30 januari 2010

Censuur van het onbetamelijke of onbetamelijke censuur?

ANDERS GELEZEN


Woensdag 27 januari zal in de annalen van De Standaard geboekstaafd staan als de dag waarop censuur officieel deel werd van het journalistieke beleid.

In de opinie & analyse rubriek (dS 27/01) schrijft Peter Vandermeersch onder de titel ‘Minder maar beter’, dat dS beslist heeft om de online reacties te censureren onder het motto censuur van het onbetamelijke. Er kwamen meer dan 380 reacties online, allemaal betamelijke, maar daarom nog niet zo positief. Het onbetamelijke censureren? Ja natuurlijk. Waarom moet dat met zoveel bombarie worden aangekondigd? Bladvulling wegens te weinig geschikte kopij voor de opiniebladzijden?

Laten we even op een nuchtere manier deze onbetamelijke censuur anders lezen.

Citaat uit de eerste paragraaf: In de krant en via de site wil de redactie samen met de lezers het debat in Vlaanderen breed stimuleren.
Wie gelooft dat men in de papieren krant het debat wil stimuleren door een brede waaier aan lezersbrieven te publiceren is heel naïef. Tal van voorbeelden tonen aan dat in de papieren krant enkel reacties ‘die passen in de politieke en maatschappelijke visie van dS’ een plaatsje krijgen. Ook een onderbouwde bijdrage waarvan de redactie zelf schrijft ‘Wij waarderen uw stuk en we zullen het publiceren als we er de ruimte voor vinden’ krijgt geen plaats. Is het toeval of zit er een agenda achter? In het boek ‘dS voor de spiegel’ dat in de lente verschijnt staan verschillende voorbeelden die aantonen dat bij voorbeeld een pro Vlaamse argumentatie dikwijls géén plaats krijgt of nog erger, waarvan de boodschap gemanipuleerd wordt.

Geen censuur online? Op 28/01 schreef een lezer : Ik heb gisteren verschillende lezersbrieven gepost als reactie op het editoriaal van Peter Vandermeersch. Mijn teksten gingen erover dat dit (nvdr het gebruik van scheldwoorden) niet alleen voor lezersbrieven moet gelden maar evenzeer voor journalisten van de eigenste Standaard. Ik heb daar 3 voorbeelden van gegeven (zonder namen te vermelden), en desondanks zijn mijn inzendingen geschrapt. Ik ervaar dat als censuur, en wou graag weten wat u ervan denkt.
Reactie van dS redactie (29/01): Het niet publiceren van een bepaalde tekst op onze website, of het verwijderen ervan, heeft niets met censuur te maken. Als u een lezersbrief stuurt naar Newsweek en die wordt niet gepubliceerd, is dat geen censuur, dat is een redactionele beslissing over wat de hoofdredacteur van Newsweek wel en niet in zijn blad wil.
Is er een treffender voorbeeld van censuur mogelijk?

Een mooi staaltje van recuperatie. Citaat: ‘De journalistiek van de 21ste eeuw is lang geen lezing meer waarbij de journalist de waarheid vertelt en de passieve lezer enkel luistert. Het is een dialoog geworden tussen de actieve lezers en de journalist en tussen geëngageerde lezers onderling. Dank aan allen die hier de voorbije maanden constructief aan meewerkten’. Mijnheer Vandermeersch, deze lezers werkten niet mee, maar zijn heel dikwijls ontevreden omdat uw ‘kwaliteits’krant ruimte biedt voor ondermaatse bijdragen, misbruik van academische titels en referenties, gratis ruimte voor commerciële en bepaalde maatschappelijke en politieke boodschappen.

Even terzijde, dat Peter Vandermeersch sterk is in de recuperatie van andermans ideeën en bekommernissen bleek al uit het stukje theater dat dS opvoerde in verband met de toenemende mediakritiek. Toen Geert Buelens in zijn kerstessay kritiek mocht geven kwam zijn reactie reeds de volgende dag: om zijn geloofwaardigheid te demonstreren deed hij er eerst nog een schepje bovenop om vervolgens de échte kritiek te negeren, evenals alle andere kritische stemmen waaronder deze in het doodgezwegen boek ‘Media en journalistiek in Vlaanderen’, waarin 15 (!) verschillende critici een verontrustend beeld schetsen van de media en hoe het er in werkelijkheid aan toegaat, óók in dS.

Citaat: Persoonlijke beledigingen en krachttermen horen niet thuis op de site van De Standaard. Blijkbaar is hij vergeten dat hijzelf nog niet zolang geleden in een reactie aan een lezer toegaf dat een redactiemedewerker scheldwoorden had gebruikt! Selectieve censuur?

Citaat: Om met onze beperkte mankracht een beter zicht te houden op het debat gaan we het aantal artikelen waarop kan worden gereageerd opnieuw beperken. Hier is zelfs geen sprake meer van het weigeren van onfatsoenlijke reacties maar doodgewoon van bijdragen waar géén reactie op mag gegeven worden. Benieuwd hoe men dat gaat invullen. In elk geval een bron van ergernis.

Hij eindigt met nog maar eens een subliem staaltje van recuperatie: ‘Betekent dit alles dat we het debat willen smoren? Neen. Dat de lezers niet kunnen ingaan tegen standpunten of visies van onze redactie? Geenszins. Dat de reacties niet polemiserend mogen, zijn? Vanzelfsprekend niet! We willen net het debat stimuleren, expliciteren en goed in onze journalistiek integreren. We nodigen u dan ook graag uit hieraan mee te werken’.
Goed integreren zal dan wel betekenen dat de ingezonden bijdragen ‘onze’ journalistiek niet onderuit haalt met degelijke tegenargumenten. Nogal vervelend en dikwijls niet zo moeilijk.

Een onoplettende lezer kan bij zo’n positieve afsluiter alleen maar in de wolken zijn: hij en zij mogen meewerken aan het succes van een kwaliteitskrant. Halleluja! In werkelijkheid is dit een onbeschaamd stukje retoriek door de hoofdredacteur van een krant die zichzelf verkoopt als ‘onverantwoord interessant’. Maar dan wel met de nadruk op onverantwoord.

Mijnheer Vandermeersch,

Volgens Wikipedia is Valsheid in geschrifte een strafbaar feit, waarvan sprake is wanneer de valsheid gepaard gaat met bedrieglijke inzichten en betrekking heeft op welbepaalde documenten die volgens de wet een zekere geloofwaardigheid genieten'.

U heeft geluk dat dS geen document is met een zekere geloofwaardigheid.

Pjotr
Anders gelezen verschijnt op maandag/dinsdag

26 januari 2010

Vlaamse calimero’s en de Waalse Bart Maddens strategie

ANDERS GELEZEN

Onder de titel ‘Bye Bye BHV’ (dS 19/01) schrijft Alain Gerlache, journalist bij RTBF, in zijn column dat BHV moet gesplitst worden. Welke prijs Vlaanderen moet betalen komen we niet te weten. Wel schrijft hij : Vlamingen zouden dan eindelijk komaf moeten maken met het verleden en toegeven dat de Walen en de Brusselaars van 2010 niet schuldig zijn aan de poging van de regerende klasse van de 19de eeuw om van België een eentalig Franstalig land te maken.
Beste meneer, de Vlamingen liggen helemaal niet wakker van wat hun verre voorouders werd aangedaan om de simpele reden dat de grote meerderheid dat niet weet. De geschiedenislessen zwegen hierover zedig, net zoals ze zwegen over de koloniale mensonterende praktijken in Congo. Terzijde, zou Karel De Gucht een pint drinken met Leopold II mocht hij nog leven?

Waar Vlamingen wel terecht moeite mee hebben is wat Didier Reynders in 2006 schreef: « S'il y a une patrie à donner aux francophones, s'il y a une patrie à leur faire aimer, c'est une patrie francophone, une Belgique francophone». Blijkbaar is het verleden nog niet zo lang geleden.

De splitsing van BHV betekent respect voor de grondwet. Maar het staat vooral symbool voor het gebrek aan respect ten aanzien van de Vlaamse taal en cultuur. Daarom denk ik dat het een totaal verkeerd signaal zou zijn indien de Vlamingen daarvoor een prijs betalen. Alleen wie lijdt aan het calimerocomplex is bereid zichzelf te vernederen en te betalen voor enige affectie of respect. Het zou goed zijn mochten de Franstaligen hieraan denken tijdens hun gesprekken vooraleer de namen bekend worden van de ware Vlaamse calimero’s.

In zijn opmerkelijke column verklaart Gerlache eveneens: 'De eerste slachtoffers van de revanchistische doctrine die Wallonië wil laten knielen, zijn juist de zwaksten in onze samenleving. Blijkbaar is de academicus die deze doctrine zijn naam gaf de etymologie van het woord 'universiteit' vergeten'. Deze academicus, wiens naam niet vermeld wordt, maar iedereen kent, is de gebeten hond in Wallonië, hoewel zij die zijn boek lazen weten dat de uitspraak van Gerlache getuigt van intellectuele oneerlijkheid. Wat we wél weten is dat zijn vermaledijde strategie succes heeft in Wallonië.

Deze verrottingsstrategie – zo noemt men de Maddens strategie ten onrechte – gebruiken de Franstalige politici reeds twee jaar en recentelijk opnieuw toen het federale samenwerkingsfederalisme van premier Leterme hen niet goed uitkwam.

De hervorming van Justitie werd door de PS dermate verminkt dat zelfs Bryce De Ruyver, eminent criminoloog (UGent) schreef in dS, citaat: ‘De hervorming van justitie is een onwerkbaar gedrocht’. En Stefaan Declerck, samen met Yves Leterme, zij knielden.

Pieter De Crem, defensie minister die samen met de chef defensie een coherent en uitge-balanceerd sluitingsplan voor overtollige kazernes wou doorvoeren werd teruggefloten door de MR en PS. Het was aanpassen of niets. Net zoals ze de aanduiding van de chef defensie voordien reeds twee jaar lang blokkeerden tot ze hun zin kregen. Dat hiermee de communautaire virus Defensie binnensloop en oude demonen uit het verleden wakker maakte lijkt hen niet te deren. En Pieter De Crem, samen met Yves Leterme, zij knielden.

Beste Bart Maddens, ik vrees dat u de verkeerde – politici mét ballen - op slechte gedachten bracht.

Pjotr