04 oktober 2010

Omfloerste Belgicisten

ANDERS GELEZEN

Het geval Marc Reynebeau.
Deze titel ontleen ik aan dS (30/09) waarin Marc Reynebeau schreef over hoogleraar Carl Devos van de UGent onder de titel ‘Het geval Carl Devos’. Reden voor deze pathologische studie was de uitnodiging van Bart De Wever voor een gastcollege aan de faculteit politicologie, dat bijgewoond werd door een duizendtal studenten.

Blijkbaar kon deze bijdrage Carl Devos weinig storen; men moet tegen een stoot kunnen maar vooral, dit zal humor zijn, was zijn reactie. Dat Reynebeau deze uitnodiging aangrijpt om over het ‘geval Devos’ een boompje op te zetten, deed ons vermoeden dat hij er de humor niet van inzag. Een podium voor een conservatief Vlaams-nationalist is voor Reynebeau erg, maar dan nog op uitnodiging van een socialist in de universitaire broedplaats van links progressief! Er zijn grenzen aan zijn verdraagzaamheid. Temeer, zo weet hij, dat Devos het voordien al bruingebakken had: Het was in het politieke wereldje opgevallen dat hij in een opiniebijdrage in De Standaard op 14 september veel begrip getoond had voor de N-VA-strategie bij de federale onderhandelingen en De Wevers gelijk daarin had benadrukt. Hoe durft hij!

Verder schrijft hij, Het gemopper illustreert dat Devos' academische status hem niet vrijstelt van vermoedens van partijdigheid. Mocht Reynebeau de reacties lezen op zijn eigen journalistieke bijdragen in DS, dan zou hij weten dat deze partijdigheid eveneens van toepassing is op hemzelf. Dezelfde pathologie? Hij verwijt Devos op een subtiele manier mediageilheid, citaat, als hij dan vaak in de media opduikt, zo weten politieke journalisten en samenstellers van opinierubrieken, komt het doordat hij zelden een vraag afwimpelt. Wie zou hier de hoofdvogel afschieten: de man die in alle mogelijke programma’s opduikt of hij die zich strikt beperkt tot politiek commentaar? Zou een krant die krap in de journalisten zit niet méér van hun sterredacteurs mogen verwachten dan een parttime invulling? Lang geleden kwam men in Knack al tot dat besef.

Elke gelegenheid past Reynebeau voor een sneer aan het adres van de Vlaamsnationalisten. Zo schreef hij, Eergisteren was het dus de beurt aan De Wever. Met als paradox dat hij, zoals gewoonlijk, de volgelopen zaal wel meteen kon inpakken, maar politiek toch niet overtuigde. Hoezo, kon hij niet overtuigen? Heeft Reynebeau daar een instant poll afgenomen, of zou hij even kunnen aanhalen volgens welke andere onderzoeksmethode hij tot het besluit kwam dat De Wever niet overtuigde?

Andere stemmen.
Eén dag later, op de opiniebladzijde heeft Marc Reynebeau het over de andere stemmen die aan bod komen in dS sinds deze krant niet meer de spreekbuis is van de katholieke en Vlaamsgezinde zuil. Nu heeft dS géén mening meer en mogen op de opiniebladzijden andere stemmen aan bod komen. Is dat wel zo?

Deze evolutie kwam er volgens hem omdat de lezers niet langer gesteld zijn om ex cathedra door die stem van God te worden toegesproken, niet meer in de politiek, niet meer in de kerk, evenmin in de krant en al zeker niet in het Latijn. Bizar dat deze bedenking komt van iemand die althans volgens de vele reacties op zijn opiniestukjes overkomt als de schoolmeester bij uitstek die zijn kennis ex cathedra verkondigt en andere stemmen – toevallig altijd Vlaamsgezinde stemmen - in het verdomhoekje stopt.

Dat dS karig is met die andere stemmen verleidde Peter De Roover (VVB) ooit tot een opiniestukje over de eenzame Vlaming (dS 18/09/09), waarin hij concludeerde dat, de België-aanhangers in elk geval een stuk minder eenzaam zijn dan Robinson Crusoe. Zij hebben maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag als kompanen.

Moment!
Recent ook de nieuwste scherpe analyse gelezen? Moment! klinkt het en dus is het oppassen geblazen wanneer men deze analyse leest. Op maandag (4/10) is het de beurt aan Marc Reynebeau om de politieke situatie te ontleden. Hij fladdert van de ene verspreking naar de andere; fellatio in plaats van inflation, van het Chinese elections naar erections om tenslotte tot een prachtige kromredenering te komen: dat Di Rupo populair is in Vlaanderen betekent volgens hem dat er een ruime consensus bestaat over het federale compromis dat nu klaarligt. Komaan, dames en heren politici, jullie die zo een groot voorstander zijn de responsabilisering, neem jullie verantwoordelijkheid en schuif die niet af op de burger.

Moment! mijnheer Marc, de vraag in de peiling van La Libre Belgique ging niet over de populariteit van Di Rupo maar over welke politicus een belangrijke rol speelt in de huidige situatie. Trouwens, over dat compromis waarvan hij beweert dat er een ruime consensus bestaat, schrijft Guy Tegenbos in dezelfde editie, citaat, De conclusie is snel gemaakt. Een nuchtere Vlaming koopt geen stoel met maar twee poten - waarvan één nog onzeker is - en met enkel 'een aanzet' voor de twee andere poten. Guy Tegenbos leest het compromis vanuit een Vlaamse invalshoek en kraakt het af terwijl Reynebeau vanuit een Belgischgezinde invalshoek het goed vindt. Het bizarre is daarom niet zozeer dat de conclusies verschillen, maar wel dat hij en zijn gelijkgezinde columnisten in dS als de dood zijn om het etiket Belgicist opgeplakt te krijgen. Dat de talrijke aandachtige lezers, bijdrage na bijdrage toch tot deze conclusie komen is voor hem totaal onbegrijpelijk. Bekrompen Vlamingen, ongetwijfeld.

Toegegeven, het is voor een opgejaagde journalist een stuk gemakkelijker om de Vlamingen de zwartepiet toe te schuiven dan een lovend artikel te schrijven over DIT uitgeleefd België, waarvan we enkel nog de datum van de uitvaartplechtigheid niet kennen. Een opiniebijdrage schrijven (Dave Sinardet, dS 4/10) waarin men de media verwijt dat ze karikaturale opinies verspreiden over de landgenoten van over de taalgrens, is minder evident wanneer men zelf bijwijlen heel onacademisch de draak steekt met de Vlaamsgezinde opponenten. Zouden er dan alleen nog omfloerste Belgicisten zijn? Behalve Mia Doornaert en Tony Mary.

Pjotr