20 maart 2014

Zelfbeschikkingsrecht niet voor Vlamingen




 

MEDIA EN POLITIEK – ANDERS GELEZEN

 

 

 

 

B Plus is een drukkingsgroep die zich verzet tegen het zelfbeschikkingsrecht van de Vlamingen. Confederalisme is evenmin aan hen besteed.


Op de webstek van de drukkingsgroep B Plus lezen we het volgende: “Bij de stichting van B Plus in 1998, hebben de oprichters zich als doel vooropgesteld om een drukkingsgroep, over alle partijgrenzen heen, tot stand te brengen. Deze groep zou enerzijds verzet bieden tegen separatisme (= geen recht op zelfbeschikking) en anderzijds ijveren voor een waarachtig en evenwichtig federalisme”. 


B Plus telt enkele bekende namen: voormalig hoofdredacteur van HLN Luc Van der Kelen (politiek raadgever), ministers van Staat Freddy Willockx en Willy Claes en gewezen VRT- baas Tony Marie.


Universele principes à la carte

Naar aanleiding van het zopas gehouden referendum in de Oekraïense Krim regio werd in de media gediscussieerd over de vraag of het zelfbeschikkingsrecht - een positief principe dat universeel erkend wordt – dan toch ondergeschikt moet zijn aan het principe van de onaantastbaarheid van een nationaal territorium (en de heersende macht).  

In het middagnieuws (17/03) op Eén kreeg professor Rik Coolsaet (sp.a signatuur) de vraag voorgelegd of de inwoners van de Krim regio zich niet mogen beroepen op hun zelfbeschikkingsrecht? Het was verhelderend hoe hij – als socialist en absoluut verdediger van de mensenrechten - zich in alle mogelijke bochten wrong om maar niet te moeten zeggen dat de Krim bevolking zich inderdaad mag beroepen op dit principe. Hij verwees terecht naar andere gevallen, Tsjechoslowakijë en Slovenië die van dit principe reeds gebruikt maakten en volwaardige leden werden van de EU. Even terzijde, het aanvaarden van het zelfbeschikkingsrecht voor de Krim bevolking houdt géén goedkeuring in voor de Russische militaire interventie. Daarover is de VN duidelijk: "een staat moet zich onthouden van promotie of steun -direct of indirect- van rebellen of separatistische activiteiten in andere staten ... of andere activiteiten die de eenheid of politieke orde van andere staten ondermijnen". (VN, Verklaring over niet-inmenging 1981). Maar of dat voor grote landen (ook de VS) ook een echt obstakel is?

Coolsaet wees op het gevaar dat andere regio’s ook wel eens beroep zouden doen op datzelfde principe en daarom vindt hij dat het niet zomaar mag gelden. Zo degradeert hij dit universele principe tot een principe à la carte. Volgens hem kan het alleen wanneer ook de eigen staat (de heersende macht dus) hiermee akkoord gaat. Een omfloerste manier om neen te zeggen. B Plus zal dus alvast van hem geen ongelijk krijgen, wanneer ze de Vlaamse gemeenschap elk recht op zelfbeschikking ontzeggen.

Zijn betoog verviel helaas tot cafépraat toen hij zijn voorbehoud illustreerde met een  absurd voorbeeld: stel dat de gemeente ‘Baarle Hertog’ onafhankelijk wil worden en aansluiten bij Nederland. Zo trekt hij het zelfbeschikkingsrecht van een volk in het belachelijke en reduceert een volk tot een dorpskwestie. Voor een professor internationale relaties en gewezen directeur politiek, is dat wel heel kort door de bocht. Hopelijk laat de VRT in de komende uren en dagen nog andere specialisten aan het woord.
 

DM vreest Belgische Krim toestanden

 Naar aanleiding van de aangekondigde publicatie van het boek ‘België: De onmogelijke opdracht’ [1] schrijft  Bart Eeckhout in DM onder meer het volgende: “Het is zeer goed denkbaar dat de Franstalige meerderheid in de Brusselse rand zich, bijvoorbeeld via een volksraadpleging, wil losmaken van het nieuwe Vlaanderen. Voor je het weet worden de huidige faciliteitengemeenten dan een Belgische Krim”. Ook hier wordt een volk dus gereduceerd tot de inwoners van een gemeente. Als we dan toch even in deze absurde logica mogen verder gaan, dan volstaat het om elke faciliteitengemeente bij Vlaamse wet te fusioneren met Vlaamse gemeenten zodat de Franstalige meerderheid een minderheid wordt. Misschien moeten we Sint-Genesius-Rode (met de familie Van Rompuy) laten fusioneren zodat ze een deelgemeente wordt van groot Gooik (met huidig burgmeester Michel Doomst en bijzonder goede vriend van Herman Van Rompuy).  

Een waarachtig en evenwichtig federalisme

Bij B Plus en andere anti-Vlaamse krachten wordt het ‘zelfbeschikkingsrecht’ steeds vervangen door separatisme. Met dergelijk negatief geladen woordgebruik wil men de bevolking angst aanjagen. Separatisme klinkt als gevaarlijk, terwijl zelfbeschikkingsrecht een positieve boodschap is. Hiermee bewijst deze drukkingsgroep dat ze niet zozeer Belgisch zijn maar vooral anti-Vlaams.

Nochtans klinkt de tweede doelstelling van B Plus positief: ijveren voor een waarachtig en evenwichtig federalisme. Hun visietekst sluit af met de zin: “Verdraagzaamheid en solidariteit, met respect voor ieders verscheidenheid, vormen de basisbeginselen in de actie van B Plus”.

Alleen blijkt het ook voor B Plus bestuursleden onmogelijk om deze basisbeginselen ook in de praktijk te brengen. Zo konden we lezen op de website dat de heer Vanden Burre, voorzitter van het directiecomité van B. Plus in 2010 een boek schreef “OUI! UNE AUTRE BELGIQUE EST POSSIBLE”. Daarin staat hoe de Belgische staat in de toekomst kan heringericht worden. Helaas, naast de titel lezen we ook dat het boek enkel in het Frans verkrijgbaar is. Op een vertaling naar het Nederlands is het nog altijd wachten. Voorwaar een mooi bewijs van hun respect voor ieders verscheidenheid.

 
Confederalisme gewogen en te licht bevonden

In Knack (14/03) krijgt B Plus de gelegenheid om kritiek te spuien op het confederaal voorstel van N-VA. De conclusie is duidelijk: gewogen en te licht bevonden. Samengevat in vier woorden: antidemocratisch, anti-solidair, utopisch en onrealistisch.

Eerste argument
Het eerste argument is dat een confederatie de burger geen enkele rechtstreekse inspraak geeft. Het zijn de onafhankelijke staten die onderhandelen over het beleid.

Rechtstreekse inspraakmogelijkheden hebben niets te maken met een federaal of confederaal model (zie Zwitserland), maar wel met een parlementaire ‘vertegenwoordigende’ democratie. In een parlementaire democratie kiest het volk enkel zijn vertegenwoordigers. Wat de politieke partijen nadien doen met hun macht, daar heeft de bevolking evenmin nog iets over te zeggen. Overigens, de politieke partijen hebben evenmin de mening van de burgers gevraagd toen ze hun nationale partijen splitsten, wegens onleefbaar. De splitsingsdrang bestaat dus al heel lang.

In een confederaal model heeft de kiezer ten minste nog het voordeel dat hij de partijen kan sanctioneren, terwijl in het huidig Belgisch systeem – met de vele grendelwetten - een beleid mogelijk is dat niet gedragen wordt door een meerderheid van een gemeenschap. Mocht Vlaanderen dank zij een confederaal model zelfstandig zijn verkiezingen kunnen organiseren, dan zou het bij voorbeeld de kieswetgeving kunnen aanpassen en de particratie terugdringen. Het zou zelfs zonder het akkoord van Walen en Brusselaars een of andere vorm van rechtstreekse democratie kunnen invoeren, zoals het bindend referendum. De conclusie is dat dit argument nogal licht uitvalt.     

Tweede argument
De tweede bemerking is dat het voorstel van N-VA te radicaal is en “nog heel wat elementen moeten geverifieerd en/of becijferd worden”. De onrust zal daarenboven zorgen voor spanningen die dan hun weerslag zullen hebben op de welvaart van de burger. Tenslotte verwijt men vaagheid over de Duitstalige regio, Defensie en de controle van het Luchtverkeer.

Dat er nogal wat berekeningen nodig zijn klopt. Maar is het niet zo dat veel berekeningen wel mogelijk zijn maar niemand ze nodig vindt? Wellicht uit schrik dat de burgers te veel zouden weten. Bij voorbeeld zouden we graag willen weten hoeveel het voortbestaan van België kost en waarom niet alle financiële data van de regio/gemeenschap worden bekend gemaakt? Het zijn alvast niet de weldenkende Vlamingen die zich hiertegen verzetten.

Daarenboven blijkt ook de huidige staatshervorming – in casu als men alles concreet in wetten wil gieten- in vele opzichten nog verder moet geverifieerd, becijferd én door rechters beoordeeld worden. Voor talrijke regelingen – met name regelingen die Vlamingen manifest discrimineren – zijn er juridische procedures bij Arbitragehof lopende. Dat bewijst dat de compromissen in het federaal model evenmin duidelijk zijn.

Dat N-VA de Duitstaligen zelf laat kiezen in welke mate ze passen in het confederaal model is inderdaad vaag maar wel zeer democratisch. Het is ook véél democratischer dan het PS-model dat hen zelfs oplegt dat ze in praktijk dezelfde coalitie moet vormen als in Namen.

Over Defensie en nog andere samenwerkingsmogelijkheden zijn er voldoende onderhandelingsmogelijkheden. De voorwaarden zijn alvast duidelijk: samenwerking is aanbevolen wanneer er een gemeenschappelijke beleidsvisie is en er een win win situatie ontstaat voor de onafhankelijke staten.

Of er onrust zal zijn hangt niet af van de N-VA maar vooral van zij die zich ten allen prijze – ook als dat de welvaart in het gedrang brengt – verzetten tegen deze Vlaamse verzuchtingen en tegen het opruimen van de talrijke en zware discriminaties van Vlamingen. Hier draait men dus de zaken om: zij die verandering willen zijn a priori fout, zij die het status quo verdedigen hebben a priori gelijk. Hier is geen sprake van te licht bevonden, maar wel van het meten met verschillen maten en gewichten.

Derde argument
Het derde argument waarom het N-VA model niet voldoet is dat er een opdeling gebeurt volgens taal en dat is volgens B Plus uniek in de wereld. Voorts staat N-VA voor een donkerblauw project en wordt de solidariteit afgebroken.

Het gebruik van dit argument toont aan hoe wereldvreemd B Plus wel is. De werkelijkheid is immers dat in de meeste staten  er slechts één officiële taal ( met soms gedulde minderheidstalen) is. Daarenboven kennen alle democratische meertalige staten een duidelijke afgrenzing van hun taalgebieden. In ééntalige staten is er uiteraard geen nood aan een opsplitsing volgens taal. Misschien zou men bij B Plus eens moeten kijken hoe men in Frankrijk tot die ééntalige Franse staat kwam. Of beter nog, eens nagaan hoe tijdens de Franse bezetting van België men komaf maakte met het Waalse dialect. 

Dat N-VA meer is dan een communautaire beweging en daarnaast ook een sociaal-economisch programma heeft, wordt door alle politologen en opiniemakers als positief ervaren. Het gebruik van begrippen zoals donderblauw en niet solidair kan B Plus niet hard maken. Het partijprogramma van N-VA vertrekt echter wel van een gezond principe: dat je eerst geld moet hebben vooraleer het te verdelen. We weten dat dit principe van goed bestuur in België  nooit belangrijk was. De staatsschuld kwam er vanzelf en zal ook wel vanzelf verdwijnen. Dit argument van B Plus weegt niet te licht, het is lichtzinnig.

Vierde argument
Als vierde argument beweert B Plus dat splitsen niet altijd efficiënter maakt. Door de splitsing van politie, brandweer, de sociale zekerheid, het verkeersbeleid en de spoorwegen zal volgens B Plus tot nog complexer structuren leiden. Van een meerwaarde is er absoluut geen sprake. Een frappant voorbeeld van de absurditeit van dergelijk voorstel is de splitsing van de spoorwegen, waardoor er in het België van morgen Vlaamse, Waalse, Brusselse en confederale treinen zullen rijden.

Deze argumentatie is intellectueel ronduit oneerlijk. De N-VA stelt helemaal niet voor dat vier spoorwegmaatschappijen moeten komen. Het stelt al evenmin voor dat er twee brandweerkorpsen zouden moeten zijn voor één gebied.

Het klopt natuurlijk dat splitsen niet altijd efficiënter maakt. Voor de beleidsdomeinen waar er winst zit in een samenwerking, zullen er ongetwijfeld samenwerkingsmogelijkheden bestaan, maar dan wel op vrijwillige basis. Want B Plus vergeet dat er momenteel nogal wat problemen zijn die efficiëntie in de weg staan. Zo kan men, omwille van een verplicht communautair evenwicht, het spoorwegennet in en rond de Antwerpse haven niet uitbreiden. Dat lijkt mij een voldoende reden om het beleid te splitsen.

Uit het gebruik argument blijkt de grote onwetendheid van P Plus inzake de spoorwegen. Op het Belgisch spoorwegennet rijden nu al treinen van heel veel nationaliteiten en een twintigtal maatschappijen. Er bestaat ook een Europese wetgeving inzake spoorvoorzieningen en -normen die ervoor zorgen dat de ‘nationaliteit’ van een trein totaal irrelevant is.

Een oneerlijk en volstrekt irrelevant argument. 

Vijfde argument
Als vijfde kritiek wijst men op de verborgen agenda, het separatisme. Het confederalisme is een tussenstap naar het separatisme. Ze weigeren de onafhankelijkheid als inzet van de verkiezingen te maken. Het is manifest kiezersbedrog om van de PS de enige vijand te maken.

Vermits de statuten van N-VA duidelijk de onafhankelijkheid als uiteindelijk doel voorstellen, kan men moeilijk spreken over een verborgen agenda. De logica van de Baert doctrine – waarbij geleidelijk gestreefd wordt naar een onafhankelijk Vlaanderen -  wordt ook door N-VA gevolgd. Het confederalisme kan inderdaad gelezen worden als een stap in de richting van zelfstandigheid. Maar tegelijk verliest B Plus al te gemakkelijk uit het oog dat N-VA op geen enkel moment gepleit heeft om dit doel op te leggen zonder een democratische meerderheid. Daardoor blijft onafhankelijkheid een verre droom tenzij een meerderheid van de Vlaamse bevolking kiest voor de V-partijen. Dan is er een volkomen legaal en democratisch draagvlak om het confederalisme vanuit de Vlaamse gemeenschap af te dwingen. Hopelijk is B Plus voldoende democratisch ingesteld om zich desgevallend hierbij neer te leggen.

Zesde argument
Als zesde argument wijst B Plus op de afbouw van de solidariteit tussen confederale staten.

Het klopt in elk geval dat de manier waarop in België de solidariteit georganiseerd wordt onder druk staat. België is ook het enige land waar er geen limieten zijn op de solidariteit en evenmin enige vorm van transparantie – laat staan verantwoording – opgelegd wordt.

Zelfs Europese steun wordt (nog te weinig) gecontroleerd en dat is maar goed ook.


Veel kenners weten dat hoe dan ook de huidige financiële transfers niet vol te houden zijn. Verschillende (ook onverdachte) economisten kwamen al tot de conclusie dat met de nieuwe financieringswet van de zesde staatshervorming de miljarden transfers nog zullen toenemen. Enkel het officiële kanaal (NB) spreekt van een minimale daling van enkele honderden miljoenen euro.

Na decennia van ondersteuning weten we dat de genereuze solidariteit niet geholpen heeft om de economische situatie in Wallonië en Brussel te verbeteren. Daarvoor kan men in elk geval N-VA niet de schuld geven.

Dit argument van B Plus houdt gewoon geen steek. Wellicht zou het opdoeken van de solidariteit onder de vorm van een ‘blanco cheque’, Wallonië meer helpen dan nu het geval is. Een zelfstandig Wallonië zal sneller orde op zaken moeten stellen omdat ze dan zelf moeten instaan voor hun welvaart.

Dit argument is naasr de kwestie: een federaal of confederaal model heeft op zich niets te maken met de hoogte van de solidariteit.

Zevende argument
De N-VA wil de Brusselaar laten kiezen tussen het Vlaamse en Waalse stelsel van sociale zekerheid. Daardoor wordt onrechtstreeks een subnationaliteit gecreëerd. Bovendien heeft dit voorstel geen enkel draagvlak en gaat het volledig voorbij aan de realiteit van de Brusselse hoofdstad, de multiculturele hoofdstad van Europa.

Wat N-VA wil is dat Vlamingen, of ze nu in Brussel of in Vlaanderen wonen, kunnen rekenen op dezelfde solidariteit via de sociale zekerheid. Men kan daar tegen zijn en vinden dat de Brusselaar, ongeacht of hij Franstalige of Vlaming is, beter zijn sociale zekerheid organiseert binnen de federatie Wallo-Brux. Dat is verdedigbaar op voorwaarde dat diezelfde federatie ook instaat voor de middelen om deze solidariteit te bekostigen. Men kan moeilijk Vlaanderen ontzeggen om voor zijn eigen bevolking te zorgen maar tegelijk er wel geld van eisen voor het organiseren van een afzonderlijke sociale zekerheid. Dat een voorstel om Brussel te responsabiliseren en de Vlaamse aanwezigheid in Brussel te verdedigen tegen een verdere Frankofone hegemonie, geen draagvlak heeft in Brussel is nogal wiedes. Precies daarom is het zo broodnodig. Fout argument. 

Achtste argument
De rationele voordelen van de schaalgrootte worden in ruil voor volledige autonomie volledig aan de kant geschoven, niet enkel op nationaal vlak, maar ook op internationaal (Europees) vlak. De schaalverkleining in Europa na de invoering van het confederalisme zal onvermijdelijk leiden tot verlies van macht, prestige en invloed.

Economisch klopt dit argument niet: schaalvoordelen zijn pas mogelijk als de omstandigheden voldoende gelijk zijn voor éénzelfde aanpak voor alle betrokkenen. Wallonië en Vlaanderen kennen echter een dermate verschillende economische én bestuursmatige cultuur dat België niet aan die voorwaarde voldoet.

Er zijn wel voordelen mogelijk door schaalgrootte via een selectieve samenwerking (wanneer er een win-win situatie ontstaat). Maar dat vereist een beleidsautonomie voor de deelstaten die B-plus mordicus afwijst. B-plus houdt blijkbaar niet van pragmatisme.

Naar buitenuit is er nood aan enig realisme. De macht, prestige en invloed van België in Europa is heel beperkt – tenzij voor enkele individuele carrières – zal het verlies wel meevallen. Overigens zou België met zijn confederaal model wel veel beter voorbeeld zijn voor de Europese Unie. Een Unie waarin er respect is voor de verscheidenheid aan culturen en rekening gehouden met het sociale weefsel van elke natie. Want ook hier wordt er ver boven de hoofden van de burger geregeerd.

Maar dit argument is vooral fout. Mocht Vlaanderen met zijn eigen prestaties kunnen pronken in plaats van ‘neergehaald’ te worden door de slechte resultaten van de andere deelstaten, dan zou het in Europa een beter imago hebben. Daarenboven zou het zijn eigen taal kunnen promoten terwijl het België van B Plus zich in het buitenland promoot als ééntalig Frans. Zelfs de Belgische voetbalbond ziet er geen graten in om België naar aanleiding van het wereldkampioenschap het Nederlands over het hoofd te zien. Foei!

Negende en laatste argument
De afbouw van de staatsschuld is wel degelijk een 'conditio sine qua non' voor het behoud van de welvaart in elk land, om het even in welke staatsvorm dit land ook georganiseerd is. In het confederale voorstel wordt door het opleggen van een absolute schuldenrem op het confederale niveau en met de opbrengsten van de BTW en de accijnzen gedurende 25 jaar, deze staatsschuld afgebouwd. Het aanvaarden dat de staten van de confederatie zelf schuldcreatie mogen aangaan om de confederale schuld af te bouwen, betekent in feite een verschuiving van de confederale schuld naar deze onafhankelijke staten. Wat is dan de toegevoegde waarde?

De toegevoegde waarde van een splitsing van de staatsschuld is nochtans duidelijk: dan moet elke deelstaat zijn eigen schulden delgen. Zonder een opsplitsing betaalt hoofdzakelijk Vlaanderen voor de schuld en de rente erop. B Plus bewijst hier nogmaals vooral anti-Vlaams te zijn.

 

B Plus heeft kritiek op het confederaal voorstel van N-VA maar heeft daarvoor helaas geen deugdelijke argumenten. Het zal wel een dogma zijn. Dan hoeven geen argumenten.

Pjotr 



[1] Remi Vermeiren, België: De onmogelijke opdracht, Pelckmans, maart 2014, 216 pagina's, 20 euro  
 



 


  

16 maart 2014

Gelijkgezinde media gezocht


 

 

MEDIA EN POLITIEK – ANDERS GELEZEN

 

 

Naar aanleiding van de publicatie van een nogal provocerend citaat vroeg een lezer of het wel goed was om een forum te bieden aan om het even welke opinie. Hij opent zijn reactie met een merkwaardige bedenking: “Meningen zijn er om van elkaar te verschillen. Dat punt hebben we in elk geval bereikt.”
 
Dit laat uitschijnen dat de lezer denkt dat wij verschillen van mening. Hij gaat er immers van uit dat ik het eens ben met de gepubliceerde mening van de Nederlandse politicus Wilders, voorzitter van de PVV (partij voor de vrijheid). Een niet onbelangrijke misvatting want het is een blijkbaar diepgeworteld vooroordeel dat publicisten enkel datgene publiceren waar ze het zelf mee eens zijn. Hetzelfde geldt duidelijk ook voor lezers die liefst een mening lezen waar ze het mee eens zijn. Hij vreest dat nogal wat linkse Vlaamsgezinden zouden kunnen afhaken wanneer ik extreemrechtse standpunten publiceer.
 
Dat Wilders – auteur van het citaat - een aansteller is en populistische praat uitkraamt mag waar zijn, maar hij is ook de voorzitter van een democratische partij die volgens de peilingen evenveel kiezers kan bekoren als de huidige regeringspartijen samen. Zo iemand bestrijdt men best met argumenten en niet met een taboe. Anders maakt men zijn partij alleen maar groter.

 

Lezers willen gelijkgezinde media

 

Wanneer lezers met dergelijk verwachtingspatroon de geschreven pers volgen, zal er wel geen enkele ‘ruimdenkende’ krant of blog zijn die perfect aansluit bij de ‘eigen mening’. Ooit was het wel zo dat elke krant zijn eigen gelijkgezinden bediende. Dat had het voordeel van de duidelijkheid en met een waaier aan verschillende kranten kon men  zowat iedereen tevreden stellen. Ziede wel, ik heb gelijk want  ‘t staat in mijn gazet.
Onlangs beklaagde een Bekende Vlaming zich bij De Bron omdat er een artikel gepubliceerd werd over Israël waarin een gewezen Belgisch ambassadeur pleit tégen een boycot van Israël. Hij verwijt de auteur om enkel over Israël te schrijven (wat toch moet kunnen) en niet over het onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan.  Dat de ene invalshoek de andere niet uitsluit is vanzelfsprekend. Maar blijkbaar heeft de BV vooral moeite met opinies die  eenzijdig zijn en niet overeenstemmen met zijn eigen mening. Volgens hem is er voldoende steun voor Israël, zonder dat De Bron hieraan meedoet. Misschien te recht maar De Bron staat open voor alle invalshoeken. Zeker wanneer het gaat over een zeer complexe situatie waar de internationale gemeenschap al jaren geen blijf mee weet.  
Deze twee getuigenissen zijn koren op de molen van de tamme media. Alvast voldoende reden om aan zelfcensuur te doen en enkel datgene te schrijven waarvan men veronderstelt dat het ‘graag’ gelezen wordt. Is dat de rol van de Vierde Macht? Is het dat wat de kritische lezer wil?     

 

Media als klankversterkers of net niet

 

Blijft toch die belangrijke vraag van de lezer of de media de rol moeten spelen van klankversterker voor om het even welke boodschap, in naam van de meningsvrijheid? 
Een argument dat dikwijls aangevoerd wordt om een opinie te weigeren, is dat de media er niet zijn om te polariseren. Hoewel Peter Vandermeersch, als hoofdredacteur van De Standaard niets liever had dan scherpe polariserende pennen. Dat verkocht goed en hij werd toen ook verkozen tot marketeer van het jaar. Daarenboven hebben we al kunnen vaststellen dat het niet volstaat om een probleem dood te zwijgen (denk maar aan de multiculturele problemen) om polarisatie te voorkomen.  
Een ander argument – dat dateert van de ‘zuilgebonden’ kranten – is dat de pers een opvoedende rol heeft en enkel gecontroleerde ‘juiste’ informatie mag doorgeven. Of het toen ging om juiste informatie of slechts geschreven vanuit de ‘juiste invalshoek’ bleef onduidelijk.
Meningsvrijheid wordt al te gemakkelijk losgekoppeld van de persvrijheid. De vrijheid om een mening niet te publiceren. Bizar dat het net de grootste verdedigers zijn van de vrije pers die heel duidelijk de meningsvrijheid beknotten, onder meer door reacties van lezers te censureren. In de krant De Standaard waar de rubriek ‘Opinie en duiding’ binnenskamers wel eens gekscherend het ‘rode klooster’ genoemd wordt, geeft zelfs de ombudsman toe dat er onvoldoende evenwicht is (tussen Vlaamsgezinde en Belgischgezinde) in de gepubliceerde opinies. Dat hij daar zelf ook geen afdoende verklaring voor had kan ik wel begrijpen.

 

Redacties schuilen onder een paraplu

 

Wellicht is het niet publiceren van de volledige waaier aan opinies een veel groter probleem dan het klakkeloos overnemen van extreme opinies waar het medium ‘geen verantwoordelijkheid’ voor neemt. Maar dit laatste is uiteraard ook niet onschuldig.
Een van de regelmatig gebruikte technieken om gekleurde informatie toch een zweem van objectiviteit te geven  is het interview. Bij sommige interviews kan een kritische lezer niet anders dan zich afvragen of de politicus ook zelf de vragen mocht stellen. Gratis reclame, terwijl in andere interviews de ene kritische vraag na de andere volgt. Twee maten en twee gewichten, op basis van de eigen overtuiging?
“De opinie uitgedrukt in dit artikel is enkel deze van de auteur”, zo valt te lezen onderaan elke opiniebijdrage gepubliceerd door De Bron (bij de kranten doen ze zelfs de moeite niet om dit nog te vermelden). De redactie trekt hiermee formeel zijn paraplu open voor het geval een of ander lezer aanstoot zou nemen aan een gepubliceerde opinie. Is dat wel nodig?
Consultatie van de normen die De Bron hanteert leren ons dat alle gepubliceerde opinies vooraf gecontroleerd worden op hun feitelijke correctheid en op de gevolgde redenering en geldigheid van de argumenten. Wanneer er toch een artikel gepubliceerd wordt dat niet in de smaak valt van een lezer, kan hij/zij dat kenbaar maken (duim omhoog of omlaag). Overigens maakt De Bron er een erezaak van om goed beargumenteerde lezersbrieven integraal te publiceren, al dan niet met een wederwoord van de auteur van het gecontesteerde artikel.   
Het is in elk geval niet de opdracht van een redactie om bepaalde opinies uit te sluiten. Waar ik wel voor durf pleiten is dat een redactie geen scheldproza publiceert. Wanneer Wilders het heeft over een ‘overjaarse hippie’, dan is dat niet vriendelijk maar wel een bestaande typering, en nog altijd veel minder erg dan de scheldwoorden die anti-Vlaamsgezinden gebruiken om hun tegenstanders te karakteriseren.

 

Anti-europees of tegen het huidig systeem

 

Als reactie op wat Wilders schrijft heeft de lezer een duidelijk andere mening over Europa: “Ik vind Europa met al zijn onvolmaaktheden het beste wat wij samen hebben opgebouwd. Er is veel kritiek mogelijk op het Europese beleid; met name dat vrijhandel zowat de alfa en de omega is van de Europese motor, terwijl Europa ook en misschien vooral een cultureel en sociaal project zou moeten zijn.
Ook het democratische gehalte van Europa is voor zeer ruime verbetering vatbaar. In mijn ogen zou er geen Europese Raad mogen bestaan - de machteloze 'president' (sic) Van Rompuy is maar een stroman voor de grote lidstaten die het hele debat domineren. Europa moet uitsluitend worden geleid door de Commissie - noem het voor mijn part de Regering - en gecontroleerd door het Europees parlement.
Lidstaten van de Europese Federatie dienen zich bezig te houden met bevoegdheden die de lidstaat niet overstijgen. De VS zijn een mooi voorbeeld van hoe het kan en moet. Voor mij is dit vele malen belangrijker dan de hele Vlaams-Belgische kwestie - al mag België van mij vandaag ophouden te bestaan, ten voordele van een Nederlandse Gemeenschap met 22 miljoen leden.”
Wanneer ik deze mening lees, dan lees ik een breed gedragen visie van een kritische pro-europese lezer die zich niet neerlegt bij de zwakheden van het huidige Europees bestel, maar het kind niet met het badwater wil weggooien. Tussen het botte anti-europees discours van sommigen en het beate geloof in de Verenigde Staten van Europa van anderen, is er gelukkig nog heel wat nuancering mogelijk.
Er kan ongetwijfeld een diepgaand debat gevoerd worden over de stelling dat de nationale staten zich enkel nog mogen bezig houden met territoriaal gebonden materies (hoewel de EU ook in deze materie al het voortouw nam). Zijn er in onze geglobaliseerde wereld nog persoonsgebonden materies – behalve de taal en ook die staat steeds meer onder druk - die het nationale niet overstijgen? Wie pleit voor een cultureel en sociaal Europa, pleit in feite voor een nieuwe natie. Dergelijk cultureel Europa hoeft echter geen natievorming op een lager niveau uit te sluiten. Integendeel, een welbegrepen cultureel Europa brengt respect op voor elke cultuur en versterkt net de diversiteit die inherent is aan een veelvolkerenstaat.

 

Liefst geen Europa als groot-België

 

De vergelijking die de lezer maakt met de VS vind ik niet zo goed gekozen. Immers, in de VS hebben de staten zeer veel eigen bevoegdheden en wordt (vooral door de republikeinen) de macht van Washington argwanend in de gaten gehouden. In de afzonderlijke Staten zijn sterk verschillende wetgevingen van toepassing. Een bewijs van de verregaande decentralisatie, terwijl in de EU een tegengestelde evolutie duidelijk voelbaar is: steeds meer dwingende regelgeving die diep in het leven van elke afzonderlijke staat ingrijpt. Heel dikwijls voorbijgaand aan  de lokale tradities en culturele verscheidenheid. Zou dát niet een van de belangrijkste redenen zijn waardoor veel mensen zich afkeren van de autoritaire EU-besluitvorming?
Een dictatoriale versie van een veelvolkerenstaat – waarbij ik spontaan denk aan de voormalige Sovjet-Unie en Poetins Rusland – is geen vooruitgang. Er is dus nog heel veel werk aan de Europese winkel en een debat ten gronde, mét inachtneming van de argumenten van voor- én tegenstanders, lijkt mij aangewezen. Wie dat debat niet aandurft ontbreekt het niet alleen aan moed. Het is een verzuim dat zorgt voor de bestendiging van het democratisch deficit van de EU. Ik kan mij niet voorstellen dat iemand een Europa, aka groot-België wil.

 


Citaten van de week

 

Di Rupo premier af (DS): Op een ‘Verkiezingsrally’ van de SP.A is Di Rupo die dag top of the bill. De andere namen op de affiche zijn komiek Geert Hoste, staatssecretaris John Crombez (SP.A) en vicepremier Johan Vande Lanotte (SP.A). Anders gelezen, Geert Hoste zou nooit durven verschijnen op een verkiezingsbijeenkomst van N-VA. Komiek dat wel en toegegeven zijn fratsen possen beter bij een Di Rupo en Vande Lanotte.
 
DS: Eenmaal de verkiezingen achter de rug zijn, begint voor elke partij, niet alleen voor de PS, de oefening om het eigen programma voor een stukje los te laten en op te schuiven richting compromis. En ook daarover maakt Beke zich weinig zorgen. ‘De PS wil al lang zo’n vermogensbelasting. Die wou ze in 2010 al en die is er nooit gekomen. Net zoals de uitbreiding van Brussel en de ‘corridor’ er ook nooit gekomen zijn’, zegt hij. Anders gelezen, zijn er ook wel enkele eisen van CD&V gesneuveld aan de onderhandelingstafel. Of zoals in vorige publicatie: voor ambitieuze politici eindigt het eigen programmade avond van de verkiezingen.
We blijven bij DS, bij meneer of mevrouw Opinie: Scoop kiest elke week een aantal citaten, met een kritische blik op sterke verhalen en hoe ze in de media gebracht worden. Auteur onbekend. Anders gelezen, is dat niet de ultieme oplossing: een onverwachte opinie door een onbekende auteur. Ga daar maar eens tegen in beroep!
DS Wouter Bos, voormalig PvdA-leider, is voor een referendum over de vraag of Nederland de euro moet behouden. Dat referendum zou volgens hem een ‘heldere keuze’ moeten zijn voor of tegen Europa. Dat zei hij in een debat. Een referendum is volgens hem de enige manier om de Europese integratie te voorzien van ‘democratische legitimiteit.
 
Doctoraat over intiem partnergeweld die Sabine Hellemans vandaag verdedigt aan de Universiteit Gent (DS): “Meer dan de helft van de mensen zegt dat hun partner geprobeerd heeft om contacten met vrienden of familie te beperken, hen te controleren, hen negeerde, bekritiseerde of kleineerde in het bijzijn van anderen. Of erger nog: hen bedreigde. (…) Slachtoffers van ernstige vormen van partnergeweld vinden we zelden terug in dit soort steekproeven, omdat die bang zijn voor de gevolgen als ze deelnemen aan dit soort studies.”

 
Pjotr