ANDERS GELEZEN
Zo mager het vorige week was, zo
vruchtbaar waren de pennenvruchten van politici en opiniemakers deze week. Twee
thema’s: oude en nieuwe verhalen over de Vlaamse beweging en de media die na de
onthullingen over ongewenste intimiteiten door BV’s de volle laag krijgen van
een toppoliticus. We beginnen met het tweede want ongehoord in Vlaanderen,
ondenkbaar in het officiële België. Eens Anders Lezen.
Media en politiek
Bart De Wever moet danig gekwetst
zijn door de mediaveroordeling van Pol Van Den Driessche en Jos Ghysen. Zo
blijkt toch uit een interview met Tom Cochez (nieuwssite “http://www.apache.be/)
waarin De Wever letterlijk zegt, “De media hebben een gigantisch probleem. Geen
hond gelooft ze nog. Mochten ze buiten komen, ze zouden het zelf vaststellen.
Geloof me, ik ben lang niet de enige politicus die dat vindt. Achter de
schermen denken velen zoals ik. De media worden uitgespuwd, maar niemand durft
het luidop te zeggen. Allemaal hebben ze schrik. Wel, ik ben het beu om nog
langer te zwijgen. Volgens De Wever worden de grenzen in de media "naar
beneden verlegd aan een verschroeiend tempo". "Ik heb dat de voorbije
jaren voor mijn neus zien gebeuren en niemand roept halt. Neem nu de zaak Jos
Ghysen. Ik spreek me niet uit over de feiten zelf. Ik stel enkel vast dat die
man live op televisie wordt beschuldigd en eigenlijk meteen al schuldig wordt
bevonden. Dat is toch ongezien? ", stelt hij. De Wever gelooft niet dat de
media zichzelf zullen bijsturen. En het is volgens hem ook niet aan de overheid
om in te grijpen. "Maar je kan als politicus wel zeggen: Hier stopt het.
Ik doe niet meer mee", zegt hij.
Eind april had dezelfde Tom Cochez
op de webstek van Apache een artikel gepost waarin hij beweert dat Pol Van Den
Driessche en Luc Van Der Kelen samen dineerden om de verdedigingsstrategie
tegen Humo te bespreken. De volgende dag nam Van Der Kelen als hoofdredacteur
in HLN de verdediging van PVDD op zich. Een citaat uit dit artikel: “Voor wie
er nog moest aan twijfelen: er bestaat wel degelijk zoiets als een old boys
netwerk in de Wetstraat: politici en gesettelde Wetstraat-journalisten die,
veel meer dan gezond is voor een democratie, op de hoogte zijn van elkanders
reilen en zeilen. Mensen die handelen in nieuws, primeurs en politieke
strategieën, die samen wikken en beschikken over wat waar en wanneer mag en kan
geschreven worden. Voor alle duidelijkheid: niet iedereen in de Wetstraat danst
even enthousiast mee in dat spektakel - zowel van de kant van politici als van
de kant van journalisten - maar de krijtlijnen zijn bijzonder dwingend:
muurbloempjes moeten het immers stellen zonder ‘gekregen’ primeurs of
‘gekregen’ ruimte in de krant. (…)Maar hoe gaat zoiets concreet? Hoe sluiten de
gelederen zich? Of terug naar de hamvraag: hoe kwam het dat, nog voor Humo goed
en wel in de krantenwinkel lag, de strategie van de tegenaanval al netjes
uitgetekend was? Verschillende bronnen bevestigen aan Apache dat Luc Van der
Kelen en Pol Van den Driessche, kort nadat die laatste door Humo werd gebeld
voor een reactie, samen op restaurant zaten om de tegenaanval vorm te geven.”
In Knack konden we deze week lezen
dat de Brugse burgemeester Patrick Moenaert denkt aan een afrekening in het
milieu van de journalisten waar Pol Van Den Driessche het slachtoffer van werd.
Alvast mogelijkheden genoeg maar het oogt niet fraai voor de betrokken media.
Dat een politicus die zelf in de
media ruim aan bod komt zoiets laat optekenen is ronduit opzienbarend. Het
getuigt van moed maar ook hier zullen critici van De Wever wel en andere
invalshoek hebben. Zo was er verklaard politiek tegenstander, Dave Sinardet,
die in De Morgen Bart De Wever verweet om eenzijdige kritiek te leveren. Zijn
argument daarvoor is dat De Wever dan ook had moeten spreken over de
personencultus in de media en de BV cultuur waar hijzelf – De Wever – zijn
voordeel mee doet. Dat Sinardet een ander fenomeen erbij moet halen bewijst
impliciet zijn onvermogen om de stelling van BDW tegen te spreken. Dan maar alles
op een hoopje gooien. Overigens zou Sinardet zich misschien beter zorgen maken
over zijn eigen geloofwaardigheid. Zijn onzindelijk gebruik van een academische
titel om de politieke boodschap van de PAVIA groep - een federale kieskring op
maat van de Franstaligen en met behoud van alle grendels - tot in den treure te
herhalen in zijn column in dS doet sterk vermoeden dat hij een politieke agenda
volgt die alleen nog in gezagsgetrouwe – Belgischgezinde - media aan bod komt
zonder de minste kritiek, laat staan tegenspraak.
Anders Gelezen: Zou Sinardet
durven beweren dat het BV-schap een
uitvinding is van de politieke wereld of zou het een uitvinding zijn van de
marketeers à la Peter Vandermeersch , die gebruik maken van de
populariteit van BV om de krant te verkopen? Is Bart De Wever columnist van dS
omdat hij een goed verkopende BV is of omdat hij interessante dingen vertelt? Het
zijn de media die omwille van de commercie de BV hebben gecreëerd.
Toen echter een BRT icoon - Jos Ghysen – op de beschuldigdenbank
terechtkwam en De Wever ook voor hem een lans brak, viel de ganse hetze
plotsklaps stil. Met als staartje de oproep van Vlaams minister Lieten (sp.a)
aan alle vrouwen die ooit belaagd werden om zich kenbaar te maken. Men hoeft
geen psycholoog te zijn om te begrijpen dat deze oproep precies het
tegenovergestelde zou teweegbrengen. Een boodschap die alvast de VRT correct
begrepen en het ganse gedoe – inclusief de kritiek - een
eersteklasse-begrafenis bezorgden in Reyers Laat (04/05). In een dubbelinterview
met Van Gils, kregen Vande Lanotte en De Wever de kans om naast persoonlijke
herinneringen – de dood van Vande Lanotte’s moeder – ook nog eens de rol van de
media te becommentariëren. De Wever trok zijn woorden wel niet in maar het was
duidelijk dat hij de plooien wou glad strijken. Vande Lanotte keek al –
duidelijk verveeld - vooruit op de publicatie van een boek over hem en
Oostende. Nu Jean Marie Dedecker een tweede open brief publiek maakte waarin de
verwevenheid tussen politiek en de bedrijfswereld, met in de hoofdrol de
familie Vande Lanotte, uit de doeken wordt gedaan, belooft een nieuwe
publicatie (zee) zout in de wonden te strooien. Toch bizar dat de geloofwaardige
media hierover nauwelijks iets berichtten. Verdienen dergelijke beschuldigingen
niet de aandacht van de kwaliteitspers? Om Vande Lanotte te confronteren met de
beschuldigingen en hem na onderzoek al of niet te zuiveren van elke blaam? Zolang
de traditionele media onvoldoende inspanningen levert om dieper te graven, blijft de toegenomen
kennis van het politieke reilen en zeilen in België niet de verdienste van de traditionele media
maar van de andere mediakanalen die een steeds belangrijker aanvulling zijn.
Dat komt onder meer omdat de censuur in
de traditionele media (door de redacties of de autocensuur van de journalisten)
een diepgravende journalistiek in de weg staat. Zou dat niet een van de reden
zijn waarom deze zelfverklaarde kwaliteitspers steeds ongeloofwaardig werd?
Oude
en nieuwe verhalen
In een opmerkelijk opiniestukje (Knack
online 01 mei) poneert Rik Van Cauwelaert dat “de Vlaming de Vlaamse
Beweging achter zich heeft gelaten.” Dit naar aanleiding van de nieuwe datum
voor de IJzerbedevaart in 2013: 11 november. Het betekent een terugkeer naar de
oorspronkelijke bedoeling ervan, namelijk een herdenking van de Vlaamse
soldaten die stierven in de Grote Oorlog. Even citeren: “In 2013 zal de
IJzerbedevaart plaatsvinden op 11 november. Het is een klein nieuwsfeit, maar
het zegt iets over de mutatie die Vlaanderen de voorbije decennia doormaakte. Met
die beslissing maakt het organiserende comité duidelijk dat de bedevaart niet
langer een politieke bijeenkomst is. (…) De zelfverzekerde Vlaming heeft de
traditionele Vlaams Beweging, die met haar verhalen en mythes veel te lang op
het eigen gelijk kampeerde, achter zich gelaten. Zich er wel van bewust dat de
grote politieke vraagstukken en maatschappelijke kwesties elders, op het
terrein van het eigen parlement, van de eigen regering en in Europa worden
beslecht.” Tot zover Rik Van Cauwelaert .
Anders Gelezen: Met het verdwijnen
van de tegenstelling tussen een “Vlaamse armoede” versus een “welstellende
Francofone elite” is deze maatschappelijke strijd inderdaad achterhaald. Niettemin blijft de communautaire – politieke
– discussie tussen de beide gemeenschappen de geesten beroeren, want de
staatshervormingen ontrafelden wel de unitaire staat maar boden onvoldoende
kansen aan de gemeenschappen om zich zelfstandig te ontwikkelen. Alhoewel zelfverzekerde
Vlamingen vandag niet meer kamperen op hun eigen groot gelijk, ontbreekt het hen
nog wel aan voldoende zelfstandigheid om hun gewonnen zelfverzekerdheid ook politiek
te kunnen gestalte geven. Dat Vlaanderen vandaag behoefte heeft aan verandering
en een nieuw politiek verhaal werd duidelijk door het electoraal succes van
N-VA die de belichaming werd van deze verzuchting. Met dit positief verhaal –
een confederaal politiek systeem – sluiten ze perfect aan bij de
oorspronkelijke gedachte van de Vlaamse Beweging: meer eigen bevoegdheden om beter
de Vlaamse gemeenschap te kunnen dienen. Een gemeenschap die
verantwoordelijkheid niet afwentelt en open staat voor alle maatschappelijke en
politieke strekkingen, zonder evenwel zijn eigenheid op te geven. In dat
verband refereert Rik Van Cauwelaert naar een uitspraak van Thomas Masaryk (nvdr: Masaryk was een Tsjecho-Slowaaks nationalist en werd in 1918 benoemd door
de Entente mogendheden en in 1920 verkozen door het parlement tot president van
Tsjecho-Slowakije). Citaat: “Toen Tsjecho-Slowakije in
1918 na de instorting van het Oostenrijkse keizerrijk onverwacht snel met de
onafhankelijkheid werd geconfronteerd, stelde Thomas Masaryk zijn landgenoten
gerust met de wat enigmatische woorden: ‘Wees niet bang en steel niet.’ Vooral
de aanmaning om niet te stelen was voor zijn toehoorders een raadsel. Masaryks
boodschap was nochtans duidelijk. Met zijn aanmaning om niet te stelen hield
hij zijn landgenoten voor dat zij boven zichzelf moesten uitstijgen en hun
autonomie moesten verdienen. Want, zei Masaryk er later bij, als autonomie geen
morele verworvenheid is dan heeft die autonomie geen enkele betekenis.”
Pjotr