13 mei 2012

Het is niet allemaal politiek wel mediatiek

ANDERS GELEZEN


Een trouwe lezer betreurde dat Anders Nieuws niet meer zo breed gaat als weleer. Dat de focus teveel ligt op de politiek en vooral het communautaire. Voor deze opmerkzaamheid kan ik alleen maar respect hebben. Sinds het begin in 2003 heb ik in mijn Nieuwsbrief “Anders Nieuws”, onderwerpen behandeld die inderdaad ruimer gingen dan de politiek maar wel altijd te maken hadden met de manier waarop de media de informatie verspreidden. De nieuwsbrief was bedoeld om de lezers te confronteren met mediaberichten die ten minste om enige kritische bemerkingen vroegen. Helaas heb ik deze nieuwsbrief “Anderes Nieuws” wegens tijdsgebrek moeten stopzetten en bleef voorlopig enkel nog mijn opiniebijdrage “Anders Gelezen” over. Een verklaring, maar de kritiek van deze lezer is wel terecht en om het goed te maken wil ik voortaan in mijn opiniebijdragen ook niet-politieke onderwerpen eens anders lezen. Te beginnen met deze bijdrage, maar eerst toch nog terugblikken op de recente mediakritiek en de reactie van de media.

Niet de kritiek stoort de media, wel de boodschapper
Het eerste wat opvalt is de overweldigende aandacht die de media schenken aan De Wevers’ uithaal. Eigenlijk verbazingwekkend als men bedenkt dat totnogtoe de toenemende kritiek door de betrokken media werd doodgezwegen. Het moet dus zijn dat men geen belang hecht aan de kritiek zelf maar wel wanneer een bekend persoon kritiek spuit. Minder bekende mediacritici – hoe beslagen soms ook in deze materie – worden weggezet als verzuurden en vervolgens genegeerd. Leo Neels heeft het in Knack over een marginaal e-medium dat De Wevers’ klacht verspreidde en dat hij zelfs niet bij naam noemt – bedoeld wordt de webstek Apache – maar blijkbaar toch wel zo belangrijk dat iedereen, Neels incluis, erop reageerden.

In dS was het zelfs de hoofdredacteur, Bart Sturtewagen, die op de opiniebladzijden – de bladzijden waarvoor de redactie géén verantwoordelijkheid neemt - reageerde op De Wever zijn verwijt. Overigens een lezenswaardige bijdrage met als titel “De hond van De Wever” die refereert naar de bewering van De Wever als zou geen hond nog de media vertrouwen. De bijtitel “Wat de mediakritiek over de mediacriticus leert” geeft aan dat Sturtewagen zich niet beperkt tot het verdedigen van zijn redactie, maar De Wever en met hem alle critici van repliek wil dienen. Dat doet hij op een klassieke manier: door eerst toe te geven dat er inderdaad fouten worden gemaakt, om vervolgens de critici neer te sabelen. Citaat: “Media maken fouten. Dat is een tautologie, om hem meteen maar te citeren. Sommige media maken zich misschien geen zorgen over het effect daarvan op hun geloofwaardigheid. Het moet zijn dat geloofwaardigheid niet hun belangrijkste aandachtspunt is. Voor andere, zoals degene die ik de eer heb te mogen dienen, is de wetenschap dat we vele fouten maken een permanente obsessie. De gedachte dat wat we onze lezers brengen fataal onvolkomen is, kwelt ons onophoudelijk. Toch gaan we er koppig mee door.”

Zo te horen zou men voor minder medelijden hebben met die arme redactie van dS. Maar is zijn kwelling gemeend? Ik wil hem wel geloven maar zolang journalisten van zijn krant eenzijdige stukjes mogen blijven schrijven en zo de lezer in een bepaalde denkrichting duwen, vrees ik dat zijn emotionele reactie slechts schone schijn is. Voor wie een voorbeeld van eenzijdige berichtgeving wil lezen: dS 9 mei, Reynebeau met als titel: “Terug naar Zoetenaaie” over bekrompen (West-) Vlamingen die blij zijn met een universitaire instelling in Kortrijk. Reynebeau’s conclusie leest als volgt: “Vlaanderen mag wel groeien in autonomie, het wordt er niet ruimdenkender op. Toch niet het officiële Vlaanderen. Sommige politici vinden het al ongehoord dat de VUB sommige bijzondere opleidingen in het Engels wil organiseren, en daarbij 'lonkt' naar de ULB, versta: wil samenwerken met een Franstalige universiteit. Hopelijk vinden ze het niet erg dat de VUB nu gaat samenwerken met universiteiten uit Bric-land Brazilië. Anders blijft Zoetenaaie de maat der dingen.” Is dat de kwaliteitsjournalistiek die Sturtewagen in zijn opiniestukje verdedigt?

Even verder zet hij de tegenaanval in: “Mediakritiek wordt pas interessant als het uitgangspunt wordt aanvaard dat perfectie niet alleen onbereikbaar is, maar zelfs te vuur en te zwaard bestreden moet worden. Die perfectie kan immers alleen bestaan voor degene die het voorrecht heeft de definitie ervan te bepalen. Het is door de botsing met het imperfecte dat verheldering optreedt.” Toch wel even slikken bij deze boude bewering. Zijn boodschap is dus dat perfectie niet mogelijk is en daarom elke kritiek ongepast. Zo geeft Sturtewagen een vrijgeleide voor elke eenzijdige journalistieke bijdrage die berust op gis- en plakwerk, op ongecontroleerde informatie of het negeren van contra-argumenten, waardoor het artikel slechts een afspiegeling is van de invalshoek van de journalist. Dat is fout, want kwaliteitsduiding veronderstelt ten minste dat de journalist zelf zoekt naar de waarheid vooraleer deze aan de lezer/kijker/luisteraar te presenteren. Omdat de som van foute of onvolledige informatie de lezer niet per definitie dichter bij de waarheid brengt. Het maakt het de journalisten alleen gemakkelijker om niet gehinderd door enige kennis erop los te schrijven. Onder meer dat gebrek wordt door de critici aangehaald en niet tegengesproken door Sturtewagen. Er zijn overigens wel redelijke argumenten waarom journalisten soms te selectief zijn in hun bronnenonderzoek: ze zijn met te weinig om elke dag degelijke kwaliteit te kunnen produceren (de kranten werden alsmaar dikker, het aantal journalisten groeide niet evenredig) en ze doen dikwijls aan autocensuur om de bestuurders of de sponsors van hun medium niet voor het hoofd te stoten. De onachtzame lezer zal hiervan niets merken, vermits het vooral gaat om artikels die niet gepubliceerd worden, wegens “niet passen” voor opname in de krant/weekblad/TV of radioprogramma. Maar de grootste fout in Sturtewagens’ redenering las ik in het deel waar hij beweert dat de krant niet wil beïnvloeden; citaat: “Tenzij men zou beweren dat lezers en kijkers slechts schapen zijn die zich willoos laten lijmen door perfide opinies die de hunne niet zijn. De journalist of politicus die zo cynisch is geworden om dat te geloven, moet ermee ophouden.” Welaan, mijnheer de hoofdredacteur, indien u dan toch overtuigd bent dat de lezer zelf kan nadenken en dus recht heeft op een eigen mening, zou u mij dan kunnen verklaren waarom die mening zonder schelden geweigerd wordt in de online-krant? Waarom uit onderzoek van een lezer blijkt dat meer dan honderd lezers eraf gegooid werden volgens uw regels die niet ter discussie staan en waar het tegenwoord boutweg geweigerd wordt. Wanneer de redactie van dS het werkelijk goed voor heeft met lezerskritiek zou ze misschien kunnen beginnen om respect te hebben voor hun bedenkingen en zou Sturtewagen als hoofdredacteur het voorbeeld moeten geven en critici niet afschepen met een arrogante “wij kiezen zelf met wie we spreken en wanneer”.

Sturtewagens’ voorganger als hoofdredacteur, Peter Vandermeersch, schreef in dS van 2 nov 2009 het volgende naar aanleiding van de veroordeling van een journalist van HLN: “ (…) Het vertrouwen van de bevolking in ons, de media, sluimert op een absoluut dieptepunt. Dat hebben wij, journalisten, in de eerste plaats aan onszelf te wijten. Als wij, de journalisten die zo graag andere beroepsgroepen kapittelen, niet harder en kritischer worden voor ons eigen werk én voor dat van onze collega's, moeten de rechters dat doen.” Maar of PVDM dat meende is zeer twijfelachtig vermits hij kort nadien de journalist van HLN die in de fout ging aanwierf voor de Corelio kranten. Het zou best kunnen dat hij in deze de belangen van bepaalde sponsors verdedigde.

In de spiegel kijken kan helpen.
In de Anders Gelezen van 11 oktober 2009 schreef ik onder deze titel “In de spiegel kijken kan helpen” een stukje in verband met de voorlopige hechtenis van Luc Van Steenkiste, verdacht van voorkennis. Toen was er nogal wat ophef en vonden de enen het onaanvaardbaar dat hij de gevangenis in moest terwijl anderen het normaal vonden. Het is nog wachten op het proces maar ook toen waren de media er snel bij om een oordeel te vellen.
In De Tijd (03/10/2009) las men onder meer het volgende: Auteur: Frank Demets. Titel: De vingerafdrukken van de wiiteboordcrimineel. Citaat: “Hierin komen de onderzoekers aan het woord en daaruit blijkt dat het niet gaat om amateurs en hun werk niet berust op willekeur en vertelseltjes.” In De Tijd van 5 mei 2012 interviewt Piet Depuydt Van Steenkiste die aan de vooravond staat van zijn afscheid als industrieel. Een zeer lang en positief verhaal. Media die veroordelen en later de spons over het verleden vegen zonder gerechtelijke uitspraak, het kan blijkbaar allemaal. Een citaat uit het laatste interview: “Luc Vansteenkiste (64) is een wroeter. Zoveel is duidelijk. Iemand bij wie het arbeidsethos ingebakken zit. Een doener en een doorzetter: altijd bezig, nooit voldaan. Het zat er al van kindsbeen in. Maar een entrepreneur? Iemand die bereid was de nodige risico's te nemen? Daaraan heeft hij lang getwijfeld. 'Het patroon van de klassieke loopbaan - een hoger diploma halen en dan werk vinden als loontrekkende - hield me jaren gevangen', bekent hij. Tot hij in 1998 de stap zette, samen met enkele bevriende partijen in Recticel investeerde en daarvoor zijn nek uitstak. Miljoenen euro's leende hij voor een klein persoonlijk belang: 2 tot 3 procent van de aandelen. Het was de prijs die hij als CEO van het bedrijf moest betalen om zijn eigen baas te worden. Hij kreeg er ook veel voor terug: een uniek Vlaams netwerk, de mogelijkheid om voorzitter te worden van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en een entreekaartje tot de top van de Belgische haute finance. 'Recticel heeft mijn leven veranderd. Punt, amen en uit.”

Mijn conclusie in 2009 las als volgt: “Na het lezen van de vele bijdragen en de nog talrijker reacties van gewone mensen kwam ik niet tot een duidelijke mening maar wel tot een rustgevende gedachte: ook al zullen wellicht velen hun straf ontlopen, wanneer ze ’s morgens in hun badkamer voor de spiegel staan zullen ze merken dat er een verschil is tussen vooraanstaand en hoogstaand. Ook maquillage kan dat niet verbergen.” Maar zou ik na het lezen van het hiervoor geciteerde recente interview in De Tijd vandaag nog hetzelfde schrijven? Hoe kan mijn groot respect voor mensen die ondernemen – en hun eigen geld riskeren - overeind blijven en tegelijk een gezonde vorm van wantrouwen blijven koesteren tegenover het “ons kent ons” wereldje dat hij ook in het laatste interview verdedigt?

De feiten zijn bekend (DT 10/05): Op 3 oktober 2008 verkochten Bois Sauvage en enkele toplui van de holding waarvan Van Steenkiste bestuurder is voor miljoenen euro Fortis aandelen die kort erop kelderden. Van Steenkiste die ook bestuurder is bij Fortis en dus wist van het nakende debacle zou zijn voorkennis doorgespeeld hebben. Het is nu wachten op een uitspraak, maar ook een gerechtelijke uitspraak zal het wantrouwen niet wegnemen, want Vrouwe Justitie blijft nu eenmaal blind voor daden die niet bewezen kunnen worden. Allemaal puur toeval zoals ook het geval was voor de familie De Gucht. Dus ja, in sommige gevallen blijft enkel de spiegel die het verschil kan zien tussen een integer man of een witteboordencrimineel.

Ondertussen zijn er talrijke andere voorbeelden van vooraanstaanden die verdacht worden van voorkennis of waar torenhoge vragen rijzen bij de vermenging van hun politiek mandaat met bestuurderszitjes of die zich financieel laten verwennen nadat ze de politiek vaarwel zegden. Wat mij verbaast is dat de media duidelijk geen zin hebben om hierover uitsluitsel te brengen door zelf op onderzoek uit te gaan. Nochtans is onderzoeksjournalistiek een belangrijke vorm van kwaliteitsjournalistiek.

Pjotr