26 juli 2010

Stop de misleiding

ANDERS GELEZEN

In dS (24/07) verscheen een artikel over een communautair driesporentraject. Drie werkgroepen bestaande uit technici zouden dan ideeën moeten voorstellen aan de politiek verantwoordelijken. Bij het lezen van het artikel bleef een op het eerste zicht onschuldig zinnetje hangen; citaat: In verband met de kinderbijslag wordt gesproken over een echte overheveling naar de deelstaten, maar het is niet duidelijk of de bevoegdheid naar de gemeenschappen moet gaan (zoals de N-VA wil) of naar de gewesten (zoals de PS wil).

Hoe de term ‘deelstaten’ te rijmen valt met ‘gewesten en gemeenschappen’ wordt niet verklaard en is ook niet te verklaren. Maar spreken over een echte overheveling precies alsof het een overwinning is voor Bart De Wever ZONDER de minste uitleg over het onderscheid tussen een overheveling naar de gemeenschappen of de gewesten is géén correcte informatie, meer zelfs, al of niet bewuste misleiding. Op een subtiele manier stuurt dS een verkeerde boodschap de wereld in, want op politiek vlak zijn beide visies contradictoir. Voor De Wever is de ene oplossing (gemeenschappen) een overwinning en conform zijn verkiezingsprogramma terwijl het andere (gewesten) opnieuw een prijs is die Vlaanderen betaalt en indruist tégen zijn verkiezingsprogramma. Deze misleiding dient rechtgezet.

Eens Anders Lezen?
Wanneer men deze bevoegdheid overhevelt naar de gewesten – dus ook naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - wordt BHG meteen erkend als een volwaardig gewest mét bevoegdheden voor persoonsgebonden materies (ook het onderwijs, …). Dat heeft Vlaanderen nooit gewild (en is zeker niet in overeenstemming met de kiesresultaten) want zo worden de Vlamingen in Brussel volledig afgesneden van Vlaanderen en de facto overgeleverd aan een Franstalige meerderheid die tot op vandaag nooit bewezen heeft voldoende respect op te brengen voor de cultuur en taal van de grootste gemeenschap van het land. Deze oplossing versterkt bovendien de perspectieven voor een duo-staat Brussel – Wallonië, inclusief het definitieve verlies van Brussel voor Vlaanderen. Brussel wordt zo meer dan ooit, de struikelsteen tijdens elke verdere institutionele hervorming en dat is uiteraard de onderliggende reden voor de Franstaligen om te kiezen voor de gewesten in plaats van de gemeenschappen. Om het heel duidelijk te stellen: Brussel wordt gebruikt als een element ter versterking van de actuele federale organisatie, waarin Vlaanderen nog meer inboet aan macht vermits het nu ook structureel een minderheid wordt ten overstaan van twee Franstalige gewesten. Dat elk van de drie gewesten (in plaats van de twee gemeenschappen) over een eigen administratie zal moeten beschikken, kan alleen maar leiden tot een nog groter waterhoofd; nog méér postjes en nog minder efficiëntie.

In het geval van een overheveling van de kinderbijslagen naar de gemeenschappen wordt de band tussen Vlaanderen en (de Vlamingen in) Brussel gerespecteerd en worden de gemeenschappen versterkt. Brussel blijft dan niet enkel geografisch deel van Vlaanderen maar ook politiek wordt het statuut van een gedeelde (con)federale hoofdstad duidelijker.

De overheveling van de kinderbijslag naar de gemeenschappen is géén technisch probleem. Prof Danny Pieters (N-VA) heeft volgens personen die vertrouwd zijn met deze materie aangetoond dat deze oplossing wel degelijk haalbaar is. Nochtans werd dit in een verkiezingsdebat op Canvas door Frank Vandenbroucke (SP.A) betwist zonder dat hij evenwel ook maar enig bewijs hiervoor heeft geleverd. Is het géén technisch probleem, het is in elk geval een politiek probleem van eerste orde. Het is niet enkel een communautair probleem want de Waalse socialisten kunnen rekenen op de steun van de Vlaamse socialisten en de Vlaamse Belgischgezinde middenveldorganisaties zoals de vakbonden, die elke aantasting van hun Belgische ‘markt’ met grote hardnekkigheid bekampen. Het instandhouden van een minderheidspositie van Vlaanderen en het immobilisme dat hieraan verbonden is, stoort hen blijkbaar minder dan een slagvaardig Vlaanderen. Zo krijgt dit onderdeel van het compromis een cruciale betekenis die nauwelijks kan overschat worden.

Eén van argumenten om de kinderbijslagen niet naar de gemeenschappen te decentraliseren is dat er een verschil zou kunnen ontstaan tussen Vlaamse en Franstalige inwoners in het BHG mochten de kinderbijslagen in de onderscheiden gemeenschappen verschillend zijn. Et alors? Dat er vandaag reeds een onderscheid bestaat in inkomsten en lasten tussen Walen en Vlamingen is blijkbaar geen hinderpaal. Dat de concurrentie tussen Vlaanderen en Wallonië vandaag reeds speelt (dikwijls in het voordeel van Wallonië), onder meer door de verschillende subsidiëring van bedrijven en andere publieke interventies is blijkbaar wel aanvaardbaar. Dat op federaal niveau sommige dossiers die gunstig zijn voor Vlaanderen (onder meer de ontsluiting van de Antwerpse haven via het spoor) geblokkeerd worden wegens niet interessant voor Wallonië vormt blijkbaar géén probleem. Dat op federaal niveau geld uitgegeven wordt voor materies die behoren tot de bevoegdheid van de gewesten omdat het nodig is voor de Franstaligen (o.a. het grootstedelijke beleid) kan allemaal. Omgekeerd, zijn er weinig geblokkeerde dossiers bekend waardoor Wallonië zou bevoordeeld worden. Maar, het is inderdaad juist dat een keuze voor een kinderbijslag per gemeenschap past in een confederale logica waarin de twee deelstaten, Vlaanderen en Wallonië samen instaan voor de gedeelde hoofdstad Brussel.

Quid De Wever?
Het paternalisme is in Vlaanderen altijd oorzaak geweest van misleiding; de verkiezingen nooit meer dan vervelende ‘verplichtingen’. Zijn er niet tal van voorbeelden, zowel in de private sector als in het verenigingsleven, waar grote ego’s pogen hun visie zonder inspraak op te dringen aan de Vlaamse versie van de brave soldaat Schweik? Stond het niet in dS dat het volk behoefte heeft aan een leider waar het kan naar opkijken? Heeft hoofdredacteur Bart Sturtewagen (dS 18/06) De Wever niet opgeroepen om te doen wat moet gedaan worden, te zorgen voor om het even welk compromis en zeker niet te luisteren naar een achterban die vasthoudt aan het programma? Is De Wever een Romeinse tribuun die denkt dat zijn voorkeursstemmen meteen betekenen dat hij zijn programma zelf kan herschrijven zonder inspraak van het volk, of is hij de geloofwaardige democraat die beseft dat hij verkozen werd omwille van zijn beloften voor een confederale structuur waarin Vlaanderen en Wallonië de toon zetten in plaats van het Belgisch establishment? Kiest hij voor de tribuun, dan kan hij ongetwijfeld rekenen op de welwillendheid van de staatsdragende media, waaronder dS zoals nog maar eens blijkt, en het Belgischgezinde middenveld dat vooral oog heeft voor het behoud van de eigen macht. Voor België en Vlaanderen betekent de versterking van het BHG dat de kiemen gezaaid worden voor een volgende ronde communautaire onvrede, of zoals Di Rupo reeds verklaarde: de hervorming moet tien jaar stand houden. Dit in de hoop dat in deze periode het verschil tussen de Vlaamse welstand en de Waalse achterstand beduidend kleiner geworden is - wat neerkomt op een verarming van Vlaanderen - en de nood aan een gedifferentieerd beleid (staatshervorming) minder belangrijk.

Mocht Bart De Wever hierop willen toegeven – uit interne N-VA informatie blijkt dit inderdaad een optie – verloochent hij het confederale model en gaat hij zijn verkiezingsresultaat (mis)bruiken om een federaal geïnspireerd compromis te kunnen bereiken. Of het N-VA congres zoiets zal aanvaarden lijkt géén uitgemaakte zaak, hoewel een heuse tribuun meestal ook in staat is om ‘het verzamelde volk’ te manipuleren.

Hij zal in elk geval moeten rekening houden met twee realiteiten: het gewone volk is mondiger geworden en durft al eens meer zoals de Nederlanders assertief uit de hoek komen. Dat hij zich enkel omringde met ‘Antwerpse gouwgenoten’ en minder oog heeft voor de rest van de 1.135.617 kiezers (Kamer) zorgt nu reeds voor bezorgdheid. Wat het voor De Wever eveneens moeilijker maakt is de intrede van de Belgische ziekte in zijn eigen N-VA: waarbij postjes en lucratieve bijfuncties alsmaar belangrijker zullen worden naarmate men deze savoureert. Is het net dát niet wat hij samen met zijn talrijke kiezers wilde veranderen?

Quid Elio Di Rupo?
Laten we niet vergeten dat het in de eerste plaats gaat om de tegenstelling tussen Noord en Zuid. Daarom is het even belangrijk wat de andere belangrijke speler wil: Elio Di Rupo. De hamvraag is of hij bereid is een prijs te betalen voor de Zestien? Heeft hij voldoende autoriteit om de andere Franstaligen te overtuigen? Hoewel pure speculatie denk ik dat noch de Franstaligen noch hijzelf daartoe bereid zijn. Tenslotte is een institutionele hervorming waarbij méér verantwoordelijkheid ligt bij de gewesten en gemeenschappen minder gunstig voor Wallonië. Vergeet niet dat het Waalse algemeen belang heel nauw aansluit bij de belangen van de PS en de andere traditionele partijen waardoor zij minder onderhevig zijn aan versnippering van het politiek landschap.

Het wordt tijd dat de traditionele partijen in Vlaanderen inzien dat ze het partijbelang al te dikwijls voorrang gaven op het algemeen Vlaams belang. Dat precies hierin de oorzaak ligt voor de versnippering en het groot aantal ‘dissidente’ stemmen. Wil N-VA ook in deze betekenis deel worden van de macht? In elk geval heeft het volk recht op een duidelijk antwoord en is elke misleiding nefast voor de geloofwaardigheid van de Vlaamse politieke klasse.

Pjotr
ANDERS GELEZEN