14 juli 2010

Ga zo naar de oorlog!

ANDERS GELEZEN

Hopelijk heeft iedereen genoten van de zonovergoten Vlaamse feestdag en kunnen we hetzelfde schrijven na de Belgische feestdag. Naar verluid heeft Jan Peumans, voorzitter van het Vlaams parlement het aangedurfd om een Vlaamsnationalistisch geïnspireerde 11 juli-speech te houden, althans volgens Els Ampe (Open VLD Brussel). Mark Reynebeau (dS 12/07) was vereerd met de verwijzing naar zijn persoon.

Dat Jan Peumans aanstuurt op een samenlevingskontrakt in plaats van een kerkelijk huwelijk met onze Waalse landgenoten kan toch bezwaarlijk gezien worden als een verwerpelijke gedachte? Toch beter dan het aanslepend geruzie over geld, non-beleid en een gebrek aan respect voor de Vlaamse eigenheid. Bij N-VA heeft men blijkbaar schrik om de rol van boeman op te nemen. Van daar de boodschap van onder meer Dirk Rochtus, N-VA, in dS om toch geen schrik te hebben van N-VA. Precies alsof een grondige staatshervorming én de splitsing van BHV hen géén pijn zal doen. Vanzelfsprekend hebben de Franstaligen daar schrik voor en terecht. Maar moet men daarom met kwispel & wijwater plus een potje zalf op het appèl verschijnen? Ga daarmee naar de oorlog!

Wie zich afvraagt hoe het zal aflopen met de communautaire onderhandelingen, kan alvast niet naast de interne verdeeldheid van CD&V kijken. Aan Waalse kant is het bij MR ook hommeles en de PS heeft duidelijk schrik om alleen in het communautair bad te springen. Wordt het enkel een moeilijke start of zal weldra blijken dat de grenzen van ons federaal model inderdaad bereikt zijn (dixit Leterme in 2008)?

Na de fameuze Vlaamse resoluties waarbij de SP.A niet alle eisen onderschreef, is er nu eveneens onenigheid binnen CD&V over de Octopusnota; op zichzelf reeds een afgezwakte versie van de eerder goedgekeurde resoluties. Voor deze discussie binnen CD&V wordt gewezen naar het ACW en zijn politieke mandatarissen. En jawel, nu men op zoek is naar een nieuw gezicht en leider, zien opportunisten als Rik Torfs – na zijn mislukte greep naar de ‘universitaire’ macht - hun moment gekomen. Alvast één ding weet hij (Knack 14/07): ‘Het verlies van CD&V moet zeker niet worden toegeschreven aan de verwatering van het Vlaamse profiel’. Om af te ronden met: En als er een nieuwe voorzitter moet worden gekozen, hoop ik dat de beste wint. Zal hij de vernieuwing van CD&V gestalte geven zonder de Vlaamsgezinden?

De Vlaamse kiezer heeft nog maar één maand geleden Vlaams en centrum rechts gestemd en er schiet quasi niets meer over van deze duidelijke onderstroom. SP.A koos om ideologische en partijpolitieke redenen voor een verbond met de Waalse PS, maar dat uitgerekend Frank Vandenbroucke hierbij het voortouw neemt – herinner u de sabotage van de PS toen hij minister was - geeft alvast aan dat eigen agenda’s al evenzeer belangrijk zijn.

Als nu ook binnen CD&V de Vlaamse (en rechtse) vleugel niet de toon kan zetten en CD&V de facto kiest voor een ‘staatsdragend’ en links-georienteerd beleid, kan De Wever beter meteen de handdoek gooien. Men gaat hem doodslaan met technische hoogstandjes waardoor elke politieke visie verwatert tot een ondoorzichtig kluwen. Bij voorbeeld, zelfs voor de onderhandelingen beginnen werd reeds een proeve van nieuwe financieringswet uitgetekend door Eric Kirsch, CD&V technicus en Dehaene-boy zonder dat daar één politicus aan te pas kwam. Ze zouden het toch niet begrijpen, want hopeloos ingewikkeld, dixit Guy Tegenbos (dS 13/07). Bedenkelijk omdat het risico bestaat dat eens te meer een duidelijke maatschappelijke visie vastloopt in een wirwar van regeltjes waar enkel specialisten nog over kunnen meepraten en beslissen. Zo zit de Belgische ziekte in mekaar en zo dreigt ook het nieuwe compromis een scheve dromedaris te worden. Tot zover is er dus géén sprake van enige verandering; niet in de onderhandelingen en evenmin in de typisch Belgische (sluipende) besluitvorming.

Wat zal er overblijven van de Octopusnota als het maar een toetssteen wordt, zoals CD&V voorzitter Wouter Beke zegt en geen minimaal eisenpakket, zoals Hendrik Bogaert en Ludwig Caluwé van de Vlaamse CD&V vleugel willen? Ten laatste bij de samenstelling van het CD&V onderhandelingsteam zullen we weten welke kant het uitgaat. Waarom als toetssteen niet de subsidiariteit als regel en verantwoordelijk bestuur op alle niveau’s vooropstellen? Een duidelijke verdeling voor het geheel van een beleidsdomein in plaats van een beetje op gewestelijk en een ander deel ervan federaal te houden? Wat betekent een hervorming als de financiële verantwoordelijkheden en mogelijkheden, 2/3 van de begroting federaal blijven en niet omgekeerd, zoals men mag verwachten van een copernicaanse hervorming?

Over de macht van de vakbonden is al veel en vooral tevergeefs geschreven. Teneinde hun exorbitante macht in te perken volstaat het nochtans om hen enkel datgene te laten doen wat ook gebruikelijk is in alle andere landen en hen het quasi monopolie voor de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen af te nemen. In Knack (07/07) maande Luc van den Brande (CD&V) het ACW aan om de omslag te maken en rekening te houden met de roep naar Vlaamse staatsvorming. Ook Rik Van Cauwelaert stelde vast dat de vakbonden zo vastgeroest zijn in hun Belgicistisch denkkader dat ze zelfs weigeren na te denken en oplossingen te bieden in een ander (Vlaams) kader.

Hoezeer CD&V worstelt met zichzelf werd zeer treffend geïllustreerd in Dendermonde (9/07), bij de uitreiking van de Orde van de Vlaamse Leeuw aan Luc van den Brande. Hij pleitte er voor de 2 + 2 oplossing zijnde twee deelstaten, Vlaanderen en Wallonië, plus een hoofdstedelijk gewest Brussel en een Duitstalige gemeenschap. Van CD&V zijde was voorzitter Wouter Beke samen met Ludwig Caluwé aanwezig, maar Beke verliet de zaal voortijdig. Had hij moeite met de duidelijke Vlaamse invalshoek? Schrik voor enige Vlaamse profilering?

Beste lezers, het ziet er naar uit dat aan Vlaamse kant de particratie het zal halen van het gemeenschappelijk belang. Het warme weer helpt blijkbaar ook om de verkiezingsbeloften snel te laten verdampen tot vrome wensen. Ga zo naar de oorlog: in verspreidde slagorde!

Door het zwijgen van de onderhandelaars zal de spanning, speculaties én verwachtingen toenemen. Wie toch iets wil weten doet er goed aan om ook Franstalige kranten te lezen. Altijd goed om weten.

Pjotr
Anders gelezen

12 juli 2010

Opiniemakers en de media

ANDERS GELEZEN

Terwijl de Franstalige media sinds 2007 tot na de verkiezingen van 2010 resoluut de Franstalige politici steunden in hun communautaire NON, kon van de Vlaamse media niet hetzelfde gezegd worden. Zij verketterden al evenzeer elk Vlaamsgezind standpunt en waren zo de facto medestanders in het anti-Vlaams discours van Le Soir & Co dat resulteerde in een absoluut immobilisme. Waar zelfs premier Herman Van Rompuy bij in slaap viel, dixit Rik Van Cauwelaert.

Na de verkiezingen, met forse winst voor N-VA, kwamen in Brussel en Wallonië eindelijk kritische stemmen aan bod (ze waren er voordien ook maar werden gecensureerd) die het niet eens waren met de hardnekkige NON gedurende de drie voorbije jaar. Wie echter hoopt dat daardoor de Franstalige politici enigszins toegeeflijker zouden worden is naïef. Integendeel, de kans is zeer groot dat de Franstalige pers zich opnieuw keert tégen De Wever indien de onderhandelingen niet verlopen zoals zij willen. En ook nu zullen de Nederlandstalige kranten onder druk van het Belgicistische establishment meegaan in dat discours. Niet Di Rupo of de Franstalige politici samen, maar de N-VA achterban - De Wever zal persoonlijk verschoond blijven wegens té populair -, die gaat voor het programma, zal het moeten ontgelden.

Wij Vlamingen zijn zo gewoon om te betalen voor een communautair compromis dat elke standvastige NEEN steevast beschouwd wordt als een blijk van bekrompenheid, van het onvermogen om compromissen te sluiten terwijl de Franstalige landgenoten drie jaar lang verschoond bleven van een volgehouden kritische reactie in de ‘Vlaamse’ media. Het was wachten tot na de verkiezingen om te horen uit de mond van Mia Doornaert dat de solidariteit met de Franstaligen niets had veranderd en dat ze medeplichtig waren aan het succes van N-VA. Waarom kon dat in de maanden en jaren voordien niet geschreven en herhaald worden?

In dS gaf Bart Sturtwagen enkele weken terug reeds de voorzet en zodra zal blijken dat het water te diep is tussen PS en N-VA zal men niet de halsstarrigheid van de Franstaligen viseren maar de onbuigzaamheid van de flaminganten. Een onderhandelingsspecialist kwam donderdagmorgen (8/07) op de radio alvast vertellen dat de moeilijkste onderhandelingen voor De Wever deze met eigen harde achterban zijn. Di Rupo daarentegen een zacht gekookt eitje? Diezelfde onderhandelingsspecialist vond dat De Wever in elk geval moet zorgen voor een compromis, want behalve die harde kern (die hij schat op 10 %) willen de andere 20 % N-VA kiezers die overkomen van andere partijen dat de communautaire problemen opgelost worden; ze willen er vanaf zijn. Dat die nieuwe kiezers elk compromis zouden aanvaarden is een gratuite uitspraak die op niets gebaseerd is.

Mark Grammens in zijn journaal (nr 579) denkt zelfs dat CD&V kiezers nog eerder zullen overstappen naar het Vlaams Belang mocht De Wever onder de lat doorgaan, dan terug te keren naar de schaapsstal, CD&V. Verder wijst hij op de aanhoudende negatieve Franstalige pers ten aanzien van De Wever, ‘als de stroper tot boswachter (informateur) wordt aangesteld, liggen de verwachtingen van de kasteelheer zeer hoog’. Terwijl in de Vlaamse media geen onvertogen woord over Di Rupo te lezen valt, integendeel. Hij refereert tevens naar Elsevier (19/06) waarin op een bondige manier de Belgische contradictie wordt samengevat: ‘De Vlamingen kozen massaal voor rechts en voor meer macht naar Vlaanderen en zouden nu een Waalse socialistische premier krijgen die nauwelijks Nederland spreekt en alles bij het oude wil laten”. Onnavolgbaar, ook in schaamteloosheid. Zoiets zal men in een estblishmlent-getrouwe Vlaamse krant nooit kunnen lezen. Waarom niet?

De mediageile staatsmannen van weleer zorgen dan weer voor enige afleiding door als ware deus ex machina een oplossing uit hun hoed te toveren. Zo Mark Eyskens die in De Tijd (07/07) de gelegenheid kreeg om zijn visie in de verf te zetten. Zijn initiële vaststelling klinkt goed: de Franstaligen hebben verlatingsangst en de Vlamingen lijden aan blokkeringsvrees. Geen nood, hij heeft een remedie om deze verlammings-verschijnselen weg te nemen. Ernst of gewoon een beetje intellectuele tovenarij? Een korte analyse van zijn voorstel.

De verlatingsangst van de Franstaligen moeten de Vlamingen wegnemen door het separatisme als optie af te zweren. Daarenboven moeten ze een federale kieskring aanvaarden zodat er geen communautair geladen verkiezingscampagnes meer mogelijk zijn en Franstaligen en Nederlandstaligen overal kunnen stemmen voor hun kandidaten.

De blokkeringsvrees van de Vlamingen lost hij op zoals het een Belgicist pur sang past: helemaal niet of in een terminologie die hem als gegoten zit: een tsjevenoplossing. De blokkering ten gevolge van de monddood gemaakte parlementaire meerderheid wordt niet opgeheven maar herbevestigd én zelfs uitgebreid. ‘Het Confederaal Congres is belast met de federale wetgeving. Daarnaast is dat congres ook bevoegd voor het arbitreren van belangenconflicten tussen de verschillende beleidsniveaus in België, en dat met een gekwalificeerde tweederdemeerderheid en een meerderheid in elke taalgroep. Met andere woorden de Franstalige minderheid behoudt niet enkel zijn vetorecht, in zijn voorstel wordt het nog versterkt: De taalgrens en gewestgrenzen en de huidige taalfaciliteiten kunnen door het Confederaal Congres maar worden gewijzigd met een gekwalificeerde meerderheid: twee derden van de leden en de helft in elke taalgroep. De gehele of gedeeltelijke opsplitsing van de sociale zekerheid valt onder dezelfde regel’. De grendels op onze schijndemocratie blijven intakt.

Het is weinig waarschijnlijk dat zijn intellectuele en vooral theoretische oefening de weldenkende Vlamingen zal overtuigen. Resten de traditionele zoethoudertjes en hocus pocus waarmee hij enkel zichzelf zoet kan houden: een ‘confederaal congres’ door de samenvoeging van kamer en senaat, maar dat bij nader toezien niets anders is dan een federale kamer. Afschaffing van de federale verkiezingen maar wel verkiezingen in een federale kieskring (daar wil zelfs zijn eigen partij niet van weten) waarbij de zitjes niet vooraf per gemeenschap zijn vastgelegd (wat de Walen nooit zullen accepteren). De subsidiariteitsregel toepassen en zelf autonoom beslissen wat we met anderen samen doen, precies of het volstaat om aan de Franstaligen mede te delen wat we alleen willen doen en hupsakee het is geregeld. Hoezo? Eyskens heeft zelfs geen haar op zijn borst laat staan op zijn tanden!

Oh ja hij heeft nog een uitsmijtertje voor de blijgezinde lezers: Het Confederaal Congres keurt de rijksbegroting goed: dat is de samenvoeging van de begrotingen van het federale niveau en van de gewesten en gemeenschappen. Met andere woorden de Vlaamse, Waalse en Brusselse begroting moeten goedgekeurd worden door een federale kamer die uit vertegenwoordigers van de regio’s bestaat. Het zou toch goed zijn mocht hij eens uitleggen wat dat in de praktijk van ons landje zal betekenen.

Kortom, een bijdrage die een gerespecteerde krant als De Tijd onwaardig is. Hopelijk ben ik verkeerd en was het maar om te lachen, een divertimento van een podiumgeile solist?

Pjotr
ANDERS GELEZEN