09 januari 2009

Nieuwjaarswensen voor de Eerste Minister

Zeer Geachte Heer Herman Van Rompuy ,

Mijn oprechte en hartelijke gelukwensen met uw aanstelling als eerste minister van België. Ik hoop dat u erin zult slagen om dit jaar vol te maken en een grote stap te zetten naar beter bestuur; opdat België niet enkel een voorbeeld zou zijn voor oorlogsgebied of conflictregio’s.

Het is u wellicht ook opgevallen dat de ‘christelijke’ Premiers van België één ding gemeen hebben: ze houden van voetbal. Jean Luc als fervente supporter van FC Brugge, Yves, uw voorganger, die de tribune van Standard de Liège onveilig maakt en nu u, als discrete supporter van RFC Anderlecht. Ik weet niet of u met dezelfde overgave als uw voorgangers supportert, maar in elk geval worden de kansen dat Anderlecht dit jaar kampioen speelt, groter. Het zal geen toevalstreffer zijn want in het verleden bleek reeds uw (commerciële) waarde: immers, sinds uw jaarlijkse retraite in de abdij van Affligem bekend raakte, is de Affligem Tripel verkozen tot het beste Patersbier ter wereld en dat is al even straf als de reclamestunt van Yves die ervoor zorgde dat de Sixtus uit West-Vleteren tot het beste trappistenbier werd uitgeroepen. Alleen al daarom toast ik graag op uw promotie met een Patersvat!

Net voor het jaar begon werd u tot nieuwe Premier ‘gekroond’. Of dat nu echt tegen uw goesting was weet ik niet, maar het zal wel een drukker leven worden dan dit van voorzitter van de Kamer. Zo gezien had u ongetwijfeld gelijk om liever voorzitter te blijven. Maar eenmaal Premier, wilt u dat blijkbaar zo lang mogelijk blijven, zelfs al moet u daarvoor uw eigen overtuigging over samenvallende verkiezingen afvallen. Niet erg, want ook een intellectueel begaafd politicus mag al eens veranderen van gedacht.

In uw boek, “Op zoek naar wijsheid”, las ik onder meer uw bijdrage over ‘een christelijke politiek’. Daarin schrijft u, ik citeer “… Voor een reeks van problemen bestaat er geen typisch ‘christelijke’ oplossing, bij voorbeeld de splitsing van BHV”. Mag ik toch hopen dat u de regels van onze parlementaire democratie aanvaardt en weigert een prijs te betalen voor de splitsing? Omdat cultuurimperialisme géén territoriale (uitbreidings)eisen rechtvaardigt en onchristelijk is, want gestoeld op een gebrek aan respect. Maar vooral omdat de Franstaligen Vlaanderen niet langer zouden zien als een electoraal wingewest. U weet nog veel beter dan ik, dat een ‘christelijke’ pacificatie tussen de gemeenschappen pas succes kan hebben als de Franstaligen hier geen stemmen meer kunnen ronselen. Ik heb daarom een groot vertrouwen in uw christelijke keuzes. Daarop wil ik u – samen met de burgemeesters uit Vlaams Brabant en heel veel weldenkende Vlamingen - op het einde van de rit afrekenen.

Ik las verder, “Het is ook mogelijk dat christelijke politici zich als persoon of als groep bezondigen aan corruptie, favoritisme, vriendjespolitiek. Het is ook mogelijk dat ze gewoon niet bekwaam zijn”. Het laatste kan ik niet zo goed plaatsen, het lijkt nogal op een onchristelijke sneer, maar ik vermoed dat het nu beter zal gaan met u en een, laten we zeggen, minder electoraal geïnspireerde ploeg. Voorwaar een bijzonder belangrijke opgave voor een politicus wiens waarachtigheid en authenticiteit voor het eerst zo prominent op het spel staat.

Geachte Heer Eerste Minister,

Ik hoop dat u het mij niet kwalijk zal nemen wanneer ik met dezelfde kritische ingesteldheid als voorheen, over uw doen en laten zal berichten. Precies omdat ik u waardeer en wat u zegt en doet relevant is.
Ik hoop dat u het mij evenmin kwalijk zal nemen dat ik een fiere Vlaming ben en om het met de woorden te zeggen die de burgemeester van Vilvoorde mij toestuurde: “weet dat wij dezelfde idealen nastreven en dezelfde bezorgdheid hebben mbt onze Vlaamse eigenheid. Dit heeft niets te maken met arrogantie t.a.v. andere talen en/of culturen, maar vloeit voort uit een normale fierheid over onze eigenheid, taal en cultuur, die voortdurend en alsmaar meer in verdrukking komt, en waar wij op velerlei terreinen moeten vaststellen dat o.m. sommige politici en media bitter weinig respect hebben voor het Nederlandstalig karakter van onze regio”.

Maar Mijnheer de Eerste Minister, het is ook een beetje jammer dat u premier werd, eigenlijk zelfs dubbel jammer, want,
omdat u in de zestien zit kan uw zoon niet meer vrijuit spreken, zoals hijzelf laat weten. Jammer voor Peter die ik leerde kennen op een bijeenkomst waar hij een goede indruk naliet. Hij zal nu zijn protest tegen (onder meer) een federale kieskring niet meer mogen/kunnen verkondigen. Valt ‘free speech’ werkelijk niet te rijmen met de zestien?
Maar het is ook jammer voor mij, want ik vermoed dat u nu niet meer zult antwoorden op mijn vragen?

Mag ik alvast hopen dat u toch nog deze nieuwjaarsbrief van een vertrouwen zoekende Vlaming zult willen lezen?

Van harte succes toegewenst!
Pjotr