06 februari 2014

Democratie of bestuurskracht


MEDIA EN POLITIEK -  ANDERS GELEZEN


 

 

Anders gelezen probeert op een bondige manier relevante informatie over de media en de politieke wereld te verspreiden. Aanzetten tot nadenken of zoals het bij De Bron heet, een bron van inspiratie zijn voor geïnteresseerde lezers.
 
Ditmaal een kort stukje over de oneerlijke kieswetgeving. Meer bepaald de manier waarop de parlementaire zetels verdeeld worden.
 
Wie het debat over de parlementaire zetelverdeling wil openen krijgt meteen de wind van voren. Wereldvreemd, zo reageerde iemand. En wat zijn de praktische gevolgen van het alternatief, vreesde een ander. Het zal toch niet lukken, schreef de realist. Inderdaad er zijn veel redenen om het onrecht te laten voortduren. Dan maar Don Quichot achterna? Noem het liever een democratische aanval op de particratie.

 

 

Bestuurskracht versus het gelijkheidsbeginsel

 

Er zijn grosso modo twee strekkingen inzake de organisatie van verkiezingen en meer bepaald voor het verdelen van de parlementaire macht. Eén strekking wil vooral de bestuurskracht verhogen terwijl een andere strekking vooral een zo democratisch mogelijke vertegenwoordiging nastreeft.
 
Tweedeling via ‘winners takes it all’
 
In het Britse systeem dat behoort tot de eerste strekking geldt het principe ‘winner takes it all’. Zo kan het zijn dat een verkozene slechts 50% plus één van de kiezers vertegenwoordigt. Zoals elk systeem voor- en nadelen heeft valt het hier wel op dat heel veel kiezers eigenlijk in de kou blijven staan. Deze oplossing kan leiden tot een tweedeling van de bevolking. Regeren zonder compromissen is aanlokkelijk, maar of het tot beter bestuur leidt is niet zo duidelijk.
 
Wanneer deze tweedeling van de macht dan nog asymmetrisch is zoals momenteel in de VS waar de president en het parlement niet tot dezelfde politieke familie behoren, dreigt complete stilstand en zelfs het terugdraaien van genomen beslissingen. Dergelijke blokkering is ook mogelijk in landen met een ander systeem; schoolvoorbeeld hiervan is ons eigen land, België.  
 
De Belgische methode
 
Met een zetelverdeling volgens de methode Imperiali of de methode D’Hondt (die in België toegepast wordt) is de bevoordeling van de grootste partijen minder uitgesproken maar nog altijd groot zoals blijkt uit ons summier onderzoek.
 
De wetgeving inzake de organisatie van de verkiezingen en de zetelverdeling berust op regels waarvan er minsten drie  onrechtvaardig zijn en vatbaar voor een herziening.
 

1. De zetelverdeling schendt het gelijkheidsbeginsel. Niet elke stem is evenveel waard.

De PS had bij voorbeeld voor de verkiezingen in 2010 voor de Kamer slechts 34.405 stemmen nodig voor één zetel, terwijl de Franstalige partijen R.W.F en WALLONIE D’ABORD respectievelijk 35.743 en 36.642 stemmen behaalden maar toch geen zetel kregen. Met een verdelingsbasis die voor elke partij geldig is zou bij voorbeeld in 2010 de PS zes zetels minder hebben dan met de huidige methode D’Hondt. 

2. De herverdeling van de stemmen van partijen die de kiesdrempel niet haalden, over de partijen die wel vertegenwoordigd zijn in het parlement is een onterechte recuperatie waarbij de keuze van de kiezer niet wordt gerespecteerd.

Door deze partijen zelf te laten beslissen wat er met hun stemmen gebeurt, vermijd men deze oneerlijke recuperatie.

3. De kieswetgeving verplicht elke stemgerechtigde om deel te nemen aan de verkiezingen. Wie deelneemt en toch een blanco-stem uitbrengt heeft wel degelijk een politieke keuze gemaakt. Bij de verdeling van de zetels worden deze stemmen nochtans bestempeld als “ongeldig” en dus niet bestaande.

Wanneer blanco-stemmen wel meetellen en resulteren in ingenomen ‘lege zetels’, zorgen ze niet alleen voor een besparing maar beïnvloeden ze ook de benodigde zetels voor een meerderheid. 

 
Met het voorgestelde alternatief streven we naar een democratischer zetelverdeling, waarbij elke stem evenveel waard is. Het levert niet noodzakelijk minder bestuurskracht op, maar bant wel de huidige ondemocratische scheeftrekkingen. Het aangeboden alternatief kan de geloofwaardigheid van het parlement en de politiek in het algemeen ten goede komen.
 
Wie hierover meer wil lezen kan dat door hier te klikken


 

Democratie is te belangrijk om ze over te laten aan politieke partijen.

 

 

Citaten van de week
 
 
LLB edito Francis Van de Woestyne over het N-VA congres: Le nationalisme est-il de cette veine ? Dans certains pays, le nationalisme est la valeur qui rassemble les citoyens derrière le même drapeau. Mais ici, en Europe, le nationalisme a conduit à l’exclusion, à la guerre. Le nationalisme, à la sauce N-VA, contient les mêmes gènes, ceux de la division. Exemple. Dimanche, à Anvers, les congressistes se sont échauffés autour d’une idée - finalement rejetée - mais au départ très applaudie. Elle proposait de faire de Bruxelles une ville exclusivement… flamande. Voilà ce qu’est le nationalisme de la N-VA : une idéologie basée sur le rejet, voire la haine. Le 25 mai, les Flamands - et eux seuls - voteront en toute connaissance de cause. Soit ils se laisseront séduire par le vernis libéral de la N-VA, soit ils oseront gratter ce vernis pour découvrir le vrai visage des nationalistes. Anders gelezen weten wij wel beter : het zijn de Franstaligen die van Brussel niet alleen een exclusieve Franstalige stad willen maken maar daarenboven de hoofdstad willen kapen binnen hun Fédération Wallo-Brux. Van de Woestyne is ook niet van de eerste leugen doodgegaan.
 
Bart Sturtewagen in DS 6/02): Wie heeft de bevolking dan het meest geschoffeerd? Degenen die met open vizier exorbitante lonen bepleiten of degenen die ze op het publieke forum bestrijden, maar in achterkamertjes stilletjes toelaten? Als de balans in een richting moet overslaan, dan toch in die van de hypocrisie?
Op het bedriegen van de bevolking moet een sanctie staan. Vorig jaar hield minister van Financiën Steven Vanackere de eer aan zichzelf. Hij had, naar eigen zeggen te goeder trouw, onzorgvuldig gecommuniceerd over een eeuwigdurende lening van het ACW aan Belfius. De rentevergoeding die in het contract voorkwam, was misschien marktconform, maar ze was hoger dan de minister had gezegd. Het verschil stond op een ander papier dan datgene waarmee de minister had gezwaaid. Wat hij had gezegd, strookte niet met de waarheid. Dat viel niet goed te praten. Zijn ontslag was dus terecht.
Dit keer is het aanzienlijk erger. Minister Jean-Pascal Labille die verantwoordelijk is voor het bedrog, geeft zonder meer toe dat hij daar van meet af aan op de hoogte was. Er is geen enkele reden waarom de sanctie voor hem minder zwaar zou moeten zijn.
 
DS 6/02 (overgenomen tekst zonder bronvermelding; sic): Niet de Amerikaanse NSA maar de Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD hebben 1,8 miljoen gegevens over telefoongesprekken in Nederland geregistreerd. Dat heeft minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk gisteren laten weten. Vorig jaar liet hij nog uitschijnen dat de NSA erachter zat. Plasterk (PvdA) zal volgende week dinsdag in het parlement aan de tand gevoeld worden over de zaak. Hij zal moeten uitleggen waarom hij de Eerste Kamer niet eerder meldde hoe de vork aan de steel zat. Anders gelezen, hoe zou dat in België zitten?

 

Pjotr