15 november 2011

Is medeleven onbetaalbaar

ANDERS GELEZEN

Het aantal opiniemakers die oproepen tot verdraagzaamheid en solidariteit is nauwelijks bij te houden. Meer zelfs, ook de bevolking heeft doorgaans weinig moeite met beide. Waarom deze begrippen toch zoveel aandacht krijgen blijft een interessante vraag. Wanneer is kritiek een blijk van onverdraagzaamheid en respect voor regels een gebrek aan solidariteit. Even anders lezen …

De overleden VB politica Mari-Rose Morel kwam indertijd op voor een allochtoon kind dat men wou terugsturen naar het thuisland, alhoewel haar partij een zeer streng terugkeerbeleid propageert. Wanneer problemen een gezicht krijgen haalt menselijkheid dikwijls de bovenhand. Wanneer iemand zijn best doet – bij voorbeeld Di Rupo die zijn best doet om Nederlands te leren – is dat voor velen voldoende om verdraagzaam te zijn. Al wie Di Rupo persoonlijk kent zegt dat hij een aimabel man is en zo iemand hoeft – in naam van de verdraagzaamheid - dan ook geen Nederlands te kennen? Wat beide begrippen in al hun gedaanten gemeen hebben is niet de aversie van het grote publiek maar het misbruik dat ervan gemaakt wordt. Solidariteit noch verdraagzaamheid zijn het probleem maar wel het gebrek aan grenzen. Grenzen die voor alle duidelijkheid niet enkel terug te voeren zijn tot regels en normen.

Wie pleit voor solidariteit en verdraagzaamheid zou daarom eerst de grenzen moeten vastleggen: de morele limiet tot waar ze moeten reiken. Helaas ontbreekt het in vele gevallen aan duidelijke regels en worden normen in sommige gevallen geïnterpreteerd als een vorm van racisme. Nochtans mag het geen opgelegde beslissing zijn maar een maatschappelijk gedragen vanzelfsprekendheid. In dit braakliggend terrein tussen het moreel vanzelfsprekende en het misbruik van deze begrippen wordt in de media zelden ten gronde gedebatteerd.

In dS kon men op 12 november een bijdrage lezen over de problemen in rusthuizen. “Rusthuis Tristesse” of verkommeren voor 44 euro per dag. Dat rusthuisbewoners soms minder goed behandeld worden is geen loze klacht. Dat ze (en de familie) hiermee niet naar buiten durven komen uit vrees voor nog minder aandacht of zelfs pesterijen is ook juist. Daartegenover staat dat er veel goed werk verricht wordt, zoals de maandag daarna stond te lezen op de opiniebladzijden van dS. “Hoe wij oude mensen elke dag uit de eenzaamheid tillen” schreven Peter Degadt en Guido Van Oevelen, gedelegeerd bestuurder en voorzitter Zorgnet Vlaanderen. Het was volgens hen verkeerd om de fouten te veralgemenen. Ze verwezen eveneens naar de nood aan een zorgzame omgeving, familie en vrijwilligers die de rusthuizen en ander zorginstellingen helpen bij de zinvolle invulling van het dagelijks leven. Op zich een bekentenis dat de rusthuizen niet de middelen hebben om zelf te zorgen voor een volwaardige menselijke opvang. Waar ligt de scheidslijn tussen het aanvaardbare en het onaanvaardbare? Kritiek die aanvaard wordt als een stimulans om beter te doen is niet vanzelfsprekend. Precies daarom is het goed dat een krant ook kritiek laat horen. Het mag geen taboe zijn en de talrijke goede voorbeelden doen niets af aan de gebreken die voor individuen zo zwaar om dragen zijn. Afhangen van de welwillendheid van anderen is op zich al erg.

Ervaringsdeskundigen beseffen echter dat goede regels en normen niet volstaan. Zorgbehoevende patiënten in ziekenhuizen, opvangcentra en rusthuizen hebben recht op een correcte behandeling en verzorging. Daarvoor hoeft men niet te danken, men betaalt ervoor. Maar er zijn geen regels noch normen om het medeleven van het personeel te meten en te belonen. Daarvoor kan men alleen dankuwel zeggen of vloeken wanneer het ontbreekt. Nochtans is deze betrokkenheid minstens even belangrijk als de opgelegde materiële normen. Over de empathie of het ontbreken ervan zijn talrijke zowel positieve als schrijnende voorbeelden aan te halen. Ook al ken ik persoonlijk pijnlijke voorbeelden wil ik mij beperken tot één positief voorbeeld van het medeleven dank zij de inzet van vrijwilligers : een vriendin die al jaren bezoekjes aflegt bij ouderen in het rusthuis vertelde dat ze jaarlijks aan alle oudjes een verjaardagkaartje stuurde en dat een oudje haar met tranen in de ogen bedankte “want het was het eerste kaartje sinds ze vele jaren geleden in het rusthuis terecht kwam”.

In een revalidatiecentrum hangt volgende tekst uit op het informatiebord van de afdeling neurologie: “Een glimlach, Een schouderklopje, Een vriendelijk woordje, Een aanmoediging, Deze zijn oh zo kostbaar in het revalidatieproces van een patiënt! Toch jammer dat deze uitnodiging tot medeleven niet gelezen werd door alle medewerkers en zelfs de revalidatiearts niet het goede voorbeeld geeft.

In een verouderende maatschappij worden de problemen voor de toenemende groep zorgbehoevenden een zware opgave. Dat sombere beeld kan alleen weggewerkt worden door meer menselijkheid. Dat steeds meer instellingen hiervoor afhankelijk zijn van externe vrijwilligers is niet bemoedigend. De noodkreet mag niet enkel gaan over het gebrek aan personeel maar ook over het gebrek aan empathie. Onbetaalbaar?

Pjotr