28 september 2011

Confederalisme à la Reynebeau

ANDERS GELEZEN


In dS online liet FDF-voorzitter Olivier Maingain optekenen dat hij niet te spreken is over de akkoorden die de federale onderhandelaars de jongste dagen hebben afgesloten. 'Een enorme stap richting confederalisme', beweert hij. Enkele dagen voordien (10/11) schreef Reynebeau een opiniestukje in dS waarin hij poneert dat confederalisme een wat bedrieglijke naam is voor separatisme, want een land moet natuurlijk eerst worden opgesplitst vooraleer het weer kan worden geconfedereerd. Nogal kort door de bocht voor een opiniemaker die zich profileert als de journalist-schoolmeester. Even anders lezen.


Het confederaal model waar CD&V mee uitpakte tien jaar geleden zag een toekomst voor de Belgische staatsstructuur door de beleidsdomeinen netjes te verdelen tussen de Belgische regering en de deelstaten, zijnde Vlaanderen en Wallonië. In feite is dat niets anders dan de invulling van artikel 35 van de Grondwet. Het grote verschil met het huidige imbroglio is dat in deze structuur volledige beleidsdomeinen met alle bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan éénenkel beleidsniveau worden toegekend. Dat betekent dat Vlaanderen en Wallonië voor de toegekende domeinen zelfstandig worden en een onafhankelijk beleid kunnen voeren. Het Belgisch niveau blijft bevoegd en verantwoordelijk voor de domeinen die grondwettelijk op dit niveau behouden blijven. Het is geen zuiver federalisme want de deelstaten zijn niet meer ondergeschikt maar nevengeschikt aan het Belgisch niveau. Het is evenmin confederalisme want de deelstaten hebben zich via het artikel 35 van de Grondwet, verplicht tot samenwerking.


Maar is separatisme hetzelfde als confederalisme zoals Reynebeau beweert? Dat is nogal kort door de bocht maar verklaarbaar want deze visie past perfect in de Belgicistische denkwereld. De bedoeling is immers om iedereen in dezelfde zak ‘de separatisten’ te kunnen steken. Intellectueel niet proper want er zijn toch maar 15% separatisten (dixit diezelfde Reynebeau) terwijl er meer dan 30 % kiezen voor N-VA? Een intentieproces dat niet past voor een journalist die zelfs in zijn opiniestukjes meer afstand zou moeten bewaren wil hij geloofwaardig blijven.


Vooreerst betekent separatisme de oprichting van een onafhankelijk Vlaanderen en het verdwijnen van België. Het zijn toch de Belgicisten, waaronder Reynebeau, die deze bewering al jaren volhouden in de media en eraan toevoegen dat ze ‘quantité négligeable’ zijn. Hoe kan Reynebeau dan separatisme gelijkstellen met confederalisme? Immers, een confederaal België betekent niet het verdwijnen van België. Net zoals Zwitserland nog steeds bestaat als een confederatie met specifieke afspraken over de samenwerking tussen de confederale entiteiten. Wat wél waar is, dat de geconfedereerde deelgebieden niet meer verplicht zijn tot samenwerking zoals in een federale structuur en dus slechts datgene samen doen waar ze eenzelfde visie over hebben en de samenwerking – dank zij onder meer de schaalvergroting - een voordeel oplevert voor alle partijen. En hier knelt natuurlijk het schoentje bij de Belgicisten: namelijk hun angst dat in een structuur waarin de samenwerking niet meer kan afgedwongen of afgekocht worden door een of andere deelstaat, België zal ophouden te bestaan. Bij gebrek aan een gemeenschappelijke visie of omdat er geen schaalvoordelen zijn die opwegen tegen de kostprijs van dit niveau.


Is deze angst gewettigd? Het risico bestaat inderdaad dat België dan verdwijnt. Maar diverse voorbeelden uit het verleden (Duitsland, USA, …) tonen aan dat vanuit een confederale structuur ook het omgekeerde mogelijk is, namelijk dat het aantal domeinen waarin samengewerkt wordt, met de tijd toenemen in plaats van af te nemen.


Wat is er overigens mis met een (confederale) vrijwillige samenwerking? In het huidig België dat enkel aaneenhangt door ingewikkelde, onwerkbare compromissen die water en vuur pogen te verzoenen en beschermd worden door wettelijke grendels waardoor elke vorm van vrijwillige samenwerking onmogelijk wordt. De notie ‘vrijwillig’ lijkt wel een gruwel voor al wie bang is van democratie, transparant en efficiënt bestuur, rechtsregels die de rechtvaardigheid dienen, maatschappelijke afspraken die het wederzijds respect ondersteunen in plaats van tegen te werken, en ga zo maar door.


Zijn de Vlamingen tegen vrijwillige samenwerking? Als men peilingen houdt om te weten hoeveel separatisten er zijn, waarom ook niet eens peilen naar de voor- en tegenstanders van een confederale samenwerking die, per definitie, berust op vrijwilligheid? Of is de academische vrijheid van onze talrijke Belgischgezinde academici te gevaarlijk voor het Belgisch establishment? Zou het utopisch zijn om te denken dat een meerderheid van de Vlamingen deze oplossing wél ziet zitten?


Maar in plaats van dit positieve confederaal verhaal, blijven we steken in compromissen. Is er geen sprake van een propere splitsing van BHV die de gemoederen zal bedaren. Of kunnen we Charles Michel, voorzitter MR, misverstaan wanneer hij verklaart in dS (26/09 'Het is net aan de onderhandelingstafel dat we vastbesloten de rechten en belangen van de Franstaligen kunnen blijven beschermen', wierp hij op. 'De herfinanciering van Brussel en de creatie van een metropolitane gemeenschap voor heel Brabant, dat zijn geen blaasjes.'


Bij Bart Maddens (deredactie.be) klinkt het zo: “In 1970 werd het principe van de gewestvorming ingeschreven in de Grondwet. De Vlaamse politici susten meteen : niet bang zijn, de gewesten worden louter adviserende of uitvoerende instanties. Van een federalisme met drie is geen sprake ! Maar na veertig jaar geduw en getrek van de Franstaligen is het daar uiteindelijk wel op uitgedraaid. En amper is het zover, of de geschiedenis van 1970 kan herbeginnen : er wordt alweer een nieuwe instelling gecreëerd en institutioneel gebetonneerd : de Communauté Métropolitaine. En de Vlaamse politici sussen meteen : niet bang zijn, dat is enkel maar een overlegorgaan. Van een uitbreiding van Brussel is geen sprake ! Maar morgen begint het geduw en getrek van de Franstaligen om de Communauté Métropolitaine meer macht te geven. De institutionele kiemen voor groot-Brussel zijn gelegd en kunnen langzaam beginnen te groeien. Tot op het punt dat het Brussels gewest zal samenvallen met de vroegere provincie Brabant, in pakweg 2051.”


Pjotr


Anders Gelezen