02 september 2011

Een land dat geen staat wil zijn

ANDERS GELEZEN

Laten we beginnen daar waar Vlaams minister Geert Bourgeois in dS (31/08) mee eindigt: "Springen deze onderhandelingen af, dan zijn wij bereid onze verantwoordelijkheid op te nemen. Maar dan willen we een echte Copernicaanse hervorming, een confederaal model." Toch jammer dat N-VA pas nu op deze gedachte komt en niet op het moment dat Bart De Wever zijn voorstel op de onderhandelingstafel legde.

Zou het kunnen dat N-VA nu CD&V achterna loopt? Lang geleden reeds koos de CVP in Kortrijk voor het confederalisme als de toekomst voor België. Vorige zondag, was het opnieuw verzamelen geblazen in Kortrijk, ditmaal naar aanleiding van de 10 jaar vervelling tot CD&V. Vooral die laatste letter, de V, staat onder druk nu Wouter Beke aanvaardde om verder te onderhandelen op basis van de nota Di Rupo. Een zoveelste kramakkelig compromis ligt in het verschiet, ook al wil Beke ongetwijfeld ‘het onderste uit de kan’ halen. Reden voor de mislukking is niet zijn onvermogen, maar de onmogelijkheid om met een ‘compromis à la belge’ nog enig enthousiasme los te weken, integendeel, het zal de polarisatie nog doen toenemen. Vergeten is de bevlogen gedachte van een confederalisme dat gebaseerd is op een maatschappelijk kapitaal, een gedeelde visie, essentieel voor elk land dat een staat wil zijn.

Stefaan Declerck, voormalig voorzitter, promootte destijds de confederale gedachte en ook recentelijk verwees hij in dS naar het voorbeeld van de samenwerking tussen de grensoverschrijdende regio’s Lille en Kortrijk. Een belangrijk initiatief dat echter niet kan vergeleken worden met de opgedrongen federale samenwerking. Immers de samenwerking die hij als voorbeeld stelt is gebaseerd op een gedeelde visie om samen te werken in een toch wel beperkt en welomschreven domein, terwijl het de gemeenschappen in België precies aan een gemeenschappelijke visie ontbreekt. Daarom durven de onderhandelaars niet de grote bakens verplaatsen en verliezen ze zich liever in complexe details (waarvan gewone mensen en zelfs partijvoorzitters nauwelijks nog de draagwijdte kunnen inschatten) die het bouwvallig geheel hoogstens tijdelijk kunnen ondersteunen. Geen enkel politicus kan zo nog een verhaal brengen dat aanslaat; waar weldenkende Vlamingen en Franstaligen zich kunnen aan opwarmen. Hoe is het zover kunnen komen dat de piste van CD&V - het confederalistisch model - verlaten werd? Begraven in de catacomben van het partijhoofdkwartier en na de verhuis definitief samen met het groot vuil aan de deur werd gezet? Had deze gedeelde gedachte niet de grondslag kunnen en moeten zijn van een vrijwillige samenwerking binnen het succesvolle kartel CD&V/N-VA in plaats van mekaar te laten uiteenspelen door de Franstaligen?

Nu zou de nieuwe garde, Rik Torfs in godsnaam, een nieuw verhaal moeten schrijven. Tijdens een recent radio-interview gebruikte hij meermaals het woord populisme om de Vlaamse concurrent, N-VA, te karakteriseren. Is hij al vergeten dat hij zelf tijdens zijn kroegentocht in verkiezingstijd niet bepaald de indruk gaf van een gedegen politicus die wat beters te doen had dan cafépraat verkopen? Hoe kan hij CD&V opnieuw ‘een smoel geven’ zonder de moed te hebben om afstand te nemen van de vorige compromissen die met de CVP tot stand kwamen en vooral de polarisatie tussen de gemeenschappen aanwakkerden. Compromissen waardoor Vlaanderen politiek monddood werd gemaakt. Hoe kan CD&V die weg – waar de kracht van een gedeelde visie en vrijwillig engagement vervangen werd door politiek broddelwerk - verder bewandelen zonder zichzelf te verliezen?

Ondertussen blijkt dat Vlaanderen zichzelf in de voet schoot door budgettair de beste leerling te willen zijn terwijl Franstalig België - terecht vanuit hun visie - vond dat de economische heropleving belangrijker was dan besparen. Zo werd de federale kas belast met een bijkomende hypotheek van een kleine twee miljard euro. En wie anders dan Vlaanderen zal – ondanks alle stoere taal - het grootste deel van dit bijkomend tekort moeten dragen? Vanzelfsprekend zal het verpakt worden in een of ander ondoorzichtig amalgaam van financieringsmaatregelen en wees maar gerust: de Franstaligen zullen er niet armer van worden en voor wie het mocht vergeten zijn, de Brusselaars eisen daar nog een pak bovenop. Wie daarmee akkoord gaat heeft zelfs geen staat meer nodig, laat staan politici.

Voor wie het mocht vergeten zijn: de onderhandelingen gaan eveneens over een regeringsvorming en dus is het tijd voor de prijsuitreiking: Vande Lanotte minister van begroting en Caroline Gennez krijgt dan het departement pensioenen of klimaat? Wie bekommert zich op zo'n moment nog om de Vlaamse verzuchtingen?

Wanneer politici blijven spelen met het Vlaams maatschappelijk draagvlak, evolueren we in de richting van een andere weg zoals beschreven in “De Kwantumsprong, de wet breken om recht te halen”. Een gedurfde maar goed onderbouwde visie van een jeugdige flamingant Brecht Arnaert, dat binnenkort verschijnt. Voor zijn zoektocht naar de axioma’s van het samenleven en de verschillen tussen wettelijkheid en recht ging hij te rade bij onder meer de Joods-Russische schrijftster en filosofe Aynd Rand, geboren Alissa Rosenbaum.

Pjotr