16 juni 2011

Enkele overwegingen

ANDERS GELEZEN

Heuglijk nieuws! dS heeft een nieuwe ombudsman, Tom Naegels. Als columnist liet hij zich reeds opmerken en nu mogen we van hem verwachten dat hij de kritiek van de lezers ernstig zal nemen. Dat is alvast zijn intentie. Het was daarom een kleine moeite om hem via mail te feliciteren met zijn opdracht en hem meteen de nieuwe e-versie van mijn boek “dS anders gelezen” op te sturen. Ik hoop dat hij als ombudsman meer belangstelling en respect heeft voor de overwegingen van een lezer dan de redactie die zich hult in een stilzwijgen onder het motto ‘spreken is zilver, doodzwijgen is goud’. Wordt vervolgd?

Enkele heren van stand kwamen reeds tot de conclusie dat verkiezingen een te grote rol spelen in de nationale politiek. En dan nog al die versnippering! De huidige impasse biedt hen de kans om te schieten op het kiessysteem. Opnieuw heet het dat de politieke partijen als konijnen gefixeerd worden door de lichtbak, de verkiezingen. Dat klopt en het wordt hoog tijd dat men zich hieromtrent vragen stelt. De juiste vragen. Eén reden weten ze want ze hebben het zelf gewild: de partijdotaties waardoor de kiezers in de eerste plaats geld betekenen voor de instandhouding van de partij. Daardoor werd de particratie meteen de geldbron voor het politiek leven van de partijgenoten die zo herleid werden tot partijvazallen. Deze dotatie zorgt voor een ongelooflijke behoudsgezindheid en het geld - dat vele monden voedt – werd belangrijker dan de boodschap. Daarenboven zorgt ze voor kortzichtigheid en schuwt men alle risico’s die zouden kunnen leiden tot een reductie van de partij-inkomsten. Net zoals een bedrijf kan ook een partij niet functioneren wanneer het afhankelijk is van onzekere inkomsten. Wie de moeite doet om hierover na te denken zou kunnen tot volgende conclusie komen: partijen hebben zoveel eigenbelangen dat ze nauwelijks nog kunnen bezig zijn met het algemeen belang. Net zoals de nomenclatura in Oostenrijk het resultaat was van een onderlinge machts- en geldverdeling tussen socialisten en christendemocraten, zo heeft de particratie in België, dank zij hun geld, een afstompend effect gehad op de partijleden en sympathisanten. Het doet mij terugdenken aan de communistische tijd waar individuen elk initiatief schuwden om buiten de lijntjes kleurden. Waar apathie een vorm van overleven was. Schaf in godsnaam die dotaties af of herleidt ze tot een minimaal gedeelte van de inkomsten. Laat leden zelf voor hun geld zorgen, opdat ze ook een stem zouden hebben!

Zopas gehoord op Radio 1, Deleuze (Ecolo) heeft geen bezwaar tegen NV-A deelname aan de regering, want het is een democratische partij die veel stemmen haalde. Een beetje kritische journalist had hem kunnen vragen of er dan wel ondemocratische partijen bestaan in België. Want laten we wel wezen, toen Groen, gesteund door de andere traditionele politieke partijen, indertijd het Vlaams Belang de toegang tot machtsdeelname ontzegden, betekent nog niet dat de partij en de verkozenen niet democratisch zijn. Een politiek cordon sanitaire, omwille van het programma van deze partij, heeft het voordeel van de duidelijkheid en is democratisch, maar het nadeel is wel dat aan de onderhandelingstafel elke stem voor het VB een verloren stem is. Dat de media echter het VB uitsluiten is een heel ander verhaal. Dergelijke uitsluiting betekent het monddood maken van een democratische partij en dat zou voor iedereen die belang hecht aan de vrije meningsuiting wel een groot probleem moeten zijn.

Fhilippe Van Parijs, PAVIA woordvoerder in dS 14/06, is gerust in het voortbestaan van België want zo bloklettert dS: ‘Omdat Brussel ons Jeruzalem is’. Misschien zou hij dan eens moeten duidelijk maken wie de Joden en de Palestijnen zijn in zijn verhaal. Wie aan expansionisme doet? Het inspireerde Johan Sanctorum alvast om in zijn gekende stijl een wederwoord te schrijven; De “ondeelbaarheid van Jeruzalem” (te lezen in Res Publica). Het leest zo: In wezen bespeelt hij oude, versleten thema’s: de non-identiteit van België is zijn eigenlijke identiteit, het institutioneel-complexe zijn rijkdom. Er is geen organische cohesie, enkel een “solidariteit” die moet worden opgelegd. Dat is een perverse redenering die het blijft doen bij oude Belgicisten: het sympathieke van een kunstnatie. Alleen het surrealisme werd even niet van stal gehaald, om te bewijzen hoe kunstzinnig inefficiënt bestuur kan zijn. (…) Drie frontale aanvallen in drie dagen op het Vlaams republikanisme, in dé krant die zich het label “kwaliteitskrant” aanmeet. Dat kan geen toeval zijn. En alle drie hebben ze iets van een tragi-komisch gespartel tegen de logica van de geschiedenis in. De van de pot gerukte metafoor van “Brussel als ons Jeruzalem”, voorbestemd om gedeeld te worden door een Vlaamse en een francofone “etnie” (sic), maakt van een simpele boedelscheidingsoperatie een mystiek taboe.

Het initiatief van historicus David Reybrouck en PAVIA lid Dave Sinardet samen met enkele Vlaamse vedetten om die onmachtige politici aan de kant te zetten en via het initiatief G1000 aan de goegemeente te laten weten hoe de staatshervorming er moet uitzien, heeft veel weg van een antidemocratisch initiatief van een elite die zich verheven voelt boven politiek en maatschappij. In Doorbraak reageerde Roger Van Houtte (gewezen journalist en NV-A medewerker) hierop bijzonder scherp: Er is een duidelijke afwijzing van de representatieve democratie, nochtans een vertrekpunt in alle westerse democratieën. De G100 spreekt onomwonden van de 'dictatuur van de verkiezingen'. Er zijn in België lokale verkiezingen (gemeenteraden en provincieraden samen), deelstaatverkiezingen (dan nog samen met de Europese) en federale verkiezingen. Niet meer dan in een ander democratisch bestel. “Democratie is verworden tot de dictatuur van de verkiezingen”, zo staat het zwart op wit als conclusie van deze ‘burgeranalyse’. (…) Er groeit wel degelijk een soort beweging, die men naar analogie van de eurosceptische beweging met een neologisme ‘demosceptisch’ zou kunnen noemen, nog in de hand gewerkt door peilingen die al jaren bestaan en nu plots ook een gevaar zijn, terwijl ze dat vroeger nooit waren, zeker niet in de dominante media. Maar die peilingen geven vooralsnog geen enkele hoop voor de voorstanders van het Belgische consensusmodel, wel integendeel.Hier speelt de bittere ontgoocheling omdat België zich maar niet kan herpakken. Het is dus echt de schuld van de kiezer. Een door marketeers gekozen elite van 1000 - een oligarchie (ολιγος (oligos) = weinig en αρχειν (archein) = heersen) zoals Aristoteles dat in het oude Griekenland noemde - moet dan in de plaats komen van de vertegenwoordigende democratie. Als je tegen de initiatiefnemers zou zeggen dat dit een beetje ruikt naar de jaren dertig in Duitsland, zouden ze briesen van verontwaardiging.
De eerste ondertekenaars zijn met 26, vrijwel allemaal komende uit de artistieke en de mediawereld, met nog een paar docenten, studenten en postmoderne marketing-managers. Er zijn er 13 bij met Nederlands als ‘moedertaal’ en zelfs één met een dubbele moedertaal Turks-Nederlands. (…) maar als men per se een uitverkoren groep van 1000 mensen wil selecteren, die deze vorm van burgerdemocratie moeten belichamen, dan zouden daar ongeveer 600 Vlamingen moeten bij zijn en van die 600 ook stilaan 250 die aansluiting vinden bij het Vlaams-nationalisme. En dan moet je geen genoegen nemen met alleen maar prof. Sinardet of prof. Van Drooghenbroeck of docenten en assistenten van de ULB en de UCL, maar dan moet je ook prof. Storme of Vuye of Maddens in uw rangen hebben.


Over Sinardet las ik in Trends dat hij zichzelf situeert als een Vlaamsgezinde die meer zou splitsen dan herfederaliseren. Toch bizar dat zoveel anderen hem anders zien; als een Belgicist die zijn column in dS vooral misbruikt als PAVIA lid. Een politiek heraut in plaats van een neutraal academicus.Opvallend anders dan zijn collega hoogleraar Carl Devos – nochtans ook lid van de PAVIA groep – die zoals een lezer in dS online opmerkte “En voor wie neutraliteit in een politicoloog als hoogste goed ziet is er nog altijd de onvolprezen Carl Devos, die altijd zijn best doet om zijn eigen meningen weg te cijferen.” Sinardet daarentegen geeft meer blijk van politieke vooringenomenheid en iemand die kickt op publieke optredens. Jammer dat hij veel zinnige commentaren afwisselt met een anti-Vlaamse retoriek.


Pjotr
ANDERS GELEZEN

13 juni 2011

Een jaartje later

ANDERS GELEZEN

Voorpagina dS op vrijdag 10 juni: Nieuwe NV-A – kiezer minder Vlaams. Eindelijk wordt gedeeltelijk de sluier gelicht over de enquête die gevoerd werd door de KULeuven na de verkiezingen van 13 juni 2010. Toen Dave Sinardet hierover reeds berichtte in 2010 vroeg ik hem om uitleg over de methode en de gestelde vragen. Deze waren toen niet beschikbaar voor het gewone volk, comfortabel voor de academicus die dan mag pronken met zijn kennis, maar niet zo leuk voor de kritische lezers.

Verbazingwekkend dat DS hier groot nieuws van maakt vermits zowat een jaar geleden deze peiling reeds onderhevig was aan zware kritiek, onder meer in Knack. Even de twee belangrijkste bezwaren herhalen:
Tussen de stemming in juni 2010 en de enquête liggen minstens drie maand (na het zomerverlof) en een groot deel van de ondervraagden werden pas dit jaar gecontacteerd. Is het fout te denken dat de doorsnee kiezers dan al een beetje vergeten zijn waarom ze voor NV-A stemden, of achteraf hun motivatie veranderden?
Tweede bezwaar, de opsplitsing van de intenties per onderwerp verbergt soms de samenhang tussen socio-economische en communautaire onderwerpen. Het isoleren van de communautaire problemen is fout want ook de problemen met Justitie, het arbeidsbeleid, migratie en belastingen kunnen evengoed gelezen worden als een onderdeel van de communautaire problemen omdat de visie tussen Noord en Zuid in elke van deze domeinen verschillen. Bewust of onbewust wordt zo de communautaire factor gereduceerd tot een niveau die niet overeenstemt met de realiteit. De recente peilingen naar de kiesintenties - één jaar na de verkiezingen - maken duidelijk dat de bevolking alvast meer belang hecht aan de globale communautaire problemen dan vele Belgischgezinde opiniemakers in de Nederlandstalige pers ons willen doen geloven.

Zaterdag 11 juni, aan de vooravond van de eerste verjaardag van de laatste federale verkiezingen kreeg DS “Een postzak brieven voor Di Rupo en De Wever”. Interessante lectuur, maar dan anders gelezen.
De voor- en tegenstanders van De Wever even tellen:
Welgeteld twee steunen De Wever en NV-A in hun brief aan De Wever/Di Rupo (Jan Verheyen en Ignace Van Doorselaere, CEO Van De Velde). Eén moedige (JP Rondas) verstaat het zelfs om Di Rupo onverkort als de schuldige aan te wijzen voor de impasse. De overgrote meerderheid van de briefschrijvers die dS selecteerde (?) behoren, al of niet omfloerst, niet tot de politieke vriendenkring van De Wever. Hieronder enkele politici, zoals Herman Van Rompuy met een haiku, Philippe Moureaux en verbeten NV-A criticus Karel De Gucht. Dan negeer ik nog de brief van ‘nooit weggeweest’ Miet Smet, CD&V. Van de kunstenaars weten we dat ze een hekel hebben aan De Wever en CO. Brigitte Raskin verstaat het zelfs om toe te geven dat ze niet precies weet waar de knoop zit, maar het belet haar niet om De Wever te verwijten dat hij niet de man van kaliber is die de knoop kan ontwarren of desnoods door te hakken. “U kunt een goed historicus zijn, u bent geen goed politicus, laat staan een staatsman”. Bravo Brigitte dat u hem eens flink de oren wast, tenminste als u ons ook wil laten weten welke staatsman wel boven de partijpolitiek uitstijgt? Maar de mooiste selectie – althans volgens de redactie van dS - is ongetwijfeld de protestsong van Daan. “Jouw land is niet mijn land want jouw land is een landmijn”. dS vond deze song zo geweldig dat ze deze niet enkel publiceert maar ook nog eens een download gratis aanbiedt aan de lezers. Ongetwijfeld met een meegaande knipoog naar Thomas Leysen, grote baas van dS, die al evenmin een vriend is van NV-A en De Wever. Kortom dS als establishment krant op zijn best.

Na al die commentaren vragen de lezers zich ongetwijfeld af waarom de pers in Vlaanderen zoveel schroom heeft om de Franstaligen en Di Rupo in het bijzonder te ontzien, terwijl in Wallonië alleen NV-A de schuldige is. Laat het duidelijk zijn: heel veel bekende en minder bekende Vlamingen (de meerderheid) wiens mening weinig aan bod komt willen niet langer dat de PS de toon zet in België. Deze onderstroom is voor elke weldenkende Vlaming duidelijk: hoog tijd dat Vlaanderen zelf mag beslissen over zijn toekomst.

Ook de buitenlandse pers deed beroep op Belgische politici (o.a. Leterme en Vande Lanotte) om de politieke impasse voor hun lezers te verduidelijken. Dat Leterme in Trouw vindt dat het niet normaal is dat hij als premier in lopende zaken hard moet werken terwijl de anderen (lees De Wever) niks doen zal veel kwaad bloed zetten.

Ik begin mij zo stilaan af te vragen of sommigen binnen CD&V eigenlijk wel een oplossing willen met NV-A. Het zou de persoonlijke ambities van enkele tenoren alvast goed uitkomen mocht dat niet gebeuren. De onderlinge discussies aan Vlaamse kant doen mij denken aan een pertinente opmerking van blogger Filip van Laenen die onlangs schreef dat de Vlamingen front vormen om mekaars eisen af te zwakken terwijl de Franstaligen deze blokvorming gebruiken om hun partijpolitieke eisen op te tellen.

We staan gewoon nergens en dat is niet eens een slecht teken voor wie wel een compromis wil als het ook beter bestuur en veel meer autonomie betekent voor Vlaanderen.

Pjotr
ANDERS GELEZEN