ANDERS GELEZEN
Onderzoeksjournalistiek
Naar aanleiding van het opgeblazen mediadispuut over het boek over
vice-eerste minister Vande Lanotte, “De keizer van Oostende”, zijn wij als
mediaconsumenten om de oren geslagen met heel uiteenlopende meningen en
wederzijdse beschuldigingen. Maar of wij na het lezen of bekijken van al die
bijdragen veel wijzer zijn geworden is een ander paar mouwen. Overigens
ontbraken ook nu weer enkele belangrijke aspecten in het debat. Eens anders
lezen.
Het debat, dat eigenlijk over de almacht van Vande Lanotte zou moeten
gaan, raakte volledig ondergesneeuwd door de zogezegd insinuaties zonder
bewijskracht in het boek en de punctuele fouten die Vande Lanotte de kans gaven
om de geloofwaardigheid van de auteurs, onderzoeksjournalisten van de VRT, onderuit
te halen. Daarop entte zich de discussie over de geloofwaardigheid van VRT hoofdredacteur
Luc Rademakers die zijn journalisten niet dekte en meteen ging het over de
invloed van de politiek op de media.
Over die insinuaties – waar we niet eens kunnen over oordelen omdat het
boek nog niet te koop is – kan nog veel inkt vloeien maar voor een goed begrip
zou men eerst eens moeten de vraag beantwoorden wat men eigenlijk bedoelt met
onderzoeksjournalistiek. Wanneer iemand beschuldigd wordt van strafrechtelijke
feiten dan is het duidelijk dat in een rechtsstaat enkel Justitie bevoegd is om
te oordelen en eventueel te veroordelen. Onderzoeksjournalistiek echter moet
niet enkel de bedoeling hebben om een smoking gun of strafrechtelijke feiten
aan te klagen. Onderzoeksjournalistiek moet voor de lezer/kijker een blik
bieden op het verborgene, mechanismen en relaties die spelen achter de façade
van de macht. Anonieme getuigenissen die nooit de gerechtszaal zouden bereiken
– wegens angst voor de macht - zijn wel degelijk belangrijk voor
onderzoeksjournalisten om klaarheid te brengen in duistere zaken. Overigens zou
het intellectueel fout zijn om a-priori anonieme getuigenissen af te doen als
ongegronde insinuaties. Dat de beschuldigde graag het gezegde “waar rook is, is
vuur” in zijn voordeel interpreteert (omkering) is geen voldoende argument om
deze niet te bewijzen verklaringen ongeloofwaardig te maken. Wanneer een
veelheid van elkaar losstaande verklaringen wijzen in een bepaalde richting,
dan hebben ze een vorm van indirecte bewijskracht. Volgens de journalisten –
die een zeer goede reputatie hebben als onderzoeksjournalisten bij Panorama -
is dat hier wel degelijk het geval, zodat bij het verschijnen van het boek, het
debat hopelijk opnieuw zal gaan over de overdreven macht van Vande Lanotte. …
Zopas las ik dat de journalisten alle halve waarheden en hele leugens van Vande
Lanotte op dinsdag zullen doorprikken. Doen, want het is belangrijk om te weten!
Luc Rademakers,
hoofdredacteur of rode waterdrager?
In DT (23/05) vroeg men de mening van de Nederlandse
onderzoeker Huub Evers, die onder meer journalistiek aan de Hogeschool Lessius
in Mechelen doceert. Hij verwondert zich vooral over het feit dat Wim Van den
Eynde en Luc Pauwels hun boek hebben kunnen schrijven zonder dat de VRT daar op
voorhand bezwaren tegen heeft geuit. “Een van de algemene deontologische
principes voor journalisten is dat ze de achtergrondkennis die ze in opdracht
van hun werkgever hebben verworven, niet mogen gebruiken om er buiten die
werkgever om een boek mee te schrijven. (…) Evers vindt het dan ook vreemd dat
de VRT-hoofdredactie, die op de hoogte was van de plannen, niet veel eerder
bezwaar heeft aangetekend. Hij noemt het bedenkelijk dat de openbare omroep
zich niet op voorhand heeft gedistantieerd, maar pas nadat Vande Lanotte op
zijn persconferentie zware kritiek had geuit.” Anders Gelezen: misschien had
hij geen reden om vooraf te reageren!
Uiteindelijk mag Rademakers reageren in dS van 26
mei; drie bladzijden krijgt hij daarvoor (waarvan één gevuld wordt met een
paginagrote foto die helemaal niets bijdraagt tot een beter begrip; goedkope papiervulling
een kwaliteitskrant onwaardig). In grote letters laat hij weten niet bang te
zijn van wie dan ook. “U denkt toch niet dat ik deze functie zou hebben
aanvaard, als ik bang zou zijn van wie of wat dan ook?”
Even het commentaar anders lezen: Luc Rademakers is niet aan
zijn proefstuk toe wanneer het erom gaat journalisten in de (socialistisch) pas
te laten lopen. Onder druk van de omhooggevallen Zonnekoning Stevaert schoof
Rademakers, toen hoofdredacteur van GVA, journalist Roger Van Houtte aan de
kant omdat deze niet meeging in de socialistische visie van de krant en het
zelfs aandurfde om contacten te hebben met VB politica Marie Rose Morel.
Overigens ontkent Rademakers deze broodroof net zoals hij nu ook ontkent dat
hij zou gezwicht zijn voor discrete socialistische wenken. Benieuwd hoe
ombudsman Tom Naegels van dS hiermee zal omgaan, wan als columnist van de krant
verdedigde hij indertijd journalist Van Houtte en klaagde onder meer de houding
van Luc Rademakers impliciet aan. Voor de redactie van dS is er echter geen onoverkomelijk
probleem want was het niet de hoofdredacteur van die krant, Peter
Vandermeersch, die onder druk van premier Verhofstadt, indertijd journalist
Derk Jan Epping wandelen stuurde? Dat Luc Rademakers van buiten de VRT gekozen
werd als hoofdredacteur is een keuze van het politiek samengestelde bestuur en
men moet daar dus niet flauw overdoen. Rademakers werd voorgedragen door Vlaams
sp.a minister Ingrid Lietens (bron: Journaal) en zelfs wanneer hij beweert
onafhankelijk te zijn, blijft nog altijd de vaststelling dat de politieke
partijen die aan de macht zitten bepalen wie wat krijgt en verwacht dat de “geselcteerde”
de partijlijn zal respecteren zonder hiertoe telkens aangemaand te moeten
worden.
De maakbare wereld van
de socialisten
Kampioenen in het
machtsdenken en -uitoefening is de Parti Socialiste. Dat bewezen ze onlangs
door een hele rist socialistische medestanders te droppen aan het hoofd van
publieke organismen. Zelfs de beruchte Didier Donfut
(PS) wordt opnieuw getipt om een belangrijke functie te bekleden. Te lezen in LLB online :
« Donfut (PS), ancien ministre wallon, fait une nouvelle fois parler de
lui. Il y a un an, le conseil d’administration de la société de logements
sociaux Toit et Moi (Mons) le nommait directeur. Après un recours déposé par
Ecolo et les récations suscitées par cette décision, il décidera de renoncer.
Et bien voilà que ça recommence. Il s’agit cette fois de nommer Didier Donfut,
directeur-gérant de la société de logement les Jardins de Wallonie (Seneffe,
Pont-à-Celles et Les Bons Villers) dans le Hainaut. Pour l’heure Didier Donfut n’a pas encore été
nommé, mais certains éléments qui touchent au concours de recrutement laissent
penser que le coup de Toit et Moi est en train de se répéter. Précisons
ici le déroulement des faits. »
Verder in de krant volgt een
chronologische opsomming van de gebeurtenissen die aantonen dat hier opnieuw
een spelletje gespeeld wordt. Maar voor de politieke wereld is dat de meest
normale zaak geworden en stoort men zich nog nauwelijks aan wat de media hierover
brengen. Ze doen het immers allemaal, meneer.
Verantwoording
afleggen
In de zeer leerrijke reeks “Het
vaderland” (Knack) doet Rik Van Cauwelaert een boekje open over de
verantwoordelijkheid van politici in de raden van bestuur van de financiële
instellingen. Een citaat: « De bestuurders, zo dicteert de OESO, handelen
integer en zijn rekenschap verschuldigd voor hun daden. Zij dragen de
eindverantwoordelijkheid voor de prestaties van de onderneming, zorg voor
interne controle en risicomanagement. Dat dit bij Dexia nooit is gebeurd, mocht
niet eens worden vastgesteld. Want de Kamer van Volksvertegenwoordigers kreeg
van de huidige regering waarvan de premier (Di Rupo) een gewezen Dexia
bestuurder is, nooit de gelegenheid om via een echte onderzoekscommissie de
verantwoordelijken tot de orde te roepen. De toezichthouders verscholen zich
achter hun beroepsgeheim. » Tenslotte eindigt zijn bijdrage met een sneer
naar JL Dehaene: “Jean-Luc Dehaene toonde zich de voorbije dagen bezorgd over
de werking van de democratie en het rijzende populisme. Hoe zou dat toch komen?”
Pjotr