23 april 2015

Open brief aan John Crombez




MEDIA EN POLITIEK  ANDERS GELEZEN


 

In zijn reactie op Zuhal Demir’s aanklacht over de onterecht uitbetaalde werklozensteun, verweet John Crombez mevrouw Demir in Terzake (Canvas) te liegen en blind te focussen op dit bedrag.

Bang voor het debat


 

Een gekende truc om een debat volledig te laten ontsporen is om er een ander debat van te maken. Hoe Crombez en de medeplichtige politiek correcte media hierin slaagden kunt u lezen in een artikel van Gerard De Beuckelaer.
 
Deze open brief gaat ook naar Pieter Knapen, baas van de Raad voor de Journalistiek, die mij nog niet zo lang geleden verzekerde dat de RvdJ zeer bekommerd is over de geringe geloofwaardigheid van de media. Mocht dat werkelijk zo zijn, zou het dan geen hoog tijd worden dat de RvdJ zich buigt over de kritiekloze gedoogsteun van de media aan bepaalde politici? Wanneer die media klakkeloos voor waar verkopen wat sommige politici beweren, zijn ze ver af van hun controlerende functie. Dan geldt voor hen, net als voor misleidende politici de retorische vraag “Wie gelooft die mensen nog?”.
 
En mag het duidelijk zijn dat zowel de voor- als tegenstanders van om het even welke politieke keuze (zoals hier de uitbetaling van werklozensteun via de vakbonden) het recht hebben om door de media op een gelijkwaardige manier behandeld te worden. Daar zou de RvdJ veel meer belang aan kunnen hechten dan aan de verdediging van zijn aandeelhouders en het behandelen van individuele klachten ‘om erger te voorkomen’. Quod non.  

Brief aan John Crombez


 

Na het debat stuurde ik op vrijdag 17 april een mail aan meneer Crombez (sp.a) met afschrift voor Zuhal Demir (N-VA):
 
Geachte heer Crombez,
 
Naar aanleiding van uw deelname aan het debat op Canvas met Zuhal Demir wil ik u graag enkele vragen stellen:
 
Systemen tussen landen vergelijken is geen eenvoudige opgave. Wanneer u zegt dat de uitbetaling van de uitkeringen via vakbonden in ons land goedkoper is dan onder meer in Nederland, dan wil ik dat wel geloven maar zo lang ik niet alle parameters ken is dat geen afdoende bewijs. Hoe komt u tot deze vergelijking, en zijn de taken wel vergelijkbaar? Wordt daar ook de foutenlast bij gerekend?
 
Wanneer u met cijfers aantoont dat de ene vakbond goedkoper is dan de andere, kunt u mij dan verklaren waarom sp.a niet kiest voor die ene goedkopere vakbond om alle werkloosheidsuitkeringen te betalen? Dat zou toch efficiënter zijn?
 
Idem voor de ziekenfondsen. Daar zijn ook verschillen en zo kan een gehandicapte in Oostende een rolstoel huren aan een goedkopere prijs in de CM winkel in Oostende dan een lid van de liberale ziekenkas die voor een rolstoel naar Brugge moet. Waarom niet de goedkoopste ziekenkas met de beste dienstverlening voor alle gehandicapten en zieken? Of gaat u akkoord met een verschillende behandeling van deze mensen in functie van een politiek-ideologische opdeling? 

Geen antwoord is ook een antwoord


 

Na vijf dagen en herhaling van de vraag blijven we wachten op een antwoord, maar menen wij evenwel dat het antwoord schuldig blijven ook een antwoord is.

Nabeschouwingen


 

In afwachting van zijn antwoord vroeg ik enkele Nederlandse vrienden of die vergelijking opgaat. En hoewel ik dat niet zelf kon nagaan, blijkt toch wel duidelijk dat de  sociale dienstverlening in Nederland anders georganiseerd is en het uitbetalen van werkloosheidsteun onderdeel is van een pakket diensten waaronder ook taken die hier door de RVA worden ingevuld. Meer dan een vermoeden is dat niet maar het zou toch wel belangrijk zijn mochten we ooit te weten komen of zijn uitspraak inderdaad klopt of fout is.
Op mijn twee volgende vragen, over de goedkoopste en beste dienstverlening, hoef ik zelfs geen antwoord. Immers, hijzelf wees tijdens het debat op de verschillen in kostprijs naargelang de vakbond die de uitbetaling doet.
Door dergelijke organisatie in stand te houden volgden de traditionele politieke partijen die de regeringen leverden een kromredenering: Ze gebruiken het argument van de grotere aantallen (schaalvoordelen) om de sociale zekerheid Belgisch te houden. Omdat een Vlaamse organisatie minder schaalvoordelen oplevert. Maar tegelijk verwerpen ze datzelfde argument om de sociale zekerheid grootschaliger te maken door deze ‘onpartijdig’ te organiseren. Om de politiek-ideologisch scheidsmuren te slopen.
Waarom dan geen grootschalige apolitieke Vlaamse organisatie voor de uitbetaling van allerlei uitkeringen en de terugbetaling van medische kosten, die iedereen dezelfde dienstverlening en voordelen biedt, ongeacht hun politieke overtuiging, godsdienst … Is de huidige opdeling geen (zachte) vorm van discriminatie? Of misschien de concurrentie volop te laten spelen?
Anders gelezen: dit debat toonde opnieuw aan hoezeer de Belgische ziekte ons beleid en de media aangetast heeft.

Pjotr