21 november 2012

Controversieel buitenlands beleid


MEDIA EN POLITIEK ANDERS GELEZEN

 
Kroatische generaals vrijgesproken
(diverse kranten) Vijf rechters van de beroepskamer van het Joegoslavië-tribunaal kwamen met drie stemmen tegen twee tot de conclusie dat de veroordeling van de twee Kroatische generaals Gotovina en Markac onterecht was. (…) De Kroatische premier, Zoran Milanovic, sprak van “een belangrijk moment voor Kroatië”. Vesna Skare Ozbolt, Tudjmans juridische adviseur tot diens dood in 1999, zei dat het recht heeft gezegevierd. “Dit corrigeert alle foute dingen die over onze gerechtvaardigde oorlog zijn gezegd. Dit is het bewijs dat er geen etnische zuiveringen in Kroatië hebben plaatsgevonden en dat het allemaal leugens waren.”
Waarschijnlijk zullen veel internationale waarnemers, vertrouwd met wat toen gebeurde in de Balkan, verbaasd hebben opgekeken van dit verdict. Zelf heb ik met eigen ogen de schade gezien die de zuiveringsoperaties van het Kroatisch leger in de regio Knin – Sinj hebben aangericht. Voor een goed begrip moet men onderscheid maken tussen de onvermijdelijke oorlogsschade als gevolg van de gevechten en de schade die moedwillig werd aangericht aan de woningen van onschuldige Serviërs die verdreven werden uit hun huizen en tot op vandaag niet kunnen terugkeren. Vooral wegens de blijvende hatelijke houding van de lokale Kroatische bevolking. Een etnische deportatie ingegeven door haatgevoelens die vandaag blijkbaar nog even levendig zijn als toen. Zo moet men de vreugdekreten in Zagreb om de vrijlating van beide generaals lezen en begrijpen.
Congo
N-VA wil dat Reynders open kaart speelt over Oost-Congo. De oorzaken van de instabiliteit in Oost-Congo zijn niet alleen te zoeken bij buurlanden Rwanda en Oeganda, maar ook in Congo zelf, zegt N-VA-kamerlid Peter Luyckx in dS. Het herinnert mij aan mijn (enige) interview voor het VRT-nieuws naar aanleiding van de genocide in Rwanda (1994). Blijkbaar was bij iemand van de VRT mijn naam als stafchef in Kismayo, Somalië, blijven hangen. In dit lang interview wees ik op de enorme problemen die een volksverhuizing met zich zou meebrengen. Niet alleen een nachtmerrie voor humanitaire hulporganisaties maar ook een onvermijdelijk drama door de politieke instabiliteit die erdoor ontstond: de botsingen tussen de lokale bevolking en de gewapende bendes die samen met de vluchtelingen de grens overstaken. Het gevecht om te overleven, denk maar aan de besmettelijke ziektes die zich snel verspreidden zonder onderscheid tussen de lokale bevolking en de vluchtelingen. Maar vooral de natuurlijke rijkdommen waren in Oost-Congo een reden voor het voortduren van een ontmenselijkte strijd om rijkdom; een ware geseling in plaats van een zegening. Dat het weerzinwekkende van de genocide in Rwanda nog zou voorbijgestoken worden door het nu reeds bijna twintig jaar durende conflict is niet alleen een bittere vaststelling, het werpt vooral de vraag op wat de wereldgemeenschap daar eigenlijk deed sinds haar aanwezigheid (MONUC, de Missie van de Verenigde Naties in Congo) vanaf 1999? Heeft het zin om enkel toe te kijken of in het beste geval nog erger te voorkomen? Waarom is de omvangrijkste missie ooit in Afrika zo machteloos?
Waar zit de zo geprezen Belgische expertise om op die fundamentele vragen een zinnig antwoord te geven? Even herinneren aan de conclusies van de Rwanda-commissie over de rol van de Belgische diplomatie en de dood van de 10 paracommando’s te Kigali: In plaats van mea culpa te slaan omdat we niet gebleven waren om de genocide in de kiem te smoren en zo de “spillover” (het uitdeinen van een intern Rwandees conflict tot een uitzichtloos regionaal conflict) te voorkomen, besloot de commissie onder leiding van Guy Verhofstadt dat we in de toekomst beter geen militairen meer zouden inzetten in de oude koloniale gebieden. Van enige politieke verantwoordelijkheid was er geen sprake, want zo belangrijk is een genocide in het verre buitenland nu ook weer niet.
Defensie, verlengstuk van de diplomatie
Defensie als instrument van onze buitenlandse politiek is blijkbaar niet meer geloofwaardig. Dat is althans de conclusie van een groep (?) “hoger officieren”. Daarbij nemen ze zowel defensieminister Pieter De Crem als zijn voorgangers op de korrel. Geen blijde boodschap, maar dat de defensieminister klacht neerlegt tegen onbekenden, gaat voorbij aan de inhoud van deze studie. Overigens groeit de twijfel over de ware herkomst van deze studie. De aangehaalde argumenten zijn geen nieuws voor ingewijden en er valt zelfs over te discussiëren. Dat defensie in verhouding tot andere landen financieel karig bedeeld wordt, klopt. Maar dat is een politieke keuze waarmee militairen moeten (leren) leven. Over het personeel en het materieel levert de studie weinig nieuws op en geeft ze geen verklaringen, laat staan antwoorden.
Verouderd “zwaar”materieel – o.a. tanks – werd inderdaad niet vervangen toen het normaal had moeten gebeuren. Dat was in de periode van de Paarse regering met Flahaut als defensieminister. Er werd – in samenwerking met de defensiestaf - geopteerd voor lichter materieel dat met vliegtuigen kon vervoerd worden naar verafgelegen inzetgebieden. Een politieke keuze die achteraf niet zo fout bleek want nu beschikken onze troepen in Afghanistan ten minste over veel beter en betrouwbaarder materieel dan indertijd in Somalië en Rwanda. Terecht is de kritiek dat de aangekochte aantallen geen rekening houden met een noodzakelijke operationele en logistieke reserve. Deze militair-technisch kortzichtige besluitvorming wordt er niet beter op door de vervanging van versleten materieel of investeringen in beter aangepast materieel opnieuw uit te stellen.
Over het personeel – het belangrijkste probleem – bevestigt deze studie wat al lang bekend is: te veel oude niet operationele militairen in deels overbodige structuren en te weinig jonge mensen voor de operationele eenheden. Ook hier blijft de studie steken in weliswaar onderbouwde vaststellingen doch lezen we niets over mogelijk oplossingen. In een beknopte vergelijkende studie stelde ik reeds in 1998 vast dat in België de verhouding militairen/bevolking veel hoger lag dan in ander landen. Begrijpelijk dat het moeilijk is om zoveel volk te rekruteren, temeer omdat België als natiestaat faalde en het patriottisme op een heel laag pitje brandt. Op basis van dit kwantitatief criterium zou de getalsterkte kunnen dalen tot grosso mode 27.000. Daardoor zou het beschikbaar budget per soldaat (een kwalitatief criterium dat niet gehanteerd wordt hoewel veel relevanter dan het gebruikte criterium, nl. het aandeel van het BBP voor defensie). Helaas was en is defensie altijd een onderdeel van een socialistisch geïnspireerde tewerkstellingspolitiek in plaats van de uitdrukking van een militair-technische behoefte. Dat geldt trouwens bij uitbreiding voor heel wat Europese landen.
De personeelspolitiek loopt dus reeds decennia mank en ondanks een permanente afslanking blijft het probleem bestaan. De reden is eenvoudig: men weigert het fundamentele probleem te erkennen, namelijk dat het levenslange ambtenarenstatuut niet aangepast is voor militairen waarvan de core business fysiek te zware eisen stelt. Slechts wanneer men deze contradictie in leeftijd wil aanvaarden zal een noodzakelijke verandering ook mogelijk worden. Moet het statuut daarom op de schop? Neen, want dat is inderdaad utopie in dit Belgenlandje. Het is ook niet nodig voor wie creatief wil denken. Het absurde van deze studie die De Crem zo zwaar op de maag ligt, is dat ze het bewijs in het ongerijmde is van de scheefgetrokken personeelssituatie. In Evere zijn er veel te veel hogere officieren die tijd te veel hebben en zich onledig houden met studies, zoals deze, die enkel nog voor de media “nieuws” zijn. Jammer dat er ook op het kabinet van De Crem blijkbaar te weinig creativiteit aanwezig is om haalbare alternatieven uit te denken. Misschien dat de partij die verandering wil zich eens over dit probleem wil ontfermen. Al was het maar om te bewijzen dat ze wel “kennis” in huis heeft.
Betaalde defensie de factuur voor Verhofstadts EU ambities?
Anders gelezen zijn er alvast duidelijke aanwijzingen.
Ergerlijk is dat de paarse regering indertijd, ondanks de financiële dwangbuis, de militaire autoriteiten dwong om helikopters aan te kopen die, volgens een luchtmachtgeneraal, defensie noch in aantal, noch in kwaliteit rendabel kan gebruiken. Meer zelfs, volgens de studie en bevestigd door een ander generaal, werden nooit helikopters gevraagd. De aankoop van de NH90 helikopter diende duidelijk andere dan militaire doelen. Eens anders lezen.
De helikopteraankoop omvat 8 exemplaren NH90 onderverdeeld in drie verschillende versies, voor drie verschillende opdrachten. Voor de Marinecomponente werden twee exemplaren gekocht voor de Nederlandse “occasiefregatten”. Helaas is het vliegdek en de loods voor de Heli’s op deze fregatten te klein (enkel geschikt voor de Lynkx) en moeten deze fregatten dus eerst aangepast worden op kosten van defensie. Dit is Belgisch goed bestuur! Voor de Luchtcomponente werden drie heli’s voorzien voor de “Search and Rescue role”. Overbodig want dit is geen militaire opdracht en kan evengoed uitbesteed worden aan Noordzee Helikopters in Oostende. Het enige dat zou wegvallen zou de “Combat Search and Rescue” zijn, waarvoor het beperkt aantal toch niet volstaat. De Landcomponente krijgt de overige heli’s, drie stuks, als“medium range transport helicopter”. Totaal onvoldoende in aantal, en voor opdrachten waarvoor de Chinook veel beter geschikt is. Het is alsof men een 3.5T truck koopt, om nu eens een brief te posten, nadien ingezet te worden als brandweertruck of dienst te doen als taxi voor het vervoer van VIP.
Minstens 300 miljoen euro weggesmeten geld voor “Een Rolls Royce om naar de kruidenier om de hoek te gaan” dixit de auteur(s) van de studie. Wie daarvan beter werd? In elk geval niet de Landcomponente gezien het geld voorzien was voor de aankoop van voertuigen. Voor deze overheveling werd volgens militaire bronnen luchtmachtgeneraal en Chef Defensiestaf Van Daele beloond met een verlengd verblijf als chefstaf. De politieke beslissing voor de aankoop kwam ditmaal niet van Flahaut maar van Verhofstadt die persoonlijk de legerstaf dwong om deze helikopters aan te kopen,“zo niet zou hij ook de andere aankopen blokkeren”, aldus een op het overleg aanwezige generaal. Dat Verhofstadt daarenboven de keuze “oriënteerde” naar de NH90, heeft volgens een gewezen luchtmachtgeneraal een zeer eenvoudige reden: “Omdat Verhofstadt de Fransen zijn kandidatuur voor de post van voorzitter van de Europese Commissie zouden steunen. Hij had die reeds toegezegd gekregen, maar wilde toch geen risico nemen. Toen hij samen met Leterme de Show van Le Bourget bezocht (maar wel in twee aparte delegaties) wilde hij enkel Eurocopter bezoeken en de NH90, alhoewel er dus een aankoopprocedure liep. De concurrenten wilde hij zelfs niet zien. Na het bezoek vroeg hij trouwens om onmiddellijk naar Matignon te gaan, om zijn geloofsbrieven te overhandigen aan De Villepin die toen net Eerste Minister was. Verhofstadt was het eerste staatshoofd dat een ontmoeting had met De Villepin. En het ging dus niet omdat de Belgische industrie dit nodig had, want dank zij Flahaut en Verhofstadt werden er door België géén enkele verplichting tot economische return gevraagd, wat andere kopers wel vroegen. En de minister van economie, Verwilghen, kon van Verhofstadt de pot op, als hij maar de Fransen kon overtuigen dat het dank zij hem was dat die (helikopters) er kwamen.” Einde citaat. Deze affaire deed mij – zonder enige concrete aanwijzing – eraan denken dat Flahaut wellicht als pasmunt voor het eigengereide optreden van Verhofstadt op zijn beurt Defensie kon opzadelen met kanonnen van het ongebruikelijk 90 mm kaliber dat heel toevallig vooral de Waals-Brabantse munitieleverancier goed uitkwam. Defensie dubbel genaaid? Neen, nog erger, vermits De Crem (wel begrijpelijk) besliste om die nieuwe voertuigen met 90 mm kanon direct in het uitstalraam “for sale – good price” te zetten. Dat onze kwaliteitsmedia over heel deze controversiële besluitvorming niets wisten of schreven bewijst eens te meer dat ze tekortschieten in hun opdracht als kritische “Vierde Macht”; als bewaker van het algemeen belang. Maar het is  nooit te laat om dit verder uit te spitten!
Uitspraak van de week
Guy Verhofstadt, Europees parlement: Nigel Farage van UKIP trok alle registers open, maar hij kreeg fors tegengas van liberaal fractieleider Guy Verhofstadt. “De grootste verspilling, dat is uw salaris”, wierp hij Farage voor de voeten. Anders gelezen: hoeveel helikopters zou Farage al gekost hebben?
Jos Vaessen in madeinlimburg.be: “Geef eens één reden waarom iemand nog in België zou investeren. Ik geef u de mijne: omdat ik Belg ben. Dat is toch wel de stomste reden die er bestaat, niet? Of nog een stomme reden: omdat ik niet graag reis. En omdat ik niet graag mijn vrouw alleen laat. Allemaal irrationele overwegingen. Het wordt moeilijk in België. Het is zo jammer dat de Wetstraat zich dat niet realiseert.
Joëlle Milquet(Knack online): "Er is geen sprake van het sociaal overleg in de feiten te schrappen. De regering kan niet alles opleggen". Anders gelezen: blijkbaar komt het Milquet en alle Belgische beleidsmakers goed uit dat onverkozen drukkingsgroepen het beleid inhoudelijk bepalen. Als er één positief punt zit in het begrotingsresultaat dan wel dat eindelijk de politici zelf eens beslisten. Maar toegegeven, het is cosmetica die vooral moet dienen om het probleem van de loonkosten voorbij de verkiezingen van 2014 te tillen.
Seymour Hersh (dS): “Het stikt van de amorele, halfcriminele politici wier enige zorg het is om toch maar herverkozen te raken. Ze zijn niet gek, het zijn politieke dieren. In de vijftig jaar dat ik journalist ben, heb ik gesproken met eindeloos veel misdadigers, massamoordenaars, corrupte politici, noem maar op. En werkelijk niet één dacht van zichzelf dat hij iets verkeerds deed.”
Pjotr
Anders gelezen