07 maart 2011

Het primaatschap van de politieke macht

ANDERS GELEZEN

Het primaatschap van de politieke macht is zo’n essentieel onderdeel van een democratie dat geen enkel democraat mag aanvaarden dat onbetamelijk gedrag door vooraanstaanden dit privilege ondergraaft.

Het is niet de eerste en nog minder de laatste keer dat de media vol staan met commentaren over misbruiken bij de administratie; ditmaal de politiechef Fernand Koekelberg. Maar wie durft verder te kijken dan dit individuele geval, moet zich afvragen waarom zoiets kon gebeuren. Waarom politici nu opeens een oprisping van gestrengheid etaleren?

In DM (7/03) schrijft Yves Desmet onder meer “Als hij zich alles kan permitteren wat niet formeel verboden is, wat let de rest van het korps dan om het voorbeeld van de chef te volgen?”. Een pertinente vraag die echter zoveel hypocrisie verbergt dat het beschamend is voor een politiek commentator om zoiets te schrijven zonder kritische kanttekeningen te plaatsen bij wat gebeurde. Immers, is diezelfde vraag niet even pertinent als het gaat over de bazen van de ambtenaren? Had hij met dezelfde zwier niet kunnen schrijven dat “Als de politicus zich alles kan permitteren wat niet verboden is, wat let de administratie dan om het voorbeeld van hun chefs te volgen?” Of zou Yves Desmet en alle andere commentatoren niet beseffen dat het primaatschap van de politieke macht betekenisloos wordt wanneer de houders ervan dit niet op een hoogstaande, voorbeeldige manier invullen?

Eens anders lezen? Zijn goede vriend, waar Desmet zo graag bij op de schoot zit, voerde als premier een promotiecampagne om Voorzitter van de Europese Commissie te worden. Dat bracht hem naar alle uithoeken van Europa tot zelfs in Ankara. In de 15de Wing Transport te Melsbroek circuleerde indertijd een hardnekkig verhaal over één van die promotiereisjes waarbij deze bevlogen premier wegens panne aan de voorziene Embraer een ander vliegtuig van hetzelfde type diende te nemen dat helaas niet uitgerust was met een ‘bureelkit’. Hij vond dat zo’n onoverkomelijke handicap dat hij de Luchtmacht verplichtte om voor de terugreis een vliegtuig met bureel te laten overvliegen zodat hij tenminste op de terugweg zou kunnen werken.
Wie herinnert zich nog de premier die zijn vliegtuig een ommetje liet maken om een voetbalmatch te kunnen bijwonen?
Wie was ook weer die Vlaamse minister-president die naar Oostenrijk vloog – volgens de aanvraag met een grote delegatie – en daarvoor een groter vliegtuigtype kreeg, maar toen het zover was bleek de delegatie te bestaan uit drie man en een paardenkop.
Wat te denken van leden van Koninklijke Bloede die voor een geschenkje aan de landelijke Rode Kruis Voorzitter beroep doen op de ambassade, wegens nogal krap bij kas voor relatiegeschenken?
Hoe zit het met al die forfaitaire vergoedingen voor zogezegde uitgaven waarvan iedereen weet dat ze gratis verkregen werden?
Hoeveel werkuren én belastinggeld hebben onze diplomaten niet besteed aan en gebruikt voor de promotie van politici voor een of andere internationale job? Kwatongen beweren dat dit de belangrijkste opdrachten zijn voor de grote ambassades, Washington, Berlijn, London en Parijs.
Hoe zit het met al die grote heren van het establishment die nauwelijks belastingen betalen maar wel grote sier maken of reserves aanleggen voor hun nageslacht, terwijl de doorsnee burger heel veel belastingen betaalt en er nauwelijks geld is voor zijn zuur verdiend pensioen? Vrije Beroepen die zich laten voorstaan als een elite maar zichzelf degraderen tot werknemer van hun eigen BVBA (kostprijs één euro) om louter fiscale redenen.

Het lijstje is eindeloos lang en voorbeeldig gevarieerd. Wie dan toch wil schermen met het goede voorbeeld kan niet anders dan helemaal bovenaan beginnen.
Is het niet bij de haren getrokken dat men zo zwaar tilt aan Koekelbergs keuze van zijn naaste medewerkers terwijl het de normaalste zaak is dat politici en om het even welke CEO hun eigen vertrouwelingen kiezen zonder examen? Waarvoor de belangrijkste vereiste van kabinetsmedewerkers loyaliteit is, wat in de realiteit betekent dat ze moeten kunnen horen, zien en vooral zwijgen. Helaas zo blijkt uit reacties van zij die hem beter kennen, zijn dienaars als Koekelberg niet meer van deze tijd. Nu tellen bezieling en onbetaalde overuren niet meer.

Een ander zeer waardoor het primaatschap van de verkozenen worden ondergraven en waarover ik reeds enkele bijdragen schreef is de besluitvorming door sociale partners die het grootste federaal budget - buiten de politiek om – beheren.

In een rechtsstaat is er echter wel respect nodig voor de grondwet en de wetten. Deze rem op de politieke macht wordt echter de laatste tijd genegeerd. Zowel door de ongrondwettelijke verkiezingen als door de beslissingen die de lopende regering neemt zonder dat ze hiervoor kan afgestraft worden. Bizar is dat een begroting opstellen voor de komende jaren wél kan maar volgens minister van Binnenlandse Zaken Turtelboom kan de benoeming van een opvolger voor Koekelberg als politiechef niet. Zou een begroting minder belangrijk zijn dan de politieke verdeling van de postjes in de ambtenarij? Wordt het niet hoog tijd om iets te doen aan deze koehandel die quasi permanent de administratie verlamt?

De Belgische ziekte heeft vele gezichten en telkens opnieuw bewijst men dat ze onuitroeibaar is. Helaas wordt allengs duidelijk dat deze ziekte niet alleen persistent is maar ook zeer besmettelijk en een slechte leerschool was en blijft voor de Vlaamse beleidsverantwoordelijken. Een beter Vlaanderen waar elke weldenkende Vlaming van droomt kan niet als men ook in deze kwestie niet durft breken met deze ziekte en kiest voor een apolitieke functionele administratie die zich loyaal én enthousiast kwijt van haar taken. Opkijkt naar de hoogstaande politieke beleidsvoerders in plaats van zich te verkneukelen telkens wanneer opnieuw een wet onuitvoerbaar blijkt of – wat in feite nog erger is – weinig ethisch gedrag toelaat.

Pjotr