26 januari 2013

Over de "walgelijkste creaturen" in dS


 
MEDIA EN POLITIEK   ANDERS GELEZEN


De walgelijkste creaturen
Het was een week vol mediakritiek. Aanleiding hiervoor was de veroordeling van de hoofdredacteur van De Morgen wegens een onvoldoende onderbouwde kritiek op een gerechtsmagistraat. Allround academicus Jan Blommaert pleegde hierover in dS een opiniestukje onder de titel “Nood aan fact finding”. Hij verklaart onder meer “In realiteit zijn we buitengewoon slecht geïnformeerd en meer dan ooit tevreden met hapklare en simpel te verteren informatiekost. Journalisten moeten almaar sneller werken, hebben nog nauwelijks de kans om zich in bepaalde thema's te verdiepen, en zijn gebonden aan benauwende formats. Opinies domineren feiten.” Duidelijke taal en wellicht zal niemand hem ongelijk geven. Ironisch genoeg las en citeerde ik nog niet zo lang geleden uit zijn eigen opiniestukjes die evenmin een andere lezing doorstaan. Herinner u zijn stelling, dat strengere eisen inzake de kennis van het Nederlands leiden tot een onrechtvaardiger maatschappij. “Fact finding” of een intentieproces?
Voorts breekt hij een lans voor meer kwaliteit: “Het is te hopen dat de redacties in dit land lessen trekken uit dit voorval, en zich naast de productie van goed leesbare teksten ook opnieuw meer gaan bezighouden met de kwaliteit van de informatie die erin komt. Een enkele ombudsman helpt wel, maar is onvoldoende.” Deze conclusie is de zoveelste herhaling van wat de Nederlandse journalisten Oosterbaan en Wansing in “de krant moet kiezen (voor kwaliteit)” reeds wisten.
Dat een ombudsman niet volstaat, blijkt uit het hiernavolgend voorbeeld:
In een artikel (23/01) waarvan de titel meteen de teneur weergeeft, “Jan Briers doet in zijn broek telkens als Ben Weyts hem belt”, laat bbr een reeks anonieme socialisten hun gal spuwen op Jan Briers, kandidaat-gouverneur van Oost-Vlaanderen (bbr is volgens de regels van dS een copy-paste van een andere bron door Bart Brinckman). Zo lezen we wat een anonieme erevoorzitter van sp.a denkt over Briers: “Briers wordt een ‘puppet on a string’. Telkens als Ben Weyts hem belt doet hij in zijn broek. Hij weet aan wie hij zijn benoeming te danken heeft. Zo'n zogeheten niet-politieke benoeming levert de ‘walgelijkste creaturen’ op die er bestaan.” Getroffen door zoveel haat jegens een persoon die niet eens de kans krijgt om zich te bewijzen, vroeg ik aan de ombudsman of dat niet erover was? De krant is toch niet verplicht om dergelijke hatelijke uitspraken  over te nemen? Zijn reactie verbaasde mij echt: “Als kopstukken daarbij krasse uitspraken doen, is het de taak van de krant om die weer te geven. Als ik me niet vergis, is de voorzitter van de N-VA ook nog niet gestorven van zijn eerste krasse, cassante, sommigen zouden zeggen "galspuwende" opmerking over zijn politieke concurrenten. En ook die stonden in de krant.” Kijk eens aan, zonder dat ik verwees naar N-VA en enkel wou aanklagen dat scheldwoorden niet thuis horen in een kwaliteitskrant, ziet hij prompt in mij de verdediger van De Wever en dus is mijn bedenking niet objectief. Welnu, bij deze laat ik de ombudsman weten dat om het even welke politicus en dus ook De Wever, niet moet afkomen met dergelijke hatelijke opmerkingen. Toen ik hem dat in een reactie duidelijk maakte en hem uitnodigde om een voorbeeld te geven van een vergelijkbare uitspraak door om het even welke politicus (ik zou wel enkele mestkevers kunnen vernoemen) haakte hij gemakshalve af: “Ik heb u mijn antwoord gegeven. Er is niets mis met dat stuk. Als u het met mij oneens wil zijn, het zij zo.” Maar goed, laten we het erop houden dat hij geen tijd heeft noch betaald wordt voor een discussie ten gronde.
Na meer dan 10 jaar dS dagelijks Anders te hebben Gelezen, groeit bij mij de overtuiging dat met de aanstelling van Peter Vandermeersch als hoofdredacteur, de krant een grote bocht heeft gemaakt en kwaliteit ondergeschikt werd aan de commerciële resultaten. Zijn verkiezing in 2007 als marketeer van het jaar bekroonde een redactionele ommezwaai die dS voorgoed op weg zette van het oppervlakkige commerciële product. Zoals Vandermeersch zelf verklaarde werden de leegstaande lokalen op de verdieping van de redactie opgevuld met marketeers om “de samenwerking met de redactie te verbeteren”. Het resultaat zien we elke dag: Meer bladzijden zodat er ook meer reclame kan geplaatst worden, vrijblijvende bijdragen over koetjes en kalfjes, tot op de draad uitgesponnen drama’s, scherpere opiniestukken inclusief scheldpartijen, die vooral appelleren aan de emotie in plaats van het verstand,  meer ongecontroleerde copy-paste bij gebrek aan voldoende journalisten en last but not least, de poging om de toenemende kritiek te temperen door het aanstellen van een ombudsman. Die ene vraag waar het echt om gaat, of de krant niet beter kiest voor kwaliteit, blijft onbeantwoord.
Paleis der Natie
Nu Rik Van Cauwelaert zijn eigen bijdrage onder de naam “Paleis der Natie” heeft in De Tijd, zullen vele Knack lezers ongetwijfeld blij zijn om opnieuw zijn kritische beschouwingen te kunnen lezen. In zijn laatste artikel over “Primair boerenbedrog” herkende ik alvast de scherpe pen die Knack verloor. Even meelezen: “Toen N-VA-voorzitter Bart De Wever na zijn electorale zege in Antwerpen een oproep richtte aan federaal premier Elio Di Rupo (PS) om een confederale staatshervorming voor te bereiden, zat meteen de kat in de gordijnen. Nochtans zei De Wever niets nieuws. Hij herhaalde wat Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) eerder vorig jaar, op de vooravond van de 11 juliviering, had gezegd. Peeters presenteerde toen het confederalisme, waarmee hij zoals de meeste Vlaamse politici eigenlijk een tot het uiterste doorgedreven federalisme bedoelt, als het model van de toekomst. En de minister-president voegde eraan toe - om toch maar niet verkeerd te worden begrepen - dat het Belgische wonder mogelijk wordt gemaakt door Vlaanderen. Of anders gezegd: Vlaanderen financiert dat Belgische wonder. Waarna Peeters waarschuwde: ‘Maar dit is niet lang meer vol te houden’. (…) Waals minister-president Rudy Demotte (PS) toonde zich in zijn nieuwjaarsboodschap een stuk bondiger. Hij bestempelde het confederalisme dat de Vlamingen aankaarten kortweg als ‘un piège à cons’ - beleefd te vertalen als ‘boerenbedrog’. Dat uitgerekend Demotte, Waalse socialist, het confederalisme als ‘boerenbedrog’ afdoet, is wel opmerkelijk. Want het eerste voorstel in die zin dat in 1947 al in de Kamer van Volksvertegenwoordigers werd neergelegd en waarvan de eerste zin luidde: ‘België is een confederatie gevormd door twee gewestelijke staten, Vlaanderen en Wallonië, en door het federaal gewest Brussel’, was van de hand van een Waalse socialist, Marcel-Hubert Grégoire. (…) Die ultieme staatshervorming kan er een zijn naar confederaal model. De overgang naar een confederatie veronderstelt, zo doceren grondwetspecialisten, in de overgang gedurende de ‘logische seconde’ de onafhankelijkheid van de deelstaten. Maar België kan ook, zoals Sottiaux aanreikt, tot een federatie van staten worden verbouwd. Dat zijn geen onbeduidende kwesties. Want al die grote samenlevingsvraagstukken van de volgende generaties kunnen alleen een oplossing krijgen nadat alle communautaire plooien zijn glad gestreken. Tot zolang wordt het beleid gekenmerkt door een gevaarlijk immobilisme dat met de zesde staatshervorming geen oplossing krijgt.
Het artikel sluit af met volgende zwaarwegende conclusie: “Het echte boerenbedrog schuilt in de manier waarop de overheid haar onmacht om die primaire uitgaven onder controle te houden verdoezelt achter steeds nieuwe belastingen. Het overheidsbeslag ligt nu al onhoudbaar hoog, hoger dan de helft van het bbp, met nefaste gevolgen voor de economische groei. En dan moeten de pijnlijkste effecten van de vergrijzing nog volgen. Waarmee het federale België met zijn, volgens politicoloog Wilfried Dewachter, ‘magere graad van democratie’ de noodzakelijke solidariteit tussen Noord en Zuid, tussen ouderen en jongeren, tussen zieken en zij die gezond zijn, tussen werkenden en werklozen, op de helling zet. Terwijl de overheid wordt geacht die solidariteit te organiseren.”
Belgische rekenkunde
Kamer 2010: PS 894.543 = 26 zetels;  CD&V: 707.986 = 17 zetels; N-VA: 1.135.617 = 27 zetels. Dus: met slechts 186.557 stemmen meer dan CD&V krijgt de PS 9 zetels meer dan CD&V. Maar met 241.074 stemmen minder dan N-VA krijgt de PS slechts één zetel minder. MR haalde 605.617 = 18 zetels, sp.a had 602.867 stemmen, goed voor 13 zetels. Ik weet wel dat dit het gevolg is van de gebruikte methode D’Hondt voor het verdelen van de restzetels, maar dat belet niet dat het altijd nadelig is voor de Vlamingen en dus in 2014 best op de politieke agenda komt. Een man = één stem en elke stem hetzelfde gewicht, moet ook kunnen in België, of niet?
Citaten van de week
Willem Schoonen, hoofdredacteur Trouw: Peter Vandermeersch is de huidige hoofdredacteur van de Nederlandse krant NRC-Handelsblad, ooit een vlaggenschip wat kwaliteit en berichtgeving betreft. Sinds hij daar de baas is gaat die krant elke dag in oplage (lezers/abonnees) achteruit. Maar niet alleen de oplage vermindert, ook de kwaliteit van NRC-Handelsblad is nog maar een afgietsel van wat ze vroeger was...
Patrick De Witte (columnist in De Morgen) ovr de grondstroom en N-VA: “Wellicht zat iemand op de partijraad wat verveeld uit zijn neus te eten en een spelletje Wordfeud op zijn iPad te spelen toen hij plots 'stroom' op het bord zag liggen en met zijn eigen letters 'grond' kon maken.”
PartiRep Ruth Dassonneville en Marc Hooghe van het Centrum Politieke Wetenschappen, KU Leuven: “De kiezers die bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen op N-VA stemden beantwoordden aan het typische profiel van de volatiele kiezer. Dat is de uitkomst van een bevraging van de KU Leuven. Ze zijn ontevreden over hun gemeentebestuur, en tonen weinig interesse in politiek en staan er zelfs wantrouwend tegenover. (.) 27,5 procent van de bevraagde N-VA-kiezers stemde in 2006 overigens nog op VLD, 23,9 procent op CD&V en 5,9 procent op het kartel CD&V-N-VA. 22 procent kwam over van het Vlaams Belang en 12,9 procent van SP.A.”. Anders Gelezen las ik een commentaar van Frank Thevissen die er niet om loog:
Frank Thevissen: “Partirep is een - wegens succes - terugkerende gesubsidieerde (en dus prijzige) interuniversitaire electorale studie: in 2009 moest deze studie aantonen dat het succes van de N-VA geen enkel verband hield met de communautaire problematiek en bijgevolg toonde het onderzoek dat ook netjes wetenschappelijk aan. O.a. Liesbeth Van Impe kon er geïnspireerd uit putten en schreef o.a. braaf uit het rapport over dat "communautaire besognes eens te meer bijzonder laag stonden op het prioriteitenlijstje van de kiezer." Wat Van Impe en haar collega's in hun enthousiasme daarbij over het hoofd zagen is dat het hogervermelde resultaat van deze post-electorale studie reeds in de kwaliteitscourant De Standaard  verscheen (11 juni 2009) nog voor de eerste respondent van deze post-electorale studie werd bevraagd nl. vanaf 22 juni 2009 (nvdr: de auteur was politicoloog Dave Sinardet). Onderzoeken die kunnen concluderen nog voor ze uitgevoerd worden, verdienen uiteraard bijzondere journalistieke aandacht in ons land. In andere landen zijn zulke studies strafbaar.
Pjotr
Anders Gelezen