met een grote foto op de voorpagina (DS 26/09) die enkel de sensatiezucht bevredigt.

Na het lezen van de vele bijdragen en de nog talrijker reacties van gewone mensen kwam ik niet tot een duidelijke mening maar wel tot een rustgevende gedachte: ook al zullen wellicht velen hun straf ontlopen, wanneer ze ’s morgens in hun badkamer voor de spiegel staan zullen ze merken dat er een verschil is tussen vooraanstaand en hoogstaand. Ook maquillage kan dat niet verbergen.

Pjotr

28 september 2009

Witte raven volstaan niet

ANDERS GELEZEN

In De Standaard van 22 september, analyseert Bart Brinckman de moeilijkheden van de politieke partijen om degelijk politiek personeel aan te werven. Zijn conclusie: De rekrutering aan de bron hapert. Niet iedereen heeft zin om aan politiek te doen. Partijen moeten daarom op zoek naar toptalent dat bereid is om zijn privéleven op te offeren tot meerdere eer en glorie van het idealisme. Een correcte analyse maar er zijn belangrijker vragen waar we hoogdringend antwoorden moeten op krijgen. Bijvoorbeeld:
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het parlement opnieuw zijn wetgevende opdracht kan uitvoeren op een onafhankelijke manier?
In een parlementaire democratie waar de spelregels verkracht worden en de (wetgevende) macht slechts de kwispelende staart is van een niet eens mooie pitbull, de uitvoerende macht, is dat niet evident.

Wat er zoals misloopt?
De ongelijkheid, om te beginnen. Niet elke verkozene heeft eenzelfde aantal stemmen nodig om verkozen te worden. Het hangt af van de partij waartoe men behoort en van het gewest. Bij de federale verkiezingen van 2007 voor de Kamer resulteerden de 4.043.105 Vlaamse stemmen in 88 Kamerzetels of anders gezegd, elk zitje ‘kostte’ gemiddeld 45.944 stemmen. Voor de Franstaligen was dat een stuk minder, 39.285 stemmen. Onderling tussen de partijen waren de verschillen nog groter: Groen! kreeg voor 265.828 stemmen slecht vier zitjes (66.457 stemmen voor één zetel), terwijl CD&V/V-VA, met 1.2034.950 stemmen 30 zetels binnenhaalde (41.165 stemmen per verkozene). Dat betekent nog min nog meer dat via een ingewikkeld berekeningssysteem, politiek België het algemeen stemrecht heeft verkracht.

Alle andere bekende ‘ingrepen’ (aanduiding van verkiesbare plaatsen door de partij, regelingen voor plaatsvervangers en opvolgers, …) zorgen er samen voor dat de parlementaire democratie niet meer kan functioneren. De conclusie is al langer bekend maar mag nog eens herhaald worden: België is slechts in naam een parlementaire democratie. In werkelijkheid zijn de machtshebbers enkele partijbonzen én een kluwen van ondoorzichtige formele en informele organisaties die allen samen het establishment vormen.

Hun belangrijkste doel is de instandhouding van dit lucratief systeem.

Het is daarom nutteloos om beroep te doen op het zelfreinigend vermogen van dit allesomvattend machtsinstrument. Het is zelfs pijnlijk te horen dat de meest prominente leden ervan de eersten zijn om anderen (soms terecht) met de vinger te wijzen. Om bij voorbeeld deontologische regels op te leggen aan hun ondergeschikten. De verwevenheid van het kapitalisme (de wereld van het grootkapitaal en de economische spelers zoals het VBO, ...), de politieke macht, Justitie én (soms heel duidelijk) de media als vierde macht, is zo vanzelfsprekend geworden dat transparantie en zindelijkheid niet meer de norm kán zijn. Men blijft de eigen koekoeksjongen voeden; zelfs de meest wantrouwige leden van deze maatschappij, de ‘scheppende’ kunstenaars, zijn al evenzeer poenscheppende vazallen geworden.

Wat we recent meemaken en veel kwaad bloed zet, zijn de symptomen van een algehele normvervaging. Een regime waarvan het blikveld verengd is tot zijn materialistische aspecten, een budgettair evenwicht op basis van imaginaire normen, voorop. Dat de maatschappij uit balans is?
Een politieke leefwereld waar dé problemen herleid worden tot (partij)politieke compromissen waarbij men zelfs het nut van een maatschappelijk draagvlak niet meer inziet; zich alleen nog afvraagt ‘hoe men het kan verkopen’! Willen de politieke partijen nu eens eindelijk bekennen dat ze niet voor het algemeen belang pleiten maar voor één invalshoek van dit belang: hùn belang!

Is het niet getuigen van een absoluut gebrek aan respect voor de parlementaire democratie, wanneer één van de machtigste vrouwen en partijvoorzitter, verklaart dat men beter kan onderhandelen over de toepassing van de grondwet dan dat men het parlement zou toelaten haar werk te doen? Dat de machtsdeelname (regeren) belangrijker geworden is dan onze instellingen? Het schaamlapje dat het anders nog erger zou zijn, is op zich reeds een bekentenis van intellectuele armoede, maar daarenboven nooit geprobeerd en dus nooit bewezen.

Wanneer men van België terug een parlementaire democratie wil maken moet men de particratie radicaal aan banden leggen. Daarvoor bestaat maar één manier: pak hen de centen af en het systeem van ‘ons kent ons en samen zorgen we voor mekaar’ stuikt in mekaar als een kaartenhuisje. Want één ding beseft men maar al te goed: alleen de graaicultuur houdt hen samen.

Dit politiek systeem veroorzaakt een nog ergere ziekte: het geestdodend effect van een particratie/nomenclatura die mensen dwingt in een intellectueel keurslijf en ze daarvoor betaalt. Dat diezelfde roergangers verdraagzaamheid prediken voor andere visies is op zijn minst een merkwaardige intellectuele oefening. Verbazend dat ook wijze politici daar geen probleem mee hebben.

Het is hoog tijd om méér te doen dan analyses maken. Twee maatregelen dringen zich op als men werkelijk wil komen tot een maatschappelijk gedragen democratie:

1. Ontneem de partijen de macht om alleen te bepalen wie een verkiesbare plaats krijgt en organiseer voorverkiezingen, zoals recent uitgetest werd in Engeland. Niet de partijen maar kandidaten mogen daarvoor beroep doen op middelen van ‘het volk’.

2. Ontneem de partijen de macht om te beslissen welke de inkomsten (vooral de bonussen) zijn en om het sociale vangnet te organiseren (afhankelijk van de grootte van de partijen). Volksvertegenwoordigers moeten méér zijn dan partijvertegenwoordigers . Dat een witte raaf minder rechten heeft op een vangnet enkel en alleen omdat zijn partij kleiner is en minder alternatieve ‘postjes’ heeft is je reinste discriminatie!

Onafhankelijke VOLKSVERTEGENWOORDIGERS zijn door het volk verkozen; dáár hoort ook de beslissing over loon naar werken bij.

Pjotr

22 september 2009

Niet rijk maar steenrijk - Redelijk onbenullig

ANDERS GELEZEN

Mijn geheugen laat mij in de steek. Ik weet niet meer precies wanneer Maurice Lippens de vraag van een journaliste beantwoordde met , Neen mevrouw, ik ben niet rijk, ik ben steenrijk. Gezien zijn recent palmares ware het veel beter geweest mocht hij dan rentenier geworden zijn. Helaas is het voor superrijken nooit genoeg; altijd groter tot ze beginnen zweven, Icarus achterna.

In DS (22/09) schrijft Paul Huybrechts, publicist en voorzitter van de Vlaamse Federatie van Belggingsclubs - VFB, een zeer degelijk artikel over Fortis -Lippens. Zonder hoofdletters noch uitroepingstekens nuanceert dit artikel de stroom oppervlakkige informatie die elke dag de kranten vulden. Dat we moeten wachten, zegt hij, tot de experts alle informatie verzameld hebben en de rechbank geoordeeld heeft over schuld of onschuld. Maar het artikel spreekt Lippens wel tegen als die beweert dat de tsunami (financiële crisis) hem net zo verrast heeft als de gewone man. Fout, want er waren voldoende aanwijzingen die Lippens echter in de wind geslagen heeft. Toch jammer dat de journalist van dienst geen waardiger titel vond dan 'Het platte populisme van Maurice Lippens'.

Redelijk onbenullig

In dezelfde editie, op de tweede bladzijde, lezen we dat iemand een 'redelijk onbenullig politicus is'. Klinkt alvast niet heel vriendelijk en nogal gratuit als blijkt dat deze schimpscheut er verder niet toe doet in de overigens interessante commentaar. Misschien wou hij niet onderdoen voor de uitspraak van daags voordien toen op dezelfde bladzijde te lezen was dat 'Lippens lult'. Klinkt ten minste veel kernachtiger dan Lippens kletst uit zijn nek. Of was het een subtiele verwijzing naar een ander gezegde: 'niet lullen, zakken vullen'?

Maar er zijn veel belangrijker bedenkingen die wel passen in deze problematiek maar (nog) niet aan bod kwamen. Zo is er een Zwitserse studie die aantoont dat parlementsleden die afhankelijk zijn voor hun inkomen van een politieke partij slecht zijn voor de democratie. Dat alle macht zich daardoor concentreert bij die enkele partijbonzen. Zou dát niet eens het onderwerp kunnen zijn voor een diepgravend debat in mijn krant? Dat niet de partij maar het volk zorgt voor een vangnet?

Niet iedereen die in de politiek stapt krijgt een contract maar is het niet redelijk, rationeel en menselijk, dat men zo goed mogelijk voor iemand zorgt als hij uit de boot valt? Helaas is het voor kleine partijen moeilijk om voor enige zekerheid, een vangnet te zorgen, terwijl grote partijen het veel makkelijker hebben. Deze problematiek is overigens een kwalijke en besmettelijke ziekte in ons landje, waardoor we steeds verder afglijden naar toestanden zoals in Oostenrijk waar een heuse nomenclatura naar aloude sovjetstijl regeerde tot in oktober 1999 het volk liet weten dat ze het beu was; die postjes die gecreëerd werden ter meerdere eer en glorie van de partij.

Zou ik geen speechwriter of intendant kunnen worden van een of ander Huis?

Pjotr
Anders gelezen

16 september 2009

Pleidooi voor geloofwaardigheid op lange termijn

ANDERS GELEZEN

In De Standaard (15/09) krijgen onze goede bestuurders van weleer de kans om eens hun gedacht te zeggen over de federale schuldenberg en wat we daaraan moeten doen.

Luc Coene gewezen raadgever van Guy Verhofstadt komt uitleggen dat Paars het toch niet zo goed heeft gedaan. Dat al die snoepjes nu onverteerbare stenen zijn geworden die nog heel lang op onze budgettaire maag zullen blijven liggen. Maar dat belet hem niet om advies te geven: de kloof tussen de pensioenen van de ambtenaren en de privé-sector is te groot en dus moeten de ambtenarenpensioenen naar beneden. Terwijl uit vergelijkende studies met het buitenland blijkt dat ze daar veel hoger pensioenen hebben en onze pensioenen (in de privé-sector) moeten stijgen om de kloof te verkleinen.

Dirk Van Mechelen de gewezen Vlaamse begrotingsminister vindt dan weer dat Vlaanderen zich niet mag verschuilen achter doctrines (de Maddens-strategie) en samen met de andere gewesten moet werken aan een oplossing voor de overheidsschuld. Fijn dat iemand zo’n verstandige taal spreekt. Alleen is het nogal ongeloofwaardig en wel om twee belangrijke redenen:
1. Precies de samenwerking met de Franstaligen op federaal niveau tijdens 8 jaar Paars is de grootste oorzaak van het ineenklappen van de overheidsfinanciën. Was het niet onder Paars dat de federale staat werd uitgekleed door de federale regering via een financieringswet die er kwam om de samenwerking met de Franstaligen te smeren? Tegelijk mochten de liberalen scoren met een belastingsvermindering en een notionele belastingsaftrek die de deuren wijd open zette voor oneigenlijk gebruik, inclusief door Belgacom … waarvan de CEO pas na jaren beleid voor het eerst een Vlaamse vestiging bezocht en op onevenredige manier de Waalse sport sponsort.

2. Een tweede reden waarom zijn pleidooi hol klinkt is de simpele vaststelling dat de liberale oproep al decennia lang in dovemansoren valt ten zuiden van de taalgrens (ook de MR kon het tij niet keren), waardoor zijn oproep alleen gericht is aan de Vlamingen en hun zo verdomde Maddens-doctrine. Stoerdoenerij nu men regionaal in de oppositie zit, maar vooral uit onmacht tegenover zij die de grootste schuld dragen voor de financiële strop waaraan België ligt te spartelen!

Het wordt zelfs nog ongeloofwaardiger, als men bedenkt dat Van Mechelen en ‘la baronne’ eigenlijk vragen aan de “Wrokkige Vlamingen” om zo snel mogelijk geld opzij te zetten in plaats van te investeren om de toekomst veilig te stellen. Dezelfde gewezen liberale begrotingsminister die voor de regionale verkiezingen nog snoepjes wilde uitdelen. Maar wat helemaal absurd klinkt: dat men Vlaanderen vraagt om de logica die de federale regering (een laks begrotingsbeleid omwille van de crisis) huldigt, niet zelf toe te passen. Met andere woorden, omdat de federale staat niet in staat is het probleem op te lossen waaraan Vlaanderen géén schuld heeft, moet het nu opnieuw de schuld op zich nemen.

Is dat niet een hypotheek leggen op de welvaart in Vlaanderen? Zou het niet getuigen van geloofwaardigheid op lange termijn om de welvaart van de enige regio die nog kan zorgen voor de instandhouding van het sociale zekerheidsstelsel in het ganse land, alle kansen te geven zodat er ook nog een toekomst is voor een Belgische sociale zekerheid?

Helaas stopt het niet alleen bij het ongeloofwaardige blauwe verhaal. Paars, was ook socialistisch en dus zouden en moesten de gezondheidsuitgaven stijgen; jaarlijks 4,5 % boven de index! Dat klinkt leuk, zolang men niet spreekt in cijfers in plaats van procenten. 4,5 % per jaar betekent dat na 15 jaar de uitgaven in centen verdubbeld zijn (verdubbelingstijd T= 70/4,5). Deze stijging wordt met het jaar exponentieel groter ook al blijft het in procenten gelijk. Mocht men stoppen met die volksverlakkerij zouden de mensen veel sneller beseffen dat zoiets niet kan. Hetzelfde met de staatsschuld die in % van het BBP daalde maar waarvan het bedrag NOOIT is gedaald, integendeel.

De verantwoordelijkheid van de Vlaamse liberalen in het virtuele faillissement van België zou moeten aanzetten tot bescheidenheid. Door hun federaal immobilisme en wanbeheer zit België diep in de shit en dreigt het Vlaanderen mee te sleuren. Dat premier Van Rompuy en CD&V evenmin het tij kunnen keren toont hoe erg het gesteld is met de federale besluitvorming. Wie daaraan nu mee doet is medeplichtig en moet later niet komen uitleggen waarom Vlaanderen zijn welvaart verloor.

Of zoals Bart Sturtewagen het duidelijk stelde in zijn commentaar: “Wie kan met gezag het pad uittekenen dat we moeten gaan om de fundamenten van onze welvaartsstaat duurzaam te behouden en te versterken? Is het aanvaardbaar dat we eerst nog enkele jaren tekorten opbouwen en pas nadien volop beginnen te besparen? Of is dat een geheid recept voor een sociaal-economische ramp? Wat de grote budgetopties betreft is het nu de tijd om te spreken. Straks doet het er niet meer toe”.

Pjotr
Anders Gelezen

13 september 2009

Tijd voor een zuiverende crisis?

ANDERS GELEZEN

Met “De kemphanen openen het debat” geeft Knack (09/09) het startsein voor een nieuwe stroom communautair geladen bijdragen. Bart De Wever versus Olivier Mangain. Twee interviews in hetzelfde nummer - een voorbeeld voor sommige kwaliteitskranten – en dus de mogelijkheid om te vergelijken en zich een genuanceerde mening te vormen.

Wat ik onthoud van beide standpunten is dat ze mijlenver uit mekaar liggen. Maar misschien is de boodschap van Mangain realistischer én belangrijker: zonder FDF is de MR in Brussel verloren en zonder de MR+FDF is er geen tweederdenmeerderheid aan Franstalige kant. Als men Mangain zijn standpunt leest van onder naar boven of van rechts naar links, het zal slechts op de MR/FDF voorwaarden zijn dat een grote communautaire hervorming kan slagen. Dat Bart De Wever zegt dat de standpunten zo ver uiteenliggen dat een vergelijk niet mogelijk is, maakt het plaatje helemaal duidelijk.

Het federale compromismodel functioneert al een tijdje niet meer naar behoren en zelfs al zijn er gelukkig nog altijd politici die het algemeen belang voor ogen hebben, ook zij moeten toegeven dat het algemeen belang van Vlaanderen niet meer spoort met het algemeen belang van Wallonië en dat Brussel van zijn verworven politieke autonomie vooral gebruik heeft gemaakt om een onefficiënte politieke nomenclatura te installeren die er niet in slaagt de vele troeven van een internationale hoofdstad waar te maken, laat staan een thuishaven te zijn voor de beide gemeenschappen. Hoe groot moet de ‘sense of urgency’ zijn om de Vlaamse politici over alle partijgrenzen heen te doen inzien dat Vlaanderen door het federale immobilisme afstevent op een economische én maatschappelijke crisis waardoor het zijn énige aantrekkelijkheid voor Franstalig België zal verliezen en de solidariteit helemaal kapseist?

In 1987 schreef de ‘Groep Coudenberg’ een rapport onder de titel “Naar een ander België?”. Deze groep Nederlandstalige en Franstalige vooraanstaanden riep toen reeds op om België grondig te veranderen; de Belgische ziekte uit te roeien. In dit rapport zeggen ze ook iets over het communautaire probleem, ik citeer (blz 171):
“Het Belgisch probleem is geen nationaliteitenprobleem
Er zijn nog steeds teveel mensen die denken dat het Belgisch probleem een nationaliteitenprobleem is, met andere woorden het probleem van het samenleven van twee volkeren….. Indien dit zo was zou het Belgisch probleem inderdaad onoplosbaar zijn. De geschiedenis bewijst dat afdoende. In dat geval zou men er beter aan doen het scheidingsproces wat te bespoedigen om ons de langdurige doodstrijd van de Belgische staat te besparen en om snel over te kunnen stappen naar een confederale staat, zijnde twee autonome staten die voor een aantal gemeenschappelijke materies verbonden zijn door verdragen.”

Ondertussen zijn er 22 jaar voorbijgegaan en woekert de Belgische ziekte als nooit voorheen. 22 jaar, waarin men via onderhandelde compromissen enkel politieke uitwegen vond die steeds opnieuw aanleiding gaven tot nieuwe communautaire oprispingen. Waarom het in essentie scheef liep? Het paternalisme van de Belgisch denkende elite is gebotst op het succes van ons onderwijs: mondige burgers die het niet meer nemen dat hen ‘politieke’ oplossingen worden opgedrongen – het volstaat een oplossing te vinden die men aan weerskanten van de taalgrens anders kan uitleggen (dixit professor Marc Eyskens)! – door politici die verder onbekwaam waren om een maatschappelijk gedragen oplossing voor een ‘samen’ leven in wederzijds respect aan te reiken. Dat is de hoofdreden waarom een gestaag groeiende groep weldenkende Vlamingen vinden dat het hoog tijd is om een totaal ANDER België in de steigers te zetten. Maar dat wist men eigenlijk al in 1987.

Pjotr

07 september 2009

Goede reis Mr Tony Mary

ANDERS GELEZEN vervangt vanaf nu Netjes doorgeprikt

In DS (5/09) laat de voorzitter van B Plus en ex baas van de VRT, Tony Mary weten niet langer te willen leven in België, “een land van slechte wil”. Hij verhuist naar het zonnige Montpellier. Ik weet niet of alle Vlamingen in Zuid Frankrijk dezelfde motieven hadden, maar hij zal er alvast niet alleen zijn.
Een van de voorwaarden om een inhoudelijk sterk interview te brengen is het stellen van kritische vragen. Géén voorzetten waarop men kan scoren in het 'open doel', maar inpikken op wat de geïnterviewde verklaart en hem confronteren met andere meningen. In dit interview is het niet zo best gelukt. Even Anders meelezen?

Laat Tony verklaren dat de Vlaamse Minister voor de Media, Geert Bourgeois, hem als eerste tussenkomst vroeg om in het vervolg te spreken over de Vlaamse in plaats van de Belgische kust. Stel u even voor wat een catastrofe dat zou zijn voor de doorsnee Brusselaar of Luikenaar, géén Belgische kust meer. Overigens, wie zich de prentbriefkaartjes herinnert, weet dat de Belgische kust nooit heeft bestaan, alleen la côte belge. Waarom maakt men in het Belgicistisch milieu zo’n probleem van iets dat in andere landen vanzelfsprekend is. Nooit gehoord van de Bretoense kust, de vele Costa’s in Spanje, de Ligurische kust in Italië. Ook de VRT heeft met deze ‘regionale’ benamingen nooit problemen gehad. Maar een Vlaamse kust, holala, is die minister een bekrompen vent zeg! Dan denk ik: Hallo Leo (Bonte, de journalist van dienst) waarom wees je hem niet op zijn dubbele standaard en zijn krampachtige omgang met de werkelijkheid?

Maar het wordt nog beter. Wat denkt u van Tony’s reactie op Bourgeois zijn vraag, ik citeer:

“Het heeft de VRT 11.000 euro gekost om de KU Leuven te laten schrijven dat dit niet kon".

Pardon, heb ik het goed begrepen? Dat de VRT elfduizend euro heeft uitgegeven om de KUL een studie te laten uitvoeren waarvan het resultaat moest zijn dat de VRT de benaming Belgische kust moet gebruiken en niet de Vlaamse kust?
EEN en voor alle zekerheid: is geld van de belastingbetaler gebruikt om de politiek verantwoordelijke in het ongelijk te stellen?
TWEE en voor alle zekerheid: dat de VRT de KUL om een wetenschappelijk advies vroeg waarvan de uitslag een voldoende motief zou zijn voor de CEO van de VRT om zijn voogdijminister een neus te zetten, terwijl diezelfde VRT zonder schroom alle buitenlandse kuststreken wel als regionale entiteiten erkent?
DRIE en voor alle zekerheid: dat een wetenschappelijke instelling zich laat omkopen en bereid is het juiste advies af te leveren tegen welgeteld elfduizend euro?

En nog werd Leo niet wakker. Ook niet toen Tony verklaarde: 'Dat een absolute schoft als Carl Decaluwé ondervoorzitter van het Vlaams Parlement kan zijn, zegt veel over dat Vlaams Parlement'. Scheldpartijen in een kwaliteitskrant? Komaan Leo, opnameapparaat afzetten.

B-Plus, waarvan Tony Marie-Antoinette zoals uit voorgaande blijkt een tolerant en voorbeeldig voorzitter was, wordt in het interview voorgesteld als een drukkingsgroep die ijvert voor een efficiënt, solidair en evenwichtig federalisme. Mag ik dit even nuanceren? Toen ik gezien mijn achtergrond gevraagd werd om lid te worden van B Plus vroeg ik of men bereid was de bestuurlijke ééntaligheid van Vlaanderen en Wallonië te respecteren en of men een federale kieskring wou aanvaarden zonder vooraf vastgelegde quota per gewest? Het antwoord was voor een goede verstaander heel duidelijk: ‘Wij zijn voorstander van tweetaligheid’ en op de tweede vraag kreeg ik helemaal geen antwoord.

Het wordt zo langzamerhand pijnlijk duidelijk dat het federalisme van B Plus & Co vooral op maat gesneden is van de Franstaligen en op kosten van de Vlamingen.

Pjotr