11 oktober 2015

De Chinese werkelijkheid, een andere kijk (2)


MEDIA EN POLITIEK  ANDERS GELEZEN


 VAN ONZE CORRESPONDENT IN CHINA - In een reeks over het onderbelichte hedendaagse China publiceren wij verhalen van een Vlaming in China. Ditmaal vroegen we hoe communistisch China wel is.

Communisme in China


Communistisch China, dat lezen we zo vaak in de Westerse media. Onze correspondent ter plaats is het daarmee niet eens. Zijn verhaal zal ogen openen of wenkbrauwen doen fronsen. Precies wat De Bron wil zijn: een bron van inspiratie. Even meelezen:
“In China ben ik ondanks de lange tijd dat ik daar woon, en ondanks mijn talrijke omzwervingen door heel het land (ik was in ongeveer 50 grote steden en in talloze kleine dorpjes), maar weinig communisten tegengekomen. Tenminste als we communisten definiëren op de manier zoals wij dat in het westen doen. De communistische denkbeelden, die bestaan niet meer in China. Meer nog: in China heb ik zelfs geen lichtrode socialisten kunnen vinden.
In een klein stadje in Sichuan heb ik ooit eens met een man gesproken die nog met vuur het donkerrode communisme van Mao Zedong verdedigde  maar hij werd door de rest van zijn omgeving als een zonderling beschouwd. Van de talloze politici, officials en middenkaders van de partij was er niet één die een poging deed om de schijn op te houden, om een woord te zeggen over de communistische idealen.  De meeste van hun hadden het over geld. Investeringen, bedrijven, economie (tijdens de eerste drie ontmoetingen).  Of over vrouwen, Karaoke TV, concubines en maîtresses (na de 3e of 4e diner).
Lang geleden, toen er in Baoding (Hebei province) nog geen luchthaven was, ben ik samen met een andere Vlaming, eens afgehaald op de luchthaven van Beijing door de plaatselijke partijleider van Baoding. In zijn verlengde, geblindeerde BMW (met bar en andere vermakelijkheden)zijn we begeleid door twee 'zwaantjes' door het drukke verkeer van Beijing geraasd, daarna met hoge snelheid over de splinternieuwe, nog onverlichte  autostrade. De chauffeur ging regelmatig over de pechstrook om de traag rijdende vrachtwagens voorbij te steken. Heel de tijd duwden de twee 'zwaantjes' het verkeer opzij om ons door te laten. Na een dikke twee uur waren we al in Baoding. We hebben daar de plaatselijke specialiteit geproefd: ezelsvlees met selder.  De hele tijd en de dag daarna hebben we enkel maar over geld gesproken. Niet één woord over communisme.
Eind 2007 heb ik eens de dochter van de gouverneur/ partijchef van de provincie Henan ontmoet. Nauwelijks 18 jaar, maar al halfweg haar studies aan de befaamde Fudan universiteit in Shanghai. Ze reed met een rode BMW 3 reeks en gedroeg zich als een ‘Shanghai prinses’.  Ze parkeerde haar auto pal midden op een plein in de voetgangerszone. Toen ze even later merkte dat er een politieagent haar auto inspecteerde, spurtte ze naar buiten, stopte hem 200 CNY (yuan, Chinese munteenheid) toe en gaf hem de opdracht om haar auto te bewaken, zodat hij niet weggesleept werd. We hebben toen lange tijd over ‘communisme’ gesproken. Zij zelf was voorzitter van de communistische studentenraad aan de Fudan  ‘maar dit jaar ben ik nog niet naar de bijeenkomsten geweest’ gaf ze toe.  Ze had een assistente die dat voor haar regelde.  Ze had nog twee jaar te doen aan de Fudan universiteit, maar ze hoopte om het volgend jaar al naar Harvard te kunnen gaan; haar pappie zou dat wel geregeld krijgen.  Daarna hebben we het over haar vader gehad. Haar pappie (lid van het partijcomité) had het heel druk, maar kon ook intens van het leven genieten. Ze gingen vaak op reis naar het buitenland. Haar moeder had 5 ayi's, dienstmeiden.  Haar vader was gelukkig getrouwd met haar moeder en had daar bovenop nog 4 concubines (maîtresses) die niet zo ver van hun familiehuis woonden. Op mijn vraag of haar moeder dat goedkeurde, knikte ze heel hevig bevestigend. Eén van de concubines noem ik "tante" zei ze. En ‘mijn moeder kent alle concubines heel goed.’ Op mijn vraag naar de hongbao's (de rode enveloppen, het geld onder de tafel)  zei ze: Ach, dat is een deel van ons leven,  de mensen brengen elke dag zoveel cash geld naar ons huis, verpakt in kartonnen dozen en plastic zakken, we hebben een privésecretaris in dienst om dat allemaal te registreren.
Dát is communisme in China. 
In China zijn ook een aantal gewone mensen lid van de partij. Zij betalen lidgeld volgens hun inkomen. Zo goed als al deze mensen worden lid uit puur opportunisme. Dat wordt ook rechtuit gezegd. Als je promotie wil maken in de administratie, als je tot het middenkader behoort in (de weinig nog overblijvende) staatsondernemingen of als je je wil gaan mengen in de lokale politiek  dan is zo'n lidkaart nuttig.  Overtuigde communisten moet je daar niet tussen zoeken.
Het confucianisme

China en de Chinese bevolking hebben meer dan 2000 jaar geleefd volgens de regels van het confucianisme.  Dit Chinees ethisch en filosofisch systeem zit heel diep in de aderen van de Chinezen.  Zelfs al waren ze Boeddhist of Taoist, confucianist waren ze in elk geval. Tijdens de culturele revolutie is het confucianisme onderdrukt maar na Mao Zedong's dood is het snel weer beginnen bloeien. Vandaag, veelal zonder dat ze het zelf beseffen, zijn de Chinezen weer terug echte confucianisten geworden. Al van voor Christus staat Confucius voor hard studeren, interpersonele competitie, een goed getraind ambtenarenkorps dat respect betuigt voor de bevolking en aanmoediging van prive-initiatief. Allemaal waarden die haaks staan op het communisme.
Ook in Japan en Zuid-Korea zijn er behoorlijk veel confucianisten, maar de ‘kern’, de die-hard confucianisten, die zit in China.
De Chinese regering bestaat vooral uit technocraten, meestal ingenieurs die zich langzaam doorheen de partijstructuren naar de top gewerkt hebben.  Zij nemen beslissingen die gebaseerd zijn op Excel-tabellen en benchmark rapporten.  (terloops: de nieuwste arbeidswetgeving is gebenchmarkt met de Belgische arbeidswetten)  Vorige week in de US heeft Xi Jinping verklaard dat hij pas heel laat (toen hij er niet meer onderuit kon) lid geworden is van de partij.  Er zitten maar heel weinig advocaten of ‘menswetenschappers’ in de hoogste partijrangen.  De vorige regering (Hu Jintao / Wen Jiabao)  bestond bijna uitsluitend uit ingenieurs. Hu Jintao is een waterbouwkundig ingenieur, Wen Jiabao is een mijningenieur.
Communisme dat vind je zelfs in de regeringskringen niet meer.
Tot zover dit verhaal van een Vlaming in China.

Nawoord
Het lijkt er sterk op dat China, net als het Westen in het verleden, onderhevig is aan de groeipijnen en uitwassen die gepaard gaan met een zeer snelle toename van de economische activiteiten en de toenemende welvaart. Een eeuw geleden was Vlaanderen nog een armoedige regio, en het kostte Europa twee wereldoorlogen vooraleer het de vruchten kon plukken van de economische bloei. Zou China beter kunnen?
 
Pjotr