12 augustus 2015

Het leed van rolstoelgebruikers



 

MEDIA EN POLITIEK  ANDERS GELEZEN


 

Voor gehandicapten die effectief minder mobiel zijn of rolstoelgebruikers, is het een steeds weerkerende frustratie: volzette parkeerplaatsen. Hoog tijd voor een ingrijpende ommekeer in het parkeerbeleid voor gehandicapten.
Voor een goed begrip

Toen het Nederlandse dagblad De Telegraaf een artikel publiceerde met als titel “Belgen sjoemelen met invalide parkeerkaarten” kregen onze weinig kritische media opeens belangstelling voor dit al jarenlang aanslepend probleem. Stel u voor, sommigen – dat zijn er zo’n 200.000 - gebruiken parkeerkaarten van overledenen. Mentaal gehandicapten, inderdaad.
Maar even verder denken zat er ook bij onze politici niet in. Vincent Van Quickenborne, burgemeester van Kortrijk (Open Vld), had al direct een oplossing gevonden. Een waarvan vooral de leveranciers van dure scanners rijk zullen worden. Dat had ook de bevoegde staatssecretaris Elke Sleurs (N-VA) niet onmiddellijk door, want ze zou zijn voorstel meenemen in haar op stapel staande wijziging van haar beleid ter zake. Dat stemt mij als dagdagelijkse mantelzorger voor een rolstoelpatiënt helemaal niet hoopvol.
Parkeerplaatsen voor minder mobiele mensen zijn nodig om aan hun speciale behoeften te voldoen. De afstand tussen parkeerplaats en bestemming (openbare gebouwen, winkels, instellingen, …) beperken én de gehandicapte de mogelijkheid bieden om gemakkelijk in en uit te stappen. Vandaar dat deze parkeerplaatsen veel breder zijn dan de gewone plaatsen. Wanneer men deze kenmerken in aanmerking neemt, dan is het duidelijk dat de ‘bevoorrechte personen’ in eerste instantie mensen zijn die hun rolstoel naast de wagen moeten kunnen plaatsen. De werkelijkheid is echter dat de overgrote meerderheid van de ‘bevoorrechten’ deze brede parkeerplaatsen helemaal niet nodig hebben. En in de meeste gevallen zijn de ander parkeerplaatsen niet of hooguit enkele meters verder gelegen.

De oorzaken van het falend beleid


Wie een coherente oplossing wil voor het probleem van de parkeerkaarten moet alle problemen in kaart brengen. En dat is veel meer dan het misbruik van valide parkeerkaarten van overledenen.

Te weinig parkeerplaatsen voor gehandicapten
Sommige winkels voorzien op hun parking te weinig plaatsen al moet gezegd worden dat er een vooruitgang merkbaar is. Maar ook de overheid faalt soms door te weinig parkeerplaatsen voor gehandicapten te voorzien op publieke parkings aan winkelcentra. Eén parkeerplaats voor een Aldi (Middelkerke) is absoluut onvoldoende. Voor een Delhaize (Denderleeuw) zijn twee parkeerplaatsen al even onvoldoende. Men beseft wellicht nog niet dat recentelijk gehandicapten weggedrongen worden door de haastige klanten tijdens de piekuren en daarom meestal tijdens de daluren gaan winkelen. De daluren worden voor gehandicapten piekuren.
Is hiervoor een strengere regelgeving nodig? Neen, een beetje gezond verstand van de lokale autoriteiten en het (aanporren van het) eigenbelang van winkeliers zou moeten volstaan.
Even terzijde, het is een beetje vreemd dat in sommige steden parkeerplaatsen voor gehandicapten gratis zijn en in andere niet. Of steden zoals Aalst waar parkeren met een gehandicaptenkaart gratis is op elke plaats (behalve in afgesloten parkings).

Parkeerkaarten voor gehandicapten die wel nog mobiel zijn
Op basis van mijn dagelijkse ervaringen heb ik de stellige indruk dat er heel veel parkeerkaarten toegekend worden aan gehandicapten die eigenlijk geen speciale parkeerplaats nodig hebben. Waar ik ook kwam, rolstoelpatiënten zijn slechts een minderheid. Nochtans is het vooral voor hen bijzonder nuttig om een brede parkeerplaats te hebben, dicht bij de ingang van een winkel. Immers, het in- en uitstappen en de verplaatsing is voor hen tijdrovend en bij regenweer helemaal vervelend.
Dit probleem dient in elk geval grondig onderzocht te worden. Is er nood aan een verfijning door een rekening te houden met de graad van de beperking inzake mobiliteit?  In elk geval, wanneer men deze parkeerfaciliteiten gemakkelijk toekent moeten er veel meer parkeerplaatsen komen. Plaatsen die tijdens de piekuren ongebruikt blijven. 
Misbruik van geldige parkeerkaarten
Een veel voorkomend misbruik van geldige parkeerkaarten dat ergernis wekt wordt veroorzaakt door mentaal gehandicapten. Mensen die de geldige kaart van een minder mobiel familielid voor zichzelf gebruiken. Om dit moreel verval tegen te gaan volstaan geen controles maar een lik-op-stukbeleid. Het is mij al meermaals overkomen dat ik met vragen in de ogen kijk naar iemand die  gezwind uit de wagen stapt en dan een boze blik terugkrijg met een korzelige reactie ‘ja, ik heb een parkeerkaart’. Het overkwam mij zelfs dat een jong meisje zich parmantig parkeerde aan de ingang van een shopping centrum in Brussel en op mijn vraag waarom ze een parkeerplaats voor gehandicapten bezette, zonder verpinken verklaarde dat ze er werkte en geen tijd had om een gewone parkeerplaats te zoeken. Zelfs dreigen met politie was aan haar niet besteed.   
Maar ook dit probleem is niet altijd eenduidig. Het kan best zijn dat men de gehandicapte eerst afzet (bvb aan de ingang) om vervolgens de auto te parkeren op een parkeerplaats voor gehandicapten in de omgeving. 
Ongeldig gebruik van ‘verlopen’ parkeerkaarten
Het misbruiken van parkeerkaarten van overleden gehandicapten, zoals in De Telegraaf stond, komt ongetwijfeld voor, maar ik durf te betwijfelen of dat het meest voorkomende misbruik is. Emotioneel nieuws dat goed verkoopt, maar werd de omvang van dergelijk misbruik reeds onderzocht? Veel van die parkeerkaarten worden gewoon weggegooid omdat men de moeite niet doet om ze binnen te brengen. Ik kan zelfs, gezien de omstandigheden,  begrip opbrengen voor deze ‘luiheid’, zo lang ze maar niet meer gebruikt worden. Hiervoor de grote hamer boven halen is een al even emotionele reactie en getuigt niet van veel inzicht. Er zijn andere mogelijkheden om deze misbruiken te voorkomen.
Anders is het wanneer men een parkeerkaart gebruikt waarvan de geldigheidsperiode is overschreden. Maar ook dat is geen eenduidig verhaal. Het overkwam mij tijdens een routinecontrole van de politie die vaststelde dat de limietdatum overschreden was. Inderdaad, want hoewel ik een verlenging reeds meer dan zes weken voor de limietdatum had aangevraagd, was de nieuwe kaart nog altijd niet afgeleverd. Vervelend en zelfs pijnlijk voor een gehandicapte waarvan met zekerheid geweten is dat de handicap onomkeerbaar is. Het zou dus fout zijn om alleen maar ‘tijdelijke’ kaarten uit te delen om te vermijden dat er misbruiken zijn met parkeerkaarten van overleden gehandicapten.
 Parkeren zonder parkeerkaart
Voor de haastige, gestresseerde mensen is een lege parkeerplaats voor gehandicapten heel verleidelijk. Er is niemand en ik zal er niet lang gebruik van maken,  volstaat dan als excuus om deze plaats in te palmen. Vooral als de parking al aardig vol staat en men anders honderd meter zal moeten stappen.
Hier moet het beleid dringend maatregelen nemen om het moreel verval tegen te gaan. Uitzonderlijke controles en enkel een geldboete zal niet volstaan om dit maatschappelijk verval om te buigen.

Kordaat en maatschappelijk aanvaard beleid 


Staatssecretaris Elke Sleurs (N-VA) die bevoegd is om het falend beleid aan te pakken zal dus meer moeten doen dan enkel ervoor zorgen dat de parkeerkaarten van overleden gehandicapten niet langer kunnen gebruikt worden.
Laten we alvast zelf niet de fout maken om dé oplossing aan te bieden. Maar vanuit mijn dagdagelijkse ervaringen moet het wel mogelijk zijn om de krachtlijnen van een passend beleid aan te duiden. Daarom aandacht voor de achterliggende ideeën en argumenten voor een beleid dat vooral faalt wegens laksheid. Want ook het parkeerbeleid is aangetast door een veralgemeende maatschappelijke laksheid. Een gedogende overheid die de moed niet heeft om moreel verfoeilijk gedrag kordaat aan te pakken, en dan maar via dure technologische oplossingen vooral haar gebrek aan morele standaarden etaleert. Het kan anders. Het moet anders.

Essentiële vragen, eenvoudige oplossingen

Toekenning van de kaarten: de eerste vraag die de staatssecretaris moet beantwoorden, is wie er recht heeft op een parkeerkaart voor gehandicapten.
Hier stelt zich de verantwoordelijkheid van de medici. Blijkbaar onbetrouwbaar en dus voorziet men in een controleorgaan dat soms maanden nodig heeft om de aanvraag goed te keuren. Waarom individuele dokters en de Raad van Geneesheren niet voor hun verantwoordelijkheid stellen? Of tekenen ook zij voor onbetrouwbaar?
Tenslotte en eigenlijk de essentie: zou het niet aangewezen zijn om voorrang te geven aan personen die echt een brede parkeerplaats nodig hebben? Want met de toenemende stijging van de levensduur zal ook het aantal echte behoeftigen die niet zonder rolstoel kunnen, toenemen. Zorg dat zij die het werkelijk nodig hebben er ook gebruik van kunnen maken.
Een tweede vraag is hoe misbruik van parkeerkaarten kunnen voorkomen worden en desnoods voorzien kan worden in afschrikwekkende sancties.
Een eerste gratis maatregel is om de gebruikers te verplichten om de kaart op het dashboard te plaatsen met de foto zichtbaar voor controle. De grijnslach van misbruikers die nu de kaart  zonder zichtbare foto tonen, kan dan onmiddellijk ontmaskerd worden. En het zou getuigen van kordaatheid om hier niet opnieuw toe te geven aan een totaal misplaatste privacy die zich verzet tegen het tonen van een foto. Denk u dat er één werkelijk gehandicapte daar moeite mee heeft, wanneer iedereen zijn/haar handicap toch kan zien bij het uitstappen? Dat argument vind ik alvast totaal misplaatst, want het beschermt enkel de sjoemelaar. Stop dat gedoogbeleid.
Waarom de administratieve molen niet vereenvoudigen door de lokale besturen de middelen te geven om  soepel in te spelen op de echte noden. Stop nu eens met een foto te vragen (ook voor de identiteitskaart). Met een webcam die minder dan 50 euro kost kan elke gemeentebeambte een digitale foto maken die voor alle documenten kan gebruikt worden.
Als er één categorie is die absoluut behoefte heeft aan nabijheid van bestuur en dienstverlening, dan zijn het wel gehandicapten die meestal ook nog met andere problemen te kampen hebben.
En over de technologie kan ik alleen maar vaststellen dat de openbare diensten na decennia geklungel er blijkbaar nog altijd niet in geslaagd zijn om databanken te laten communiceren met elkaar. En dan wil Van Quickenborne scanners gebruiken. Waarom? Misschien kan hij ook eens vertellen hoe hij een kaart zal scannen achter een vuile ruit, met reflectie van het zonlicht en met een barcode die scheef ligt? Zeer dure 3D scanners: de aanbieders wrijven zich reeds in de handen. 
In elk geval is een efficiënt beheer van databanken met individuele informatie noodzakelijk om ook de situatie inzake parkeerkaarten te kunnen opvolgen. Hopelijk zal de inertie in dit domein geen drogreden zijn om enkel wat oppervlakkige correcties aan te brengen, waarvoor opnieuw de gehandicapte en zijn omgeving zal aangesproken worden.
Straffen die men voelt
Wie het moreel verval dat aan de basis ligt van de misbruiken wil tegengaan, zal uit een ander vaatje moeten tappen dan enkel maar geldboetes opleggen. Bij wijze van voorbeeld: Wie onterecht een parkeerplaats voor gehandicapten inneemt, zal het veel meer voelen wanneer hij/zij de auto moet in bewaring geven voor enkele dagen. Af te leveren aan het opgegeven depot en de bewaringskost zelf te betalen bij teruggave.
En voor de vaststelling van misbruiken van de kaart (vervaldatum, geen kaart, …) kan men onder andere de ijverige parkeerwachters gebruiken die nu ook al foto’s nemen, maar enkel voor wie geen parkeergeld betaalde. En ook de winkeliers zouden hierin een ontradende rol kunnen spelen.
Sta ik alleen met mijn overtuiging dat er een maatschappelijk draagvlak is voor kordaat bestuur, mits dat ook duidelijk te communiceren?
Pjotr