28 december 2014

In de luwte van het aflopend jaar



MEDIA EN POLITIEK  ANDERS GELEZEN


 

Naar jaarlijkse gewoonte sluiten we het jaar af met enkele overwegingen die alvast voor mij het binnenlands politiek nieuws van 2014 samenvatten.
 

Het politiek jaar


2014 werd ongetwijfeld het jaar van Bart De Wever en zijn partij, de N-VA. De verkiezingen werden gewonnen met een grote voorsprong en N-VA werd de grootste partij van Vlaanderen en België. De Vlaamse regeringsvorming was eigenlijk een afknapper. Het onnodig getreuzel werd enkel doorbroken dank zij de PS die, met steun van cdh, hun macht op het regionale niveau bestendigden en zich daarbij weinig gelegen lieten aan de federale situatie. Ze waren bij het ‘Institut Emile Vandervelde’, de studiedienst van de PS, duidelijk niet van plan om rekening te houden met de Vlaamse verkiezingsuitslag. Dat de Franstaligen eerst hun keuze dienden te maken vooraleer een aarzelende CD&V over de streep kon getrokken worden, was een eerste signaal dat bij CD&V niet Vlaanderen maar België nog altijd voorgaat. Het tweede signaal kwam er toen ook de Open VLD, hoewel overbodig, op Vlaams niveau mocht meedoen om federaal te kunnen slagen.
 
Open VLD kon het electoraal verlies gelukkig beperken dank zij de monsterscore van Maggie De Block die, o ironie, met haar strenger migrantenbeleid, veel stemmen afsnoepte van het Vlaams Belang.
 
Voor sp.a was het een annus horribilis. In plaats van een wederopstanding bevestigden de verkiezingen alleen maar de algemeen gedeelde perceptie van een partij zonder boodschap. Een zwalpend schip met een schipper die de situatie niet meer meester is en nauwelijks een muiterij kan afhouden.
 
Klein Links kwam wel aan de venster piepen maar veel stelt het allemaal niet voor. Ook Groen onder leiding van de sympathieke Van Besien gooide geen hoge ogen. Ze mogen nochtans niet klagen over een gebrek aan sympathie bij de media.  
 
Begrijpelijk dat na het succes van N-VA, Open VLD en CD&V weinig zin hadden om federaal opnieuw met de PS scheep te gaan. Zeker niet voor Open VLD, maar minder evident voor CD&V dat kost wat kost ‘aan de macht’ wil blijven om het ARCO-lijk op te ruimen zonder nog meer schade voor het ACW. Maar het alternatief, onderhandelen met zo’n ballast op de rug met een sterkere en meer ervaren tegenstander (N-VA) dan in 2009, was al evenmin een cadeau.
 
Het regeerakkoord werd naar aloude traditie een compromis dat niet direct enthousiast onthaald werd. Het communautaire verdween in de koelkast en het sociaaleconomisch luik oogt als een onvoldragen werkstuk met als grootste ‘losse eind’ de communautaire ballast van de vorige regering: de zesde staatshervorming die voor de enen niet hoeft (wegens nadelig voor Vlaanderen) en wat wel mag voor de anderen (Wallonië) financieel niet kan. Daardoor zal er niets veranderen aan de grootste Vlaamse bekommernis: de steeds zwaarder doorwegende financiële transfers. Daardoor moet Vlaanderen de broodnodige investeringen in sociale en economische doelstellingen op de lange baan schuiven. Maar blijkbaar zijn de wachtrijen en files nog niet lang genoeg, de scholen nog niet helemaal ingestort, … Kortom, het doet blijkbaar nog niet genoeg pijn. 
 
De federale regering - zonder de socialisten - waarvan De Wever droomde werd realiteit. Maar ondanks deze ‘toverformule’, blijkt nog maar eens hoe moeilijk het is om voor heel  België eenduidige politieke keuzes te maken. Na onderhandelingen die al bij al vlot verliepen kan geen enkele partij victorie kraaien.  Het werd een compromis met een veel minder uitgesproken rechts beleid dan sommigen verwachtten van de drie partners MR, Open VLD en N-VA.
 
De indexsprong kan men moeilijk zien als een rechtse overwinning vermits niemand minder dan de overleden J.L. Dehaene hiervoor  al pleitte in volle verkiezingstijd. Problematisch werd het toen CD&V vanaf de eerste tekenen van sociaal verzet zichzelf ging profileren als ‘het sociale gelaat’ van deze regering en zo de solidariteit binnen de regering onder druk zette.
 
Maar nog veel belangrijker voor de toekomst lijken mij de taboes die overeind bleven. Het is daarom niet ondenkbaar dat de voorgenomen maatregelen van deze onuitgegeven coalitie ten gronde onvoldoende verandering zullen brengen.
 
Een regering met aan Franstalige kant slechts één partij, die regionaal in de oppositie zit, en aan Vlaamse kant een grote partij zonder regeringservaring op federaal niveau zorgt voor heel wat problemen. Dat verschillende MR en N-VA ministers  geen ervaring hebben is onvermijdelijk. Dat sommigen het mikpunt zijn van allerhande aanvallen is al evenmin een verrassing in dit landje waar tolerantie slechts voor de ‘goeden’ weggelegd is. Maar dat zelfs een minister in functie (Jan Jambon, minister van Binnenlandse Zaken) door twee belangrijke PS burgemeesters (Paul Magnette en Yvan Mayeur) beschouwd wordt als persona non grata is ongehoord. Hier stelt zich de fundamentele vraag of de PS nog wel een democratische partij is. Het is trouwens niet de eerste keer dat deze partij haar gebrek aan burgerzin etaleert. Meer voorbeelden hiervan kan u lezen in ‘Burgerzin in de PS-staat’. 
 
N-VA heeft niet alleen een tekort aan ervaring, de partij heeft ook heel wat moeite om geschikte medewerkers te vinden. De schrik voor een fatwa door sommige Belgischgezinde milieus voor wie het aandurft om te collaboreren met de vijand, de N-VA, is helaas niet ongegrond.
 
Evenmin vergeten is de politisering van de administraties die eveneens in het nadeel speelt van nieuwe partijen zoals N-VA. Het zou trouwens kunnen dat deze situatie aanleiding geeft tot nog meer politisering in plaats van minder. Met het geld dat de politieke partijen zichzelf toeschuiven is dat alvast financieel geen enkel probleem.

Taboe blijft overeind


Ondanks de vaststelling dat het regeerakkoord vele aanzetten bevat om uit het dal te kruipen, blijft een hardnekkig taboe overeind: De tweedeling van het middenveld tussen de vakbonden en de ondernemers. Tussen de ‘verdedigers’ van de armen en zwaar getroffen medemensen en de verdedigers van de ‘asociale’ rijken. Deze tegenstelling die ook het maatschappelijk weefsel aantast bezorgt vooral CD&V koppijn. Immers, samen met de socialisten hebben vooral zij er in de afgelopen decennia voor gezorgd dat de huidige aangeklaagde ‘onrechtvaardigheid’ in wetten en decreten werd vastgelegd en het profitariaat zowel aan de bovenkant als de onderkant van de maatschappij welig kan tieren.      
 
Hoewel er helemaal geen sprake was van een vermogenswinstbelasting, werd CD&V door de vakbondsvleugel gedwongen om deze na de onderhandelingen alsnog op tafel te leggen. Dat het slechts om een symbolische belasting zal gaan en geen mirakeloplossing kan zijn, zal weldra blijken.
 
De maatschappelijke wrevel gaat echter over een taboe dat rust op transparantie. We mogen niet weten hoeveel de rijken bezitten en we mogen niet weten hoeveel geld het sociale middenveld bezit. Daarover gaat het in werkelijkheid: de angst bij de rijken voor een vermogenskadaster waardoor iedereen kan weten wat ze ‘verdienen’ en evenzeer de angst van de vakbonden voor rechtspersoonlijkheid en een transparante boekhouding.
 
Zolang de vakbonden elke verantwoordelijkheid weigeren en hun financiële middelen beheren zoals vermomde bankiers - en ondertussen bewezen evengoed te kunnen sjoemelen als echte bankiers - missen ze elke morele autoriteit om zich op te werpen als de verdedigers van  solidariteit en rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid zonder verantwoordelijkheid is net als drie Weesgegroetjes na de biecht. Een introspectie van de vakbondsleiders is onafwendbaar. Het kan hen helpen om dit artikel ‘Waarom we vakbonden nodig hebben’ eens te lezen.
 
Dat de politieke wereld – zowel de Wetgevende als de Uitvoerende Macht – de mogelijkheid open liet om zich niet solidair te gedragen, maakt van de politici de voornaamste schuldigen voor de toenemende ongelijkheid. Maar het is al even populistisch om de mensen te laten geloven dat een rijkentaks de oplossing is voor het tekort aan geld om de armen te ondersteunen.

Enkele belangrijke dossiers


Voor een regering zijn er niet alleen de partijprogramma’s die bepalen welke problemen ze willen of moeten oplossen. Er zijn de lijken in de kast. Met deze onuitgegeven federale regering  is er nu ten minste één partij die zich niet bezwaard voelt door de eigen schuld aan de huidige situatie. Hoewel de N-VA niet anders kan dan publiekelijk de schuldvraag niet te stellen, zal ze toch afgerekend worden op de manier waarop ze al die lijken een definitieve begrafenis zal geven. In het afgelopen half jaar was daar nog weinig van te merken.
 
Meer democratie
Hoewel N-VA pleit voor de afschaffing van de senaat kwam er een compromis uit de bus dat niemand bevredigt en nog het minst van al de senatoren die daar hun tijd zitten te verdoen. Maar de democratie versterken vereist veel meer dan het reduceren van het aantal politici. De macht van de particratie moet aangepakt worden. De partijfinanciering gevoelig verminderen zou al een stap in de goede richting zijn. Daartegenover moet er een instelling komen die elke politieke partij toegang geeft tot dezelfde correcte gegevens. Gedaan met machtige studiediensten die belangrijke gegevens (via gepolitiseerde administraties en partijpolitiek gelinkte organisaties) voor zich houden en zo het algemeen belang reduceren tot het partijbelang of nog erger, het belang van de eigen organisatie.
 
Over de ondemocratische zetelverdeling (en dus de macht) blijven de media angstvallig zwijgen. Hoewel deze scheeftrekking al evenzeer onrechtvaardig is en op de schop moet. Wie hierover meer informatie wil inclusief structurele oplossingen, kan dit hier vinden.
 
Rechtvaardige belastingen
Hopelijk komt er in dit dossier een echte doorbraak. Maar het was alvast niet voor 2014 en weldoordachte oplossingen vragen meer dan een kortzichtige reactie op de waan van de dag. Het kan overigens ook blijven bij rommelen in de marge. Niemand pijn doen.
 
Het energiebeleid
Kan u zich inbeelden dat een land waarvan het Bruto Nationaal Product per persoon bij de hoogste ligt ter wereld niet in staat is om de energievoorziening te garanderen? In België werd nooit een ernstig energiedebat gehouden. Verhofstadt (uitstap kernenergie en de gouden handdruk voor de Franse energiereus GDF Suez) en Vande Lanotte (hernieuwbare energie) hebben in dit dossier meer kwaad dan goed gedaan.
 
Het probleem ten gronde overstijgt uiteraard België en zelfs de EU. Zonder eigen energiebronnen zijn wij de speelbal van zij die aan de olie- en gaskranen zitten. En dan zijn er nog de adepten die met alle macht de nucleaire energie willen bannen. Momenteel nog altijd de belangrijkste stabiele en milieuvriendelijke energiebron die ons kan beschermen tegen internationale chantage. Chantage waaraan ook de aankoop van enkele nieuwe gevechtsvliegtuigen weinig kan veranderen.  
 
Het milieudebat is al even zwanger aan geloofbelijdenissen als het energiedebat. Elke voorzichtig geformuleerde bedenking dat de mens misschien niet de voornaamste oorzaak zou zijn van de klimaatwisselingen wordt weggezet als ketters. Nochtans komen we met dat ‘geloof’ niet dichter bij de waarheid. We weten het gewoon niet en sommigen willen het ook niet weten. Maar dat hiermee veel geld te verdienen valt, kan niemand ontkennen.
 
Het mobiliteitsprobleem
Dat dit probleem zich vooral voordoet in het dichtbewoonde Vlaanderen en daardoor van de federale regering proportioneel veel meer geld had moeten krijgen was ongetwijfeld een voldoende reden voor de Franstaligen om akkoord te gaan met de regionalisering van deze bevoegdheid. Nu deze zware last al een tijdje geregionaliseerd is, blijkt dat Vlaanderen onvoldoende geld heeft om de nog toegenomen mobiliteitsproblemen op te lossen.
 
De eerlijkste manier zou zijn om de inkomsten die mobiliteit kan genereren eveneens te regionaliseren. Een Vlaamse kilometerheffing of forfait voor iedereen die het wegennet  gebruikt zou niet alleen veel rechtvaardiger zijn, het zou ook meer geld opbrengen voor wie meer wegeninfrastructuur ter beschikking stelt; Vlaanderen dus. Verkeersboetes worden dan aangewend daar waar ze geïnd worden.
 
Een spoorwegennet zal veel efficiënter kunnen, mits het afgestemd is op de grote assen voor het goederenvervoer (van en naar de zeehavens) en verder vooral het personenvervoer opvangen via een netwerk tussen de centrumsteden. Rond de grote steden, Antwerpen en Gent, kan het doorgaand verkeer maximaal gescheiden worden van het lokale verkeer en door verplichte verkeersassen op te leggen voor het zwaar vervoer. Het zijn slechts bedenkingen, maar toch …
 
Oosterweel   
Dat is een voorbeeld van archaïsche besluitvorming (eerst kiezen voor een brug en dan verbaasd zijn wanneer de vox populi niet volgt). Maar eenmaal een beslissing werd genomen, is het onverantwoord om – zoals Patrick Janssens deed in dit dossier - hierop terug te komen. Daardoor zullen gedurende vele bijkomende jaren nog miljoenen ‘werkuren’ verloren gaan in files die zelfs nooit zo lang hadden moeten worden ware de Liefkeshoektunnel zoals voorzien ook verbonden met de E17 richting Gent.
 
Een catastrofale politieke besluitvorming zoals ook projectleider Lode Franken schreef in De Standaard (24/12): “Dat er een brug moest komen, dat was niet onze keuze. Dat bepaalt de opdrachtgever. Dat was de politiek-maatschappelijke keuze die een paar jaar eerder gemaakt was. Wij proberen alleen maar zo goed mogelijk te doen wat men ons vraagt. Als je zo’n project in de markt zet, is het niet de bedoeling dat je dat om de zoveel tijd compleet omgooit.”  

 

Het falen van de media


De grote maatschappelijke beroering met stakingen en betogingen die goed opgevolgd worden gaat over onrechtvaardigheid. De ‘werkende mens’ wordt gepakt terwijl de rijken en grootverdieners (inclusief de grote firma’s) nauwelijks belastingen betalen. Over minder belastingen op arbeid en meer op financiële inkomsten is er nochtans nauwelijks discussie. Maar wanneer zelfs de door ons gesponsorde media het debat vervuilen en populistische praat verkopen wordt een degelijk debat onmogelijk gemaakt. Dan wordt het een provocatie. Tim Pauwels, de nieuwe presentator van De Zevende Dag en klaarblijkelijk een fervente sympathisant van N-VA, slaagde erin Bart De Wever volgende vraag te stellen:
“Laat ons het nu eens hebben over het belangrijkste argument van de vakbonden: het is onevenwichtig. Neem nu eens de rentenier met een winkelpand op de Meir in Antwerpen. Die verhuurt dat aan een internationale keten. Ja, huurgelden worden niet belast. Dat zit waarschijnlijk in een patrimoniumvennootschap. Als ie het ooit verkoopt géén meerwaardebelasting op aandelen, successierechten wordt wel opgelost. Als het pand meer dan 5 jaar in bezit is geweest géén meerwaarde op de verkoop ervan. Dat zijn  dingen die in het buitenland wel bestaan. Hoe draagt die rentenier nu bij aan de inspanning die we allemaal leveren?”
Daar kon zelfs een mondige Bart De Wever geen afdoend  antwoord op geven. Omdat het antwoord veel te lang zou zijn en Tim Pauwels het toch niet zou begrijpen (anders zou hij dergelijke vraag niet stellen). Maar vooral omdat de voorstelling van Pauwels totaal fout was. Een omstandig antwoord hierop kregen we later van Ivan Van de Cloot (denktank Itinera). Elk van de beweringen van Pauwels werden door zijn argumenten van de tafel geveegd. Nadien volgde een veelzeggende stilte.
 
De media hebben in dergelijke maatschappelijke debatten een belangrijke rol: duiding geven, kromredeneringen ontmaskeren en vooral niet als woordvoerder de slogans van een of andere actiegroep via hun megafoon versterken. Ook in 2014 hebben veel redacties en journalisten dat nog niet in de vingers, mocht het al ooit hun bedoeling geweest zijn.
 
In de luwte van het aflopend jaar hebben we nood aan een rustpauze. Afstand nemen, tijd om te delen met mensen die ons lief zijn, vriendschap die geeft en vergeeft.

En dan, met een open geest klaar staan voor een nieuw en ongetwijfeld even uitdagend jaar.

 

 
Pjotr