29 januari 2014

Vlamingen, ze zijn zo lief meneer


 


MEDIA EN POLITIEK  ANDERS GELEZEN

 

 
Berouw komt ook voor CD&V na de zonde

Een CD&V-verkozene erkent dat de zesde staatshervorming nefast is voor de Brusselse Vlamingen. Pijnlijk voor CD&V die de splitsing van BHV als een overwinning wil verkopen. ‘Gelukkig’ dat onze kwaliteitsmedia deze kritiek negeren.
Nadat onder leiding van de CVP de Vlaamse meerderheid te grabbel werd gegooid in de jaren zeventig, zorgden de Vlaamse partijen die de zesde staatshervorming erdoor duwden in 2013 ervoor dat de Vlamingen in Brussel zelfs geen gelijkwaardige burgers meer zijn.


Brusselse Vlamingen in de kou


In een artikel gepubliceerd door de Gravensteengroep, komt Brussels CD&V-lid Guido Ghekiere tot een verlaat inzicht. De regeringsakkoorden die zijn partij mee gestemd heeft zijn niet enkel slecht voor de Brusselse Vlamingen, ze doorbreken het institutioneel evenwicht. Brussel zelf weigert nog langer het cement te zijn dat België moet bijeenhouden.
Ghekiere, echtgenoot van Brussels CD&V-minister Brigitte Grouwels, verwijst onder meer naar een document over de inzet van de verkiezingen in 2014, uitgegeven door het CRISP en waarin wél aandacht wordt besteed aan de internationale rol van Brussel, maar dat volledig voorbijgaat aan de grondwettelijke tweetaligheid en de grondwettelijke hoofdstedelijkheid van het Brussels Gewest.”
Ghekiere’s conclusie laat aan duidelijkheid niets te wensen over: Dit ‘geheugen-falen’ weerspiegelt een bepaalde Franstalige ingesteldheid tegenover de rol van Brussel, inzonderheid diens functie in de institutionele toekomst van België. Franstalig Brussel én België vertrekken niet meer van de verbindende rol van Brussel als federale hoofdstad, maar wel van een Brussel dat dient geïntegreerd in Wallo-Brux, zoals door de Franstalige partijvoorzitters gesteld werd in het Sainte-Emilie-akkoord. 
Dit mentale proces werd reeds ingezet in 1963, waar men zich had voorgenomen om de taalwetgeving in Brussel nooit correct toe te passen. Dit resulteert vandaag in een Brusselse burger die tweetalig moet zijn terwijl de gemeentelijke ambtenaar, ocmw-verpleegster, politieagent en andere ambtenaren het mogen houden bij eentaligheid. Het Belgisch model was gebaseerd op de gelijkheid van de gemeenschappen zowel in Brussel als in België. Franstalig België verlaat dit model.”


Franstaligen doorbreken evenwicht


Dat het doorbreken van de gelijkheid van de Vlaamse en Franstalige gemeenschappen, notabene een hoeksteen van het institutioneel evenwicht, zelfs niet ter sprake komt in de traditionele media, roept grote vraagtekens op. Is het een gebrek aan politiek doorzicht, of is het een onwelkome waarheid?
Laten we aannemen dat het geen gebrek aan doorzicht is, dan is de vrees groot dat de kiezers tijdens de komende verkiezingsperiode evenmin álle informatie zullen krijgen die nodig is om zich een goed beeld te kunnen vormen van de partijpolitieke standpunten.
Het is normaal dat politieke partijen alles uit de kast halen om het kiesvolk voor zich te winnen. Marc Eyskens vond volksverlakkerij zelfs noodzakelijk omdat verkiezingsbeloften nu eenmaal hinderlijk worden de dag na de verkiezingen.
Precies daarom is het de rol van opiniemakers en journalisten om die leugens en halve waarheden te doorprikken. Of behoort het misschien tot hun taak om de kiezer vooral niet te informeren?
In Knack online (31/01) zegt politoloog Carl Devos over de N-VA-boodschap dat het goed klinkt, ‘de kiezer beslist’. Maar wat beslist hij eigenlijk, vraagt hij zich terecht af. Inderdaad, na de verkiezingen blijft er van de slogans nog weinig over. Hij geeft wel toe dat die kritieken tegenover N-VA ook van toepassing zijn op andere partijen. “Ze houden allemaal tweeslachtige discours om hun strategie tegenover het Vlaamse kiespubliek te maximaliseren."
Gevraagd naar zijn mening omtrent de conclusie van CD&V’er Ghekiere kreeg ik volgend antwoord: “Gelet op het belang en de gevoeligheid verdient deze kwestie een grondige beschouwing. Wellicht zal die in de komende maanden van pas komen, maar op dit moment is die niet klaar. Ik heb eerder al geschreven dat de koppeling van het Brussels Gewest aan de Franse Gemeenschap in de zgn. Fédération geen goede zaak is voor het federaal België. Indien de Franstaligen willen uitgaan van de drieledigheid, moeten ze de autonomie daarvan respecteren, en dus niet vooropstellen dat het Brussels en Waals beleid identiek moet zijn, omdat het gelijk moet zijn voor alle Franstaligen in dit land. De bijzondere positie van Brussel genereert niet enkel rechten, bv. qua financiering, maar ook plichten, bv. qua respect voor de taalminderheid.”
Zijn reactie maakt alvast duidelijk dat het ook voor politologen ‘op eieren lopen’ is. Om vooral niemand voor het hoofd te stoten. Toch teleurstellend dat de waarheid nog even moet wachten.


Houtwormen aan het werk


Ondertussen ben ik wel benieuwd hoe CD&V met deze onwelkome waarheid zal omgaan in de komende weken. CD&V voorzitter Wouter Beke liet eerder al weten dat hij de prijs voor de splitsing aanvaardbaar vond. En dan hebben we het nog niet over de ongelijkheid die de 'partiële splitsing en ontdubbeling' van het gerechtelijke arrondissement veroorzaakt.
Bij dit alles sta ik versteld van de lankmoedigheid bij de Nederlandstalige Belgicisten. Dat Franstaligen het Belgisch institutioneel kader ondergraven, zal voor Vlaams-nationalisten helemaal geen reden zijn om op de barricaden te gaan staan, integendeel. Maar ook de Belgischgezinde lobbygroepen laten het allemaal over zich heen gaan. Deze passiviteit staat in schril contrast met hun soms virulente afkeer voor de Vlaams eisen. Het is klaarblijkelijk gemakkelijker anti-Vlaams dan pro-Belgisch te zijn. Iedereen legt zich erbij neer dat de houtwormen (‘merules’ dixit Laurette Onckelinckx) hun sloopwerk verder doen. 



‘Zwarte’ Vlamingen ware duidelijker


 

Ieder weldenkende Vlaming zal zich al eens afgevraagd hebben hoe het komt dat de Vlaamse media zo verlekkerd zijn op Franstaligen die zich laten verleiden tot anti-Vlaamse uitspraken. Daarentegen zal bij de Franstaligen zelden de vraag opkomen waarom de Franstalige media veel minder snel bereid zijn om Vlamingen te citeren die iets negatief durven zeggen over hun gemeenschap. Deze tegenstelling illustreert zeer goed de verschillende mentaliteit tussen de Vlaamse en Franstalige media.
 
Een lezer schreef hierover het volgende: “De opmerking dat de Franstaligen al te gemakkelijk een Vlaams forum aangeboden krijgen om hun (bij wijlen rabiate) opvattingen uiteen te zetten is natuurlijk heel terecht. Ik zou het ook masochisme noemen. Heeft zich ook al eens iemand afgevraagd hoe dat komt? Ik denk dat ik het weet.
 
Onze zogenaamde ‘intelligentsia’, ook wel eens een beetje hoogdravend ‘culturele elite’ genoemd, is in feite geen duit anders dan de gewichtige Vlaamse madammen die een goede halve eeuw geleden onder een dikke laag plaaster (vergoelijkend maquillage genoemd) verstopt, op de Antwerpse Meir in schabouwelijk Frans hun thé kwamen drinken. Zo zijn we. We kunnen gewoon niet anders. Ook Hugo Schiltz savoureerde Franstalige salons. Als de Duitsers het hier voor het zeggen hebben trommelen we voor de Blauwvoetvendels. Als dan de tricolore terug waait verkrachten we Molière of Camus.
Geen zelfbewustzijn, geen eigen (gefundeerde) mening, geen ruggengraat. Triest.”
 
Dergelijke spitante veroordeling mag dan niet leuk zijn om te lezen (toch niet voor de madammen en hun nazaten), het is daarom niet minder waar.
 
Wanneer een bekend Vlaams politicus, zoals Lenniks’ ere-burgemeester Willy De Waele, lid van Open VLD,  een duidelijk weerwoord schrijft na de ongepaste (haat)uitspraak van MR-voorzitter Charles Michel, wordt zijn reactie niet eens vermeld, laat staan in extenso gepubliceerd. Ook dat zou in de Franstalige media helemaal anders zijn.
 
Het hiervoor geschetste probleem zit heel diep verankerd in de Vlamingen. Niet alleen onder journalisten en politici, maar ook bij gewone mensen. Ze zijn zo lief meneer dat ze zich laten uitschelden en er zelfs nog een schuldgevoel aan over houden. Opnieuw, dit  is een houding die totaal ondenkbaar is voor de Franstaligen.
 
Wie beweert dat er in België alleen maar Belgen rondlopen en wij veel gemeen hebben met onze zuiderburen, negeert het grootste verschil dat er maar kan zijn tussen twee gemeenschappen: een totaal verschillende mentaliteit. Jammer dat de Vlamingen geen  zwarte huidskleur hebben en alleen de Franstaligen ‘blanken’ zijn, anders kreeg België wegens racisme en uitbuiting van tweederangsburgers gegarandeerd de hele internationale gemeenschap over zich heen.   

 

Op eieren lopen

 

Het wordt op eieren lopen voor de journalisten. Elke politieke partij zal in de aanloop naar de verkiezingen met argusogen toezien op een objectieve berichtgeving. Dat wil zeggen dat elke negatieve berichtgeving over de eigen partij fout is.
 
Thomas Leysen, voorzitter van de Raad van Bestuur van Corelio, uitgever van onder meer De Standaard, had daar ooit een weinig intelligente reactie op. Vermits hij vanuit alle partijen wel eens kritiek kreeg, zo vertelde hij, betekende dat volgens hem dat de krant goed bezig was. Voor zoveel intelligentie doet een gewone man toch zijn pet af.
 
Tom Naegels, ombudsman van DS, neemt zijn functie zeer ter harte. Wie hem een vraag stelt krijgt altijd een antwoord. Zo was er een lezer die vond dat Bart Brinckman niet altijd objectief is als het over N-VA gaat.
 
Voor het gemak eerst de reactie van de ombudsman: “Het artikel waar u op doelt, is een politieke analyse, in dit geval van de strategie die CD&V wil volgen in de aanloop naar de verkiezingen. Zelf ervaar ik ze niet als gekleurd, of zelfs maar opiniërend.”
 
Even terug naar het bewuste artikel. In de aanhef lezen we het volgende: “CD&V moet knokken om te voorkomen dat de N-VA haar op 25 mei wegblaast. Maar als de Vlaams-nationalisten er niet in slagen om op tijd het confederalisme af te zweren, ziet het gevecht bergop voor de christendemocraten er volgens Bart Brinckman niet zo beroerd uit”.
 
Hoe leest u het artikel in de rubriek ‘opinie’ anders dan een opinie wanneer de aanhef duidelijk maakt dat het niet CD&V is maar Bart Brinckman die tot deze conclusie komt?
 
Het is ook zijn mening ‘dat N-VA zijn confederalisme moet afzweren’. Dat zouden sommige journalisten en zelfs politicologen blijkbaar heel graag hebben. Goed wetend dat N-VA onmogelijk het verschil kan maken met alleen maar socio-economische voorstellen. Het zou zelfs hoogmoedig zijn van N-VA om te denken dat ze in dat domein (nu al) kunnen optornen tegen de enorme ervaring van de traditionele partijen en hun machtige zuilen. De originaliteit van N-VA is en blijft haar voorstel tot structurele omvorming van de politieke besluitvorming. Komaf maken met de particratie, het duurbetaalde compromis en de spilzucht van de federale overheid. Overheidstewerkstelling in plaats van een innoverend industrieel beleid. Precies daar is het 'model Di Rupo' het meest kwetsbaar.        
 
Verder in de tekst gebruikt Brinckman een opmerkelijk woord, ‘helaas’: “In de grote Antwerpse kieskring wordt de definitieve uitslag beslecht. Helaas, bij de jongste provincieraadsverkiezingen (2012) haalden de christendemocraten niet eens de helft van het N-VA-resultaat. De stad Antwerpen blijft een schrijnend christendemocratisch wasteland”.
Wat voor de enen ‘helaas’ is, zal voor de anderen ‘gelukkig’ heten. Het is maar door welke bril men naar de realiteit bekijkt.
 
Niet zo lang geleden verklaarde Naegels dat de online media diepgravende journalistiek konden brengen omdat ze niet zo breed moeten gaan als de kranten. Maar hij vond wel dat ze dikwijls schreven vanuit een gekleurde invalshoek. Hiermee suggererend dat dit in DS niet het geval is. Vervelend toch, dat ondanks die objectieve journalistiek de geloofwaardigheid van de kranten op een dieptepunt zit.

 

Arrogante Franstaligen

 

Sint-Genesius-Rode heeft een probleem. Vanaf 1 april moet de verantwoordelijke of een plaatsvervanger van het kinderdagverblijf Nederlands kennen. En in 2017 moet er minstens één medewerker eveneens Nederlands kennen. De bevoegde schepen Sophie Stone-Wilmès vindt dat niet kunnen. 
 
Waals-nationalisme klinkt soms heel arrogant: ‘N-VA heeft aan Franstalige krant geen partner’, dixit Charles Michel, MR. Is er een beter pleidooi voor confederalisme?

 

 

Citaten

 

Guy Tegenbos in zijn commentaar (DS 28/01) Over het groot aantal allochtonen: Wat kan je van de federale overheid verwachten? Dat ze stopt met de stommiteiten die ze jarenlang beging: niets doen, en toelaten wie ze niet weg kreeg. Ze moet een actief migratiebeleid voeren, maar wellicht moet dat komen van de deelstaten, die vooral de integratie-instrumenten moeten aanleveren. Het zijn de lokale krachten die ‘het moeten doen’. De samenleving opbouwen, doe je dáár. Nog te weinig gemeenten zijn daar al echt mee bezig.
 
Fiscaal expert Michel Maus (in Knack) over de voorstellen om de belastingdruk te verminderen: Indien de politieke partijen deze personenbelasting nu willen verlagen door in te spelen op de fiscale druk op arbeid, dan zal dit in de eerste plaats leiden tot een lagere federale personenbelasting. (…) Maar een lagere federale personenbelasting betekent ook een lagere grondslag voor de toepassing van de aanvullende belasting van de gewesten en de gemeenten op deze personenbelasting.
Met andere woorden: indien de gewesten en de gemeenten evenveel inkomsten willen behouden, dan zullen zij geen andere keus hebben dan hogere aanvullende belastingen te gaan heffen op de federale personenbelasting. Dit zal voor een perverse hefboom zorgen waardoor de verlaging van de federale personenbelasting regionaal en lokaal wordt gecorrigeerd en eigenlijk wordt teniet gedaan. Indien men rekening houdt met de federale compensatie richting consumptie en ecologie zal dat allicht zelfs leiden tot een hogere globale belastingdruk. De fameuze fiscale autonomie als gevolg van de staatshervorming zal hier dus verlammend werken, en dat pervers effect is duidelijk niet doorgedrongen bij de politieke architecten van de staatshervorming. Ik ben razend benieuwd hoe men dit probleem gaat omzeilen. En vergeet niet beste politici: hope is not a strategy.

 

Pjotr