17 november 2010

Ze zijn zo lief voor mekaar / c’est reporté / mea culpa

ANDERS GELEZEN

Ondanks alle regen op 14 november was het een prachtige Zevende Dag op ĒĒN. Aan tafel bij Ivan De Vadder zaten vier krantenjournalisten, van De Standaard, Het Nieuwsblad, De Morgen en Het Laatste Nieuws. Ze hadden het over de politiek en bekenden– de ene wat gewilliger dan de andere - dat ze zoveel moeten schrijven zonder eigenlijk te weten of het wel juist is. Ivan De Vadder toonde zich van zijn liefste kant. Voor wie eraan twijfelt, ons kent ons, onder journalisten. Het ironische aan de keuze voor dit panel - dat duidelijk de VRT en De Vadder ontging - is dat deze journalisten daar precies zaten omdat er inderdaad over de politieke situatie nauwelijks iets te vertellen valt! Typisch de VRT, iemand uitnodigen om over een onderwerp te praten waarvan men weet dat er niets over te vertellen valt. Puur entertainment én gratis publiciteit voor de aanzwellende categorie BJ, bekende journalisten. Waar is de tijd dat journalisten degelijke bijdragen schreven in de kranten zonder dat hun foto erbij stond. Even terzijde, bij de eersten die in dS mét foto werden aangeprezen … Marc Reynebeau (6/01/2004). Vanaf dan ging de kwaliteit van de journalistieke bijdragen naar omhoog.
Niemand minder dan Siegfried Bracke mocht in zijn repliek een laatste aaike geven. Als beslagen mediamanipulator weet hij hoe iemand blij te maken met een dode mus. Het is niet erg dat de journalisten er maar op los kletsen, vindt hij, want tenslotte zitten ze aan de buitenkant en alleen de politicus aan de binnenkant weet wat er echt gebeurt. Oh ja, hij wist ook nog te melden dat het vroeger slechter was, toen Hugo De Ridder de toespraken van een minister schreef. Inderdaad, nu zitten ze alleen maar op de schoot van de ministers en schrijven hun boekjes, of worden ze ingehuurd als persoonlijk raadgever. Ze zijn toch zo lief voor mekaar.

In dS op dinsdag 16/10 las ik een artikel over de communautaire onderhandelingen, een onderwerp waarvan we sinds zondag weten dat de journalisten er niet veel over weten. De meccano van de bemiddelaar Johan Vande Lanotte, bijeengepend door Bart Brinckman en Isabel Albers. Vande Lanotte werkt op zijn belgisch; bricoleren, zo staat gedrukt. Wie herinnert zich nog de tien principes waaraan de nieuwe financieringswet moet voldoen? Géén verarming stond erin en inderdaad de Franstaligen worden op hun wenken bediend, lees even mee: De technici van de Nationale Bank en het Planbureau rekenden de voorstellen uit volgens vier conjuncturele scenario's (volgens economische groei) over een periode van twintig jaar. Vande Lanotte gaat die lange periode overnemen. Een mogelijkheid tot compromis ligt namelijk in het zeer ver uitspreiden in de tijd van de gevolgen van de financiële responsabilisering. De Franstaligen krijgen de eerste jaren ruim de tijd om te wennen en zich aan te passen aan de veranderende financiering. De Vlamingen hebben de garantie dat een nieuwe financieringswet is vastgelegd. Deze zéér lange termijn doet mij terugdenken aan de Franstalig politicus die indertijd in La Libre juichend uitschreeuwde, ‘c’est reporté’! Gelijk heeft hij; de Franstaligen krijgen precies wat ze willen, uitstel.
Maar er is meer: wanneer de Vlamingen dit akkoord aanvaarden binden ze zich in het volle besef dat dit een zuiver politiek compromis is waarmee de Franstaligen de communautaire vrede proberen af te kopen voor de komende twintig jaar. Wetende dat deze financieringswet gebaseerd is op economische prognoses en geen zekerheid biedt. Het lijkt sterk op spelen op de beurs en bidden dat de NV België en vooral Wallonië het beter zullen doen. Blijft dan nog de vraag of in de loop van die 20 jaar – in de Belgische politiek gewoon onvoorstelbaar – de Franstaligen bij tegenvallende resultaten deze wet wél zullen respecteren? Ze hebben al voor veel minder de regering (en België) laten vallen.

Wie deze financieringswet isoleert van de rest kan een compromis wellicht nog uitgelegd krijgen, maar we mogen niet vergeten dat dit slechts één onderdeel is dat alleen resultaat oplevert wanneer met de geregionaliseerde inkomsten ook een autonoom beleid kan gevoerd worden. Inzake één van de belangrijkste beleidsdomeinen, arbeid en tewerkstelling blijkt dat uit de voorliggende teksten niet het geval te zijn, want de normering blijft federaal. Of om het concreet te zeggen, de (copernicaanse) verandering zoals de Vlaamse as N-VA/ CD&V wil, kan maar gerealiseerd worden als in beide domeinen een grote verandering komt. Zoniet wordt België verder uitgekleed zonder dat de deelstaten eigen kleren krijgen. In de volksmond heet dergelijke loodgieterij, kiezersbedrog. Het venijn van dit artikel zat in de staart. Zo lezen we als afsluiter, Het wordt vervolgens uitkijken of een partij dan nog het lef heeft om de onderhandelingstafel te verlaten. Die zal meteen de zwartepiet toegespeeld krijgen. Zouden Bart en Isabel even willen bedenken dat het zijzelf - de media- bepalen wie de zwarte piet krijgt? Wat denkt u, beste lezers, zouden ze de PS of een andere Franstalige partij viseren? CD&V of SP.A? Misschien Groen! dan?
Zouden ze nu werkelijk denken dat de lezers zo dom zijn? En, als het zo is, waarom kopen die dan nog een kwaliteitskrant? … Juist!

In Knack (10 nov) mogen de socialisten mea culpa slaan. Je weet maar nooit dat de rode ridder mislukt en er verkiezingen komen. We hebben de Vlaamse boot gemist, dixit Frank Vandenbroucke. Hoe Vlaams hij dan wel is, lezen we in zijn kaderstukje: op sociaal gebied zul je de drieledigheid van België moeten erkennen, schrijft hij. Voor wie even stilstaat bij deze stelling zal beseffen hoe ingrijpend hij hiermee tégen de Vlaamse wensen ingaat. Vandenbroucke maakt immers van de Brusselse Vlamingen, Vlaamse Brusselaars. Zeer concreet: een Vlaming in Brussel mag niet hetzelfde kindergeld krijgen als een Vlaming die in Vlaanderen woont, zelfs al wonen ze beiden in dezelfde straat. Waarom niet: omdat de Franstaligen niet willen dat er in Brussel een verschil zou zijn tussen Vlamingen en Franstaligen. Daarom blijkt België plotsklaps een nieuw soort Belgen erbij te hebben: de Brusselaars met hun eigen identiteit. Zou het niet eerder zijn dat dit een puur verzinsel is dat toevallig perfect past in het conservatief verhaal van het Belgisch establishment, waaronder de vakbonden en ziekenfondsen, die liefst zo weinig mogelijk willen veranderen aan de ondoorzichtige maar lucratieve Belgische situatie? Hoe zouden ze anders voor bijna 15 % eigenaar geworden zijn van DEXIA bank?

Misschien moet de bekeerde Vlaamse Frank eens vragen aan de Vlamingen in Brussel of ze Nederlandstalige Brusselaars willen worden? In het besef dat het dan gedaan is om van twee walletjes te eten. Zou de SP.A van zijn stelling een verkiezingsboodschap durven maken?

Pjotr