05 december 2014

Ideologische barstjes


 MEDIA EN POLITIEK   ANDERS GELEZEN


 

De weigering van N-VA om de Palestijnse staat te erkennen, verbergt een andere tegenstelling: tussen de Antwerpse N-VA en de rest van Vlaanderen, tussen pacifisme en pragmatisme.

Erkenning Palestijnse staat valt op Antwerpse koude steen


 

Ludo Abicht opende het debat in DS op 17/11: N-VA heeft altijd gestaan voor het zelfbeschikkingsrecht van volkeren en zou dus ook de Palestijnse staat moeten erkennen. 
 
In een reactie daarop (DS 19/11) verdedigen Peter De Roover en Peter Luykx, de weigering van N-VA en stellen dat het toch niet helpt. Maar dat ze wel achter het zelfbeschikkingsrecht blijven staan, ook voor de Palestijnen. ‘We mogen niet vergeten dat ook de Israëli’s recht hebben op een veilige staat’. Dat Peter De Roover van voluntaristische VVB-er evolueerde naar een pragmatischer politicus is op zich al een signaal dat N-VA een machtspartij geworden is. Waar ideologie al eens moet wijken voor de macht. Maar elke prominente N-VA’er – en zo zijn er nogal wat -  die voordien met overtuiging pleitte voor de erkenning van een Palestijnse staat, zal daar maar matig mee gediend zijn. Geloofwaardigheid zonder standvastigheid draait al snel uit op politieke kontdraaierij.

 

Net voor het ‘ter perse gaan’ vernam ik dat er toch een erkenning in de maak is, dat ook de steun heeft van de N-VA. Het maakt dit artikel er niet minder lezenswaardig door.
 
In een artikel op Knack online (28/11) schrijft een gewezen N-VA-medewerker Pieter-Jan Van Bosstraeten over een  'Ideologische zelfverloochening als tijdbom’. Daarin heeft hij het over een dubbele evolutie bij N-VA: van Vlaams-nationalistische centrumpartij naar een rechtse partij en van pacifisme naar ‘realpolitik’. Onder de meer dan 100 reacties lazen we er eentje van Huub Broers (N-VA-er zonder mandaat): Wat is er nu verkeerd aan als men in een partij twee strekkingen heeft over een bepaald thema? Dat is toch verrijkend. Inderdaad, in 2011 hebben wij samen ervoor geijverd om in de senaat een bepaalde visie te doen ontwikkelen. Daar sta ik nog altijd volledig achter. Net zoals Piet Debruyn en anderen. Ik wil ook dat de Palestijnen erkend worden. Maar er moet toch ook rekening gehouden worden met de aanvallen op Israël. Die hebben ook recht om beschermd te worden. In deze overtuiging gaat ook schuil dat elk van deze volkeren het recht heeft op een eigen bestaan zonder inmenging van het andere. Veiligheid en vrede dus. Het is jammer dat Pieter-Jan nu op iedereen schiet (sorry voor het woord in deze context) in de partij. Ik vind dat niet eerlijk. Een pijnlijke breuk hoeft niet tot permanente ruzies te leiden PJ. Denk ik toch.
 
Dergelijke tegenstellingen hoeven inderdaad niet te ontaarden in grote discussies, laat staan in een schisma. In elke politieke partij zijn er uiteenlopende opinies – zeker als het gaat over wereldproblemen waarvan de kennis dikwijls omgekeerd evenredig is met de zekerheid van de eigen overtuiging. En in dergelijk complex probleem is elke invalshoek vatbaar voor kritiek. Daarom is ook het voorstel van sp.a (Van der Maelen) eenzijdig en kan men zich afvragen waarom het nu aan bod komt.
 
Maar wie wat langer nadenkt kan zich afvragen of de aangehaalde argumenten van De Roover, Luyckx en ander verdedigers van de niet-erkenning geen drogredenen zijn. Dat de verdedigers – waaronder niet toevallig de hele Antwerpse N-VA-top - niet zozeer bekommerd zijn om wat er gebeurt in Israël en Palestina, maar deze politieke bocht genomen werd wegens een louter lokale agenda. Om de Joodse gemeenschap in Antwerpen niet te schofferen. In dat geval gaat het niet meer om ideologische verschillen, maar om de negatie ervan.

Regeringsdeelname als minst slechte optie


 

In een bijdrage over de evolutie van N-VA ‘Van Beweging naar regeringspartij’ schreef ik indertijd reeds hoe moeilijk het is om een (rechtlijnige) beweging te verbouwen tot een machtspartij, zonder daarbij haar DNA te verliezen. Dat blijkt vandaag maar al te dikwijls uit de gevoerde discussie. Indien de N-VA-top de kritiek op zowel het al te rechtse programma (VOKA als bovenbaas van De Wever) als op het loslaten van de Vlaamse verzuchting, het zelfbeschikkingsrecht, niet ernstig neemt, zou deze ommeslag wel eens kunnen uitdraaien op een verlies van haar electorale basis. Dat er begrip is voor ‘de koelkast’ betekent nog niet dat deze DNA-elementen ook in ‘de diepvries’ mogen.
 
De rechtse grondstroom waarop volgens sommigen de N-VA haar succes baseerde lijkt mij op zijn minst vatbaar voor discussie. Dat Belgischgezinde opiniemakers als de dood zijn voor het succes van het communautaire confederaal verhaal is begrijpelijk. Maar dat N-VA vooral stemmen zou gewonnen hebben wegens zijn economisch rechts programma, werd nergens aan de hand van transparante (verifieerbare) studies aangetoond. Het is veel waarschijnlijker dat de winst er niet kwam omwille van het rechtse verhaal maar enkel omwille van een heel beperkt onderdeel ervan. Namelijk wegens de aangekondigde beteugeling van de sociale en fiscale misbruiken. Een strenger migrantenbeleid en een sociaal systeem dat niet langer misbruikt wordt door klaplopers en politici die dit beleid misbruikten om electorale redenen. Ik kan mij zelfs niet voorstellen dat diezelfde kiezers (o.a. komende van het Vlaams Belang) ook gelukkig zijn met het ongemoeid laten van de superrijken die geen of nauwelijks belastingen betalen op hun  winst op financiële producten (dat is iets heel anders dan de winst bij verkoop van een bedrijf dat men zelf heeft opgebouwd met alle risico’s van dien, cfr Coucke). Overigens is het fout dat winsten op kapitaal totaal onbelast zijn en jawel, de rijken betalen wel belastingen. Ook daarover zouden de media duidelijker kunnen zijn. Dat deed  De Bron wel (hier te lezen).
 
Waar deze regering niets aan kan/zal veranderen zijn de publieke transfers tussen de gewesten, waarbij, volgens Vives, Vlaanderen voor het laatst gekende jaar (2011) 6,2 miljard euro bijdroeg, zonder het aandeel dat Vlaanderen bijdraagt in de afbetaling van en interesten op de staatsschuld (die nu bijna 400 miljard euro bedraagt). Aan een gemiddeld tarief van 2% betaalt de staat zo’n acht miljard euro interesten per jaar. Geld dat dus niet kan besteed worden aan een lastenverlagend beleid.

Het essentiële verschil


 

De vraag over het succes en de regeringsdeelname verplicht ons om dieper te graven en niet stil te staan bij alleen maar de zichtbare tegenstellingen en al of niet foute keuzes. Over het regeringswerk kan na enkele maanden weinig gezegd worden. Het zou wel helpen mochten de regeringsleden wat minder ‘ballonnetjes’ oplaten.
 
Waar heel veel kiezers naar uitkijken en hopen te vinden bij de N-VA, zijn hoogstaande politici in plaats van vooraanstaande vedetten. Politici die een duidelijke taal spreken en betrouwbaar zijn. Die (nog) niet gecorrumpeerd zijn door ‘het systeem’. Die zich werkelijk inspannen om door hun persoonlijke houding, de eerlijkheid en oprechtheid van de ‘Beweging van alle Vlamingen’ blijvend uit te dragen. Wanneer N-VA zich niet wil bezondigen aan dezelfde fouten die de traditionele partijen deed afkalven, dan moet ze er vooral voor zorgen om zelf geen traditionele partij te worden. Dat verschil is naar mijn aanvoelen het cruciale DNA-element dat N-VA nooit mag opgeven. Zonder is ze betekenisloos en zal het succes slechts van korte duur zijn. Te hoog gegrepen? 

Juist of fout, drie citaten


 

Eric Van Rompuy in ‘De Zondag’: 'Ik stel vast dat N-VA geen punt maakt van haar communautair programma. Het confederalisme was vóór de verkiezingen het wezen van de partij, maar ze heeft dat nu in de koelkast gestopt. (…) En als deze regering na vijf jaar slaagt in haar opzet, dan bewijst N-VA mee dat dit land wel degelijk bestuurbaar is en het confederalisme dus overbodig'. 
 
Dave Sinardet in LLB (vrije vertaling) over de geheime akkoorden in Atoma-schriftjes: Er zijn altijd geheime akkoorden tijdens regeringsonderhandelingen. Maar wat betekent een geheim akkoord nog op het einde van een legislatuur? Dat Jambon zich versprak heeft te maken met de moeite die hij heeft om zich ten opzichte van zijn nationalistische achterban (en zichzelf) te rechtvaardigen’.
 
Mark Grammens in ’t Pallieterke (over het Vlaams pacifisme en de besparingen op  defensie): ‘En dus wint de verdenking veld dat het leger er niet is om in conflicten tussenbeide te komen, maar dat de conflicten aangegrepen worden om de militaire tewerkstelling te bevorderen.’
 

Pjotr