14 december 2010

Voortborduren

Anders Gelezen

Voortborduren op de vorige AG
Ter verduidelijkheid: bij Belgacom haalde het duo Verhofstadt – Vande Lanotte de pensioenkas leeg om het begrotingsgat dicht te rijden met als gevolg dat de pensioenlasten vanaf dan rechtstreeks door begrotingsmiddelen – zeg maar belastinggeld - moeten betaald worden. Vervolgens mag Belgacom via de notionele interestaftrek zijn kapitaal verhogen op kosten (inkomstenderving voor de staat) van het federale budget, bovenop de pensioenlasten. Goed bestuur van de staat of van Belgacom maar onmogelijk goed voor beide! Een lezer reageerde op wat ik schreef over BELGACOM. Hij verwees naar BELGOCONTROL, dat het luchtverkeer regelt en dat geleid wordt door de gecontesteerde afgevaardigde bestuurder van PS signatuur, Jean-Claude Tintin. Zo schrijft deze lezer: Bij Belgocontrol diende de pensioenkas eveneens doorgestort te worden naar de federale schatkist. Daar waren ze in elk geval niet mee opgezet wan ze hebben daarvoor zwaar moeten lenen. Nu nog betalen ze 37 % van de loonmassa aan de schatkist voor de pensioenverplichtingen en moeten ze bij loonsverhoging een nieuwe actuariaatsrekening laten maken om de voorbije periodes in de loopbaan van de betrokken personeelsleden te laten dekken. Ook hier belangenvermenging om het begrotingsgat dicht te rijden en de lasten naar de toekomst door te schuiven. Met dank aan….

Over AB Inbev nog dit: dat ze nauwelijks belastingen hoeven te betalen zou wel eens kunnen samenhangen met de keuze van Brussel voor hun maatschappelijke zetel. En volgens ingewijden zijn het niet enkel de bestuurders die rijkelijk beloond worden. Volgens een insider zijn de ontslagpremies naar Belgische normen duizelingwekkend hoog. Daar iets over gehoord in de media? Ondertussen zo blijkt, is het een kwestie van tijd vooraleer de maatschappelijke zetel verhuist naar het buitenland en dat zou New York kunnen zijn.

Over de grote bedrijven en hun gebrek aan fiscale solidariteit vertelde een journalist volgend verhaal: een van de traditionele politieke partijen nodigde hem uit voor een gesprek. De cruciale vraag was, waarom hij steeds meer vanuit een Vlaamsgezinde invalshoek schreef. Toen hij een boekje open deed over de Belgische ziekte, de voormelde fiscale toestanden bij grote bedrijven, hoe men in Brussel omspringt met de federale dotaties en diverse andere misbruiken aanhaalde, vroeg één van de aanwezige politici ‘waarom weten wij dat niet?’ Dit is geen onschuldige bekentenis van een domme politicus maar van een onwetende. Het illustreert dat zelfs binnen het partijpolitieke apparaat de informatie over de Belgische werkelijkheid selectief of zelfs onbestaande is. Het verklaart mede waarom de traditionele partijen de onderstroom niet meer herkennen. Contradictorisch toch, vermits de politieke partijen nog nooit zoveel bezig waren met hun electorale belangen. Hiervoor is wel een verklaring: electoraal gewin is cruciaal geworden sinds de eraan gekoppelde partijfinanciering. Kennis is macht, onwetenden machteloos.

Mobiliteit
Een van de typische kenmerken van een land dat niet goed functioneert zijn slecht onderhouden wegen, een euvel dat vooral zichtbaar was in de Oostbloklanden. Voor een land dat de logistieke draaischijf wil zijn en dank zij de Antwerpse haven en zijn ligging over veel troeven beschikt, zou mobiliteit een topprioriteit moeten zijn. Het beheer van het wegennet te land in de lucht en ter zee, vergt veel geld en een planning op lange termijn is onontbeerlijk. Een goed functionerend systeem zal dus altijd de horizon van tien à twintig jaar aanhouden. Dat gebeurde de laatste decennia niet in België met als resultaat dat de wegen er op sommige plaatsen bijna even slecht bij liggen als in Roemenië. Daardoor gaat ook heel veel geld verloren aan oplapwerk dat hooguit één seizoen standhoudt. Om die achterstand in te halen wordt er extra druk gezet op de industrie en de gelijktijdige aanpak van talrijke werven – zoals momenteel het geval is – zorgt bij de weggebruikers dan weer voor bijkomende frustraties. Het fileleed wordt er niet minder om.
De Spoorwegen, NMBS, zitten met hetzelfde probleem. Decennialang heeft men steeds voorrang gegeven aan de goede werkvoorwaarden en financiële beloning voor het personeel en was er onvoldoende geld om te investeren in materieel en in infrastructuur. Het resultaat is dat de capaciteit niet meer volstaat en de aankoopprocedures zo lang zijn dat een verbetering tien jaar op zich zal laten wachten. Dat wil in feite zeggen dat de fouten tien, twintig jaar geleden zijn gemaakt. Ook inzake veiligheid werd er geblunderd en over het goederentransport horen we alleen maar slecht nieuws hoewel dit ooit werd voorgesteld als de toekomst, een bron van inkomsten of was het megalomanie?
Ook het luchtverkeer in Zaventem kampt met structurele problemen. Strakke regels voor het overvliegen van bewoond gebied heeft een prijs en wellicht is er geen plaats voor vrachtvervoer. Verhuizen naar Luik waar nachtvluchten geen probleem vormen (behalve voor bewoners aan de Vlaamse kant van de taalgrens) is de oplossing. Tenzij Vlaanderen zou investeren in een eigen vrachtluchthaven annex logistieke draaischijf in plaats van geld te verkwisten aan regionale luchthavens te Antwerpen en Oostende die economisch weinig voorstellen. De zakenvluchten kunnen evengoed vanuit Zaventem eens de in aanbouw zijnde snelle treinverbinding klaar is.
NIMBY, zorgt ervoor dat het protest bij elk project onvermijdelijk is geworden, maar toch beseffen de ‘politieke planners’ niet dat je dit verschijnsel niet kunt aanpakken door eerst te beslissen en vervolgens de keuze zo lang mogelijk geheim te houden. Dan ontstaat er geen communicatieprobleem, maar een geloofwaardigheidsprobleem. Wie heeft het nu bij het recht eind in het Lange Wapper verhaal? Wie zal het uiteindelijk betalen?
En waarom niet meer investeren in een echte voorhaven in Zeebrugge zodat we de Nederlandse welwillendheid niet meer nodig hebben. Samen met het grote Vlaamse baaienplan kan het de motor worden van een dynamische industriële ontwikkeling voor deze eeuw.
Zonder te vervallen in een oeverloze discussie moet het duidelijk zijn dat een beleid dat vooral aandacht heeft voor de mensen en te weinig aandacht voor het patrimonium snel botst op de grenzen van goed beleid. Bijkomend probleem is dat de personeelskosten nauwelijks samendrukbaar zijn in een staatsbedrijf, zoals de NMBS, dat in de feiten bestuurd wordt door de vakbonden en een gepolitiseerde beheerraad. Volgens getuigen in Knack zit daar nog een communautair reukje aan. Zucht.

Belastingen
DT meldt (9/12) dat de Belgische schatkist elk jaar 3,6 miljard euro verliest door allerlei fiscale aftrekken. Dat is 10 procent van de personenbelasting die jaarlijks wordt geïnd. In 2009 vulden de Belgen voor maar liefst 14 miljard euro aftrekposten in. Het gaat voornamelijk over zeer veel kleine verminderingen door hypothecaire leningen, dienstencheques, pensioensparen, enz. Zowel deze kortingen als de vroeger reeds aangehaalde ‘belastingvrijstelling’ van de supergrote bedrijven tonen aan dat wij leven in een cultuur van artificiële stimulansen die het globaal fiscaal beleid zeer ingewikkeld maken. Zo wordt het gemakkelijker voor spitstechnologie en fiscale fraudeurs. Voorstellen om die aftrekposten, voordelen in natura en andere ontwijkingsmechanismen af te schaffen botsen op grote weerstand. Een negatief effect van het huidige systeem is de achterstelling van de armsten die niet kunnen genieten van de diverse aftrekmogelijkheden. Aan die laatste categorie is er duidelijk geen gebrek, blijkt uit een bijdrage van Ewald Pironet in Knack (8/12). Volgens Daniëlle Dierckx van de Universiteit Antwerpen zit méér dan 10 % van de Vlamingen onder de armoede grens; 16,4 % in Wallonië. Zelfs de niet of weinig geschoolden die werken riskeren uit de boot te vallen. Toch onaanvaardbaar in een sociaal systeem dat, althans volgens de beheerders ervan, tot het beste van de wereld behoort. Zou ook deze borstklopperij alleen maar een dijzige uitspraak zijn om de wetmatigheden van dit uitsluitingsbeleid te verdoezelen? Een vorm van sociaal gestuurd cliëntelisme dat mikt op de grootste groep en de kleinere groep echte marginalen negeert.

Jurist én populist, het kan. Onthou vooral de naam, Rik Torfs.
Nadat hij in café De Hopper en De Monk enkele pinten trakteerde, vonden zijn vrienden van dS het de moeite waard om aan zijn vermetele daad – no go zones weet je wel - VIER kwaliteitsbladzijden te wijden (dS 4/12). En wat hebben we geleerd, beste lezer? Dat ook een kerkjurist de populist kan uithangen. Wat moeten we onthouden, beste lezer? Niets. Of CD&V zo geloofwaardiger wordt laat ik over aan het oordeel van Koen Meulenaere (Knack – Bladspiegel) die hem al een tijdje in het vizier heeft, al staat hij in de spiegel voorlopig nog in de schaduw van Siegfried van de Brakke grond z.n., 2400 Mol; ook bezoekuur in de Loze Visser z.n., 9000 Gent. Is Brakke nu een mol of een stropke?

De jonge collega senator, Peter Van Rompuy, is het alvast niet eens met Torfs. Maar ook bij hem las ik géén woord over zijn eigen communautaire visie: een Vlaamse CD&V of een Belgische staatsdragende? Ondertussen vernamen we dat de ACW expert van CD&V die zetelt in de expertengroep, druk uitoefende op Wouter Beke om toch maar het voorstel van Vande Lanotte te aanvaarden. Er was bijkomend advies van andere experten nodig én een onderhoud met Kris Peeters om CD&V op zijn Vlaamsgezinde lijn te houden. Nu we Cortebeeckx & Co niet meer horen in de media, blijven ze achter de schermen grote druk uitoefenen om Vlaanderen opnieuw een copmpromis à la belge te doen slikken.

Der Spiegel
En toen verscheen een interview met Bart De Wever in het Duitse weekblad Der Spiegel. Furieus waren de reacties vanuit Franstalige hoek. Volgens Laurette Onckelinckx speelt Bart De Wever met vuur. Dat kan best zo zijn, maar zijzelf speelt wel met het geld van de federale regering of is ze vergeten dat tijdens Paars I zij erin slaagde om maar liefst 800 miljoen euro (jawel, achthonderd miljoen) te schenken aan de Waalse ziekenhuizen om pas nadien te beseffen dat er in Vlaanderen ook ziekenhuizen zijn.

Hoe dikwijls hebben de Franstaligen Vlaanderen niet ten onrechte zwart gemaakt in de buitenlandse pers? Nu ze een koekje van eigen deeg krijgen is het kot te klein. Trouwens de uitspraak van De Wever over het infuus waaraan Wallonië ligt las ik zelf voordien in Franstalige kranten.
Ergerlijk was de manier waarop de Vlaamse media reageerden. Toen VRT nieuwsanker De Vilder tijdens het nieuws op VRT 1 De Wever interviewde was het alleen al aan zijn lichaamstaal duidelijk dat hij het liefst had gespuwd op De Wever. De afkeer was zo duidelijk en zijn afsluiter dat het de fout was van Der Spiegel, was zo gemeen dat zoiets zelfs niet meer lijkt op een interview maar wel op een standrechterlijke veroordeling, in naam van de Vlaamse radio en televisie. Meerdere journalisten sprongen op hun prooi en net zoals het eerder gebeurde met Yves Leterme (zijn uitspraak in Le Monde over de onwilligheid van de Franstaligen om Nederlands te leren) pakten ze De Wever op een zin die ze moedwillig verkeerd vertaalden. Of zijn ze onbekwaam om Duits te begrijpen? Dé uitspraak die leidde tot de grootste controverse in de media las als volgt: Als wij in dergelijke (solche) regering stappen dan verliezen we bij de volgende verkiezingen. ... Onze kiezers willen een drastische verandering. In de kwaliteitskrant dS vertaalde men de uitspraak als volgt (voorpagina dS 13/12): 'Als wij in een federale regering stappen, is het risico groot dat we de volgende verkiezingen verliezen'.
Geen dergelijke maar gewoon een regering is nochtans geen verwaarloosbare nuance. Het was opvallend dat alleen Guy Tegenbos in zijn commentaar (14/12) de uitspraken relativeerde. Maar de titel op de voorpagina was duidelijk: ‘De Wever in het nauw’.

Het interview was voor de andere onderhandelaars meteen goed voor een zoveelste pleidooi om zo snel mogelijk een compromis te aanvaarden. Waarmee ze ditmaal zelfs niet meer de moeite deden om te verhullen dat ze N-VA viseren en niet de Franstaligen. Of, anders geschreven, ein solches Kompromiss sollte das Ende von N-VA bedeuten.

Wat Vlaanderen nodig heeft in plaats van calimero’s die al blij zijn met een dode mus, zijn staatsmannen die komaf maken met de Belgische ziekte. Die geen groot misbaar maken in de media maar aan de onderhandelingstafel met hun vuist op tafel slaan. Dat is de enige strategie ten aanzien van de verrottingstrategie die de Franstaligen nu al bijna vier jaar lang toepassen. Joost Ballegeer schreef in 2005 een boek met als titel, ‘De Vlamingen, een volk zonder bovenlaag’. Aanbevolen lectuur.

Pjotr
ANDERS GELEZEN