01 september 2009

Hommage aan Mia Doornaert

ANDERS GELEZEN

Gepakt in snelheid en in schoonheid. Alleen al daarom wil ik met een hoofse buiging hommage brengen aan een sterjournaliste van De Standaard. Ik geef toe dat mijn woordgebruik niet altijd zo koosjer en conservatief is als haar fijnzinnige bijdragen gedurende bijna veertig jaar in DS. Hommage – ook al staat het in de Van Dale – klinkt nogal Frans in plaats van het Nederlandse woord, eerbetoon en nogal macho voor iemand die zich vooral profileerde als feministe, maar het leek mij het meest passend woord gezien haar leefwereld, Paris, Bruxelles et le monde diplomatique.

Met “Le temps de cerises” schreef ze haar laatste ‘Doorgeprikt’ als redactrice. Vanaf de volgende zal ze dat doen als columniste. Wat het verschil zal zijn, moet nog blijken. Maar wat ze in die laatste redactiebijdrage schreef mag gerust uitvergroot worden en verdient een plaats in alle lokalen die De Standaard rijk is, te beginnen in de kantoren van de heer Thomas Leysen en van de ooit beste marketeer van het jaar en algemeen hoofdredacteur van de Corelio krantengroep.

Even haar belangrijkste uitspraken meelezen?

De essentiële opdracht van de pers blijft het verschaffen van informatie which is freely assembled en fairly presented.
Zo eenvoudig is de essentie van de journalistiek. Alleen zal ieder journalist bekennen dat dit een quasi onmogelijke opgave is. Schiet dus niet op een journalist als deze eens tekortschiet. Maar ‘freely assembled’ volstaat niet voor wie kwaliteit beoogt, het moet vooral compleet zijn. Laten we hopen dat deze uitspraak de norm blijft en geen vrijblijvende one-liner.

Vrijheid is de eerste voorwaarde. Een vrije pers kan goed of slecht zijn, een gecontroleerde pers kan alleen maar slecht zijn.
Inderdaad ook dit standpunt is belangrijk. Zelfs in die mate dat men zich kan afvragen of journalisten wel op de schoot van de politicus kunnen zitten en tegelijk objectief kunnen berichten over een regime (of establishment) waar ze tegenaanschurken. Vanzelfsprekend wordt men niet “gevraagd” om het regime te verdedigen, het is ‘sous entendu’ ofte vanzelfsprekend. Vrijheid is geen geschenk, men moet het bewijzen telkens opnieuw. Dat vergt soms veel moed.

Nieuws dat eerlijk gebracht wordt. Dat betekent alle facetten van een gebeurtenis of probleem belichten. Dat betekent hoor en wederhoor.
Drie waarheden op een rij, dat is van het goede teveel. Onpartijdigheid is zo moeilijk dat het in de praktijk alleen kan als de journalist niet onder tijdsdruk staat; heel zelden dus. Ik las heel veel artikels van onze sterjournaliste en kan mij niet van de indruk ontdoen dat ze deze kelk aan haar heeft laten voorbijgaan. Dat "wederhoor" is voor haar soms heel onwelkom, vandaar dat ze haar ‘gehechtheid aan andermans vrijheid van mening’ liet blijken op een weinig tolerante manier: ‘ik wens uw antwoord niet te lezen’.

Voor journalisten geldt hetzelfde als voor magistraten: onafhankelijkheid is een statuut, onpartijdigheid een geestesgesteldheid.
In de huidige omstandigheden had ze misschien beter een ander ijkpunt genomen. Maar goed, de tijden zijn nergens nog zoals ze waren in de kriekentijd. Toen mensen nog blindelings geloofden wat de kranten schreven.

De informatierevolutie is alleen maar toe te juichen, omdat ze de mensen mondiger en vrijer, en censuur zoveel moeilijker maakt.
Lieve mensen, dat is een vaststelling van jewelste: ons onderwijs heeft succes gehad. Alleen vraag ik mij dan af, waarom de media, inclusief de kwaliteitskranten, eerder verkleuteren dan het debat aan te gaan met mondige lezers en luisteraars?

Er is een zin die mij wel verbaasde:

Ik wilde altijd de wijde wereld begrijpen en doen begrijpen, en daarvoor heb ik op deze krant middelen gekregen die in het Vlaamse landschap uniek waren.

Als het over centen gaat blijkt het landschap Vlaams te zijn, niet Belgisch. Een diplomatisch pleidooi voor een Vlaamse kwaliteitkrant?

Pjotr

anders gelezen