18 februari 2011

Een ander Vlaanderen

ANDERS GELEZEN

In zijn commentaarstukje (dS 14/02) hekelt Guy Tegenbos iedereen die olie op het vuur giet in plaats van op de golven. Gelijk heeft hij, maar achter het negatieve mediakabaal schuilt het drama van België. Aan Franstalige – vooral Brusselse - zijde heeft men duidelijk de strijdbijl nog niet begraven en misbruikt men élke gelegenheid, zoals nu de begrafenis van Marie Rose Morel, om de Vlamingen te schofferen. Ook al focust dS op het feit dat de RTBF zich verontschuldigde – wat de volgende dag ontkent werd - het kwaad is geschied. In dS kreeg Guido Fontein (15/02) de kans om dit recht te zetten en de ware schuldigen aan te duiden: de Franstalige Brusselaars, Le Soir en RTBF op kop. Toch heb ik nooit één dissidente Waalse politieke stem gehoord of gelezen die duidelijk afstand nam van de anti-Vlaamse standpunten die door de RTBF en Le Soir worden ingenomen. Over de krantentitel van Het Laatste Nieuws schrijft hij: “In elk geval is het van de Vlaamse pers uit gezien bijna misdadig dit onderscheid (tussen Walen en Franstalige Brusselaars) niet in acht te nemen, of op zijn minst niet te kennen”. Terechte fout maar dat diezelfde Walen zoete broodjes bakken met de Franstalige Brusselaars – denk maar aan het project Wallo-Brux dat de Vlamingen negeert in Brussel en zo de hoofdstad van het land en van het Vlaams Gewest wil inlijven, lezen we uiteraard niets. Ook Dave Sinardet mag zich roeren in het debat (dS 15/02). “Excuses gaan niets oplossen, maar de RTBF moet hier wel lessen uit trekken”. En hij twittert, “de kop van HLN al even choquerend als RTBF-repo”. We mogen niet veralgemenen zegen ze unisono maar wat doen de RTBF en Le Soir al jarenlang? En vermits de RTBF een officiële zender is, lijkt het mij duidelijk dat zij ten minste de stilzwijgende goedkeuring hebben van hun politieke bestuurders, ook de Waalse.

Over de betekenis van wat werkelijk gebeurde in de kathedraal van A’pen ter gelegenheid van het afscheid van Marie-Rose Morel schreef Jean-Pierre Rondas een stukje in DM (16/02) dat in tegenstelling tot de andere gazettenpraat heel veel diepgang heeft en geschreven door een lid van de Gravensteengroep ongetwijfeld weerklank zal (of zou moeten ) vinden. Twee citaten: “In de Antwerpse kathedraal werd evident niet alleen een persoonlijke tragedie herdacht. Ik vermoedde al hoe daar ook de publieke tragedie van het cordon sanitaire een begin van ontknoping zou kennen. Deze met filosofische drogredenen goedgeprate ideologie die zich tegen een kwart van de bevolking richt. Een schutskring, niet tegen bacillen of ongedierte, maar tegen politiek besmette mensen. Ik voorvoelde hoe deze leer in het drama van de uitvaardienst misschien geknakt zou worden. Deze verwachting werd bewaarheid. We hoorden eerst, bij iemand als een Bart de Wever die het cordon in de feiten in stand helpt te houden, diepe spijt op het menselijke vlak. Het was tussen de overledene en hem tot een breuk gekomen, zei hij, "omwille van trots en partijpolitiek", een andere manier om uit te drukken dat zijn vroegere vriendin zich had geschaard bij een partij waarmee iedereen die nog iets wou betekenen in de Belgische politiek, hoorde te breken. Bitter, bitter griefde het hem”.
“De partijleiders van het Vlaams Belang, die de uitsluiting te ver hebben laten komen, moesten zich op uitdrukkelijke wens van de families ver van deze uitvaart houden. Dat ze zelfs de aflijvige hadden verstoten was hun voorlaatste misrekening geweest. Datzelfde weekend is Filip Dewinter, als een soort tweede Zampano in Fellini's La Strada met diens eeuwig herhaalde circusact, bezig met een megafoonactie tegen de illegaliteit. Hier gaat een partij ten gronde, niet zozeer aan het cordon van buitenaf, maar door de afwijzing van binnenuit. Door de verzoening, in het zicht van de dood, die zich richt tegen alle uitsluiting. De partijstructuur die de Vlaamse Leeuw had gekaapt, krijgt die verzoening nu in het gelaat - en weet uiteraard niet wat ermee aan te vangen. Een foute inschatting te veel. Het cordon zal dus verdampen, in het kader van een grootscheepse hertekening van het Vlaamse partijlandschap. Daarmee zal dan ook een begin zijn gemaakt met het herstel van de parlementaire democratie. Deze hertekening is zelfs een voorwaarde voor de hertekening van de staat België zelf. Tussen beide gebeurtenissen zal er waarschijnlijk geen al te grote tijdspanne liggen. Dit weekend hebben de mensen in en voor de kathedraal niet met de voeten, maar met de handen gestemd. Per applaus hebben ze de uitsluiting weggestemd. Tijd voor een nieuw geluid.”


Paul De Grauwe schrijft in Me Judice (12/02) onder de titel Waarheen met België?, over twee mogelijke scenario’s:
In een eerste scenario slagen de Belgische politici erin om een staatshervorming door te voeren die de conflictpunten tussen de twee gemeenschappen drastisch vermindert. Dit kan alleen door een verder doorgedreven decentralisatie waarbij België een confederatie wordt waarin een beperkt aantal taken gemeenschappelijk blijven (één leger, één koning, één voetbalploeg). Het zal echter buitengewoon moeilijk zijn om hierover consensus te vinden. Wat met de sociale zekerheid, bijvoorbeeld? Wordt deze in dit scenario ook gesplitst? Het wederzijdse vertrouwen tussen de Vlaamse en Franstalige politici is nu zo laag dat het moeilijk in te zien is hoe ze hierover een akkoord kunnen sluiten. De enige factor die dit scenario nog een redelijke kans geeft, is het bestaan van Brussel. Het is voor niemand duidelijk wat er met Brussel moet gebeuren bij een eventuele splitsing van het land. De onmogelijkheid om het probleem Brussel op te lossen zou wel de enige reden kunnen worden waarom het scenario van een Belgische confederatie een zekere realiteitswaarde behoudt.
Het tweede scenario, de splitsing van België, wordt alsmaar realistischer. Het wordt meer en meer duidelijk dat het land onbestuurbaar wordt. De sociale en politieke cohesie is volledig zoek. Er is geen dossier of de Vlaamse en Franstalige politici maken er een strijdpunt van. Het gevolg is politieke verlamming: niets geraakt nog beslist; alles moet uitgesteld worden. Op den duur zullen Belgen langs beide zijden van de taalgrens, ook de overgrote meerderheid die vandaag niet te vinden is voor Vlaamse of Waalse onafhankelijkheid, wel verplicht zijn het onvermijdelijke te aanvaarden, vooral dat het land onbestuurbaar is, en dat deugdelijk bestuur alleen nog mogelijk is door het land te splitsen. Op termijn is dit tweede scenario daarom de meest realistische.

Tegen het licht van de sociaal-economische situatie van België is dergelijke – voor de enen pessimistische en voor de anderen hoopvolle - uitspraak van iemand die niet direct bekend staat als een separatist veelzeggend.

Pjotr

Geen opmerkingen: