27 juni 2013

Bij leven in welzijn?


MEDIA EN POLITIEK   ANDERS GELEZEN


Zijn er moeilijker onderwerpen dan leven en dood? Te duur om verder te leven, zo schreef Rik Van Cauwelaert in De Tijd waarmee hij verwees naar de voorzitter van de Vlaamse Kanker Liga. Hij vermeldt tevens het boekje “Dokter, ik heb ook iets te zeggen”, met denkstukken van professionals en observatoren uit de gezondheidszorg, samengebracht door medisch socioloog Yvo Nuyens en gezaghebbend journalist Hugo De Ridder. Maar, zo noteert Van Cauwelaert, ondanks alle signalen dat het de verkeerde kant uitgaat – wegens onbetaalbaar – blijft het politieke veld afwezig. Ondertussen bakkeleien onze politici over de mogelijkheid voor minderjarigen om zich te euthanaseren. Met veel schroom, eens anders lezen.
MONDIGE PATIËNTEN
 
De titel van het boek “Dokter ik heb ook iets te zeggen”, deed het mij terugdenken aan een recent waar gebeurd verhaal waaruit het belang blijkt van deze uitspraak. Het verhaal: Een hartpatiënt neemt het initiatief om een controleonderzoek te laten uitvoeren. De specialist neemt ruim zijn tijd om met de patiënt het resultaat van het onderzoek te bespreken en besluit dat een coronarografie aangewezen is om een eventuele vernauwing vast te stellen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een collega die vaststelt dat er in dezelfde kransslagader die twintig jaar geleden reeds dichtslibde een nieuwe vernauwing is ontstaan. In zijn verslag, zonder dit te bespreken met de patiënt, kondigt hij een ingreep aan om zowel de nieuwe vernauwing als het oude “total occlusion” volledig dichtgeslibd kanaal te openen. De patiënt krijgt het verslag, dat bestemd is voor de huisdokter, en leest daarin wat het plan is. Hij begrijpt niet waarom na twintig jaar normaal leven inclusief veel sporten, het nodig is om die oude verstopping nog (te proberen) te openen.  De patiënt maakt zich zorgen om het bijkomende risicio en vraagt in een mail aan zijn cardioloog en de collega die de ingreep wil uitvoeren of dat wel nodig is. Reeds de dag nadien ontvangt hij een mail van zijn cardioloog dat hij zijn vraag besproken heeft met zijn collega en het oude letsel niet zal behandeld worden. Oef, maar daarmee is de kous nog niet af. Wanneer de patiënt zich een week later aanmeldt voor de ingreep blijkt dat de verplegers niet weten dat de ingreep gewijzigd werd en kondigt men aan dat er een plassonde zal geplaatst worden, want een “total occlusion”, een volledig dichtgeslibde slagader openen is een veel zwaardere procedure die meerdere uren kan duren. Overigens zegt de verpleegster erbij dat er gewerkt zal worden via de slagaders in de liesstreek “aan beide kanten”. Ze kletste maar wat, die verpleegster. Dat de patiënt het daar moeilijk mee heeft spreekt voor zich. Het duurt dan ook een tijd voordat hij beseft dat er iets aan het mislopen is en na zelf informatie opgezocht te hebben via internet verwittigt hij de verpleegster van dienst dat deze ingreep werd geschrapt door de betrokken specialisten. Het is ondertussen na 18 u en de verpleegster durft het niet aan om de dokter te consulteren. De patiënt moet aandringen om uiteindelijk het telefoonnummer van de cardioloog te krijgen en hem uit te leggen wat men van plan is. De cardioloog begrijpt de situatie en zorgt ervoor dat de verpleegster de wijziging noteert. Dank u dokter, patiënten hebben ook iets te zeggen. Einde verhaal.

Onbetaalbare geneeskunde


 
Dat het politiek veld blijkbaar niet ingaat op de gestelde problemen, zoals Van Cauwelaert opmerkte, mag ons echter niet verbazen. Daar is een eenvoudige reden voor: de gezondheidszorg werd uitbesteed aan het middenveld; de mutualiteiten, de Orde van Geneesheren en andere private instellingen. Het kluwen van diverse actoren, het RIZIV, de ziekenhuizen, de mutualiteiten en andere spelers maakt het voor de politieke overheid quasi onmogelijk om inzicht te verwerven in deze complexe materie en om met kennis van zaken zelf een autonoom beleid te kunnen voeren. Dat er dan nog een ideologische opsplitsing is (met de nodige partijpolitieke bindingen) maakt het helemaal ondoorzichtig. En zoals ik reeds kon vaststellen (en vermeldde in vorige publicaties) betalen patiënten daarvoor ook een verschillende “ideologische gekleurde” prijs. Niet iedereen is inbegrepen en dat zal nog minder het geval zijn in de toekomst
De voortschrijdende medische kennis kan steeds meer mensen langer laten leven. Toch blijft er één constante: de onafwendbare dood voorafgegaan door een laatste heel dikwijls pijnlijke periode (een jaar, maanden) waarin de medische kosten de pan uitswingen. Een periode waarin bij veel patiënten de levenswil verdampt. Ben ik het alleen die zich afvraagt of veel oude mensen, na een mooi leven, niet liever zichzelf en hun familie een lange doodstrijd willen besparen? Onethisch of des mensen? Zou men die ouderlingen niet de kans moeten geven om op die vraag – of ze nog langer willen leven – zelf te antwoorden? Is een lang leven een verplichte ethische vraagstelling? Wanneer het onaanvaardbaar is dat de medische verzorging te duur is om verder te leven, lijkt het mij even onaanvaardbaar om buiten de patiënt om afspraken te maken met de dood. Kan de zingeving functie zijn van de medische vooruitgang? Dat van de wereldbevolking slechts een heel klein deeltje worstelt met dit luxeprobleem is op zich een aanwijzing van de kortzichtigheid van elke wettelijke regelgeving die de plaats wil innemen van een groot-menselijke omgang met de dood.

 

Euthanasie of doden op aanvraag


 
In Knack vraagt Marc Van de Voorde zich af hoe het komt dat we onderscheid maken tussen minder- en meerderjarigheid wanneer het gaat om banale dingen maar voor euthanasie dit onderscheid niet meer telt. “Hoe ethisch verward en hoe ideologisch gebrainwasht moet een samenleving wel zijn dat zij het recht om, in de zotte jaren van experimenteren met het leven, een paar pinten te drinken eigenlijk gevaarlijker acht dan de vrijheid om, in die zelfde onzekere jaren van zoeken naar de zin van het bestaan, te vragen om het leven te beëindigen!” Euthanasie als doden op aanvraag.
Is “uit het leven stappen” een verlossing uit een getormenteerd leven? Wat we in elk geval weten is dat dergelijke beslissing bij de naasten een levenslang trauma veroorzaakt. Is dat een voldoende motivatie om zelfdoding af te keuren als onethisch? Is euthanasie een vergelijkbare manier om uit het leven te stappen? Ditmaal met hulp van anderen?
Op al die vragen zijn er weinig antwoorden. Eensgezindheid is er zeker niet en daarom vraag ik mij af of juridische regels wel een goede oplossing bieden. Of politici dit debat niet voeren om het eigen onvermogen te maskeren? Waar is de tijd dat er geen rechtsregels aan te pas kwamen maar zuster Mathilde met een schrikwekkende grote spuit in de hand mijn vader voorstelde “dat het tijd was om te slapen” en hij met zijn hoofd knikte. Barmhartigheid was toen de regel. Ik weet nog steeds niet wat er mis mee zou zijn.


Citaten van de week


Karel Anthonissen (BBI inspecteur) in DT: Een reactie op Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten die vorige week zwaar uithaalde naar de 'heksenjacht. “Ik denk dat mevrouw Rutten twee dingen verwart: de ondraaglijke zwaarte van de belastingdruk in ons land en de vermeende onverdraagzaamheid van de belastingcontroleur. Open VLD zit al 14 jaar in de regering en in die periode is de belastingdruk nog verder gestegen van 46 naar bijna 50 procent. Weet u wat dat concreet betekent? Als een boekhouder van zijn klant een factuur van 100 euro uitbetaald krijgt, gaat 20 euro naar de btw, 20 euro naar de sociale zekerheid, 20 euro naar de belastingen. Dan heeft hij nog 40 euro. En als hij daarmee naar de kapper gaat, gaat van die 40 euro nog eens 8 euro naar de btw, 8 euro naar de sociale zekerheid en 8 euro naar de belastingen. Dan houdt hij nog 16 euro over en is er 84 euro voor de schatkist. Daar ben ík niet voor verantwoordelijk, wel mevrouw Rutten. Maar als belastinginspecteur moet ik de wet laten respecteren: ik ben aangesteld om die 84 euro binnen te halen. En als Rutten dat een heksenjacht noemt... Schiet dan niet op de pianist. De objectieve cijfers tonen trouwens aan dat er zeer weinig controles zijn. Dat bedrijven misschien maar één keer in twintig jaar controle krijgen.”
Paul Magnette in dS over het confederalisme van N-VA): “Ik weet nog altijd niet wat ze daar precies mee bedoelen, ik ben benieuwd. Zij willen het einde van België, en om te beginnen alvast de splitsing van de sociale zekerheid. Maar dat is het cement van de staat. Een België zonder sociale zekerheid interesseert ons niet. Als er geen interpersoonlijke solidariteit meer is, waarom zouden we dan nog samenblijven? Wij hebben tijdens de laatste communautaire ronde al veel toegevingen gedaan. Maar wat voor ons te veel was, was voor de N-VA nog altijd te weinig. Die partij leefde nog in de wereld van de politieke fantasmen, niet in de realiteit.”
Over armoede: “Er is in Wallonië niet veel meer armoede dan in Vlaanderen. Eigenlijk is dat toch verrassend: voor zo’n rijke regio is er behoorlijk wat armoede in Vlaanderen. Er is wel meer werkloosheid in Wallonië. Maar vergeet niet dat Wallonië tot 1968 veel rijker was. Daarna begonnen de moeilijkheden, omdat er geen geld meer was. Sinds 1995, bij het aantreden van de eerste Waalse regering met eigen middelen, gaat het weer veel beter. De groei is nu zelfs iets beter dan in Vlaanderen.”
Christophe Lacroix namens minister Labille (in een toespraak voor prominenten uit de Belgische zakenwereld) genoteerd door JV Overtveldt in Trends: “De uitlating van Christophe Lacroix dat we voor een degelijk anti-crisisbeleid méér overheid nodig hebben, sloeg in als een bom. De weigering van de heer Lacroix om deel te nemen aan het daaropvolgende debat maakte de consternatie en de onvrede enkel maar groter. De stilte in de zaal was even indrukwekkend als de lichaamstaal van de aanwezigen. Toen baron Paul Buysse, de voorzitter van Bekaert, de tweedaagse Trends Summer University afsloot, vertolkte hij de mening van nagenoeg alle aanwezigen wanneer hij stelde dat de oproep van minister Labille tot méér overheid als noodzakelijk onderdeel van een anti-crisisbeleid hem alvast met verstomming had geslagen. De grootste Waalse partij gaat er duidelijk voor om de visie en het beleid waarmede men de voorbije decennia de Waalse economie de nek heeft omgewrongen te verheffen tot het na te streven ideaal op Belgisch niveau. Gegeven het relatief hoge welvaartsniveau in Vlaanderen valt er hier nog veel in te pikken voor een roofbouwbeleid zoals de PS dat voorstaat. (…) Het wordt hoog tijd dat de Vlaamse coalitiegenoten van de PS van Magnette en Labille en Onkelinx deze mensen eens recht in de ogen gaan kijken.”
Wim Distelmans Prof palliatieve geneeskunde in dS: “De tijd dat artsen en ziekenhuizen eenzijdig een medische behandeling bepaalden voor elke patiënt, is voorbij. De internetgeneratie eist dat ze na een ernstige diagnose goed geïnformeerd wordt, om zelf mee een keuze te kunnen maken.” Anders gelezen, het voorbeeld bewijst dat de praktijk iets moeilijker ligt dan uitspraken van autoriteiten.

Pjotr