03 juli 2012

Eenheidsdenken


ANDERS GELEZEN

Politiek eenheidsdenken
De voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, maakte zich boos op de staatslui van weleer die een Europees project realiseerden zonder de nodige diepgang, waarmee hij bedoelde dat er onvoldoende convergentie bestaat tussen de lidstaten op maatschappelijk, financieel en economisch vlak. Nochtans zo merkte Rik Van Cauwelaert op bij de uitspraak van Van Rompuy, "Wie dat 12 jaar geleden durfde te zeggen werd als een verkrampte nationalist, in het beste geval als een euroscepticus weggezet, ook door de kopstukken van Van Rompuys eigen CD&V." Inderdaad, we hebben hem niet gehoord toen Dehaene als voorstander van de verdieping zijn standpunt wijzigde en koos voor uitbreiding. Samen met de zo gewenste convergentie rijst een vraag waar nauwelijks aandacht voor is: veronderstelt diepgang ook een eenheidsdenken? Een vanbovenuit opgelegd dictaat zonder een democratische besluitvorming wegens  het ontbreken van een maatsschappelijk draagvlak? Eens Anders Lezen.
In de recente discussies over het onderwijs valt bij herhaling het begrip “eenheidsworst”, waarmee men bedoelt dat eenzelfde onderwijssysteem of -methode voor leerlingen die per definitie verschillend zijn, niet de beste oplossing is. De grootste gemene deler hoort thuis in een statistische benadering maar sluit evenmin aan bij de diversiteit aan capaciteiten van de leerlingen. Elitair versus gelijke kansen in het onderwijs staat gelijk met verdieping versus uitbreiding voor het Europese project. De keuze voor de uitbreiding zonder verdieping was een zegen voor de nieuwe zwakkere landen omdat ze zo konden genieten van de Europese welvaart via allerlei steunprogramma’s. Voor de kernlanden waren het nieuwe afzetgebieden en vermits er voldoende geld was, vormde deze bijkomende financiële last geen onoverkomelijk obstakel. Men vergat dat de aanvankelijke Europese gedachte - om elke oorlog tussen Europese staten onmogelijk te maken - stoelde  op een groot maatschappelijk draagvlak. Dat er voor de verdere evolutie -  zowel voor uitbreiding of verdieping - zelfs geen moeite meer werd gedaan om een voldoende draagvlak te verwerven is vanuit een democratisch standpunt onbegrijpelijk. Trouwens, is er geen sprake van een contradictie wanneer sommigen dromen van de Verenigde Staten van Europa, die net zoals de Verenigde Staten van Amerika, overal ten strijde trekken?
Maar waar men bij de uitbreiding te weinig rekening mee heeft gehouden, was dat de nieuwe leden-landen kwamen uit een langdurige periode van dictatuur en helemaal niet vertrouwd waren met democratisch beleid en individueel ondernemerschap in een concurrentiële omgeving. Vanuit Europa stroomde geld binnen, maar er was onvoldoende ervaring om hiermee om te gaan. Decennialang was besturen een zaak van een kleine elite en de nomenclatura (een ander woord voor een gepolitiseerde totaal afhankelijke administratie) die nooit rekenschap had moeten afleggen en nauwelijks besef had van wat verantwoordelijk participatief bestuur is, laat staan van transparantie. Het manna zorgde vooral dat rijken rijker werden en de spreiding van de welvaart slechts met mondjesmaat toenam. Overigens geldt dit gebrek aan verantwoordelijk beleid niet alleen voor deze nieuwe landen, want het gesjoemel met Europese subsidies in de Zuid-Europese landen (en sommige Belgische provincies) is al even onverantwoordelijk, zoals vandaag maar al te duidelijk blijkt uit de eurocrisis. Dat in tijden van budgettaire tekorten de confrontatie tussen de rijke landen die daarenboven de spelregels volgen en de zwakkere landen die zich minder verantwoordelijk gedragen hoog oploopt, is begrijpelijk. Om deze tegenstelling te illustreren met een vertrouwde situatie in eigen land: de culturele elite die acties onderneemt om “de solidariteit te redden” en zich afzet tegen vermeende kortzichtige Vlaamse sponsors, maar tegelijk wel op haar achterste poten staat wanneer het manna van publieke gelden dreigt op te drogen. Is het niet een beetje hypocriet om alleen solidair te zijn met andermans geld? 
Hetzelfde plaatje maar dan de keerzijde: de goedkope arbeiders die vandaag onze arbeidsmarkt overspoelen zijn een doorn in het oog van de links progressieve maatschappij met op kop de vakbonden, want het is een aanslag op het sociaal systeem van de kernlanden. Maar was het niet de bedoeling van de uitbreiding om meer mensen te laten deelnemen aan de welvaart van Europa? Had men toen niet door dat goedkope concurrentie de prijs voor arbeid zou doen wankelen? Een socialer Europa maar wel op maat van de rijke landen, net zoals de culturele elite solidair is zolang het haar niets kost?
Anders Gelezen: Het lijkt er sterk op dat de Europese landen zich hebben laten leiden door een aanvankelijk mooi verhaal met een duidelijk doel dat echter in de daaropvolgende decennia evolueerde tot een diffuus verhaal van ambitieuze politici die, niet gehinderd door enig pragmatisch denken en realiteitszin, teveel hooi op hun vork namen en nu aan de bevolking vragen om nog meer macht.   

Het Joegoslavisch voorbeeld
In een opiniebijdrag in dS (3/7) schrijft Theodore Dalrymple dat Herman Van Rompuy beter zou moeten weten. Het Europa dat Van Rompuy nastreeft weigert de realiteit te zien, namelijk dat de lidstaten zowel in tradities als in cultuur en wetgeving verschillen. Het resultaat, zo waarschuwt Dalrymple zal zelfs geen Belgisch model zijn  maar eerder gelijken op Joegoslavië. Vanuit mijn ervaring (in diplomatieke dienst) met dit deel van Europa, heel even deze uitspraak ‘Anders Lezen’.
Joegoslavië werd bijeengehouden door een dictatoriaal bestuur. Serviërs, Kroaten en Slovenen hebben nauwelijks een gemeenschappelijke traditie en cultuur, tenzij het gaat om de opgedrongen cultuur van de bezetter: de Italiaanse vooral katholieke tradities die nog leven langs de Adriatische kust en uiteraard de Habsburgse tradities. Dan heb ik het nog niet over de moslimbevolking in Bosnië-Herzegovina. Joegoslavië, een kunstmatige staat zoals België, geen natie, waarin zowel orthodoxe en nationalistische Serviërs, katholieke en al even nationalistische Kroaten en Slovenen met de reputatie van ‘Balkan joden’, gedwongen werden tot samenleven. Onder de knoet gehouden door een dictatuur die als enig doel had zichzelf te bestendigen en daarvoor alle nodige ‘maatregelen’ nam om rebellie te voorkomen. Kroatische generaals dienden daarom in Servië en omgekeerd. Toen de burgeroorlog uitbrak kwamen al die frustraties naar boven en iedereen die ter plaatse deze periode meemaakte kan getuigen van de wederzijdse diepe haat die deze volkeren voor mekaar koesterden. Moeilijk te vatten na zovele jaren van vreedzame coexistentie in een ondemocratische samenleving ten tijde van het Joegoslavisch regime. Vreselijke misdaden tegen de mensheid waren het bittere resultaat. Oorlogsmisdadigers werden nog lange tijd na de oorlog beschermd door hun regering en slechts na veel aandringen overgeleverd aan het internationaal gerechtshof in Den Haag. Maar de ontelbare misdaden die begaan werden door gewone mensen, buren tot zelfs voormalige vrienden, vormen een veel langer nawerkend gif dat niet door het lidmaatschap van de EU wordt geneutraliseerd, hooguit onderdrukt.
De implosie van Joegoslavië was op termijn onvermijdelijk en zo riskeert het ook Europa te vergaan, wanneer de Unie, net zoals het oude joegoslavië, de mensen verplicht om op te gaan in een eenheidsdenken en het eigene ondergeschikt wordt gemaakt aan het overleven van een staat zonder maatschappelijk draagvlak en dus zonder democratische legitimiteit.
Wie werkelijk voor Europa is, voor de Europese bevolking is, kan niet anders dan de verscheidenheid van de volkeren (naties) erkennen en respecteren. Wanneer daaruit voorvloeit dat er minder gemeenschappelijke besluitvorming mogelijk is, dan is dat zo, want het alternatief kan enkel een (economische) dictatuur zijn. Was het net niet de bedoeling van de “founding fathers” om elke dictatuur in Europa definitief te bannen?
Pjotr