16 november 2014

De verscheurde Vlaamse christendemocratie




MEDIA EN POLITIEK  ANDERS GELEZEN

Tijdens gesprekken met CD&V’ers valt op hoezeer de christendemocratie vandaag wordt verscheurd door de tegenstellingen tussen de ACW-militanten en de rechtse vleugel.
 
In een opmerkelijke bijdrage in De Tijd over ‘De uitgeteerde staat’ geeft Rik Van Cauwelaert aan hoe slecht het gesteld is met de Belgische instellingen. Maar hij zoekt de oorzaak niet alleen bij de fiscale fraudeurs en dat is uitzonderlijk in een periode waarin vooral zij de kop van jut zijn. Vanzelfsprekend stelt hij de fiscale ontwijkingsmechanismen aan de kaak – de Luxemburg-route en de ‘Londense City’ als één grote offshore-constructie – maar hij heeft ook oog voor wat de Belgische regeringen de voorbije decennia nalieten te doen. Een gedeelde verantwoordelijkheid waar ook CD&V niet aan ontsnapt.

Van Katholieke Volkspartij naar verzuilde CD&V


Het groot maatschappelijk draagvlak van de Vlaamse christendemocratie berustte op twee pijlers: het Vlaams karakter en de sterke bindingen met het middenveld – zowel de vakbonden als de middenstand. Aanvankelijk vertegenwoordigde de ‘Katholieke Partij’ (tot 1945) de Vlaamsgezinde grondstroom, waarbij de (vooral sociale) ontvoogdingsstrijd centraal stond. Toen spoorden Vlaamse en sociale eisen gelijk. Vanaf 1958, werd de CVP de stuwende kracht achter de splitsing van de universiteit van Leuven en uiteindelijk werd ook de Belgische christelijke partij opgesplitst in 1972. Het was de start van een moeizame hervorming van de unitaire naar een federale staat.
 
Vanaf de jaren zeventig worstelde de partij zich door opeenvolgende communautaire hervormingen die nooit duidelijkheid noch beter bestuur opleverden. In ruil voor stukjes autonomie werd de Vlaamse meerderheid vergrendeld en nam de politieke macht (inclusief bijwijlen chantage) van de Franstaligen toe. Binnen de partij versterkte de ACW-vleugel zijn macht (de nieuwe naam beweging.net brengt geen wezenlijke verandering en is daarom niet relevant). Het ACW kaapte de electorale resultaten en zelfs ministers deden nauwelijks nog moeite om te verhullen dat ze in de eerste plaats voor het ACW reden.
 
Ondanks verschillende discrete en zelfs openlijke oproepen aan het ACW om meer aandacht te besteden aan het Vlaams karakter van de CD&V bleef het een conservatief bastion dat vasthield aan de unitaire structuur en daardoor de facto de tegenstrever werd van de Vlaamsgezinde CVP-leden en -kiezers die net meer autonomie wensten. Het gebrek aan inlevingsvermogen en bereidheid om het ACW van alle Vlamingen te zijn, resulteerde in een verlies van negen zetels in de Kamer tussen 1995 en 2003; een absolute neergang. Toen werd een kartel gevormd met de Vlaams-nationalisten (N-VA).   

 

Het kartel met N-VA


Het samengaan met de N-VA leverde in 2007 voor het kartel 30 zetels op (een winst van negen zetels in het parlement) en CD&V-kopman Leterme kreeg maar liefst 800.000 voorkeurstemmen (voor de senaat). Maar het kartel botste op een Franstalig NON waardoor elke ernstige staatshervorming onmogelijk werd.
 
De ACW-vleugel zag met lede ogen het samengaan met de rechtse N-VA aan en uit gesprekken blijkt maar al te duidelijk dat daardoor de tegenstellingen binnen CD&V nog toenamen. Maar ondanks alles bleef er voldoende cohesie om ten minste nog een begeerlijke bruid te zijn die nog steeds in het midden van het bed lag.

Oorlogsretoriek


Dat het ACW zijn medeverantwoordelijkheid in het debacle van Dexia deels kon ontlopen, terwijl hun misleide ‘Arco-spaarders’ – meestal ook vrijwilligers en ACW-militanten - voor hun megalomane hebzucht moesten betalen, zorgde voor introspectie. Maar dat leverde voorlopig alleen maar een cosmetische naamsverandering op. Want  tegelijk volgde men naar buitenuit een totaal verkeerde strategie. Men koos voor de aanval (als de beste verdediging) in plaats van een gemeend mea culpa te slaan.
 
Dat net de nationalisten van N-VA hen beschuldigden, was als het ware een godsgeschenk. De vijand kreeg een naam en een gezicht: N-VA volksvertegenwoordiger Peter Dedecker. De talrijke militanten werden voorgesteld als de slachtoffers van deze vijand en zo slaagde men erin (met de hulp van de gezagsgetrouwe media) om via de ACW-mandatarissen de eigen verantwoordelijkheid zo veel mogelijk onder de radar te houden.
 
Veel militanten zijn de ‘ACW-leiders’ in hun aversie voor N-VA gevolgd. Het misprijzen waarmee men soms spreekt  over N-VA-mandatarissen die ‘het niet kunnen’ is helemaal niet christelijk meer en zelfs onfatsoenlijk. Precies alsof er ook bij CD&V  geen mandatarissen zijn die weinig te bieden hebben. Maar ja, het klopt wel dat onder de N-VA-mandatarissen er zijn die meegesurft hebben op het succes van hun populaire partijleider en het helpt nog minder dat net deze mensen niet de meest bescheiden collega’s zijn.
 
Daarnaast is er die kwalijke gewoonte om mekaar vliegen af te snoepen. Maar nu komen daar ook zoveel negatieve (soms hatelijke) emoties bij.  Dat draagt alvast niet bij tot goed bestuur. CD&V dat volgens eigen zeggen staat voor ‘samenwerking’ laat hier toch wel steken vallen.
 
Dat deze afkeer leidt tot intern kritiek is een groter probleem. Zo nemen ACW’ers het de CD&V-top kwalijk dat ze een regering gevormd hebben met N-VA. Het ‘onzalige’ kartel waardoor volgens hen N-VA groot werd ligt nog steeds zwaar op de maag. Maar ook daarin vergist men zich, want het is duidelijk dat CD&V veel Vlaamsgezinde kiezers verloor aan N-VA omdat CD&V zelf zijn Vlaamse pijler verwaarloosde. Niet omwille van het kartel, maar omwille van de halfslachtigheid van de bereikte communautaire compromissen. Ze hebben de polarisatie niet verminderd maar wel het landsbestuur hopeloos ingewikkeld en veel te duur gemaakt.

De verdeeldheid moet stoppen


Het wordt hoog tijd dat CD&V duidelijkheid schept en een poging doet om de opgestookte tegenstellingen die de basis diep aanvreten, te milderen.
 
Maar de grootste verantwoordelijkheid van die verdeeldheid ligt bij de ACW-top. Ze zouden alvast hun oorlogsretoriek kunnen stoppen en hun bereidheid tonen om (morele en financiële) verantwoordelijkheid te nemen voor de aangerichte schade. Maar zelfs dat is niet voldoende. 
 
Waar het om gaat is dat CD&V een antwoord moet vinden op de vraag waarom de partij er niet in slaagt om het ACW en de rechtser Vlaams vleugel te verzoenen. Het is voor velen totaal onbegrijpelijk waarom het ACW zo vasthoudt aan de Belgische politieke structuur en zich afzet tegen meer Vlaamse autonomie, terwijl al haar leden en haar ‘klanten’ uitsluitend Vlamingen zijn. Of zou het dan toch waar zijn dat deze organisatie zich beter thuis voelt in het troebel water van een slecht functionerend beleid? Dat ze elke openheid en verantwoordelijkheid als ‘rechtspersoon’ weigert omdat hun ontransparant financieel beleid geen daglicht verdraagt?


Prof Blanpain die men moeilijk kan verdenken het ACW onvriendelijk gezind te zijn, publiceerde enige tijd geleden een artikel waarin hij het heeft over het miljard BEF dat het ACV in Luxemburg ‘parkeerde’ en waarop geen belastingen worden betaald. In datzelfde artikel veegt hij de vloer aan met het smoesje dat het ACV gebruikt om haar oorlogskas geheim te houden. Ik kan mij met de beste wil van de wereld niet voorstellen dat hun oorlogskas zou verminderd zijn nu nog meer werklozen zorgen voor een hoger inkomen (à rato van 313 euro per werkloze) en het aantal stakingsdagen niet is toegenomen.


Tenslotte zouden de CD&V-verantwoordelijken (samen met hun collega’s van de andere traditionele partijen) nog eens de laatste paragraaf van Van Cauwelaert zijn bijdrage in De Tijd moeten lezen: Meer dan 100.000 betogers kwamen donderdag in Brussel hun ongenoegen uitschreeuwen over de besparingsplannen van de nieuwe centrumrechtse regering. Een protest tegen de schabouwelijke manier waarop zij de voorbije decennia werden geregeerd, zou juister zijn geweest.


Pjotr