16 maart 2012

Vooruit kijken

ANDERS GELEZEN

Confederalisme

Krijgen de kiezers eindelijk de aangekondigde verandering bij de volgende landelijke verkiezingen? Zullen ook de traditionele Vlaamse partijen afstand nemen van de federale staatsstructuur of blijven ze zich afzetten tegen meer Vlaamse zelfstandigheid? Deze vragen zullen de komende maanden en jaren ongetwijfeld nog veel vragen oproepen en de rol van de media zal medebepalend zijn voor de beeldvorming en het al of niet welslagen van een project waarvoor nooit voorheen zo’n ruim maatschappelijk draagvlak bestond. Enkele voorzetten, anders geschreven.

Confederalisme betekent internationaal dat onafhankelijke entiteiten op vrijwillige basis samenwerken voor bepaalde publieke beleidsdomeinen. Een onafhankelijk Vlaanderen en Wallonië – later meer over Brussel – beslissen over alle beleidsdomeinen en spreken af wat ze nog samen willen doen. Naar buitenuit wordt België vervangen door twee nieuwe onafhankelijke staten, net zoals Tsjechië en Slowakije de opvolgers waren van het vroegere Tsjechoslowakije.

Confederalisme, op zijn Belgisch, betekent een vrijwillige samenwerking (voor bepaalde beleidsdomeinen) van twee zelfstandige entiteiten, Vlaanderen en Wallonië, die naar buiten treden als één entiteit die door de internationale gemeenschap als één staat, België, wordt erkend.

Een debat over deze twee interpretaties van het confederalisme kan niet uitblijven. Dat de Belgische interpretatie een opstap kan (maar niet moet) zijn naar een volwaardige onafhankelijkheid van Vlaanderen en Wallonië klopt. Deze mogelijkheid open houden zal belangrijk zijn in het komende debat, want het kan de weldenkende Vlamingen, zowel zij die pleiten voor onmiddellijke onafhankelijkheid als zij die nog een beperkt België willen behouden, bewegen om genoegen te nemen met een zelfstandig Vlaanderen in 2014. Overigens is het nu reeds duidelijk dat hetzelfde debat in Wallonië aanleiding kan geven tot een zelfde roep naar zelfstandigheid, onafhankelijkheid of een aansluiting bij Frankrijk. Belangrijk is dat dit debat in Vlaanderen, dank zij N-VA, onvermijdelijk wordt. De verkiezingen zullen in elk geval gaan over een duidelijke keuze tussen federalisme of confederalisme.

Het grote verschil met de huidige federale structuur, is dat de samenwerking tussen de gewesten en gemeenschappen nu, het resultaat is van een steeds weerkerend gesjacher dat uitmondt in een complexe geldverslindende publieke machinerie en een degradatie van de parlementaire democratie. De enigen die er beter van werden ( of zo hun macht willen behouden) waren de traditionele machtspartijen en het Belgisch establishment.

Over het confederalisme viel reeds een en ander te leren. Onder meer het interview met Bart De Wever en Siegfried Bracke in DS zaterdag 10 maart. Even meelezen:

In 1970 begroef Gaston Eyskens la Belgique à papa. Hij maakte er een federale staat van. Wel, na zes staatshervormingen moeten we vaststellen dat dat niet tot meer efficiëntie heeft geleid. Er blijven te veel overheadkosten, het democratisch deficit werd niet gedicht. In plaats van tot elkaar te komen, zijn de gemeenschappen volledig van elkaar vervreemd. We hebben dus een nieuw Eyskensmoment nodig. Een volgende stap - een confederatie. De verschillende entiteiten moeten volledig fiscaal autonoom worden, en een Finanzausgleich afsluiten, dat in alle transparantie de solidariteit regelt. En verder moeten ze afspreken wat ze vanwege de schaalvoordelen beter nog samen doen. Defensie, bijvoorbeeld. Dat zou je op termijn zelfs beter Europees organiseren.'

In 2010 schermden jullie al met 'confederalisme', maar toen bleef het behoorlijk vaag.
De Wever: Dat klopt. Dat allemaal concreter invullen wordt ons groot ideologische project voor 2013. Wat met Brussel, bijvoorbeeld? Dat is een buitengewoon hachelijke kwestie. Tegen 2014 moeten we daarmee klaar zijn. En dan mogen de mensen kiezen. Laten ze Di Rupo en zijn Vlaamse acolieten verder doen tot 2019? Of kiezen ze voor een confederatie? Als het een echt plebisciet wordt, ben ik er vrij zeker van dat die confederatie er komt.
Bracke: 'Minister-president Kris Peeters noemt het federale model tot op de draad versleten. Ook andere Vlaamse partijen hebben het confederalisme in hun programma staan.'

Allemaal goed en wel, maar zelfs na een plebisciet zal er met de Franstaligen gepraat moeten worden.
De Wever: 'De Franstaligen denken dat de Vlamingen sinds 2010 geradicaliseerd zijn. Ik geloof daar geen snars van. De Vlaming is het gewoon hartgrondig beu. De Franstaligen zijn wel geradicaliseerd. Zij weten dat België een aflopend verhaal is. De geesten zijn daar veel rijper dan we denken. Nu filosoferen ze nog over een Plan B, een plebisciet kan hen doen overgaan tot actie. Na zo'n referendum zal geen enkele Vlaamse partij het ook nog in haar hoofd halen om nog samen te werken met Di Rupo. Dan kunnen ze hun winkel wel sluiten.'
 

In De Zevende Dag liet Eric Van Rompuy horen dat hij vreest voor de onderlinge verdeeldheid tussen de Vlaamse partijen. Terecht, maar wat houdt hem en CD&V tegen om zich eveneens in te schrijven in de confederale logica? Waarom hangt sp.a zo graag aan de slippen van de Waalse socialisten en negeert ze de talrijke progressieve Vlaamsvoelende kiezers? Want voor alle duidelijkheid, er is geen gebrek aan progressieve Vlamingen, wel aan een linkse Vlaamse partij. CD&V zal opnieuw de kans krijgen om al of niet “woord te houden”. Om te kiezen voor Vlaanderen en het Vlaams algemeen belang zijn rechtmatige plaats te geven binnen een confederaal systeem. De Franstaligen kunnen nooit een project tegenhouden dat de politieke tegenstellingen in Vlaanderen overstijgt. Of anders gelezen, de grootste verantwoordelijkheid voor het welslagen van dit maatschappelijk ligt bij de huidige Vlaamse partijvoorzitters.
 

Brussel een hoofdstuk apart?

Terwijl Vlaanderen en Wallonië samenvallende gewesten en gemeenschappen vormen, blijft Brussel als hoofdstad weliswaar een (hoofdstedelijk) apart gewest maar kan het zijn rol als hoofdstad enkel waarmaken wanneer het ook de twee grootste gemeenschappen een volwaardige plaats geeft binnen het gewest.  Daarom moet in eerste instantie aan de Brusselse bevolking gevraagd worden of Brussel onder duidelijke  voorwaarden nog wel de hoofdstad van een confederaal België wil zijn. Pas nadat de Brusselaars hun keuze gemaakt hebben, kan onderhandeld worden over de plaats van de gemeenschappen in Brussel en de hiermee gepaard gaande financiële inbreng voor de uitvoering van de hoofdstedelijke opdrachten. Zo kan Brussel een ware hoofdstad worden die ten dienste staat van de confederale entiteiten. Wil Brussel geen hoofdstad zijn voor de gemeenschappen, kan het kiezen voor een onafhankelijke of zelfstandige koers, op voorwaarde dat het zijn eigen boontjes dopt.
 

Een begrotingscontrole waar geen muziek in zit

Rik Van Cauwelaert besluit zijn inhoudelijke kritiek op de begrotingscontrole als volgt: “Premier Elio Di Rupo heeft de afgelopen dagen, om met zijn regering te overleven, de dekstoelen op het zinkende Belgische schip verplaatst. Op de Titanic hadden ze tenminste nog een orkest.”

Hoe leest men deze besparingsronde in een Franstalige krant?
LLB, Francis Van de Woestyne: Un accord qui fait "Pschhhhhit"

Tout d’abord, le travail est plus superficiel que structurel. Afficher, sans rougir, 25 % de mesures "one shot", c’est quand même beaucoup. De plus, il y a, ici et là, de simples reports de dépenses (défense, coopération au développement, etc) qui figurent pudiquement parmi les "corrections techniques". Plus fort : la "procédure de prudence budgétaire" permettra une économie de 100 millions ! A l’avenir, dit-on, les dépenses seront minutieusement examinées. Ah bon, avant, on jetait l’argent par les fenêtres ?

Ensuite, que de vent ! N’a-t-on, ici comme ailleurs, enregistré de mâles promesses quant aux pistes qu’il fallait privilégier : impôt minimum sur les sociétés, taxation des intercommunales, amnistie fiscale, taxation de la spéculation, des revenus du patrimoine? On allait voir ce qu’on allait voir. Au final ? Rien de tout cela. Conclusion : les ministres semblent avoir passé plus de temps à rejeter les réformes du voisin qu’à concevoir un contrôle budgétaire réellement plus structurel. Car soit, les réformes étaient pertinentes et urgentes et il fallait les maintenir. Soit, elles étaient purement médiatiques et il était inutile d’en faire un fromage. On peut dire que là,elles ont fait pscchhhhhit
Het is altijd goed om het eens van de andere kant te horen.

In dS verwijst Bart Brinckman naar de alternatieve voorstellen van N-VA. Onder meer 15 miljard die N-VA zou besparen in de sociale zekerheid. Onhaalbaar volgens hem en meteen stuurt hij N-VA het verwijt dat ze als oppositiepartij geen alternatieve voorstellen doen in het parlement. Maar wel voor dS want verder in de krant online (13/03) kon men de alternatieve voorstellen van N-VA lezen:

-Werkloosheidsuitkeringen worden beperkt tot maximaal twee jaar, per gewerkt jaar zou een werkzoekende één tot twee maanden uitkering krijgen. Wie zonder uitkering valt, moet naar het OCMW (waar een vermogenstoets volgt). De wachtuitkeringen het brugpensioen doven uit, niemand komt er nog in. Er komt een versterkte activering voor 50-plussers.

- Het indexmechanisme wordt hervormd. De partij pleit voor all-in-loonakkoorden die niet worden geïndexeerd. Voor de uitkeringen komt een eco-index waarin de impact van de energie-uitgaven wordt gemoduleerd. Voor 2012 pleit de partij voor een indexsprong die de burger alleen al dit jaar 1,4 miljard aan koopkrachtverlies zou kosten.

- Elk gewest en elke gemeenschap moeten een begroting in evenwicht voorleggen. Vlaanderen verkeert al in dat geval. Brussel, Wallonië en de Franse Gemeenschap moeten samen daarvoor in 2012 zowat 800 miljoen besparen.

- De groei van de ziekteverzekering moet worden beperkt tot de economische groei (in 2012 bedraagt die 0,1 procent), aangevuld met een indexprovisie van nauwelijks 1 procent.

- De overheidsuitgaven moeten met 5 procent naar omlaag, dat budget wordt bevroren. Het aantal ambtenaren moet verminderen.

Dat N-VA geen sympathieke voorstellen doet maar wel kiest voor structurele ingrepen, toont het verschil aan met de ganse resem kleine maatregelen van de regering. Het is duidelijk dat Di Rupo en zijn heterogene groep schrik heeft om de kiezer te ontstemmen. Nu de peilingen geen beterschap beloven, integendeel, zal het nog moeilijker worden om voor de gemeenteraadsverkiezingen op een structurele manier de financiële situatie te verbeteren. Want, voor wie het mocht vergeten zijn, er blijft een begrotingstekort van minstens 2,8 % en dat is ook nadelig voor Vlaanderen dat reeds jaren een begroting in evenwicht heeft. Voor een begroting in evenwicht, die volgens de eisen van de EU verplicht is vanaf 2015, moeten naast dit berekende tekort ook de eenmalige ingrepen, die niets opbrengen in de volgende jaren, andere maatregelen genomen worden, zodat er nog heel veel kleine ingrepen zullen nodig zijn terwijl de structurele problemen blijven bestaan.

Op het artikel van Brinckman in dS volgden nogal wat reacties met een duidelijk groeiend aantal anti-N-VA stemmen. Sommige commentaren verdienen een citaat:

Patrick De Wael stelde dat er ook (als ik me niet vergis) 4 miljard pensioenen voor de Vlaamse ambtenaren worden betaald door de Federale overheid. Hij zei daar niet bij dat de RSZ-ontvangsten, die daarvoor dienen, door de Federale overheid worden ontvangen. En hij stelde meermaals dat het aantal ambtenaren op Vlaams niveau met 22% gestegen is, maar zei daarbij niet dat er ook bevoegdheden zijn bijgekomen die op Federaal niveau zijn verdwenen. Bovendien is het grootste deel van die toename terug te vinden bij de steden en gemeenten (waar vooral de 3 traditionele partijen beslissen) én dat er ook op Federaal niveau een toename is ondanks de bevoegdheidsoverdrachten die door de afname van het leger gecompenseerd wordt (dus per saldo een minimale daling).

15 miljard besparen op een budget van 96 miljard is peanuts gezien de ongelooflijke verkwistingen in nagenoeg elk segment van de 'sociale' zekerheid. De NVA heeft gelijk om hiervan een strijdpunt te maken. 96 miljard per jaar is bijna 10.000€ per inwoner per jaar of 750.000€ per inwoner voor zijn hele leven. Dat is een fortuin waar iedereen zijn leven lang mee verder kan zonder een klap te doen. Dergelijke bedragen hebben niets meer van doen met 'solidariteit' of aanverwanten, dat is gewoon een hold-up op de werkenden uit de privé.

Voor Prof Bart Maddens in DM (13/03) moeten niet zo zeer de politici besparen op hun inkomen maar wel de politieke partijen.
“Net als in de tijd van de 'nieuwe politieke cultuur' (in de jaren negentig) lijkt de Wetstraat in de greep van een vreemdsoortig masochisme. Een rituele zelfverminking van de politici moet de toornige kiezer tot bedaren brengen. Maar aan de fundamenten van het politieke financieringssysteem wordt niets veranderd. De parlementsleden moeten wat inleveren, maar de politieke partijen blijven grotendeels buiten schot.
Nochtans zou het verstandiger zijn om juist het omgekeerde te doen: besparen bij de partijen en niet bij de parlementsleden. Zoals bekend zitten de partijen in België er warmpjes bij. Ze krijgen samen jaarlijks 63 miljoen euro van de overheid, goed voor 75 procent van hun inkomsten. Alsof dit nog niet genoeg is, worden de parlementsleden vaak door de partij gedwongen om een deel van hun loon af te staan, soms tot 10 procent. Die mandatarisbijdragen zijn goed voor 9,4 procent van de totale inkomsten van de partijen, samen bijna 8 miljoen euro per jaar. De partijen hadden in 2010 een totaal vermogen van 104 miljoen euro.”

Anders Gelezen: wie de particratie wil inperken moet aan hun centen zitten. Politieke vernieuwing heet dat.



Pjotr