06 mei 2012

Over media en politiek, oude en nieuwe verhalen



ANDERS GELEZEN



Zo mager het vorige week was, zo vruchtbaar waren de pennenvruchten van politici en opiniemakers deze week. Twee thema’s: oude en nieuwe verhalen over de Vlaamse beweging en de media die na de onthullingen over ongewenste intimiteiten door BV’s de volle laag krijgen van een toppoliticus. We beginnen met het tweede want ongehoord in Vlaanderen, ondenkbaar in het officiële België. Eens Anders Lezen.

Media en politiek

Bart De Wever moet danig gekwetst zijn door de mediaveroordeling van Pol Van Den Driessche en Jos Ghysen. Zo blijkt toch uit een interview met Tom Cochez (nieuwssite “http://www.apache.be/) waarin De Wever letterlijk zegt, “De media hebben een gigantisch probleem. Geen hond gelooft ze nog. Mochten ze buiten komen, ze zouden het zelf vaststellen. Geloof me, ik ben lang niet de enige politicus die dat vindt. Achter de schermen denken velen zoals ik. De media worden uitgespuwd, maar niemand durft het luidop te zeggen. Allemaal hebben ze schrik. Wel, ik ben het beu om nog langer te zwijgen. Volgens De Wever worden de grenzen in de media "naar beneden verlegd aan een verschroeiend tempo". "Ik heb dat de voorbije jaren voor mijn neus zien gebeuren en niemand roept halt. Neem nu de zaak Jos Ghysen. Ik spreek me niet uit over de feiten zelf. Ik stel enkel vast dat die man live op televisie wordt beschuldigd en eigenlijk meteen al schuldig wordt bevonden. Dat is toch ongezien? ", stelt hij. De Wever gelooft niet dat de media zichzelf zullen bijsturen. En het is volgens hem ook niet aan de overheid om in te grijpen. "Maar je kan als politicus wel zeggen: Hier stopt het. Ik doe niet meer mee", zegt hij.

Eind april had dezelfde Tom Cochez op de webstek van Apache een artikel gepost waarin hij beweert dat Pol Van Den Driessche en Luc Van Der Kelen samen dineerden om de verdedigingsstrategie tegen Humo te bespreken. De volgende dag nam Van Der Kelen als hoofdredacteur in HLN de verdediging van PVDD op zich. Een citaat uit dit artikel: “Voor wie er nog moest aan twijfelen: er bestaat wel degelijk zoiets als een old boys netwerk in de Wetstraat: politici en gesettelde Wetstraat-journalisten die, veel meer dan gezond is voor een democratie, op de hoogte zijn van elkanders reilen en zeilen. Mensen die handelen in nieuws, primeurs en politieke strategieën, die samen wikken en beschikken over wat waar en wanneer mag en kan geschreven worden. Voor alle duidelijkheid: niet iedereen in de Wetstraat danst even enthousiast mee in dat spektakel - zowel van de kant van politici als van de kant van journalisten - maar de krijtlijnen zijn bijzonder dwingend: muurbloempjes moeten het immers stellen zonder ‘gekregen’ primeurs of ‘gekregen’ ruimte in de krant. (…)Maar hoe gaat zoiets concreet? Hoe sluiten de gelederen zich? Of terug naar de hamvraag: hoe kwam het dat, nog voor Humo goed en wel in de krantenwinkel lag, de strategie van de tegenaanval al netjes uitgetekend was? Verschillende bronnen bevestigen aan Apache dat Luc Van der Kelen en Pol Van den Driessche, kort nadat die laatste door Humo werd gebeld voor een reactie, samen op restaurant zaten om de tegenaanval vorm te geven.”

In Knack konden we deze week lezen dat de Brugse burgemeester Patrick Moenaert denkt aan een afrekening in het milieu van de journalisten waar Pol Van Den Driessche het slachtoffer van werd. Alvast mogelijkheden genoeg maar het oogt niet fraai voor de betrokken media.

Dat een politicus die zelf in de media ruim aan bod komt zoiets laat optekenen is ronduit opzienbarend. Het getuigt van moed maar ook hier zullen critici van De Wever wel en andere invalshoek hebben. Zo was er verklaard politiek tegenstander, Dave Sinardet, die in De Morgen Bart De Wever verweet om eenzijdige kritiek te leveren. Zijn argument daarvoor is dat De Wever dan ook had moeten spreken over de personencultus in de media en de BV cultuur waar hijzelf – De Wever – zijn voordeel mee doet. Dat Sinardet een ander fenomeen erbij moet halen bewijst impliciet zijn onvermogen om de stelling van BDW tegen te spreken. Dan maar alles op een hoopje gooien. Overigens zou Sinardet zich misschien beter zorgen maken over zijn eigen geloofwaardigheid. Zijn onzindelijk gebruik van een academische titel om de politieke boodschap van de PAVIA groep - een federale kieskring op maat van de Franstaligen en met behoud van alle grendels - tot in den treure te herhalen in zijn column in dS doet sterk vermoeden dat hij een politieke agenda volgt die alleen nog in gezagsgetrouwe – Belgischgezinde - media aan bod komt zonder de minste kritiek, laat staan tegenspraak.

Anders Gelezen: Zou Sinardet durven  beweren dat het BV-schap een uitvinding is van de politieke wereld of zou het een uitvinding zijn van de marketeers à la Peter Vandermeersch, die gebruik maken van de populariteit van BV om de krant te verkopen? Is Bart De Wever columnist van dS omdat hij een goed verkopende BV is of omdat hij interessante dingen vertelt? Het zijn de media die omwille van de commercie de BV hebben gecreëerd.

Toen echter een BRT icoon  - Jos Ghysen – op de beschuldigdenbank terechtkwam en De Wever ook voor hem een lans brak, viel de ganse hetze plotsklaps stil. Met als staartje de oproep van Vlaams minister Lieten (sp.a) aan alle vrouwen die ooit belaagd werden om zich kenbaar te maken. Men hoeft geen psycholoog te zijn om te begrijpen dat deze oproep precies het tegenovergestelde zou teweegbrengen. Een boodschap die alvast de VRT correct begrepen en het ganse gedoe – inclusief de kritiek - een eersteklasse-begrafenis bezorgden in Reyers Laat (04/05). In een dubbelinterview met Van Gils, kregen Vande Lanotte en De Wever de kans om naast persoonlijke herinneringen – de dood van Vande Lanotte’s moeder – ook nog eens de rol van de media te becommentariëren. De Wever trok zijn woorden wel niet in maar het was duidelijk dat hij de plooien wou glad strijken. Vande Lanotte keek al – duidelijk verveeld - vooruit op de publicatie van een boek over hem en Oostende. Nu Jean Marie Dedecker een tweede open brief publiek maakte waarin de verwevenheid tussen politiek en de bedrijfswereld, met in de hoofdrol de familie Vande Lanotte, uit de doeken wordt gedaan, belooft een nieuwe publicatie (zee) zout in de wonden te strooien. Toch bizar dat de geloofwaardige media hierover nauwelijks iets berichtten. Verdienen dergelijke beschuldigingen niet de aandacht van de kwaliteitspers? Om Vande Lanotte te confronteren met de beschuldigingen en hem na onderzoek al of niet te zuiveren van elke blaam? Zolang de traditionele media onvoldoende inspanningen levert  om dieper te graven, blijft de toegenomen kennis van het politieke reilen en zeilen in België   niet de verdienste van de traditionele media maar van de andere mediakanalen die een steeds belangrijker aanvulling zijn. Dat komt onder meer omdat  de censuur in de traditionele media (door de redacties of de autocensuur van de journalisten) een diepgravende journalistiek in de weg staat. Zou dat niet een van de reden zijn waarom deze zelfverklaarde kwaliteitspers steeds ongeloofwaardig werd?
 

Oude en nieuwe verhalen

In een opmerkelijk opiniestukje (Knack online 01 mei) poneert Rik Van Cauwelaert dat “de Vlaming de Vlaamse Beweging achter zich heeft gelaten.” Dit naar aanleiding van de nieuwe datum voor de IJzerbedevaart in 2013: 11 november. Het betekent een terugkeer naar de oorspronkelijke bedoeling ervan, namelijk een herdenking van de Vlaamse soldaten die stierven in de Grote Oorlog. Even citeren: “In 2013 zal de IJzerbedevaart plaatsvinden op 11 november. Het is een klein nieuwsfeit, maar het zegt iets over de mutatie die Vlaanderen de voorbije decennia doormaakte. Met die beslissing maakt het organiserende comité duidelijk dat de bedevaart niet langer een politieke bijeenkomst is. (…) De zelfverzekerde Vlaming heeft de traditionele Vlaams Beweging, die met haar verhalen en mythes veel te lang op het eigen gelijk kampeerde, achter zich gelaten. Zich er wel van bewust dat de grote politieke vraagstukken en maatschappelijke kwesties elders, op het terrein van het eigen parlement, van de eigen regering en in Europa worden beslecht.” Tot zover Rik Van Cauwelaert.

Anders Gelezen: Met het verdwijnen van de tegenstelling tussen een “Vlaamse armoede” versus een “welstellende Francofone elite” is deze maatschappelijke strijd inderdaad achterhaald.  Niettemin blijft de communautaire – politieke – discussie tussen de beide gemeenschappen de geesten beroeren, want de staatshervormingen ontrafelden wel de unitaire staat maar boden onvoldoende kansen aan de gemeenschappen om zich zelfstandig te ontwikkelen. Alhoewel zelfverzekerde Vlamingen vandag niet meer kamperen op hun eigen groot gelijk, ontbreekt het hen nog wel aan voldoende zelfstandigheid om hun gewonnen zelfverzekerdheid ook politiek te kunnen gestalte geven. Dat Vlaanderen vandaag behoefte heeft aan verandering en een nieuw politiek verhaal werd duidelijk door het electoraal succes van N-VA die de belichaming werd van deze verzuchting. Met dit positief verhaal – een confederaal politiek systeem – sluiten ze perfect aan bij de oorspronkelijke gedachte van de Vlaamse Beweging: meer eigen bevoegdheden om beter de Vlaamse gemeenschap te kunnen dienen. Een gemeenschap die verantwoordelijkheid niet afwentelt en open staat voor alle maatschappelijke en politieke strekkingen, zonder evenwel zijn eigenheid op te geven. In dat verband refereert Rik Van Cauwelaert naar een uitspraak van  Thomas Masaryk (nvdr: Masaryk was een Tsjecho-Slowaaks nationalist en werd in 1918 benoemd door de Entente mogendheden en in 1920 verkozen door het parlement tot president van Tsjecho-Slowakije). Citaat: “Toen Tsjecho-Slowakije in 1918 na de instorting van het Oostenrijkse keizerrijk onverwacht snel met de onafhankelijkheid werd geconfronteerd, stelde Thomas Masaryk zijn landgenoten gerust met de wat enigmatische woorden: ‘Wees niet bang en steel niet.’ Vooral de aanmaning om niet te stelen was voor zijn toehoorders een raadsel. Masaryks boodschap was nochtans duidelijk. Met zijn aanmaning om niet te stelen hield hij zijn landgenoten voor dat zij boven zichzelf moesten uitstijgen en hun autonomie moesten verdienen. Want, zei Masaryk er later bij, als autonomie geen morele verworvenheid is dan heeft die autonomie geen enkele betekenis.”

Pjotr