30 april 2014

N-VA en CD&V in een houdgreep



 

MEDIA EN POLITIEK  ANDERS GELEZEN

 

 

Met de aanval van CD&V-kopman Kris Peeters is de eindspurt naar 25 mei ingezet. De media die wilden voorkomen dat populaire politici de verkiezingsstrijd zouden domineren, focusten op de programma’s. Zal dat zo blijven? 

 

 

Partijprogramma’s of boegbeelden
 
Het is ontegenzeglijk dat de media deze verkiezingscampagne goed hebben voorbereid. Vermits Bart De Wever in debatten met kop en schouders boven alle anderen uitsteekt, was het aangewezen om ditmaal te focussen op de programma’s. Ze werden op hun wenken bediend door de politieke partijen.
 
Alleen blijkt dat vooral N-VA met zijn programma scoort en dat was een beetje onverwacht. Wie gaat er nu naar de kiezer met een programma dat slecht nieuws brengt? Toch werkt het en wel om een eenvoudige reden die de traditionele partijen blijkbaar over het hoofd zien: N-VA heeft een kortetermijnprogramma (socio-economisch) en een langetermijnvisie (het confederalisme) dat uitgaat van de eigen sterkte. Waarvoor niet vooraf de toestemming gevraagd wordt aan de Franstalige minderheid.
 
De traditionele partijen daarentegen stellen programma’s voor die ‘haalbaar’ zijn. Gewoon als ze zijn om water bij de wijn te doen eenmaal ze rond de tafel zitten met de Franstalige partijen. Hoe dikwijls hebben we CD&V kopmannen niet horen toeteren dat politiek de kunst is van het haalbare. Tegenover een Franstalige minderheid die liever kostbare tijd verliest en zo het buitenlands imago van ons land besmeurt, dan hun politieke dominantie op te geven, waren de Vlaamse partijen altijd de pineut. Daar hebben steeds meer Vlamingen geen boodschap meer aan. Tevens groeit het besef dat de Franstaligen geen zier om België geven wanneer ze het niet politiek kunnen domineren en hun privileges behouden. 
 
Is het niet verbazingwekkend, maar tekenend dat geen enkele Vlaamse partij nog durft een kandidaat-premier naar voor te schuiven? Dat het boegbeeld van een machtspartij bij uitstek, Kris Peeters, ronduit weigert federaal kandidaat te zijn, omdat hij volgens zijn eigen woorden dan zijn geloofwaardigheid (als confederalist) zou verliezen, is toch ongehoord. Daarover was er veel minder ophef in de media dan de uitspraak van De Wever die de job van premier als aartsmoeilijk bestempelde.
 
Maar nu Kris Peeters zijn grote populariteit nodig heeft om zijn partij te redden lijkt deze strategie niet meer zo vanzelfsprekend voor de machtsgetrouwe media.
 
De laatste peiling had overigens een verrassing in petto. Met De Wever als kandidaat op federaal niveau krijgt N-VA minder stemmen (32,2 %) achter zich dan op Vlaams niveau (33,2 %) zonder De Wever. Terwijl CD&V met Kris Peeters op Vlaams niveau zowat vier procent meer haalt dan federaal, waar het slechtste resultaat ooit werd genoteerd. Blijkbaar is CD&V meer dan N-VA een éénmanspartij geworden.
 
Het dilemma van CD&V en Kris Peeters
 
Afhankelijk van haar boegbeeld, zit CD&V geprangd tussen twee gedachten: kiezen voor Kris Peeters betekent - op basis van de peilingen - dat N-VA buiten de Vlaamse regering moet gehouden worden. Dat kan wanneer een coalitie met Open VLD en sp.a een meerderheid behaalt, desnoods met Groen erbij. Maar opnieuw zit er het spagaat met links en rechts in één regering. De vrees dat dergelijke regering een maatje te klein is om de problemen kordaat aan te pakken is meer dan gegrond. De peilingen geven trouwens aan dat de kiezers dit probleem onderkennen en niet meer geneigd zijn om mee te gaan in dit oude verhaal waar de ambitie van één man resulteert in een amechtige regering. 
 
Op federaal niveau, wordt een regeringsvorming zonder N-VA een hachelijke onderneming. Opnieuw zonder Vlaamse meerderheid nadat men tijdens de verkiezingscampagne meermaals liet optekenen dat dit niet voor herhaling vatbaar was,  zou een absolute neergang zijn van het democratische gehalte van een partij die toch ook de letter ‘D’ in haar logo heeft staan. Een regering die volgens alle  commentatoren verplicht is om heel onsympathieke maatregelen te nemen. Maatregelen waar de PS echter nooit mee zal akkoord gaan.
 
Peeters heeft daar in zijn campagne een oplossing voor: Minister-president zonder N-VA in Vlaanderen en N-VA mee in het bad voor een federale besparingsregering. Deze twee-sporen-campagne kan men ook afleiden uit twee recente uitspraken: ‘Wie Peeters wil in Vlaanderen moet CD&V stemmen’. Lees, ‘N-VA krijgt er Peeters niet gratis bij’. De tweede uitspraak ging over het federale beleid waarover hij eerst in de Franstalige media opriep om een regering te vormen met N-VA.
 
De tweede gedachte waar CD&V mee worstelt is de noodzaak om deel te nemen aan een federale regering teneinde het Arco/Dexia debacle onder controle te houden. Om ervoor te zorgen dat het ACW niet zelf moet opdraaien voor de gemaakte fouten. Voor de ACW-vleugel is dat veel belangrijker dan de ambities van Kris Peeters. Mocht blijken dat dit gemakkelijker kan door ook op Vlaams niveau met N-VA in zee te gaan, zonder Peeters als minister-president, dan zou hij wel eens veel minder belangrijk blijken te zijn na de verkiezingen dan ervoor.
 
Het dilemma van N-VA en Bart De Wever
 
Bart De Wever is zich maar al te goed bewust van een scenario waarbij N-VA geweerd wordt uit elke regering. Voor hem moet het een deprimerende gedachte zijn dat zijn enorme populariteit niet zou volstaan om zijn partij in een regering te loodsen. Deze doemgedachte heeft N-VA tijdens deze campagne reeds aangezet om alles te zetten op een ‘gelijkgezinde’ regering met CD&V. Een kartel ‘après la lettre’.
 
De recente uitspraken van diverse kopstukken maken alvast duidelijk dat de communautaire eisen geen hinderpaal zullen worden voor een coalitievorming met CD&V. Trouwens een geleidelijker aanpak van het communautaire is voor CD&V het bewijs dat haar aanpak wel loont. Het zou ongetwijfeld een ommeslag naar een hernieuwde belangstelling voor het confederalisme mogelijk maken. Dan wordt 2019 het moment van de waarheid. Geen geruststellende gedachte voor de Vlaamsgezinde achterban die  ondertussen weet dat de traditionele partijen en vooral Cd&V een heel kort geheugen hebben als hun partijmacht daar niet mee gediend is.
 
Maar hoe ver kan De Wever hierin meegaan voor de verkiezingen? Nu CD&V koos voor de frontale aanval rest ook De Wever niets anders dan frontaal in te beuken op het manco van de federale ‘belastingregering’. Hoe populair hijzelf ook is, uit de peilingen blijkt dat vooral het partijprogramma aanslaat. En daarin staat ook nog altijd een serieuze brok communautaire eisen waarop de partij kan afgerekend worden. Wanneer de N-VA minder ‘Vlaamse beweging’ wordt dan ligt net als bij de VU een teloorgang in het verschiet. Dan zou de nalatenschap van De Wever wel eens zeer mager kunnen uitvallen.
 
Tussen meegaand zijn en frontaal botsen is er geen goede derde weg in een verkiezingscampagne. Peeters daagt uit en De Wever zal deze handschoen moeten opnemen. Dit dilemma verplicht De Wever om alles op alles te zetten. Van daar ook de steeds weerkerende boodschap dat het de kiezers zijn die bepalen wat er met het programma van de N-VA zal gebeuren. Het zal hún overwinning of hún verlies zijn.
 
Het dilemma wordt compleet bij het besef dat in die omstandigheden zijn eerdere uitspraak dat te veel stemmen halen wel eens nadelig zou kunnen zijn voor een coalitievorming, niet meer opgaat. Het moet ook bij N-VA duidelijk zijn dat CD&V geen moment zal aarzelen om in dat geval de N-VA te laten vallen als een baksteen. Waar is dat feestje? Aan de Helihavenlaan 21 te Brussel, ten huize ACW.
 
Het wordt dus kiezen voor N-VA tussen gedwongen gematigdheid of er voluit tegenaan gaan. No guts, no glory. Spannend wordt het wel.
 
N-VA in een Franstalig cordon sanitaire
 
De laatste tijd struikelen alle belangrijke Franstalige partijen over mekaar in hun haast om elke regeringsdeelname met N-VA uit te sluiten, niet dat ze het allemaal ook zo duidelijk durven zeggen. Diezelfde partijen die de democratie zo hoog in hun vaandel schrijven … als het hen uitkomt. Partijen die als ware patriotten achter  ‘La Belgique’ staan maar binnenskamers geen zier geven om wat er leeft in Vlaanderen. Je zou voor minder kwaad worden en hen de rug toekeren. En toch lees je geen kwaad woord hierover in de Vlaamse kranten. Het zal wel niet belangrijk zijn, wanneer meer dan 30 % van de Vlaamse kiezers, weze het dan ‘Vlaams-nationalisten, worden tekort gedaan.
 
Benieuwd hoe de traditionele partijen hierop zullen reageren. Het is geen cadeau voor de verkiezingen, maar het zou wel een goede steun zijn om tijdens de onderhandelingen N-VA opnieuw te dumpen. Staatsmanschap heette het in 2010 en dat zal het ook zijn in 2014/2015. 
 
De stemtest is vooral marketing
 
Welke rol de media nog zullen spelen in de laatste weken voor de verkiezingen is niet duidelijk. Met de Stemtest hebben ze alvast heel veel succes en het duwt de belangstelling voor de verkiezingen naar omhoog.
 
Nochtans zijn er heel wat vragen bij de vragen die gesteld worden. Zowel Michel Vuylsteke (hier) als Luc Ryckaerts (hier) schreven hierover een kritische bijdrage op De Bron.
 
Dat de stemtesten de communautaire eis van N-VA, het confederalisme, zelfs niet eens opnemen in de gestelde vragen is een veeg teken aan de wand.
 
Maar een lezer liet alvast weten niet te geloven in de invloed van de stemtesten: “Ach, stemtesten… Voor mij is dat oppervlakkig, slordig in elkaar gedraaid zonder ernstige recherche maar wel met een hip ‘user interface’. Zelfs de subtiele manipulatie die sommigen hier menen te zien is voor die jochies een brug te ver.
 
Ik denk namelijk niet dat het hier om bewuste manipulatie gaat. De oorzaak is dat ze bij die stemtest klakkeloos de verbale krachtpatserij van de partijprogramma’s voor bare munt nemen. Wij weten dat tot hier toe geen enkele partij (misschien met uitzondering van de PS) ook maar één verkiezingsbelofte ernstig genomen heeft. En dus botsten de resultaten van die stemtest frontaal met ons realiteitsbesef: wij oriënteren ons eerder aan wat we hebben zien gebeuren. Dat daardoor de N-VA, die schijnbaar iets minder nonchalant met verkiezingsbeloften smijt (waarmee ze in mijn ogen ‘scoren’), in vergelijking ‘bleekjes’ overkomt is waarschijnlijk niet eens de originele bedoeling, maar wel fijn meegenomen.
 
De zorg dat hiervan toch een ernstige invloed kan uitgaan deel ik niet. De pers en al zijn machinaties hebben ondertussen wel het laatste beetje autoriteit verloren. Ik denk dat het meest waarschijnlijk gevolg immense hilariteit zal zijn: nog eens een bewijs dat de jongens van de gazet niet met ons op dezelfde aarde leven." Alvast een klare mening.
 
Ook de verschillende peilingen vertonen een eigenaardige evolutie. Specialist bij uitstek, Frank Thevissen doet hierover een boekje open in Doorbraak. Hij toont aan dat de N-VA niet geheel toevallig marktaandeel verloor in de aanloop naar deze verkiezingen. Voor kritische lezers aanbevolen lectuur.
 
Politieke journalist of partijwoordvoerder
 
Een flagrant voorbeeld van tendentieuze berichtgeving vond ik in De Standaard (26/04). Wanneer een journalist van de krant de taak overneemt van de woordvoerder van een politieke partij.
Ik vroeg de ombudsman om een verklaring hiervoor en hoewel ik meestal zeer snel een antwoord ontvang blijft het dit keer wachten. Het kan mij niet beletten om alvast mijn vraag te delen met de lezers in afwachting van een antwoord.
 
Geachte heer ombudsman,
Het artikel met als titel "CD&V: Verschil met N-VA aanscherpen" (DS 26/04) is getekend met  'BBR'. Het gebruik van de  afkorting in plaats van de volle naam, Bart Brinckman,  betekent volgens de regel van de krant, dat de tekst grotendeels niet van hem is; copy-past. Maar dat weten de doorsnee lezers van de krant niet en dus denken ze dat het artikel geschreven werd door journalist ‘BBR’. Na lezing is het duidelijk dat de ware 'opsteller' de oppositie tegen N-VA is; vooral CD&V. Maar Brinckman schrijft die tekst net alsof het van hem zelf komt.
 
‘Zijn’ antwoord op de laatste vraag illustreert dat duidelijk: Hoe kan de partij dit nog rechttrekken?
BBR schrijft: “Toch kan de partij haar campagne op drie punten in een hogere versnelling duwen. CD&V kan zich profileren als een verantwoordelijke partij met heel wat ervaring in de rangen. Lees: met de N-VA wenkt het avonturen op federaal niveau wellicht de blokkering. Daar hebben ze nog nooit een compromis met een Franstalige partij gemaakt.
 
Ook sociaaleconomisch kan een punt worden gemaakt. Bij CD&V spoort economische groei met sociale vooruitgang. Lees: met de N-VA zullen bijvoorbeeld oudere werklozen hun huis moeten verkopen voor ze in aanmerking komen voor een leefloon. De Vlaams-nationalisten dragen de sociale zekerheid ten grave. Daarvan wordt elke Vlaming het slachtoffer. Maar de gewone man in de straat beseft dat nog niet.
 
De kiezer krijgt nog een laatste boodschap. Hij moet niet denken dat CD&V een evidentie is. Als de Vlaming wil dat CD&V meeregeert of dat Peeters MP blijft, dan zal de Vlaming op die partij moeten stemmen. Lees: als de N-VA te sterk wordt en CD&V te zwak, dan trekt hij naar de oppositie. In geen geval laat CD&V zich minoriseren zoals in Antwerpen”. Einde citaat.
 
Op geen enkele manier wordt duidelijk gemaakt dat het gaat om een 'ingezonden tekst' (of een meegegeven idee dat hij neerpende). Een reclameboodschap.
 
Beide uitspraken in cursief zijn op zijn minst eenzijdig. Maar blijkbaar is BBR overtuigd dat, citaat, 'De Vlaams-nationalisten dragen de sociale zekerheid ten grave'. Vraag: waarom gebruikt Brinckman hier de term Vlaams-nationalisten en niet N-VA? Viseert hij hier ook het VB?
 
Mijnheer de ombudsman,
 
Dit lijkt mij een staaltje journalistiek dat niet past bij een neutrale houding. Toegegeven, subtiel en wellicht door weinig lezers opgemerkt maar wel mooi meegenomen. Dat kan niet voor een krant die beweert meer te zijn dan de spreekbuis van een of ander partij.
 
Het is uitkijken naar een verklaring. Maar ook géén verklaring is veelzeggend. Wordt vervolgd.
 
 
Citaten van de week
 
Eddy Eerdekens hoofdredacteur Knack online: De N-VA mag dan al afstevenen op een eclatante verkiezingsoverwinning, deelnemen aan de volgende regering zit er volgens krantencommentatoren niet in. De kans dat Bart De Wever partners vindt om samen mee te regeren, is volgens sommige kranten erg klein. 'Bart De Wever weet dat 32 procent veel is, maar niet voldoende om in de regering te komen.' En ook: 'Het drijven van een wig tussen zichzelf en de rest is een kunst die N-VA als geen ander beheerst.
 
In hetzelfde artikel Carl Devos: En ook de federale regering zal er anders uitzien. 'Een regering met N-VA zal uiteraard van een ander type zijn. Maar ook in een zonder N-VA zullen de partners elkaar diep in de ogen moeten kijken. Hoe moet in dat geval de op links belaagde PS samen besturen met Vlaamse partijen die zelfs zonder N-VA moeten antwoorden op de zware druk die het electorale succes van die partij oproept?' Anders gelezen, weet Carl Devos heel goed dat het niet zal lukken. Een optimist mag hopen dat de PS zal buigen, een realist zal meer vrezen voor de zoveelste kniebuiging van de traditionele Vlaamse politieke partijen. Is het ooit anders geweest?
 
Pjotr