09 oktober 2013

Di Rupo, een politiek kunstenaar


 

MEDIA EN POLITIEK   ANDERS GELEZEN


 

Wanneer verleiding misleiding wordt


 
Het gastcollege georganiseerd door hoogleraar Carl Devos, UGent wordt dank zij de toenemende media-aandacht steeds belangrijker. De VRT en enkele kranten zorgden ervoor dat iedereen de spreker online kon zien en beluisteren.  Het is een waarachtig propagandamoment geworden voor wie er mag spreken. Dat beseft Devos wel degelijk, want voor het vorig gastcollege op 26 september 2012, nauwelijks één week voor de gemeenteraadsverkiezingen, liet hij terecht alle zeven Vlaamse partijvoorzitters aan bod komen. Dit jaar, ver genoeg van de verkiezingen van mei 2014, kreeg eerste minister Elio Di Rupo de volle aandacht om zichzelf en zijn regering in een positief daglicht te zetten. Daarvoor schuwde hij geen enkele truc. Meteen goed voor een knappe uiteenzetting waarin de kunst van de verleiding echter vergleed tot de kunst van de (politieke) misleiding.
 
Dat de premier in zijn toespraak België vergelijkt met andere landen en daaruit afleidt dat we het beter doen, is een aloude truc. Het volstaat immers telkens die landen te selecteren die het in het vergeleken domein minder goed doen.
 
Een grafiek waar het BBP per inwoner wordt afgemeten aan de fiscale last bewijst weinig zolang men de vergeleken landen (134 in totaal) enkel door een zwart bolletje zonder verdere indicaties aanduidt. Dat België hoge belastingen heeft klopt alvast maar welke zijn de landen die het beter doen? Voor Di Rupo volstond het om te bewijzen dat we voor de hoge belastingen ook veel terugkrijgen.
 
Het gebruik van selectieve informatie verklaart waarom de goed nieuws show van Di Rupo aan de UGent geen foute informatie bevat, maar toch schril afsteekt bij de eveneens op officiële cijfers gebaseerde ‘stand van het land’ door N-VA politicus Siegfried Bracke. De al even officiële cijfers van VOKA, nauwelijks enkele dagen na de presentatie door Di Rupo,  spoorden al evenmin met deze van de premier. Teveel belastingen waarvoor we veel te weinig terugkrijgen, luidt daar de conclusie.
 
Di Rupo wees er ook op dat de grootste stijging van de staatsschuld er kwam in de periode 1981-88, zonder socialisten in de regering. De waarheid heeft zijn rechten zo voegde hij eraan toe. Applaus op de banken. Een vooraanstaand editorialist stuurde mij hierover een  kort bericht: “Di Rupo vertelt onzin”. Alain Mouton schreef in Trends (21/08/2012) over de stijging van de staatschuld in de jaren tachtig: “Het overleden PS-kopstuk Guy Spitaels was een van de hoofdverantwoordelijken voor de fenomenaal hoge Belgische staatsschuld en de overheidstekorten die in de jaren zeventig en tachtig steeds groter werden.” Met zijn misleidende uitspraak stapt Di Rupo in de voetsporen van een illustere partijgenoot, Guy Mathot, die beweerde ‘dat de staatsschuld er vanzelf gekomen was en ook vanzelf zou verdwijnen’.
 

Premier negeert regionale werkelijkheid

 
Met een grafiek stelde Di Rupo dat in België en Nederland de ongelijkheid tussen arm en rijk afneemt terwijl ze toeneemt in Frankrijk en Duitsland. Voor socialisten is dat ongetwijfeld een belangrijk aspect. Maar wat betekenen deze cijfers voor België wanneer men weet dat de verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië zo groot zijn? Groter zelfs dan het aangegeven verschil tussen België en de andere landen? De onwil van de federale regering om ons te informeren over de interne verschillen maakt dat elke informatie over België op zich al misleidend is. De regionale werkelijkheid wordt echter verzwegen omdat Di Rupo en de PS zich dan zouden moeten verantwoorden voor hun decennia onafgebroken socialistisch beleid in Wallonië en Brussel dat enkel maar meer armoede en meer afhankelijkheid opleverde. Dan pas zou de bevolking zelf kunnen vaststellen dat de meerwaarde van België voor de regio’s heel verschillend is.

Bestuurder wist het niet 


Opmerkelijk was de presentatie van het begrotingsresultaat in procent van het bruto binnenlands product. In zijn verklaring bij de grafiek heeft Di Rupo het over de stijging van het ‘deficit’ met 6 procent (te wijten aan de bankencrisis) terwijl de geprojecteerde grafiek geen stijgende maar een dalende lijn vertoont. Wat ten minste bij de onoplettende toeschouwer de indruk wekt dat het ‘deficit’ daalt. Deze wordt op de grafiek ook als een negatief getal weergegeven, min 5,6 procent. Schitterend stukje misleiding. Overigens, het feit dat deze stijging volgens Di Rupo volledig te wijten is aan de bankencrisis, klopt slechts ten dele. Men had door accurate maatregelen dit deficit kunnen opvangen in plaats van de factuur door te schuiven naar de volgende regering. Problematisch wordt het wanneer hijzelf op een vraag over DEXIA het – als gewezen bestuurslid die zijn vergoeding nooit weigerde - heeft over een ‘vreemde’ gang van zaken. CD&V met Yves Leterme op kop, die de onwetendheid van de bestuurder mocht rechttrekken, zal het graag horen.
 
Di Rupo pronkt terecht met de fors gedaalde prijs voor elektriciteit en feliciteerde daarvoor zijn regeringsvrienden van SP.A. Maar deze daling was enkel mogelijk omdat de federale regering, met PS en SP.A, decennialang een veel te hoge prijs tolereerde. Waarom  zorgden ze daar geen twintig jaar eerder voor? Het blijft trouwens raden waarom hij de actuele prijs in België vergelijkt met het gemiddelde van de buurlanden, Frankrijk, Nederland en Duitsland, in plaats van de cijfers voor elk land afzonderlijk te geven.
 

Kritiekloze klankversterkers

Zouden de toehoorders binnen en buiten de aula deze trucs doorzien, zoals Carl Devos mij liet weten? Ik betwijfel het. Tijdens de komende colleges kan professor Devos hierover wel nog verder doorpraten met zijn studenten en hen wijzen op de manier waarop Di Rupo omging met de cijfers. Wetenschappelijke nabesprekingen zijn hier zeker op hun plaats, zo niet blijft het misleidende propaganda onder een wetenschappelijke dekmantel.
 
Maar wie zorgt ervoor dat de vele duizenden buiten de aula deze propaganda  kunnen doorzien? Is dat niet de rol van de media? Het zou in elk geval goed zijn mochten ze niet alleen dienst doen als klankversterker, maar ook een kritische stem laten horen.
 
Het college was, zoals voorgaande jaren, een succes voor Devos én de UGent. Dat bleek onder meer uit het stralend enthousiasme van de zopas verkozen rector, professor Anne De Paepe. Maar toch zag ik Carl Devos wel eventjes ongemakkelijk schuifelen op zijn stoel. Toen Di Rupo bij zijn pleidooi voor een federale kieskring verwees naar zijn lidmaatschap van de PAVIA-groep. Voor alle duidelijkheid: de PAVIA-groep ‘stelt voor een federale kieskring in te richten voor de Kamer, met 15 zetels, dubbele stem en 9/6 verdeling tussen de taalgroepen’. Dat was terecht een moeilijk moment voor de professor, want een politoloog die publiekelijk pleit voor één bepaalde politieke keuze valt moeilijk te verenigen met een professor die afstandelijkheid moet betrachten.
 
Een federale kieskring die geen verschuiving mogelijk maakt van de ene naar de andere taalgroep is een hybride maatregel die niet strookt met een volwaardig federaal concept. Het bewijst alvast dat ook voor de PAVIA-groep dit België kampt met een democratisch tekort. Enkel wie België als staat laat voorgaan op de democratische grondregels van een natie, kan hier brood in zien.
 
Dit artikel verscheen eveneens in De Bron
 


Citaten van de week


 
Rik Van Cauwelaert in DT over Perin en de regeringsonderhandelingen onder leiding van Tindemans in 1974: Een cruciaal gesprek was de nachtelijke tête-à-tête tussen François Perin en Jos Chabert, toen nog een sterke man bij de CVP en een mogelijke invaller voor Tindemans, mocht die alsnog mislukken. Tussen Chabert en Perin ging het over Brussel en een gebiedsruil van kleine stukjes Vlaams grondgebied, een deeltje van Vilvoorde en van de faciliteitengemeente Linkebeek, in ruil voor een stukje Wallonië.
Bij het openvouwen van de stafkaarten van Brussel en omgeving merkte Chabert meteen dat op het stukje Linkebeek dat bij Brussel moest worden aangehecht de boerderij van zijn tante Mathilde gevestigd was. Tante Mathilde met haar erf en veestapel bij Brussel! Daar kon geen sprake van zijn. De twee onderhandelaars trokken terug naar de onderhandelingstafel, waar Tindemans ze opwachtte met de vraag die op ieders lippen brandde: 'En?' Waarop Perin schouderophalend zuchtte: 'Tante Mathilde ne veut pas.'
 
Gerard De Beuckelaer, redacteur De Bron  : If you don't read the newspaper you are uninformed, if you do read the newspaper you are misinformed. -- Mark Twain Toen dus ook al… Maar ja, Mark Twain leefde in de tijd toen onze dierbare vorst Leopold II door lasterlijke geruchten in de Britse en Amerikaanse kranten over een mensonterend massamoordend uitbuitersregime in centraal Afrika werd geplaagd. Niemand sprak van genocide –  ze gooiden toen nog niet zo met dat woord – maar het was zo ook al erg storend. Onze koning pakte de zaak heel subtiel en typisch Belgisch aan met passende ‘geschenken’ aan enkele invloedrijke Angelsaksische journalisten. Daarop verbeterde de situatie in Congo merkbaar, ten minste in de pers. (…) Ik vertel dat enkel maar om diegenen die menen dat men mensen voor de daden van hun voorvaderen verantwoordelijk kan maken een beetje tot bedachtzaamheid te motiveren. Immers; gezien ‘s mans levenswandel, wie kan helemaal zeker zijn dat Leopold II niet toch ergens in zijn stamboom zit?
 
Jean-Pierre Rondas in Doorbraak (over het nut van de G1000 groep van David van Reybrouck): Twee nuttige vragen had de G aan de opgekomen burgers kunnen stellen. De eerste had moeten luiden: WAAR speelt zich het democratische gesprek af? Op welk forum, in welke arena? De G1000 heeft het niet aangedurfd deze vraag te stellen. Dit verzuim is de belangrijkste reden waarom dit initiatief een stille maar snelle dood zal sterven.
De tweede nuttige vraag was niet zozeer een overwegingsvraag, dan wel een beslissingsvraag geweest. Ze had moeten luiden: ‘Bent u van mening, ja dan nee, dat een soeverein Vlaanderen 500 dagen op een regering had moeten wachten?’ Of, nog anders gesteld, maar dan in de vorm van een controlevraag bij een quiz: ‘Hoeveel dagen, denkt u, zouden de Vlaamse partijen onderling nodig hebben gehad om een regering te vormen? Kies: zes, zeven of acht dagen?’
 
Rudi Vervoort Brussels minister-president (PS° in DT 7/10): “In 2014 zit de N-VA op haar hoogtepunt, maar een compromis zullen ze nooit kunnen sluiten. Tegen de volgende verkiezingen van 2014 zullen ze dan ook geen geloofwaardig discours meer hebben. Ze zullen dan afgedaan worden als babbelaars. Een partij die snel groeit, valt ook snel weer uit elkaar.”

Theo Francken, burgemeester Lubbeek, N-VA in DS: “Het Lubbeeks Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA) heeft nog acht werknemers en vijftien klanten, maar ook twaalf bestuurders waaraan de gemeente 3.500 euro aan zitpenningen moet betalen”.
 
Pjotr

Geen opmerkingen: