03 november 2010

De Standaard op zijn best

ANDERS GELEZEN

Er zijn zo van die weken dat de gestuurde informatie voor het rapen ligt. Schrappen wat niet past hoort er in Anders Gelezen niet bij, maar er zijn grenzen aan alles. Zelfs al is het onverantwoord interessant.

dS 22 oktober: Volgens Luc Huyse, professor emeritus en socialistisch huissocioloog is er “Geen reden tot paniek”. De Vlamingen hebben reeds veel bereikt in de honderdtachtigjarige sociale en culturele strijd. Alleen voor communautaire scherpslijpers is het nooit genoeg en onbegrijpelijk maar waar, ze krijgen de laatste tijd teveel media-aandacht. Uiteraard een vaststelling zonder studie noch referentie maar boven alle twijfel verheven want zo sprak een gewaardeerd emeritus academicus. De lezers mogen evenmin weten dat hij schrijft vanuit een socialistische invalshoek want ze zouden kunnen ontdekken dat dit kenmerk belangrijker is voor de inhoud dan de academische referentie. Zou Huyse vergeten zijn dat de sociologie thuishoort in de menswetenschappen waar verscheidene meningen bestaansrecht hebben. Het is maar hoe iemand het bekijkt, hoe open men staat voor andere opinies. En opdat de lezer zich niet zou vergissen, geeft hijzelf het antwoord op de vraag of hij een belgicist is: neen.

dS 27 oktober: Een reactie van Peter De Roover (Vlaamse Volksbeweging) Tout va très bien, Madame la Marquise. De lezers zijn het artikel van Huyse al lang vergeten waardoor deze reactie een deel van zijn actualiteitswaarde inboet. Gewild? In elk geval niet de eerste keer dat deze truuk wordt toegepast door de verantwoordelijke voor de rubriek Opinie. De Roover weerlegt in deze bijdrage de argumenten van Luc Huyse. Eentje eruit gepikt: De meerderheid van de Vlaamse kiezer wil niet verder met het huidige België, dus nu een akkoord sluiten dat België niet fundamenteel hervormt, voldoet evenmin aan Huyses criteria. Zoals te verwachten krijgt flamingant De Roover niet het laatste woord in dS. De dag erop – het kan dus wel snel gaan – volgt een scherpe reactie.

dS 28 oktober: met twee artikels samen goed voor drie bladzijden worden de Vlaamsgezinde roepers van de voorbije dagen ter orde geroepen door een academicus én de chef van de politieke redactie.
Wat een grof volkje luidt de titel van het opiniestukje dat Marc Hooghe, politicoloog aan de KULeuven, mag publiceren. Daaronder een zeer suggestieve foto met als onderschrift: Een radicale flamingant op de IJzerwake van 2006. fotograaf: Ezequiel Scagnetti.
Dat een oude foto wordt gepubliceerd die géén verband houdt met de inhoud van het artikel is op zijn minst tendentieus. Voor alle duidelijkheid, het is niet Marc Hooghe die de titel en de foto koos maar de redactie. Inhoudelijk krijgt De Roover de volle laag. Onder meer omdat hij academici zou verwijten aan het publieke debat deel te nemen. Hooghe vindt dat academici wel aan het debat mogen deelnemen maar zich niet voor de kar moeten laten spannen van een drukkingsgroep die onderzoek doet naar bij voorbeeld de voor- en nadelen van een zelfstandig Vlaanderen. Een citaat uit zijn bijdrage: Universiteiten doen op een onafhankelijke en integere wijze aan wetenschappelijk onderzoek, en het is niet onze job om naar de pijpen van politici en drukkingsgroepen te dansen.
Kijk eens aan, zou Marc Hooghe dan nog nooit gehoord hebben van de PAVIA groep? Re-Thinking Belgium? of VIVES? Allemaal academici die zich actief inzetten en onderzoek doen ten voordele van een welbepaald politiek project? Maar het grofste aan zijn bijdrage vond ik wel – na een grondige lezing van De Roover zijn artikel – dat zijn kritiek niet gefundeerd was. Opnieuw: in de sociologie en zeker als politicoloog zou hij in alle bescheidenheid moeten erkennen dat uiteenlopende meningen niet noodzakelijk verkeerd zijn. Tenzij Hooghe van mening is dat er een hiërarchie bestaat en de ene mening deontologisch minder correct is dan een andere. Zou dat toevallig niet het ‘academisch’ probleem zijn voor alles wat afwijkt van la pensée unique gecultiveerd door het Belgisch establishment? Het milieu dat nog altijd moeite heeft met Vlaamse verzuchtingen?

De reactie van De Roover op het commentaar van Marc Hooghe werd geweigerd door dS . Het is inderdaad niet gebruikelijk dat een flamingant het laatste woord krijgt. Maar er was meer aan de hand: manipulatie!
Onderaan De Roover zijn opiniestukje (27/10) schreef de redactie volgend bijgaande samenvatting zonder toelating van de auteur: Wat? Academici die de communautaire gemoederen menen te moeten bedaren, snappen er niets van.
Citaat uit De Roovers reactie 'Wat een grof taaltje' gepubliceerd in Doorbraak, november 2010: Hooghe slaagt er in de grofste (jawel) verwijten te lanceren, zonder middels één enkel citaat zijn stelling te illustreren. Hij rekent er op dat de meeste lezers niet de moeite nemen het betreffende corpus delicti uit de gft-bak te vissen en voetstoots aannemen dat een hoogleraar zich op concrete feiten baseert. Ik herlas m’n artikel voor alle zekerheid en vond nergens dat Huyse “zonder feitenkennis maar wat bazelt” of “er niets van snapt”. Dat laatste staat wel in de korte samenvatting van de redactie van DS, maar die interpretatie is niet de mijne. Juist omwille van de nood aan een fatsoenlijke debatcultuur, zou ik zo’n veralgemening ook niet neertikken. Voor de AN lezers: de volledige reactie in bijlage (e-mail).

28 oktober was ook een productieve dag voor Bart Brinckman, chef van de politieke redactie van DS. Onder de titel Professor in het droogdok krijgen we een staaltje van een professionele moord. Het begint alvast met een duidelijke boodschap, citaat: Hij wordt de ideoloog van Bart De Wever genoemd. Niets is minder waar. Bart Maddens geniet best wat renommée in Vlaams-nationalistische kringen, maar zijn doctrine leidt slechts tot de botte confrontatie. ‘De man schrijft in een droogdok,' zegt een criticus. Kortom, de professor heeft geen besef van de politieke realiteit. Van onze redacteur

Wie van een politicoloog publiekelijk schrijft dat hij geen besef heeft van de politieke realiteit moet zelf met bewijzen komen en zich niet verschuilen achter de uitspraak van een anonieme criticus zoniet is dat deontologisch vér over de schreef. Brinckmans volledige argumentatie berust op één verwerpelijke fout van Maddens, namelijk dat hij de botte confrontatie zoekt. Dat strookt volgens hem niet met de Belgische geplogenheden en dus is Maddens onrealistisch. Meegaand in zijn redenering stel ik mij de vraag of het niet evenzeer getuigt van een verregaand gebrek aan realiteitszin van een chef van de politieke redactie die negeert dat niet de Vlamingen maar de Franstaligen de confrontatiestrategie van Maddens reeds drie jaar in de praktijk brengen. Dat niet de meerderheid zijn wil opdringt aan de minderheid, zoals hij schrijft, maar omgekeerd. Beseft Brinckman zelf niet dat het getuigt van een totaal gebrek aan realiteitszin om te onderhandelen over een compromis waarbij de Waalse politici a priori eisen dat het hen niets mag kosten? Meer zelfs, dat zoals Di Rupo in zijn nota schreef over de aanpassing van de taalvereisten in Brussel, de Franstaligen nog minder respect moeten hebben voor de Vlamingen die er wonen en werken? Dat Di Rupo feitelijk de zes faciliteitengemeenten ruilt voor Brussel dat deel wordt van het toekomstige België zonder Vlaanderen?
Schrijft Brinckman twee dagen later niet (dS 30/10) dat na 140 dagen onderhandelen “De 'substantie' onvoldoende is” en “Bij elk voorstel doen de Franstalige socialisten er de helft af, en dan nog eens de helft, en dan nog eens de helft... Uiteindelijk blijft alles bij het oude. Het is een Belgische natuurwet”. De foute strategie van Maddens ‘demandeur de rien’, wordt een aanvaardbare Belgische natuurwet, nauwelijks twee daqen later?

Het komt mij voor dat Bart Brinckman bewust zijn uitgangspunt eenzijdig koos, zodat de uitkomst – een verwerpelijke strategie van een wereldvreemde professor - logisch overkomt bij de weinig kritisch ingestelde lezer. Het maakt zijn afsluitende bedenking nog venijniger: Niemand ontkent dat de Leuvenaar als politoloog zijn verdiensten heeft. Evenmin ontzegt iemand hem het recht om voor zijn separatistische overtuiging uit te komen. Maar in tegenstelling tot zijn wetenschappelijke papers blijft zijn doctrine slechts een onbewezen politiek statement.
Zou Brinckmans bijdrage dan een bewezen statement zijn of gewoon een andere opinie van een journalist wiens kleur en intentie we niet mogen kennen?

Pjotr