21 mei 2012

Wat men niet leest in kwaliteitskranten

Anders gelezen

Memoires
Er werd heel wat aandacht besteed aan de memoires van Jean-Luc Dehaene. Voor de lezer met doorgaans weinig tijd en nog minder betrokkenheid volstaat ongetwijfeld een korte bloemlezing. Dat komt enkele journalisten goed uit, want dan volstaat het om enkele quotes te citeren zonder die dikke turf helemaal te moeten verteren. Weinig kritische stemmen gehoord of gelezen tenzij in Knack waar Rik Van Cauwelaert zijn bijdrage afsluit met de volgende bedenking: “Maar die beslissende stap, de uitvoering van artikel 35 – een copernicaanse revolutie, zoals hij zelf zegt – die heeft Dehaene niet gezet. Hij koos voor het beproefde communautaire gemarchandeer dat er uiteindelijk toe heeft geleid dat, naar het woord van wijlen Frans Verleyen in Knack, het federale koninkrijk nog steeds door wederzijdse chantage bij elkaar wordt gehouden. Als het erop aankwam, koos Dehaene altijd voor de gevestigde machten en de conventies die in het politieke establishment gelden en die hem naar de raden van bestuur van InBev en Umicore hebben geloodst. Onder het non-conformistische vernis, de rolkraag, de verbale botheid, bleek uiteindelijk toch een Brugse bourgeoisjongen te schuilen. Een beetje contrair, maar uiteindelijk toch niet gevaarlijk.”
Doorheen alle commentaren die ik las en hoorde van mensen uit zijn omgeving is Dehaene zonder twijfel een machtspoliticus die zich nooit wou vastpinnen op wat onhaalbaar leek voor hem of zijn imago van loodgieter kon schaden. Dat hij tegelijk als jongere zijn partij bestempelde als een hoer die steeds haar principes opgaf, zegt vooral veel over zijn opportunisme. Zoals Herman Van Rompuy ooit zei – en hij kan het weten - moet men zeer ambitieus zijn wil men premier worden van dit door gesjacher aan elkaar hangend land. Dat zijn jarenlange uitoefening van de macht als kabinetsmedewerker hem afkerig maakte van het in zijn ogen populistische hengelen naar stemmen mag niemand verbazen. Zijn denigrerende opsplitsing van politici die stemmen halen en politici die bekwaam zijn om te regeren is pijnlijk voor wie wel gelooft in het belang van verkiezingen (en geloven in politici die woord houden). Zijn opmerkingen over een onaangepast parlementair systeem passen perfect in deze overtuiging. Het is dan ook niet onlogisch dat hij deze vorm van politiek bedrijven onaangepast vindt in de nieuwe tijd, maar hij vergeet er wel bij te zeggen/schrijven dat hijzelf in zijn tijd al de parlementaire democratie een knauw gaf door te regeren “bij volmacht”. Overigens is het ook Van Cauwelaert opgevallen dat de memoires hiaten bevatten. In de zeer interessante reeks over “Het vaderland” verwijst hij naar enkele vergetelheden, waaronder de Agusta- en Dassaultzaak.
Dat Dehaene volgens mensen uit zijn omgeving nu aan “het cashen is” geeft aan dat hij zijn partij al een tijdje ontgroeid is. De machtscentra buiten de politiek zijn hem veel dierbaarder geworden en daarom vindt hij – net zoals de in vorige Anders Gelezen vermeldde Luc Van Steenkiste – dat de wisselwerking tussen politiek en de privésector zo belangrijk is. Wat zij gemeen hebben is dat ze deel uitmaken van de “inner circle”, het Belgisch establishment dat zich nooit veel gelegen liet aan de regels die gelden voor de doorsnee Belg. Een reactie op mijn bijdrage in de vorige Anders Gelezen over de al of niet gegronde verdenkingen tegen Van Steenkiste wegens handelen met voorkennis versterkt het vermoeden dat deze beschuldigingen geen wilde geruchten zijn. Daarom is het van het grootste algemeen belang om te weten wie nog allemaal – naast het bekende geval van Bois Sauvage en de familie De Gucht eveneens profiteerde van de connecties op het hoogste niveau. Nog belangrijker is het om te weten welke rol politici speelden – meer precies de regering - in het verspreiden van informatie die gebruikt werd om dergelijke plotse en omvangrijke verkoop van Fortis aandelen op gang te brengen? Zou het, bij afwezigheid van een ziende Vrouwe Justitia, niet een opdracht zijn van de media om hier duidelijkheid te scheppen, al was het maar om het onrechtvaardig onderscheid tussen geprivilegieerden en gewone beleggers in kaart te brengen.

Zelfs in de dood doodgezwegen
Dat de media de dood van Prof emeritus Juul Hannes niet eens vermeldden is zo’n geval van ontkenning tot in de dood. Juul Hannes van de Gentse universiteit was de academicus die aan de hand van een becijferde studie aantoonde dat er nooit zoiets als transfers geweest zijn van Zuid naar Noord. Ook Franstalige academici die zijn resultaten onderzochten hebben nooit kunnen aantonen dat hij fout zat. Maar de resultaten van al dat monnikenwerk zijn blijkbaar veel minder belangrijk dan de mening van academici die wekelijks hun persoonlijke visie – zonder argumentatie – mogen kond doen aan de lezers. Toen mediawatcher Frank Thevissen hierover een vraag stelde aan dS kreeg hij van ombudsman Tom Naegels een halfslachtig antwoord dat erop neerkwam dat de redactie van de krant de informatie over de dood te laat kreeg en het daarom géén vermeldenswaardig nieuws meer was.
Waar dS wel plaats voor had (15 mei) was een bijdrage over hulpprojecten in Palestina die door Israël werden vernietigd. In Joods Actueel kwam hierop een tegenwoord – waarom niet in dS? – waaruit blijkt dat de voorstelling van de feiten in het artikel van dS misleidend is. Daarvoor verwijst men naar de Oslo akkoorden die zowel door de Israëli’s als de Palestijnen werden ondertekend. Even citeren uit het wederwoord: “De bedoeling van deze akkoorden was de Palestijnen de volledige vrijheid te geven om zelf hun administratie te regelen, van de ophaling van huisvuil tot het bouwen van scholen. En dat is goed gelukt ook want onder dit akkoord valt 96% van de Palestijnse bevolking in Zone A en B. Dat betekent dat ze zelfstandig kunnen instaan en beslissingen nemen over alle administratieve taken, dus ook het uitreiken van bouwvergunningen. Slechts 4% van de Palestijnen zou nog onder Israëlische controle ressorteren. Al bij al toch een zeer gunstige regeling voor de Palestijnen, trouwens dat was de reden dat ze samen met Israël het akkoord ook hebben goedgekeurd. Het artikel in De Standaard ging dus over de problemen voor die overige 4%. Maar dat kon je nergens lezen in het stuk waardoor je als lezer niet anders kon dan concluderen dat Israël alle projecten van ngo’s dwarsboomt. (…) Vergunningen worden vaak geweigerd en de procedure is enorm tijdrovend en discriminerend”, stelt Broederlijk Delen in het artikel. Dat is manifest onjuist. “Van de 182 projecten die voor 2011 werden ingediend voor zone C kregen 119 wél toestemming, in 19 gevallen was er een weigering terwijl 44 projecten nog wachten op een goedkeuring”, aldus de officiële cijfers van Jason Edelstein, communicatie directeur van NGO Monitor, Jason Edelstein, tegen Joods Actueel. (…) Dat de procedure tijdrovend is klopt dan weer wel, maar daar zijn goede redenen voor. Elk project moet goed worden geanalyseerd omdat na de final-status onderhandelingen, die er ooit zitten aan te komen, het mogelijk is dat het grondgebied nog van eigenaar kan wisselen. Indien Israël nu een project zou goedkeuren waarbij het gebied later, in een akkoord, onder Israëlische controle zal vallen, dan zijn de Europese subsidies voor Palestijnse projecten eveneens een maat voor niets geweest. De hamvraag is dus of NGO’s zelf niet achteloos met Europese/Belgische gelden omspringen. (…) Dat ngo’s, waaronder Broederlijk Delen, liever focussen op de 4% procent van het gebied waar inderdaad de procedures om voornoemde redenen minder eenvoudig zijn – terwijl aan de overgrote meerderheid, 96% van de Palestijnse bevolking, wordt voorbij gegaan – is geen toonbeeld van vredeswil. (…)Wat mij betreft is de auteur van het artikel in De Standaard mee verantwoordelijk voor de eenzijdige berichtgeving, dat had kunnen voorkomen worden door het principe van woord en wederwoord te respecteren”. Einde citaat. Anders Gelezen: nu nog wachten op de excuses van de redactie van dS of een wederwoord van Tom Naegels waarin hij bewijst dat ook de bijdrage in Joods Actueel eenzijdig is.
Big business
DT (11/5) maakt melding van de 37 miljoen euro overheidsgeld die naar de partijkassen vloeide. In hun gemeenschappelijke oorlogskas zit nu zo’n slordige 80 miljoen euro (nog altijd 3,2 miljard BEF). De rijkste partij is het Vlaams Belang, met een balanstotaal van 15,5 miljoen euro. De N-VA maakte een steile klim. Twee jaar geleden was de partij nog maar een goede 5 miljoen euro waard. Dat is intussen gestegen tot 12,8 miljoen euro. Door de verkiezingsoverwinning in 2010 kan ze rekenen op een pak meer overheidsgeld. Aan Franstalige kant scoren de socialisten het best, met een balanstotaal van 17,9 miljoen euro is het de rijkste partij van België. Anders Gelezen: deze omvangrijke partijdotaties zijn onderdeel van de Belgische ziekte: graaizucht.

Oude politieke cultuur leeft nog altijd in Wallonië
Le nouveau numéro de la revue "Diagnostic", publiée par le Gerfa (Groupe d’étude et de réforme de la fonction administrative), pourrait créer pas mal de houle dans les eaux troubles du clientélisme. En effet, dans son édition de mai, qui sort ce lundi, "Diagnostic" balance nom par nom l’étiquette politique des 65 directeurs fraîchement désignés au Service public de Wallonie (SPW), l’administration régionale wallonne. Le bilan est sévère : c’est un véritable raz-de-marée pour le Parti socialiste. Selon le Gerfa, 37 directeurs sont PS, soit 57 % des postes. Et les autres partis ? Le CDH se classe en deuxième position en "plaçant" 19 directeurs (environ 23 %), le MR est troisième, avec tout de même 6 postes. Quant à Ecolo, qui figure pourtant dans la coalition Olivier du gouvernement wallon, seuls deux directeurs "verts" sont nommés. Enfin, le dernier poste revient à un "indépendant" que l’on ne peut classer dans aucun des partis politiques francophones. Anders Gelezen :politieke vrenieuwing en de PS gaan niet samen.

Voor wie geld heeft is het makkelijker
Terwijl veel gewone Grieken in de armoede terechtkwamen verdween heel veel geld naar het buitenland. Ook hier zijn het de armen of onwetenden die opdraaien voor de schade. Maar toch even herhalen dat er van een bankencrisis nog geen sprake was toen de linkse regeringen het land (zowel financieel als economisch) mismeesterden. In LLB las ik volgend interessante bijdrage: “C’ est peut-être une pure coïncidence, mais le cas le plus ancien connu d’une faillite d’un « état » se situe aussi en Grèce, au 4e siècle avant Jésus Christ : à cette époque les 13 villes-états de la Confédération Ionienne n’étaient plus capables de payer leurs dettes au temple d’Apollon à Delos. Ce temple jouait le rôle d’organe de financement central pour cette Confédération. La caisse du temple a dû accepter une perte de 80% sur les sommes à percevoir. Mais venons un peu plus près dans le temps. Les Grecs sont devenus indépendants après une guerre révolutionnaire contre les Turcs. Cette guerre a commencé en 1821 et dès 1824 les « rebelles » ont emprunté  de grosses sommes à la bourse de Londres. Mais ….. déjà deux ans plus tard ils n’étaient plus en mesure de rembourser leurs emprunts …  (…) La grande crise de 1929 faisait mal à toute l’Europe, mais pendant que la plupart des pays se remettaient de cette catastrophe, en 1932 la Grèce, une fois de plus ne pouvait plus rembourser ses dettes. Cette faillite n’a pris fin qu’ en …. 1964 !! Sans compter la crise actuelle, la Grèce a donc été en défaut de payement de ses dettes pendant plus de 90 ans ….. Et ensuite est venu l'Euro: en 1999, 17 pays ont formé la zone Euro avec une monnaie unique. Ils seront rejoint par la Grèce déjà deux ans plus tard: en 2001. Et voilà: depuis cinq ans le pays connait de nouveau des difficultés financières, et de nouveau la Grèce appelle au secours. Le 20 février 2012, provisoirement une nouvelle faillite a été évité, grâce à un crédit supplémentaire de 130 Milliards d’Euro de la part des pays de l’Europe, de l'effacement de plus de 100 Milliards d'Euros de dettes, et l'instauration d'un contrôle. Bron : Internet / www.deredactie.be   17/02/2012.

1,3 miljoen allochtonen stemplichtigen bij gemeenteraadsverkiezingen
HBL: Volgens berekeningen van socioloog Jan Hertogen zullen circa 1,3 miljoen allochtonen deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Ze hebben stemplicht omdat ze Belg zijn geworden (1,1 miljoen) of omdat ze zich zullen inschrijven voor de verkiezingen (0,2 miljoen). Dit houdt in dat 16,7 procent van de stemplichtigen in oktober oorspronkelijk van vreemde afkomst zal zijn. Maar er zijn grote verschillen tussen de regio’s en tussen de steden: Vlaams gewest 9,8 procent, Waals gewest 18,1 procent, Brussels gewest 62,3 procent, Antwerpen 36,3 procent, Gent 25,8 procent en Mechelen 22,8 procent. Van de Turken is ondertussen 89,2 procent stemplichtig. Bij de Marokkanen is dat 88,4 procent, bij de Italianen 75,4 procent, bij de Fransen 56,2 procent en bij de Nederlanders 47,8 procent. Van de 575.000 vreemdelingen die niet zullen deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen, komen er zo’n 100.000 van buiten de Europese Unie en circa 475.000 van binnen de Europese Unie, van wie 95.000 Fransen en 93.300 Nederlanders.

Pjotr